Jaarr 2 ap 0 po 1 rt 3 Jaarr 2 ap 0 po 1 rtag a e g

Vergelijkbare documenten
Jaarrapportage. Jaarrapportage. pagina 1

Jaarr 2 ap 0 po 1 rt 5 age

Jaaroverzicht cluster Kaagbaan. Jaaroverzicht 2018

Jaarr 2 ap 0 po 1 rt 6 age

Postbus ZG Schiphol Postcodelocatie: Tel: Fax: Jaarrapportage. Jaarrapportage

Jaaroverzicht cluster Buitenveldertbaan. Jaaroverzicht 2016

Jaaroverzicht cluster Kaagbaan. Jaaroverzicht 2016

Jaaroverzicht cluster Kaagbaan. Jaaroverzicht 2015

De Schiphol-Oostbaan is in % meer ingezet voor landingen door weersomstandigheden en baanonderhoud aan andere start- en landingsbanen.

Jaaroverzicht cluster Zwanenburgbaan. Jaaroverzicht 2016

Overwegend wind uit noordelijke tot oostelijke richtingen, minder uit zuidelijke richtingen.

2Ja0 arr1 ap 8 portage

2 de Kwartaalrapportage 2018

Aantal melders, vliegtuigbewegingen en baanonderhoud

2 de. Kwartaalrapportage cluster Aalsmeerbaan

Zwanenburgbaan 10%, (2016 :13%) Cluster Polderbaan 17%, (2016 :19%)

BAS rapportage gebruiksjaar 2013

1 ste. Kwartaalrapportage cluster Zwanenburgbaan

cluster Aalsmeerbaan Figuur 2. Top 25 aantal melders per viercijferig postcodegebied aantal melders

Overwegend wind uit noordelijke tot oostelijke richtingen, minder uit zuidelijke richtingen.

Jaarr 2 ap 0 po 1 rt 7 age

1 ste. Kwartaalrapportage cluster Aalsmeerbaan

1 ste. Kwartaalrapportage cluster Kaagbaan. Kwartaalrapportage 2016

Overwegend wind uit noordelijke tot oostelijke richtingen, minder uit zuidelijke richtingen.

Overwegend wind uit westelijke richtingen, minder uit noord- tot noordoostelijke richtingen.

De Buitenveldertbaan was van 5 maart tot en met 24 april buiten gebruik vanwege groot onderhoud. toe- /afname

Jaaroverzicht cluster Polderbaan. Figuur 2. Top 25 aantal melders per viercijferig postcodegebied. aantal melders

Sneeuwval december: sneeuw- en gladheidsbestrijding op Schiphol. Hierdoor aangepast baangebruik.

Overwegend wind uit het zuidwesten, westen en zuidoosten, minder uit noordelijke tot oostelijke richtingen.

Meer wind uit noordelijke en zuidelijke richting, minder uit zuidwestelijke tot westelijke richting.

Jaaroverzicht cluster Zwanenburgbaan. Jaaroverzicht 2015

Overwegend wind uit westelijke richtingen, minder uit noord- tot noordoostelijke richtingen.

Bovengemiddeld veel wind uit noordelijke richtingen met bijbehorend noordelijk baangebruik. In week 22 dagen met onweersbuien.

2 de. Kwartaalrapportage cluster Zwanenburgbaan

Overwegend wind uit westelijke richtingen, minder uit noord- tot noordoostelijke richtingen.

4 de. Kwartaalrapportage cluster Zwanenburgbaan. Kwartaalrapportage Bijzonderheden

Jaaroverzicht cluster Polderbaan. Jaaroverzicht 2015

1 ste. Kwartaalrapportage cluster Buitenveldertbaan

Overwegend wind uit westelijke richtingen, minder uit noord- tot noordoostelijke richtingen.

KWARTAALrapportage juli 2009

Veel wind uit zuiden tot zuidwesten, vrijwel geen wind uit noorden tot oosten.

Overwegend wind uit westelijke, zuidelijke en oostelijke richtingen, minder uit noordelijke richtingen.

Overwegend wind uit noordelijke tot oostelijke richtingen, minder uit zuidelijke richtingen.

Overwegend wind uit westelijke, zuidelijke en oostelijke richtingen, minder uit noordelijke richtingen.

Bovengemiddeld veel wind uit noordelijke richtingen met bijbehorend noordelijk baangebruik. In week 22 dagen met onweersbuien.

4 de. Kwartaalrapportage cluster Polderbaan. Kwartaalrapportage 2015

JAARRAPPORTAGE Januari

Inzet Aalsmeerbaan als startbaan

BAS rapportage gebruiksjaar 2014

Klachten vliegtuig geluidhinder Schiphol

Schiphol Group. Jaarverslag

Schiphol en omgeving. Aanpassing vertrekroutes Zwanenburgbaan. Regionale beelden. Inleiding. Achtergrond. Vliegverkeer boven de regio

Naleving milieuregels Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol

BAS rapportage gebruiksjaar 2012

Analyse gebruiksjaar 2007

Naleving milieuregels gebruiksjaar Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol

2 de kwartaalrapportage 2014

Inzet Schiphol- Oostbaan

CROS Pilot 3b+ Toepassing vaste bochtstraal op de Spijkerboor vertrekroute Kaagbaan. Navigatie

Gebruik Buitenveldertbaan in 2011

September 2013 Lokale effecten hinderbeperking Effect van maatregelen die in 2012 zijn gerealiseerd

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

CROS Pilot 3b+ Toepassing vaste bochtstraal op de Spijkerboor vertrekroute Kaagbaan

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Gevolgen voor het baangebruik op Schiphol

Naleving milieuregels 2012 Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol. Luchtverkeersleiding Nederland

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 2 e kwartaal 2019

Ministerie van Infrastructuur en Milieu t.a.v. mevrouw W.J. Mansveld Postbus EX S-GRAVENHAGE

SCHIPHOL. René ten Have

Vliegbewegingen en overlast Gooise Meren 4de kwartaal 2018 (1 augustus 31 oktober 2018)

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

INHOUD JAARRAPPORTAGE Januari 2009

4 de kwartaalrapportage 2013

Onderzoeksrapport overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol. Gebruiksjaar 2017

Naleving milieuregels 2010 Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol. Luchtverkeersleiding Nederland

Dit memo gaat in op de ontwikkelingen rondom vlieghinder van Schiphol in de regio Gooi en Vechtstreek.

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Jaarrapportage meldingen geluidhinder luchthaven Eindhoven 2013.

Monitoringsrappor t Eerste kwartaal gebruiksjaar 2011

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Factsheet Lelystad Airport. Toekomstige vliegroutes Lelystad Airport

Presentatie: woensdag 17 oktober Schiphol

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Factsheet Lelystad Airport. Toekomstige vliegroutes Lelystad Airport

Artikel Op de luchthaven Schiphol vinden maximaal vliegtuigbewegingen met handelsverkeer per gebruiksjaar plaats.

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

1 ste kwartaalrapportage 2014

Kaartbijlage behorende bij Strategische Milieuverkenning voor de ontwikkeling van Schiphol op middellange termijn

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Jaarrapportage meldingen geluidhinder luchthaven Eindhoven 2014.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Naleving milieuregels 2013 Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol. Luchtverkeersleiding Nederland

Politiehelikopter: totaal

Transcriptie:

Inhoudsopgave 1. Inleiding Pagina: 1. Inleiding 3 2. Managementsamenvatting 5 3. Belangrijke gebeurtenissen 7 4. Aantal melders/meldingen ten opzichte van eerdere gebruiksjaren 8 5. Meldingen en melders per maand, vliegtuigbeweging en tijdstip 15 6. Hinderbeleving 22 7. Meldingen over angst en vervuiling 26 8. Dagen met meeste meldingen en melders 28 9. Vluchten en vliegtuigen met meeste meldingen 29 10. Plaatsen met meeste en nieuwe melders 32 11. Nieuw geluidsstelsel, hinderbeperkende maatregelen en experimenten 38 12. Communicatie en informatie 46 14. Vooruitblik Nuclear Security Summit 2014 54 Bijlage 1: Top 25 melders meldingen per postcodegebied 2013 56 Bijlage 2: Top 25 meest gestegen aantal melders per postcodegebied 57 Deze jaarrapportage van de Stichting Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (Bas) over het gebruiksjaar 2013 is gebaseerd op de meldingen die bij Bas zijn binnengekomen over het luchtverkeer van en naar de luchthaven Schiphol in de periode van 1 november 2012 t/m 31 oktober 2013. Bas staat voor registreren, communiceren en signaleren; enerzijds vanuit de omgeving naar de luchtvaartpartijen en Rijksoverheid toe en anderzijds vanuit de luchtvaartpartijen en overheid naar de omgeving van Schiphol toe. Om meer informatie over hinderbeleving uit de meldingen van omwonenden te verkrijgen hanteert Bas een manier van registreren die verder gaat dan het registreren van tijdstippen van hinder alleen. In het registratiesysteem zijn de hindermeldingen gesplitst in: 1. periodemeldingen die de melder de mogelijkheid geven hinder over een bepaalde tijdsperiode te melden; 2. specifieke meldingen waarbij de melder de precieze datum en tijd van ondervonden hinder moet aangeven; 3. overige meldingen bijvoorbeeld over het milieubeleid met betrekking tot Schiphol. Om meer inzicht te krijgen in de hinderbeleving wordt aan de melder gevraagd een aantal vragen te beantwoorden. Met de antwoorden hierop is Bas in staat een breder beeld van de hinder in de omgeving in kaart te brengen. Naast de gebruikelijke aantallen van ingediende meldingen staan daarom in de jaarrapportage ook analyses van de hinder. Deze geven inzicht in aard, tijdstip/periode en beleving van overlast in de omgeving. Hierdoor kan Bas gerichter informatie leveren aan de sector en aan partijen als de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) die mogelijk bij kan dragen aan het invoeren en evalueren van hinderbeperkende maatregelen. Bas kan zo ook beter inspelen op de informatiebehoefte die in een bepaald gebied leeft. Bas wil de omgeving proactief van de juiste informatie voorzien. Dit gebeurt via de website, de kwartaalrapportages en de nieuwsbrieven die Bas uitgeeft en via emailberichten. Veelmelders Uit de analyses van de gegevens blijkt dat evenals het jaar ervóór een minderheid van alle geregistreerde melders verantwoordelijk is geweest voor tweederde van alle ingediende meldingen. In het gebruiksjaar 2013 diende 0,6% van alle melders 67,8% van alle meldingen in. Deze personen, die per gebruiksjaar meer dan 500 meldingen indienden, worden veelmelders genoemd. Bijlage 3: Meldingen en melders per woonplaats 58 Bijlage 4: Hindergebiedenkaarten 66 pagina 2 pagina 3

2. Managementsamenvatting Focusgroep De overige melders, aangeduid als focusgroep, zijn verantwoordelijk voor de resterende 32,2% van de meldingen. Zij dienden per persoon maximaal 500 meldingen in. De focusgroep, wordt in deze jaarrapportage, net zoals in voorgaande jaren, centraal gesteld. Dit is conform de aanbeveling van de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) naar aanleiding van de meldingenanalyse 2006 om de meldingen van veelmelders en die van overige melders in de analyses te scheiden. Bij het maken van de analyses is behalve van informatie uit het registratiesysteem waar mogelijk ook gebruik gemaakt van andere relevante gegevens, zoals over baanonderhoud en het weer. Verder worden enkele hinderbeperkende maatregelen die in het afgelopen gebruiksjaar zijn uitgevoerd of als experiment zijn afgerond, in de rapportage belicht. Deze maatregelen en experimenten vloeien voort uit de adviezen van de Tafel van Alders over de toekomst van Schiphol en de regio op middellange termijn. In bijlage 1 is een aantal kaarten opgenomen waarop de aantallen melders en meldingen per postcodegebied zijn weergegeven. In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de aantallen meldingen en melders per woonplaats. In het gebruiksjaar 2013 (1 november 2012 tot en met 31 oktober 2013) hebben bij het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (Bas) 4.624 personen meldingen ingediend over hinder door vliegverkeer van en naar Schiphol. Dit waren 12,5% minder personen dan het voorgaande jaar De personen dienden samen 93.045 specifieke, 28.189 periode- en 537 overige meldingen in. Het aantal specifieke meldingen steeg met 9,9%, terwijl het aantal periode- en overige meldingen met respectievelijk 33,0% en 86,1% daalde. Voor de daling van het aantal meldingen is een aantal verklaringen te geven. De belangrijkste is dat tijdens het gebruiksjaar 2013, in verband met meer wind uit noordelijke tot oostelijke richtingen, meer noordelijk baangebruik gehanteerd is ten opzichte van het gebruiksjaar 2012. Hier onder vallen ook de baancombinaties uit preferentie 1, zoals overeengekomen aan de Alderstafel. Deze baancom binaties leveren per saldo minder gehinderden op in vergelijking met andere baancombinaties. Andere belangrijke bevindingen in de over het gebruiksjaar 2013 zijn: de meeste melders (85,9%) dienen 1 tot 10 meldingen per jaar in; de meeste meldingen zijn in de (drukke) zomermaanden juli,augustus ingediend; in tegenstelling tot andere gebruiksjaren, kwamen er in oktober veel meldingen binnen. Mogelijk heeft de mediaaandacht over het aan de Alderstafel bereikte akkoord over een nieuw geluidsstelsel een rol gespeeld in combinatie met periodes van uitzonderlijk baangebruik; de meeste specifieke meldingen zijn ingediend over vluchten tussen 21.00 en 22.00 uur (tijdens de laatste startpiek van de dag). Dit komt vooral door starts van vliegtuigen van het type Boeing 747-400 via de Spijkerboor -route van de Kaagbaan (24); de meeste periodemeldingen werden ingediend tussen 07.00 en 11.00 uur en tussen 19.00 en 23.00 uur; relatief gezien, per vliegtuigbeweging, werden de meeste meldingen ingediend over vluchten in de late avond en nacht; de meeste meldingen en melders op één dag (24 augustus 2013) hadden te maken met het veelvuldig gebruik van de Aalsmeerbaan(18L) en Zwanenburgbaan(18C) voor startend vliegverkeer in combinatie met relatief veel vliegbewegingen(hoogseizoen) en mooi weer; van de vliegtuigen die gemiddeld minimaal eenmaal per dag starten en landen, worden de meeste specifieke meldingen per vliegtuigbeweging ingediend over vliegbewegingen van grote vliegtuigen als de Boeing 747-400 en de MD-11. Uitzondering hierop is de moderne, geluidarme Airbus A380-800, het grootste passagiersvliegtuig ter wereld, waar relatief weinig meldingen over binnenkomen bij Bas; Amsterdam, Hoofddorp en Amstelveen waren net als het jaar ervoor de plaatsen waar de meeste melders wonen. In deze drie plaatsen nam het aantal melders af evenals in veel andere woonkernen; pagina 4 pagina 5

Conclusies: 3. Belangrijke gebeurtenissen in gebruiksjaar 2013 De bevindingen en analyses in deze jaarrapportage geven Bas aanleiding tot de volgende conclusies. 1. 2. Het meer kunnen vliegen van preferentie 1, baancombinaties uit (noordelijk baangebruik), levert per saldo minder gehinderden op. Dit is ook terug te zien in de afname van het aantal melders gedurende dit gebruiksjaar in vergelijking met het gebruiksjaar 2012. Het hoge aantal specifieke meldingen tussen 21.00 en 22.00 uur (tijdens de laatste startpiek) wordt vooral veroorzaakt door het naar verhouding hoge aantal starts van Boeing 747-400 s via de Spijkerboorroute van de Kaagbaan (24). In het gebruiksjaar 2013 hebben diverse gebeurtenissen in meer of mindere mate invloed gehad op het aantal melders en meldingen: experimenteerregeling nieuw normen- en handhavingsstelsel; opening Landartpark Buitenschot ter vermindering van grondgeluid vliegverkeer; geen vaste bochtstraal op vertrekroutes Kaagbaan naar oosten en zuiden; baan- en taxibaanonderhoud; vastzetten dakpannen Aalsmeer; rechtstreeks vliegen van Schiphol naar het zuiden; LVNL vervroegt nachtprocedures omwille van geluidshinder omwonenden. 3. 4. Uit de websitestatistieken blijkt dat planning baan- en taxibaanonderhoud het meest bezochte nieuwsitem is. Er is een toename in het aantal mobiele bezoeken van de Bas website te constateren over de afgelopen jaren. In augustus was er voor het eerst sprake van meer dan 25% aan mobiele bezoeken. Mobiele bezoeken houdt in via smart phones en tablets. Op de volgende pagina s wordt op elk van deze onderwerpen nader ingegaan. Aanbevelingen: 1. 2. Bij een eventuele uitloop van werkzaamheden of andere wijzigingen in de planning bij baanof taxibaanonderhoud is het belangrijk om omwonenden tijdig en proactief van betrouwbare informatie te voorzien. Onderzoek de mogelijkheden en haalbaarheid om de toegang met smartphones en tablets voor de Bas website te optimaliseren. pagina 6 pagina 7

M M 2013 4. Aantal melders/meldingen ten opzichte van eerdere gebruiksjaren Het aantal meldingen van de totale groep, inclusief de veelmelders, nam met 6,8% af. Dit komt doordat de aantallen overige meldingen met 86,1% en periode meldingen met 33,0% daalden, maar het aantal specifieke meldingen met 9,9% steeg (zie tabel 2). De daling van het totale aantal meldingen is vooral toe te schrijven aan de focusgroep die 26,2% minder meldingen indiende. De veelmelders lieten 6,6% méér meldingen registreren. Bij zowel de veelmelders als de focusgroep is een daling te zien in het aantal periode meldingen. Binnen de focusgroep is tevens een daling te zien in het aantal specifieke meldingen, bij de veelmelders is er juist een stijging te zien. Voor wat betreft het aantal overige meldingen is het beeld andersom; bij de veelmelders is een forse afname te constateren, terwijl er een toename te constateren is binnen de focusgroep. Voor de afname van het aantal meldingen van de focusgroep met 26,2% wordt in hoofdstuk 9 een aantal mogelijke verklaringen gegeven. Tabel 1. Melders per gebruiksjaar gebruiksjaar melders stijging/daling 2005 8.378-24,0% 2006 7.404-11,6% 2007 6.026-18,6% 2008 6.881 14,2% 2009 5.275-23,3% 2010 5.387 2,1% 2011 5.419 0,6% 2012 5.286-2,5% 2013 4.624-12,5% %= stijging/daling ten opzichte van vorig gebruiksjaar. Tabel 2. Meldingen in gebruiksjaar 2013 type melding meldingen (alle) meldingen (veelmelders) meldingen (focusgroep) specifiek 93.045 9,9% 78.113 18,1% 14.932-19,3% periode 28.189-33,0% 4.168-45,4% 24.021-30,2% overig 537-86,1% 230-93,6% 307 9,3% totaal 121.771-6,8% 82.511 6,6% 39.260-26,2% %= stijging/daling ten opzichte van vorig gebruiksjaar. Focusgroep bestaat uit 99,4% van alle melders Net als in de vorige jaarrapportages is een kleine groep veelmelders - in het gebruiksjaar 2013 0,6% - verantwoordelijk geweest voor het merendeel van de meldingen (67,8%). Dit percentage is toegenomen ten opzichte van het vorige gebruiksjaar (59,3%). In het vervolg van deze jaarrapportage zal, zoals in de inleiding is aangegeven, evenals voorgaande jaren met name aandacht worden besteed aan de meldingen van de focusgroep. Tabel 3. Melders t.o.v. vorige gebruiksjaar gebruiksjaar totale groep focusgroep veelmelders 2012 5.286 5.253 33 M-12,5%-12,5% -18,2% 2013 4.624 4.597 27 %= stijging/daling ten opzichte van vorig gebruiksjaar. Het aantal veelmelders nam in het gebruiksjaar 2013 af van 33 tot 27 (zie tabel 3). Zij dienden in het gebruiksjaar 2013 gezamenlijk 82.511 meldingen in; 6,6% meer dan in het gebruiksjaar 2012. In tabel 4 en figuur 1 is te zien, dat vooral van 8 veelmelders die tussen 1.001 en 2.000 meldingen indienen, het aantal meldingen sterk is toegenomen (+82,6%). pagina 8 pagina 9

Tabel 4. Aantal melders en meldingen per jaar { { gebruiksjaar 2013 gebruiksjaar 2012 toe/afname aantal meldingen melders meldingen melders meldingen meldingen 10.000+ 2 35.728 2 23.512 0,17% 5.001-10.000 1 9.618 3 19.574-9,84% 2.001-5.000 0,6% 7 20.710 0,6% 6 16.349-7,27% { { 1.001-2.000 8 10.922 5 5.980 46,96% 501-1.000 9 5.533 17 11.970 29,29% 201-500 23 6.629 42 12.900-2,30% 101-200 48 6.245 56 7.976-27,19% 51-100 91 6.396 105 7.350-5,47% 99,4% 99,4% 26-50 145 4.988 212 7.496 12,52% 11-25 317 5.142 420 6.782 1,86% 1-10 3.973 9.860 4.418 10.715-6,60% totaal 4.624 121.771 5.286 130.604-1,70% Het aantal personen dat meer dan 5.000 meldingen liet registreren nam af; net als in het gebruiksjaar 2012 waren er maar twee melders verantwoordelijk voor 35.728 meldingen. Uit tabel 4 blijkt verder dat de meeste melders (3.973 ofwel 85,9% van alle melders) 1 tot 10 meldingen per jaar indienen. Zowel het aantal personen in deze categorie als het aantal meldingen dat zij indienden, was lager dan in het gebruiksjaar 2012. Figuur 1. Aantal meldingen per jaar 10.000+ 5.001-10.000 2.001-5.000 1.001-2.000 501-1.000 201-500 101-200 51-100 26-50 11-25 1-10 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 gebruiksjaar 2012 gebruiksjaar 2013 Het gemiddelde aantal meldingen per melder (tabel 5) is bij de melders uit de focusgroep met 16% afgenomen en bij de veelmelders met 30% toegenomen. Tabel 5 Gemiddeld aantal meldingen per melder focusgroep veelmelders totale groep gemiddeld aantal meldingen per melder in gebruiksjaar 2013 8,5 3.056,0 26,3 gemiddeld aantal meldingen per melder in gebruiksjaar 2012 10,1 2.345,0 24,7 toe/ afname -16% 30% 7% pagina 10 pagina 11

18R Baangebruik Het aantal vluchten is in dit gebruiksjaar met 0,4% gedaald ten opzichte van het jaar ervóór, tot 437.998 Figuur 2. Procentuele verdeling windrichtingen noord Polderbaan 36L 18C Zwanenburgbaan 36C 06 Buitenveldertbaan Kaagbaan 24 18L 09 27 Aalsmeerbaan 36R 04 Schiphol-oostbaan 22 noordwest west zuidwest 9,5% 9,3 % 14.1% 15,3% 16,5% zuid 7,3 % 12,7 % 12,5% noordoost oost zuidoost Verdeling windrichting 2013 Verdeling windrichting 2012 Doordat er een zeeklimaat heerst in Nederland waait de wind verhoudingsgewijs veel uit westelijke tot zuidelijke richtingen (dit gebruiksjaar 45,9%) Tabel 6. Gevlogen preferenties overdag (06:00-23:00) preferentie landen starten In gebruiksjaar 2013 heerste meer een wind uit noordelijke, noordoostelijke tot oostelijke richtingen ten opzichte van gebruiksjaar 2012. Periodes met windstil weer zijn niet weergegeven in figuur 2. primair secundair primair secundair 1 06 (36R) 36L (36C) 2 18R (18C) 24 (18L) 3 06 (36R) 09 (36L) 4 27 (18R) 24 (18L) 5 36R (36C) 36L (36C) 6 18R (18C) 18L (18C) *7 36R (36C) 36L (09) *8 18R (18C) 18L (24) Etc. overige baancombinaties overige baancombinaties *Om tabel 7 (Gevlogen preferenties overdag) gebruiksjaar 2013 te kunnen vergelijken met gebruiksjaar 2012 is preferentie 7 opgeteld bij preferentie 5 en 8 bij preferentie 6. In 2013 was preferentie 7: 0,1% en preferentie 8: 0,0% pagina 12 pagina 13

Figuur 3. Vliegbewegingen per baan gebruiksjaren 2011-2012 vliegbewegingen aantal vliegtuigbewegingen 100.000 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 gebruiksjaar 2012 gebruiksjaar 2013 04 22 06 24 09 27 18C 36C 18L 36R 18R 36L 04 22 06 24 09 27 18C 36C 18L 36R 18R 36L SO KB BB ZB AB PB SO KB BB ZB AB PB landen Tabel 7. Gevlogen preferenties overdag (06:00-23:00) starten SO= Schiphol-Oostbaan (04-22) ZB= Zwanenburgbaan (18C-36C) KB= Kaagbaan (06-24) AB= Aalsmeerbaan (18L-36R) BB= Buitenveldertbaan (09-27) PB= Polderbaan (18R-36L) Preferentie 2013 2012 1 28,1% 18,1% 2 33,8% 40,4% 3 4,5% 2,6% 4 6,5% 10,2% 5 5,8% 5,8% 6 6,8% 6,4% overig 14,5% 16,6% totaal 100,0% 100,0% %= percentage van de tijd overdag (06:00-23:00) Vergeleken met 2012 is in het gebruiksjaar 2013 meer geland op de Kaagbaan (06) en minder op de Polderbaan (18R). Daarentegen is er meer gestart van de Polderbaan (36L), de Zwanenburgbaan (36C), Buitenveldertbaan(09) en minder van de Kaagbaan (24) en Aalsmeerbaan(18L). Zie figuur 3. Dit komt omdat de wind in het gebruiksjaar 2013 meer uit noordelijke richtingen heeft gewaaid dan het jaar ervóór. Noordelijk baangebruik heeft op Schiphol de eerste preferentie (starten en landen naar het noorden). 4. Meldingen en melders per maand, vliegtuigbeweging en tijdstip melders/meldingen De hoogste aantallen melders uit en meldingen werden geregistreerd in de maanden juli en augustus (zie figuur 4). Dit zijn traditioneel de maanden dat vanwege het vakantieverkeer het aantal vliegbewegingen het hoogst is. Het zijn ook maanden waarin het meestal mooi weer is en mensen dus vaker buiten zijn of hun ramen open hebben. Hierdoor is zowel het aantal melders als het aantal periode- en specifieke meldingen in deze maanden hoger dan in de rest van het jaar. Opvallend is verder het hoge aantal periode meldingen in de maand oktober. Mogelijk is dit te relateren aan de media aandacht over het akkoord dat is bereikt aan de Alderstafel over een nieuw geluidsstelsel voor Schiphol. Figuur 4. Melders, meldingen en vliegbewegingen per maand 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 melders specifieke meldingen periodemeldingen vliegbewegingen nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 2012 2013 45000 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 Vergeleken met het vorige gebruiksjaar volgt het verloop van het aantal melders en meldingen in het gebruiksjaar 2013 een vergelijkbaar seizoenpatroon. 5000 0 vliegbewegingen pagina 14 pagina 15

Melders per baan In figuur 5 is weergegeven over welke van de vijf hoofdbanen van Schiphol de meeste melders meldingen indienden. Bij landingen was dat de Kaagbaan (06) en bij starts de Buitenveldertbaan (09). In het gebruiksjaar 2012 waren er de meeste melders over het gebruik van de Polderbaan (18R, landend vliegtuigverkeer) en de Kaagbaan (24, startend vliegtuigverkeer). Figuur 5. Melders per baan, meest gebruikte banen. 80000 vliegbewegingen melders 4000 Uitzonderlijk baangebruik Naast de vijf hoofdbanen beschikt de luchthaven Schiphol over de Schiphol-Oostbaan (04-22). Deze kortere baan wordt vooral gebruikt door kleine luchtvaart (privé- en zakenvliegtuigen). Maar incidenteel, als geen andere baancombinatie mogelijk is, bijvoorbeeld bij harde wind uit zuidelijke richtingen, al dan niet in combinatie met buien, wordt de baan ook gebruikt voor landingen van het grotere, commerciële verkeer. Omdat de naderingsroute naar de Schiphol-Oostbaan (22) voor dit verkeer over het centrum van Amsterdam loopt, dienen bij dit baangebruik relatief veel melders meldingen in. Dit gebeurt ook wanneer de Buitenveldertbaan voor landingen vanuit het westen (09) en starts naar het westen (27) wordt gebruikt, en bij starts van de Kaagbaan (06) naar het noordoosten. Ook dit komt niet vaak voor, maar zorgt als het gebeurt naar verhouding voor veel meldingen, zo blijkt uit tabel 8. 70000 3500 60000 50000 3000 2500 Tabel 8. Aantal meldingen over uitzonderlijk baangebruik t.o.v. aantal vliegbewegingen 40000 2000 landen aantal landingen specifieke meldingen periodemeldingen vliegbewegingen 30000 20000 10000 0 06 18C 18R 27/24* 36C 36R 09 18C 18L 24 36C 36L 1500 1000 500 0 meldingen Schiphol-Oostbaan 04 1.260 17 185 Buitenveldertbaan 09 133 130 129 Schiphol-Oostbaan 22 4.841 234 1.615 Kaagbaan 24 899 181 251 landen starten * samengevoegd omdat de naderingsroutes veelal overeenkomen starten aantal starts specifieke meldingen periodemeldingen Schiphol-Oostbaan 04 2.204 28 492 Kaagbaan 06 171 67 173 Uit deze grafiek blijkt ook dat over banen die minder vaak worden gebruikt, naar verhouding door meer melders meldingen worden ingediend. Bij landingen/naderingen geldt dit vooral voor de Zwanenburgbaan, zowel voor landingen vanuit het zuiden (36C) als vanuit het noorden (18C), en verder voor de Aalsmeerbaan (36R) en de Buitenveldertbaan/Kaagbaan (27/24). Bij de starts betreft dit de Zwanenburgbaan voor starts naar het zuiden (18C) en het noorden (36C), en de Buitenveldertbaan (09). In het algemeen dus alle minder preferente baancombinaties. Schiphol-Oostbaan 22 2.970 52 629 Buitenveldertbaan 27 675 88 152 De landingen op de Buitenveldertbaan (27) en Kaagbaan (24) zijn in figuur 5 samengevoegd, omdat landingen op de Kaagbaan (24) vanuit het noordoosten vaak worden voorafgegaan door een nadering richting Buitenveldertbaan (27). Vóór de landing buigen de vliegtuigen dan boven het luchthaventerrein af naar de Kaagbaan (24). pagina 16 pagina 17

Meldingen en melders per weekdag De meeste meldingen zijn op zondagen ingediend. Dan zijn ook de meeste melders actief. Op de andere dagen van de week wijken de gemiddelde aantallen melders en meldingen per dag niet veel van elkaar af. Het minste aantal melders is actief op dinsdag. Figuur 6. Meldingen en melders per dag Specifieke meldingen per uur In figuur 7 is te zien, over welke uren van de dag in het gebruiksjaar 2013 door de focusgroep de meeste specifieke meldingen zijn ingediend. Net als in het gebruiksjaar 2012 valt de piek in het aantal specifieke meldingen over starts tussen 21.00 en 22.00 uur. Dit is tijdens de laatste startpiek van de dag. De meeste specifieke meldingen over landende vliegtuigen gaan over landingen tussen 07.00 en 09.00 uur. Dat is tijdens de eerste landingspiek van de dag. Van alle specifieke meldingen ging 62,0% over starts en 38,0% over landingen. zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag 0 20 40 60 80 100 gemiddeld aantal periodemeldingen gemiddeld aantal specifieke meldingen gemiddeld aantal melders Figuur 7. Specifieke meldingen over het etmaal Aantal specifieke meldingen 00:00-01:00 01:00-02:00 02:00-03:00 03:00-04:00 04:00-05:00 05:00-06:00 06:00-07:00 07:00-08:00 08:00-09:00 09:00-10:00 10:00-11:00 11:00-12:00 12:00-13:00 13:00-14:00 14:00-15:00 15:00-16:00 16:00-17:00 17:00-18:00 18:00-19:00 19:00-20:00 20:00-21:00 21:00-22:00 22:00-23:00 23:00-24:00 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 starts 62% starts landingen landingen 38% pagina 18 pagina 19

Figuur 8. Periodemeldingen over het etmaal* Figuur 9. Aantal specifieke- en periodemeldingen t.o.v. aantal vliegbewegingen per kwartier 0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 0uur - 1uur aantal landingen aantal starts specifieke meldingen periodemeldingen 1uur - 2uur 2uur - 3uur periodemeldingen gekoppeld aan startend verkeer 1000 900 10000 9000 3uur - 4uur periodemeldingen gekoppeld aan landend verkeer 800 8000 4uur - 5uur 700 7000 5uur - 6uur 6uur - 7uur 7uur - 8uur 8uur - 9uur 9uur - 10uur 10uur - 11uur aantal specifieke meldingen 600 500 400 300 200 6000 5000 4000 3000 2000 aantal periodemeldingen en vluchten 11uur - 12uur 100 1000 12uur - 13uur 0 0 13uur - 14uur 14uur - 15uur 0uur - 1uur 1uur - 2uur 2uur - 3uur 3uur - 4uur 4uur - 5uur 5uur - 6uur 6uur - 7uur 7uur - 8uur 8uur - 9uur 9uur - 10uur 10uur - 11uur 11uur - 12uur 12uur - 13uur 13uur - 14uur 14uur - 15uur 15uur - 16uur 15uur - 16uur 17uur - 18uur 18uur - 19uur 19uur - 20uur 20uur - 21uur 21uur - 22uur 22uur - 23uur 23uur - 0uur 15uur - 16uur 16uur - 17uur 17uur - 18uur 18uur - 19uur 19uur - 20uur 20uur - 21uur 21uur - 22uur 22uur - 23uur 23uur - 0uur * het aantal periodemeldingen opgeteld is meer dat het totaal aantal ingediende periodemeldingen per gebruiksjaar, omdat een periodemelding meerdere periodes kan beslaan pagina 20 pagina 21

6. Hinderbeleving In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de aard van de meldingen aan de hand van wat de melders aan extra informatie hebben gegeven bij het indienen van hun periode- en specifieke meldingen. Per melding kunnen meerdere hinderaspecten worden aangegeven, bijvoorbeeld geluid én angst. Daarom is het totaal aan meldingen over geluid, angst en vervuiling méér dan 100%. Bij de subrubrieken zijn de totalen veelal minder dan 100%, omdat het niet verplicht is om bij Geluid alle vragen te beantwoorden. De percentages bij de subtotalen geven aan hoeveel procent van de meldingen het desbetreffende onderdeel is beantwoord. Tabel 9. Hinderbeleving (vervolg) specifieke meldingen periodemeldingen Waar bevond u zich? # % # % In huis 10.229 68,5% 18.347 76,4% In de tuin 1.082 7,2% 1.236 5,1% Anders 72 0,5% 367 1,5% Subtotaal 11.383 76,2% 19.950 83,1% Tabel 9. Hinderbeleving specifieke meldingen periodemeldingen # % # % 2012 2013 2012 2013 2012 2013 2012 2013 totaal 18.505 14.932 ~ ~ 34.433 24.021 ~ ~ geluid 18.264 14.547 98,7% 97,4% 34.201 23.857 99,3% 99,3% angst 2.127 1.966 11,5% 13,2% 2.461 1.892 7,1% 7,9% vervuiling 1.481 1.308 8,0% 8,8% 2.378 2.148 6,9% 8,9% specifieke meldingen periodemeldingen specifieke meldingen periodemeldingen Geluid # % # % Gesprek onderbroken 3.597 24,7% 6.572 27,5% Slaapverstoring 3.667 25,2% 7.311 30,6% TV/radio niet verstaan 1.899 13,1% 2.752 11,5% Overig 1.195 8,2% 2.043 8,6% Subtotaal 10.358 71,2% 18.678 78,3% Angst # % # % Onveilig gevoel 838 42,6% 625 33,0% Geschrokken 341 17,3% 119 6,3% Stress 726 36,9% 1.033 54,6% Overig 56 2,8% 114 6,0% Subtotaal 1.961 99,7% 1.891 99,9% Vervuiling # % # % Gezondheidsklachten 551 42,1% 874 40,7% Zorgen over leefmilieu 275 21,0% 737 34,3% Zwarte aanslag 309 23,6% 300 14,0% Stankoverlast 47 3,6% 86 4,0% Overig 125 9,6% 151 7,0% Subtotaal 1.307 99,9% 2.148 100,0% Heeft u de klacht al eerder ondervonden? # % # % Dagelijks 6.842 45,8% 14.697 61,2% Wekelijks 2.115 14,2% 3.806 15,8% Maandelijks 454 3,0% 500 2,1% Zelden 757 5,1% 452 1,9% Nooit 89 0,6% 36 0,1% Subtotaal 10.257 68,7% 19.491 81,1% Waargenomen bijzonderheden # % # % Vliegtuig vloog te laag 5.977 40,0% - - Vliegtuig nam een duidelijk afwijkende route 1.498 10,0% - - Vliegtuig draaide verkort in 267 1,8% - - Vliegtuig draaide verkort uit 229 1,5% - - Vliegtuig dicht bij een ander Vliegtuig lekte brandstof 165 1,1% - - 0 0,0% - -- Geen 819 5,5% - - Anders 1.353 9,1% - - Subtotaal 10.308 69,0% - - Waar denkt u dat de klacht door veroorzaakt is? # % # % Grondgeluid 53 0,4% 99 0,4% Starten 1.582 10,6% 3.700 15,4% Landen 1.211 8,1% 3.543 14,7% Overvliegen 7.835 52,5% 12.672 52,8% Taxien 2 0,0% 7 0,0% Proefdraaien 7 0,0% 12 0,0% Helikopter 132 0,9% 62 0,3% Weet niet 366 2,5% 369 1,5% Anders 327 2,2% 562 2,3% Subtotaal 11.515 77,1% 21.026 87,5% pagina 22 pagina 23

Verreweg de meeste periode- en specifieke meldingen die zijn ingediend hebben net als in het gebruiksjaar 2012 betrekking op geluidhinder. Deze ervaart men vooral in huis en vaak dagelijks of wekelijks. Meer dan een kwart van de periodemeldingen en meer dan een vijfde van de specifieke meldingen gaat over het moeten onderbreken van een gesprek of slaapverstoring. Over het aspect angst zijn in het gebruiksjaar 2013 meer specifieke en periode meldingen ingediend dan het jaar ervóór. Het merendeel van de angstmeldingen refereert aan een onveilig gevoel of stress. Er zijn nieuwe subcategorieën toegevoegd aan angst, namelijk geschrokken, stress en overig. In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op angstmeldingen. Er zijn minder specifieke en periode meldingen ingediend over vervuiling. Het gaat bij deze meldingen veelal over gezondheidsklachten en zorgen over leefmilieu. De subcategorie slootwater vervuiling is niet meer zichtbaar. Bij 69% van de specifieke meldingen geven de melders een bijzonderheid aan. Dit kan zijn dat het vliegtuig naar hun mening te laag vloog, een duidelijk afwijkende route nam, verkort in- of uitdraaide of dat men vliegtuig dicht bij een ander zag. Uit tabel 9 blijkt dat er vooral gemeld is dat een vliegtuig te laag vloog of volgens de melder een duidelijk afwijkende route nam. Bij periodemeldingen kan geen bijzonderheid worden aangegeven. Het deelaspect vliegtuig lekte brandstof is niet meer zichtbaar. Analyse van gestelde vragen Melders kunnen ook aangeven, wat volgens hen de oorzaak van de door hen ondervonden hinder is. Bij de meeste specifieke en periodemeldingen wordt overvliegend verkeer als oorzaak genoemd. Tevens kiezen de omwonenden voor de categorieën starten of landen. Naast starten, landen en overvliegen spelen andere oorzaken een beperkte rol. De subcategorie oud toestel is in het registratiesysteem niet meer zichtbaar. Figuur 10. Aantal gestelde vragen in dit jaar t.o.v. de meldingen en het aantal vragen van 2012 vragen 300 250 200 150 100 50 0 gebruiksjaar 2012 gebruiksjaar 2013 percentage vragen t.o.v. aantal meldingen gj2013 nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 2012 2013 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% % t.o.v. meldingen In augustus zijn dit gebruiksjaar de meeste vragen gesteld. Dit komt overeen met de piek in het aantal meldingen in deze maand (zie hoofdstuk 4). Gemiddeld genomen werd maandelijks per honderd meldingen 4 tot 5 vragen gesteld (4,5%). Over het gehele gebruiksjaar 2013 stelde circa 10% van alle personen die in het gebruiksjaar actief zijn geweest (een vraag en/of melding hebben ingediend) een of meerdere malen een vraag. pagina 24 pagina 25

7. Meldingen over angst en vervuiling Behalve over geluid(hinder) kunnen melders ook specifieke of periodemeldingen indienen over angst en/of vervuiling. Naar aanleiding van een aanbeveling uit de jaarrapportage 2012 is verplicht gesteld dat omwonenden specifiek aanvinken wat voor angst of vervuiling het betreft. Het stelt Bas in staat om meer inzicht te verkrijgen in de aard en omvang van deze meldingen. Angstmeldingen In figuur 11 is te zien in welke maanden de meeste periode- en specifieke angstmeldingen zijn ingediend. Dat was voor periodemeldingen in de maand oktober en voor specifieke meldingen in de maand augustus 2013. Meldingen over vervuiling In vergelijking met het vorige gebruiksjaar zijn in het gebruiksjaar 2013 minder specifieke en periode meldingen ingediend over vervuiling. De meldingen over vervuiling (zie figuur 12) vertonen met uitzondering van de maand oktober min of meer hetzelfde seizoenpatroon als het totaal aantal meldingen (figuur 4 in hoofdstuk 4). Hierdoor is ook het verloop van het aantal meldingen als percentage van het totale aantal meldingen vrij gelijkmatig. Figuur 12. Meldingen over vervuiling t.o.v. totaal aantal meldingen Figuur 11. Angstmeldingen t.o.v. totaal aantal meldingen Periodemeldingen; vervuiling verhouding periodemeldingen; vervuiling specifieke meldingen; vervuiling verhouding specifieke meldingen; vervuiling Periodemeldingen; angst specifieke meldingen; angst 300 100% angstmeldingen 350 300 250 200 150 100 50 0 verhouding periodemeldingen; angst verhouding specifieke meldingen; angst 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt % t.o.v. meldingen meldingen; vervuiling 250 200 150 100 50 0 nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 2012 2013 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% % t.o.v. meldingen 2012 2013 Ten opzichte van het totaal aantal meldingen blijkt het percentage periodemeldingen het hele jaar door redelijk stabiel te blijven. pagina 26 pagina 27

8. Dagen met meeste meldingen en melders 9. Vluchten en vliegtuigen met meeste meldingen De meeste periodemeldingen op één dag werden in het gebruiksjaar 2013 ingediend op 24 augustus. Op deze dag waren voor een groot deel van de dag de Aalsmeerbaan(18L) en Zwanenburgbaan(18C) in gebruik voor startend vliegverkeer richting het zuiden in verband met een wind uit zuidoostelijke richtingen. Vanwege zijwind op de Kaagbaan(24) was deze startbaan niet bruikbaar. De dag begon zonnig, maar de rest van de dag was het bewolkt. Bovendien waren er buienwolken met regenbuien actief in de omgeving van luchthaven Schiphol. De temperatuur steeg tot maximaal 24 graden Celsius. Er kwamen veel periodemeldingen binnen uit de invloedsfeer van de Aalsmeerbaan(18L) en Zwanenburgbaan(18C), met name uit Aalsmeer, Uithoorn en Rijsenhout. Veel van de specifieke meldingen op 16 augustus zijn te relateren aan vliegbewegingen tijdens de laatste startpiek in de avond, die starten vanaf de Kaagbaan(24) om vervolgens de Spijkerboor - route te volgen. Bij de top 5 betrof het in vier gevallen overlast van een Boeing 747 type 400. Het hoogste aantal melders op één dag was op 20 juni 2013. Op deze dag was er wisselend baangebruik. De Buitenveldertbaan(09) werd veelvuldig naast de Polderbaan(36L) ingezet voor startend vliegtuigverkeer. Dit vanwege regenbuien in de omgeving. In de middag werd ook onder meer de Schiphol-Oostbaan(22) ingezet voor naderend vliegtuigverkeer. Het gebruiken van de BuitenveldertbaanI(09) voor startend vliegtuigverkeer en de Schiphol-Oostbaan(22) voor landend vliegtuigverkeer resulteerde in veel meldingen uit Amsterdam, Amstelveen en Buitenveldert. Het hoogste aantal specifieke meldingen over één bepaalde vlucht, is in het gebruiksjaar 2013 ingediend over de start van een Boeing 747-400 vanaf de Zwanenburgbaan (18C) via de Betusroute, op 23 mei 2013 om 23.04 uur. Deze vertrekroute volgt na de eerste bocht dezelfde route als de Spijkerboorroute. Zie tabel 11 Van de overige negen vluchten in onderstaande top 10 van vluchten die de meeste specifieke meldingen veroorzaakten, waren acht starts van Boeing 747-400 s vanaf de Kaagbaan (24) via de Spijkerboorroute. Dat is een vertrekroute tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep richting het noordoosten, die voornamelijk wordt gebruikt door verkeer naar Scandinavië en het Verre Oosten (zie ook hoofdstuk 10). In alle gevallen ging het om vluchten die werden uitgevoerd tussen ca. 20.00 en 22.00 uur. De laatste uit deze tabel betrof een Boeing 747-400, die een doorstart maakte op de Aalsmeerbaan(36R) om vervolgens opnieuw de eindnadering in te zetten richting de Aalsmeerbaan(36R), waar het vliegtuig veilig landde. Er werden meldingen uit delen van Amsterdam en Amstelveen ingediend over deze vliegtuigbeweging. Tabel 11. Vluchten met meeste specifieke meldingen Tabel 10. Dagen met meeste meldingen/ melders melders periodemeldingen specifieke meldingen # datum aantal # datum aantal # datum aantal 1 20-6-2013 225 1 24-8-2013 207 1 16-8-2013 165 2 24-8-2013 208 2 20-10-2013 197 2 20-6-2013 154 3 20-10-2013 204 3 20-6-2013 180 3 16-7-2013 137 4 3-10-2013 186 4 25-11-2012 172 4 6-10-2013 128 5 28-7-2013 176 5 22-10-2013 169 5 27-7-2013 127 6 25-8-2013 171 6 28-7-2013 168 6 28-7-2013 125 7 27-7-2013 164 7 3-10-2013 161 7 23-3-2013 120 8 4-8-2013 163 8 25-8-2013 159 8 3-10-2013 119 9 25-7-2013 162 9 1-9-2013 146 9 5-5-2013 116 10 1-9-2013 160 10 25-7-2013 145 10 25-7-2013 116 specifieke meldingen Datum en tijd Vliegtuig type Start/ Landing (Start)baan (Vertrek)route bestemming 15 23-5-2013 23:04 B 747-400 Start Zwanenburgbaan (18C) Betus Shanghai, China 11 18-11-2012 22:03 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 10 18-8-2013 21:37 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 9 29-8-2013 21:48 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Shanghai, China 9 9-8-2013 21:31 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 9 28-7-2013 21:35 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 9 28-7-2013 21:05 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Chengdu, China 9 20-6-2013 21:43 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 9 16-4-2013 21:59 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Shanghai, China Van de dagen waarop de meeste melders actief waren en meldingen zijn ingediend waren er in het gebruiksjaar 2013 meer in het weekeind dan het jaar ervóór. Zeven van de tien dagen waar de meeste melders actief waren, zes dagen bij de periodemeldingen en vijf bij de specifieke meldingen waren dagen in het weekeind. Dit gold in het gebruiksjaar 2012 maar voor vijf van de tien dagen met de meeste melders en periodemeldingen en voor vier van de tien dagen met de meeste specifieke meldingen. 9 3-3-2013 7:56 B 747-400 Landing Aalsmeerbaan (36R) aankomst Sjeremetjevo, Rusland pagina 28 pagina 29

Vliegtuigtypen die relatief veel meldingen veroorzaken Van alle vliegtuigtypes die minimaal één keer per dag op Schiphol landen en starten, is de Boeing 747-400 het type dat procentueel gezien per vliegtuigbeweging in het gebruiksjaar 2013 de meeste specifieke meldingen heeft veroorzaakt. Tabel 12. Top 10 meeste en minste meldingen per vliegtuigtype* Top 10 meeste meldingen per vliegtuigtype Top 10 minste meldingen per vliegtuigtype type percentage type percentage 1 Boeing 747-400 21,3% 1 De Havilland Dash 8-400 1,0% 2 McDonnell Douglas MD-11 12,1% 2 AVRO RJ-85 1,0% 3 Boeing 777-300ER 7,5% 3 Embraer E145 1,0% 4 Airbus A330-300 6,5% 4 Cessna Citation Excel 1,3% 5 Airbus A340-300 6,3% 5 Boeing 737-600 1,3% 6 Eurocopter EC135 5,7% 6 Boeing 737-500 1,4% 7 Boeing 777-200 5,7% 7 Embraer E170 1,6% 8 Airbus A300F4-600 5,5% 8 Fokker 100 1,6% 9 Airbus A330-200 5,5% 9 Fokker 70 1,6% 10 Boeing 777-200LR/F 5,2% 10 Airbus A319 1,7% *Minimaal 1 start en landing per dag Onder de vliegtuigtypes die relatief gezien, per vliegtuigbeweging, de minste specifieke meldingen veroorzaken, zijn veel vliegtuigen voor korte en middellange afstanden, zoals de de Havilland Dash 8-400, AVRO RJ-85 en de Embraer E145 en E170. In tabel 12 is alleen gekeken naar vliegtuigtypen die gemiddeld genomen minimaal één keer per dag op Schiphol zijn geweest in het gebruiksjaar 2013 (= 732 vliegbewegingen of meer). De Airbus A380-800 maakte 734 vliegbewegingen van en naar Schiphol tijdens het gebruiksjaar 2013. Hierover werden in totaal 24 specifieke meldingen ingediend (3,3%). Ten opzichte van de andere grote vliegtuigen is het hiermee het type waar procentueel gezien de minste meldingen over zijn geregistreerd. Ter vergelijking: In hetzelfde gebruiksjaar is over 21,3% van alle vliegbewegingen van de Boeing 747-400 een klacht geregistreerd bij Bas. Airbus A380 pagina 30 pagina 31

10. Plaatsen met de meeste melders en meldingen Evenals in voorgaande gebruiksjaren waren Amsterdam, Hoofddorp en Amstelveen in het gebruiksjaar 2013 de plaatsen met de meeste melders. Het aantal melders uit Amsterdam (incl. Amsterdam-Zuidoost) daalde met 14,8% ten opzichte van het gebruiksjaar 2012 tot 851. Zij dienden 43,2% minder specifieke meldingen en 27,1% minder periode meldingen in. Tabel 13. Aantal melders en meldingen per plaats plaats melders periode specifiek 2013 stijging/ daling t.o.v. 2012 2013 stijging/ daling t.o.v. 2012 2013 stijging/ daling t.o.v. 2012 1 AMSTERDAM 851-14,8% 3.652-27,1% 1.209-43,2% 2 HOOFDDORP 405-11,8% 2.269-49,6% 1.998-25,2% 3 AMSTELVEEN 349-27,3% 1.775-43,1% 619 38,5% 4 UITHOORN 237-19,1% 2.489-35,5% 582 20,0% 5 AALSMEER 150-39,8% 1.423-2,2% 212-62,1% 6 HAARLEM 125-13,8% 403-13,5% 374-13,8% 7 HEILOO 93-1,1% 1.338-28,5% 306 71,9% 8 LEIDEN 88 7,3% 349 37,4% 241-37,4% Tabel 13a Meest gestegen aantal melders per plaats (plaatsen met meer dan 24 melders in 2013) plaats melders periode specifiek 2013 stijging t.o.v. 2012 2013 stijging t.o.v. 2012 2013 stijging t.o.v. 2012 1 SPAARNDAM 47 38,2% 141 62,1% 55 323,1% 2 ASSENDELFT 40 37,9% 114-57,0% 56-21,1% 3 ZWANENBURG 44 33,3% 85 44,1% 29-46,3% 4 NIEUWKOOP 40 29,0% 197-3,4% 59 11,3% 5 ALPHEN A/D RIJN 55 22,2% 165 0,0% 30-6,3% 6 TER AAR 28 21,7% 74-14,0% 148 22,3% 7 BERGEN 26 18,2% 78-33,3% 117-5,6% 8 WOERDEN 25 13,6% 68 70,0% 27 350,0% 9 LEIDEN 88 7,3% 349 37,4% 241-37,4% 10 LEIMUIDEN 38 2,7% 123 13,9% 112 27,3% 9 NIEUW-VENNEP 86-30,1% 347-48,7% 719-22,2% 10 OEGSTGEEST 85-15,0% 655 16,3% 434 22,6% 11 HILVERSUM 67-8,2% 294-49,5% 237-21,5% 12 ALPHEN A/D RIJN 55 22,2% 165 0,0% 30-6,3% 13 ALMERE 54-32,5% 244-55,5% 291 7,0% 14 ALKMAAR 48-17,2% 169-33,7% 73-45,1% 15 RIJSENHOUT 47-44,7% 160-28,9% 39-68,5% 16 SPAARNDAM 47 38,2% 141 62,1% 55 323,1% 17 BADHOEVEDORP 46-25,8% 153-61,3% 52-60,6% 18 HEEMSTEDE 44-18,5% 259-23,1% 234-52,2% 19 ZWANENBURG 44 33,3% 85 44,1% 29-46,3% 20 ASSENDELFT 40 37,9% 114-57,0% 56-21,1% 21 NIEUWKOOP 40 29,0% 197-3,4% 59 11,3% 22 LEIMUIDEN 38 2,7% 123 13,9% 112 27,3% 23 KUDELSTAART 35-32,7% 307 1,7% 65-35,6% 24 UITGEEST 35-7,9% 351-41,0% 273-47,0% 25 CASTRICUM 34-5,6% 376-40,4% 106-48,5% Tabel 13b Meest gedaalde aantal melders per plaats* (plaatsen met meer dan 24 melders in 2013) plaats melders periode specifiek 2013 daling t.o.v. 2012 2013 daling t.o.v. 2012 2013 daling t.o.v. 2012 1 RIJSENHOUT 47-44,7% 160-28,9% 39-68,5% 2 AALSMEER 150-39,8% 1.423-2,2% 212-62,1% 3 VELSERBROEK 28-33,3% 57-44,1% 30-37,5% 4 KUDELSTAART 35-32,7% 307 1,7% 65-35,6% 5 ALMERE 54-32,5% 244-55,5% 291 7,0% 6 NIEUW-VENNEP 86-30,1% 347-48,7% 719-22,2% 7 AMSTELVEEN 349-27,3% 1.775-43,1% 619 38,5% 8 BADHOEVEDORP 46-25,8% 153-61,3% 52-60,6% 9 LANDSMEER 28-24,3% 180 9,1% 16 23,1% 10 UITHOORN 237-19,1% 2.489-35,5% 582 20,0% * gemiddelde afname in aantal melders 2013 t.o.v. 2012 is 12,5% pagina 32 pagina 33

Van de top tien melders liet alleen Leiden een stijging in het aantal melders zien. Bij de andere plaatsen is een daling te constateren. Omwonenden uit Leiden kunnen onder meer overlast ervaren van landend vliegtuigverkeer richting de Kaagbaan(06), een primaire landingsbaan op luchthaven Schiphol. De Kaagbaan(06) werd dit gebruiksjaar voor 56.971 landingen ingezet, een toename van 44,6% ten opzichte van het vorige gebruiksjaar. Hindergebieden in kaart per start-/landingsbaan luchthaven Schiphol De plaatsen, die de grootste stijging van het aantal melders laten zien, zijn: Spaarndam, Assendelft, Zwanenburg, Nieuwkoop, Alphen aan den Rijn, Ter Aar, Bergen, Woerden, Leiden en Leimuiden. Door meer noordelijk baangebruik in gebruiksjaar 2013 heeft men in Spaarndam voornamelijk overlast gehad van startend vliegtuigverkeer vanaf de Polderbaan(36L) of Zwanenburgbaan(36C) in noordwestelijke richting. In Assendelft en Zwanenburg van startend vliegtuigverkeer vanaf de Zwanenburgbaan(36C, in noordelijke richting). In Leiden en Leimuiden van naderend vliegtuigverkeer richting de Kaagbaan(06, in noordoostelijke richting). In Alphen aan den Rijn en Ter Aar van landend vliegtuigverkeer richting de Zwanenburgbaan(36C, in noordelijke richting). In Nieuwkoop en Woerden van landend vliegtuigverkeer richting de Aalsmeerbaan(36R, in noordelijke richting). Daarentegen, de plaatsen, waar de grootste daling waar te nemen is, zijn: Rijsenhout, Aalsmeer, Velserbroek, Kudelstaart, Almere, Nieuw-Vennep, Amstelveen, Badhoevedorp, Landsmeer en Uithoorn. Voor nadere informatie over van welke start- en/of landingsbaan per plaats mogelijk hinder van vliegtuigverkeer wordt ondervonden, is onderstaand kaart te raadplegen. In de bovenstaande afbeelding is per zescijferige postcodelocatie de hoofdoorzaak van de meldingen onderverdeeld naar baanrichting. Polderbaan (18R) Zwanenburgbaan (18C) Polderbaan (36L) Buitenveldertbaan (27) Kaagbaan (06) Aalsmeerbaan (36R) De kleur van de cirkels correspondeert met een bijbehorende baanrichting. Kaagbaan (24) Zwanenburgbaan (36C) Aalsmeerbaan (18L) overige baanrichtingen pagina 34 pagina 35

Amsterdam met ruim 800.000 inwoners, telde 851 melders in dit gebruiksjaar, een afname van 14,8% ten opzichte van vorig jaar. Er werd meer overlast ervaren van startend vliegverkeer vanaf de Zwanenburgbaan(36C) en Buitenveldertbaan(09). Als gevolg van het lagere aantal landingen op de Buitenveldertbaan(27) nam het aantal melders en periodemeldingen uit Amstelveen af. Echter, het aantal starts vanaf de Buitenveldertbaan(09) nam toe. Dit resulteert in een toename van het aantal specifieke meldingen uit Amstelveen. Hoofddorp passeerde Amstelveen als plaats waar na Amsterdam de meeste melders afkomstig zijn. Een belangrijke verklaring hiervoor is dat de Kaagbaan(24) voor startend vliegverkeer in zuidwestelijke richting met 21,2% afnam. Daarentegen is er een toename in het gebruik van de Kaagbaan(06) voor landend vliegtuigverkeer met 44,6% tot 56.971 landingen te constateren. Van dit naderende vliegverkeer ervaren omwonenden uit Hoofddorp nauwelijks overlast. Echter, van het startend vliegtuigverkeer vanaf de Kaagbaan(24), dat de Spijkerboor -route vliegt kan men in delen van Hoofddorp, waaronder de wijk Floriande, overlast hebben. Er is minder vliegverkeer geweest op de Spijkerboor -route dit gebruiksjaar in vergelijking met een jaar eerder. Uit figuur 14a is af te leiden dat in week 12 er veel gestart is vanaf de Buitenveldertbaan (09) en tevens geland is op dezelfde baan vanuit het westen. Landingen vanuit het westen op de Buitenveldertbaan (09) komen zelden voor. In week 29 en 30 valt weinig bijzonder baangebruik op. wel is te zien dat er veel vluchten zijn geweest en dat de gemiddelde temperatuur het hoogste was van het hele jaar. De uitschieter van week 35 is mogelijk verklaarbaar door de hoge temperatuur en het gebruik van de Zwanenburgbaan (36C) en Buitenveldertbaan (27) als landingsbaan. In week 40 zijn de Buitenveldertbaan (09) en de Zwanenburgbaan (18C) relatief veel ingezet als startbaan. Tot slot is in week 44 te zien dat er zuidelijk baangebruik is geweest op de luchthaven en dat de Schiphol- Oostbaan meer is ingezet als landingsbaan. Figuur 14. Nieuwe melders per week Figuur 13. Aantal meldingen Floriande (postcode 2134) afgelopen gebruiksjaren 140 nieuwe melders gemiddelde temperatuur 25 aantal meldingen meldingen 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 periodemeldingen specifieke meldingen aantal vluchten Kaagbaan 24 Spijkerboor vertrekroute 2009 2010 2011 2012 2013 gebruiksjaar 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 aantal vliegtuigbewegingen vliegbewegingen nieuwe melders 120 100 80 60 40 20 0 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 2012 2013 Figuur 14a. Gemiddeld baangebruik weken uit figuur 15 t.o.v. jaargemiddelde 500 gem. in 2013 week 12 week 29 week 30 week 35 week 40 week 43 20 15 10 5 0-5 temperatuur (C) 500 450 450 400 400 350 350 Nieuwe melders In figuur 14 is het aantal nieuwe melders per week weergegeven. In week 29, 30 en 35 zijn uitschieters te zien in de totalen van nieuwe melders. Dit betroffen weken in de zomer met over het algemeen mooi weer en relatief hogere temperaturen. In figuur 14a is het baangebruik weergegeven van de uitschietende weken uit figuur 14. vliegbewegingen 300 250 200 150 100 50 0 06 09 18C 18R 22 24 27 36C 36R 04 06 09 18C 18L 22 24 27 36C 36L 300 250 200 150 100 50 0 Landen Starten pagina 36 pagina 37

11. Nieuw geluidsstelsel, hinderbeperkende maatregelen en experimenten Nieuw geluidsstelsel voor Schiphol Luchtvaartpartijen, bewonersorganisaties en regionale bestuurders hebben in overleg met het Rijk een akkoord bereikt over een nieuw geluidsstelsel voor Schiphol. Dit akkoord kwam aan de zogenoemde Alderstafel tot stand na een tweejarig experiment met het nieuwe stelsel in de praktijk. De voorzitter van het overleg, oud-minister Hans Alders, presenteerde op 8 oktober jongstleden, in aanwezigheid van de leden van de Tafel, de resultaten aan Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu. Het nieuwe geluidsstelsel is onderdeel van een totaalpakket aan afspraken over de inpassing van Schiphol in zijn omgeving. Zo is tot en met 2020 een maximum van 510.000 vliegbewegingen per jaar op Schiphol afgesproken. Deze schaarse capaciteit is bedoeld voor een kwalitatieve en selectieve ontwikkeling van de knooppuntfunctie op Schiphol. De luchthavens Eindhoven en Lelystad gaan een deel van de vraag naar vliegverkeer (70.000 vluchten) afhandelen, dat niet knooppunt-gebonden is. Andere onderdelen van het afsprakenpakket zijn hinderbeperkende maatregelen en investeringen in de leefomgeving. Uit de evaluaties hiervan is gebleken dat daarbij goede resultaten zijn geboekt zoals 10% minder gehinderden en de realisatie van door bewoners gewenste extra s bij projecten in de luchthavenregio. Nieuw geluidsstelsel De partijen hebben een nieuw geluidsstelsel ontworpen met regels voor het baangebruik. Voor het gebruik van start- en landingsbanen is gezamenlijk een voorkeursvolgorde vastgesteld. Onder de verschillende weersomstandigheden worden juist díe banen ingezet die de minste mensen hinderen. Daarnaast is uitgangspunt van de opgestelde regels dat zo min mogelijk banen tegelijkertijd worden ingezet. De regels van het nieuwe stelsel zijn ontwikkeld als alternatief voor de 35 handhavingspunten in het oude stelsel. Dit oude stelsel bleek in de praktijk moeilijk uit te leggen. Daarom verzocht de Tweede Kamer een nieuw stelsel te ontwikkelen. Met name ook omdat bij het vollopen van handhavingspunten verkeer moet worden verplaatst naar een baan die meer mensen hindert. Leefbaarheidsimpuls van 30 miljoen euro Het akkoord stelt voor ernstig gehinderde gebieden waar hinderbeperkende maatregelen verder niet meer mogelijk zijn via gebiedsgerichte projecten te ondersteunen. Ook moeten individueel gedupeerden geholpen kunnen worden. In de afgelopen jaren zijn voor de leefomgevingskwaliteit reeds een aantal projecten gestart in Amstelveen, Aalsmeer, Zwanenburg, Halfweg en Uithoorn en zijn een aantal individuele gevallen geholpen. Hiervoor is in het verleden 30 miljoen euro beschikbaar gesteld door de Provincie Noord- Holland, Schiphol en het Ministerie van IenM. Omdat de mogelijkheden voor verdere hinderbeperking uitgeput raken, is besloten dat betreffende partijen een zelfde bedrag opnieuw ter beschikking stellen. Opening Landartpark Buitenschot ter vermindering van grondgeluid vliegtuigverkeer Op vrijdag 4 oktober is Landartpark Buitenschot, aan de noordkant van Hoofddorp officieel geopend door Ad Rutten, Vice President & COO Schiphol Group. Hij deed dit in aanwezigheid van o.a. Jaap Bond, Gedeputeerde Landbouw en Landelijk gebied Provincie Noord Holland en voorzitter van de Stichting Mainport en Groen, Cees Loggen wethouder Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Luchthavenzaken van de gemeente Haarlemmermeer en Paul van Joolingen, voorzitter van de Bewonersvereniging Hoofddorp Noord. Experiment De nieuwe regels zijn in 2011 en 2012 bij wijze van proef uitgetest. Gezamenlijk volgden sector, bewoners en overheden de uitkomsten van deze praktijkproef. Op basis van de resultaten concluderen zij gezamenlijk dat het experiment succesvol is verlopen. Daaruit blijkt dat het nieuwe stelsel uitvoerbaar is. Ongewenste effecten, zoals die in het bestaande stelsel optreden, zijn weggenomen. Een onafhankelijke juridisch deskundige prof mr Schueler van de Universiteit Utrecht heeft vastgesteld dat de rechtsbescherming van de omgeving gelijkwaardig is aan het bestaande stelsel. De partijen aan de Alderstafel adviseren de Staatssecretaris op basis van al deze bevindingen om het nieuwe geluidsstelsel vast te leggen in formele wet- en regelgeving. Hinderbeperking De afgelopen 5 jaar zijn tevens belangrijke stappen gezet met zogenaamde hinderbeperkende maatregelen. Deze leiden ertoe dat het aantal gehinderden in een brede ring rond Schiphol afneemt met zo n 10 procent. Nog verdergaande hinderbeperkende maatregelen zijn lastig. Steeds vaker blijken deze maatregelen de hinder slechts te verschuiven naar een ander gebied. Wat wel tot de mogelijkheden behoort, zijn innovaties van start- en landingsprocedures en van de vloot (vliegtuigen die minder geluid produceren). pagina 38 pagina 39

Buitenschot is een park waar vermindering van grondgeluid op een bijzonder manier gecombineerd is met recreatie en kunst Amsterdam Airport Schiphol en de stichting Mainport en Groen hebben een gebied ontwikkeld waar geluidreductie recreatie en kunst op een bijzondere manier samenkomen. Bij het ontwerp en de aanleg waren de bewonersvereniging Hoofddorp Noord en de gemeente Haarlemmermeer nauw betrokken. Ad Rutten: Schiphol heeft langere tijd intensief gewerkt aan een oplossing om grondgeluid voor de inwoners van Hoofddorp Noord te verminderen. Een enorme uitdaging die we samen met de Stichting Mainport en Groen, de bewoners van Hoofddorp Noord en de gemeente Haarlemmermeer zijn aangegaan. Nergens ter wereld hadden we een voorbeeld of was er ervaring met het verminderen van grondgeluid. We hebben het zelf moeten uitvinden. Het resultaat mag er zijn.. Als stichting zijn we al jaren bezig om een goede balans te creëren tussen Schiphol en de omgeving, oftewel tussen wonen, werken en recreëren. Dit project is wederom een mooi resultaat van de uitstekende samenwerking binnen de stichting. Dit soort groengebieden maken de regio tot een aantrekkelijk vestigingsklimaat en dragen uiteindelijk ook bij aan de Europese concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam. : aldus Jaap Bond. Wethouder Cees Loggen:,,Haarlemmermeer laat zich met dit geribbelde landschap om grondlawaai van opstijgende vliegtuigen te keren, weer eens van zijn innovatieve kant zien. Dat vervult mij met trots. Ik spreek ook mijn grote waardering uit aan het adres van Schiphol dat zich met dit project een maatschappelijke ondernemer toont. Als Bewonersvereniging zijn we in gesprek gegaan met de gemeente Haarlemmermeer en Schiphol om de overlast van het grondlawaai te beperken. Die gesprekken waren niet altijd makkelijk. Maar uiteindelijk zijn we een uniek experiment aangegaan. Uniek in aanpak en uniek in de uiteindelijke oplossingsrichting die gekozen is. We zijn er nog niet, maar we zijn wel een eind op weg om de overlast van het grondlawaai met de afgesproken 10 decibel te verminderen volgens Paul van Joolingen. Grondgeluid wordt veroorzaakt door startende vliegtuigen vanaf de Polderbaan. Het idee voor de geluidreducerende ribbels is van TNO. Door ribbels aan te leggen op verschillende plaatsen in het gebied tussen de Polderbaan en Hoofddorp Noord wordt het grondgeluid als het ware verstrooid, waardoor inwoners van Hoofddorp Noord er minder hinder van ondervinden. Al eerder zijn er om die reden ribbels op eigen grond van Schiphol naast de Polderbaan geplaatst. Buitenschot is nu het tweede gebied waar de ribbels zijn aangelegd. In Landartpark Buitenschot zijn hiervoor lage heuvels aangelegd. Deze verminderen het grondgeluid van opstijgende vliegtuigen. Tegelijkertijd is Buitenschot ook gewoon een mooi park om in te wandelen en te spelen. Het park is onderdeel van Het Groene Carré in de Haarlemmermeer, een raamwerk van groengebieden rondom. Schiphol. Beeldend kunstenaar Paul de Kort ontwierp speciaal voor Buitenschot een tweetal kunstwerken, een zogenaamd Luisterend Oor en een ruitvormige vijver waar bezoekers op een brug met golfmechaniek zelf ribbelpatronen in het wateroppervlak kunnen laten ontstaan. Voor iedereen Buitenschot is 33 hectare groot en is vrij toegankelijk. Er is een wandelpad aangelegd en er loopt een fietspad doorheen. In het park is ook een hondentrainingsveld gepland en een ruiterpad. Voor bezoekers met de auto is er een kleine parkeerplaats aangelegd aan de noordwestkant van het park. pagina 40 pagina 41