Gebiedsplan Ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005

Vergelijkbare documenten
4. Conclusie: gevolgen voor gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen p. 11

Begrenzingenplan Ganzenfoerageergebieden Noord-Holland

Eenjarige vergoeding 2006/2007 openstelling ganzenen smientenpakketten

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 10 september 2013, nr ;

Uitvoering van het Beleidskader Faunabeheer in verband met overwinterende ganzen en smienten vanaf 1 oktober 2004 (Geactualiseerde versie)

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014

Ganzenopvang in Zeeland

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

Bekijk deze nieuwsbrief online

de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 inwerking is getreden;

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Aanwijzing foerageergebieden voor overwinterende ganzen en smienten

Bijlage 1. Stimulanspremie op het vaste beheersdeel van 20%

Gedeputeerde Staten van de Provincie

nummer 20 van 2009 agrarisch natuurbeheer Drenthe (bijlage 28c, onderdeel A)

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

10 juli 2018 Documentnummer : , LGW Nummer 33/2018

Natuurbeheerplan Zeeland Ontwerp planwijziging Antwoordnota. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op # september 2015

Evaluatie opvangbeleid overwinterende ganzen en smienten. Onderdeel van het Beleidskader Faunabeheer

Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 oktober 2004 over de Floraen faunawet.

Daarnaast zijn er subsidies voor het versterken van de landschapskwaliteit binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Nationale Landschappen.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

PROVINCIAAL BLAD. Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017, wijziging guozzen (kenmerk )

Benidorm voor ganzen. gezellige drukte. In december bijna twee miljoen ganzen. moeite. Gastvrijheid is overheid jaarlijks 17 miljoen waard.

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

THEMADAG GANZENBELEID IN GRONINGEN FAUNABEHEERPLAN

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

De Fryske Guozzenoanpak 2014

Fbe Fryslân Swichumerdyk AP Wirdum faunabeheereenheid.nl KvK

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 23 juli 2011) Nummer 2515

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Herzieningsbesluit foerageergebieden voor overwinterende ganzen en smienten

Zomerganzentelling Provincie Utrecht

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer, openstelling ganzen- en smientenpakket

Effectbepaling ganzengebied Oosteinde en Westeinde 76 te Nieuwleusen

Fauna en wet Natuurbescherming

Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

3 Wat is nu het aantal zwijnen dat momenteel in het gebied zit?

GANZEN. Last en lust

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Nieuwsbrief edelherten Agrarische Enclave Tussenbericht, 16 december 2014

FBE Nieuws Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Faunabeheerplan Provincie Groningen. Herziening 2007 Ganzen en Smienten

Nieuwe bedrijfslocaties

Subsidie voor Ganzenbeheer Aanvraagperiode 2008

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

1 2 JULI /28/A.21, LGW VosR. (050) r.vos(gprovincieg roningen.nl. 1 stand van zaken ganzenbeleid

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 juli 2008) Nummer 2183

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Faunabeheereenheid Overijssel

1 Natuur in de Krimpenerwaard

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten:

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

Vergunningverlening. I. Besluit.

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en.

Afschotregistratie ganzen en Smienten (P5) Rapportage seizoen

PROVINCIAAL BLAD. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 26 augustus 2014, afdeling FLO, nummer 8107CD1D;

Nederland Ganzenland. Een gezamenlijke landelijke en regionale visie

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/57

Natuurbeheerplan Zeeland Ontwerp Planwijziging Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 10 mei 2011

Overzichtskaart 1. Begrenzing van het Zuidlaardermeergebied, provinciebegrenzing en de polders binnen het gebied.

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

Ganzen in de Bommelerwaard. Brandganzen nabij Brakel

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009

Natuurbeheerplan Zeeland Planwijziging Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 27 september 2011

Projectplan. Maatregelen voor de Patrijs Versterking van het leefgebied, landsdeel Zuid

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Zomerganzentelling Provincie Utrecht. Canadese gans

Haarlem, 15 april 2014

P6/200V OKI 2007

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

..OF. Aanwijzing foerageergebieden voor. overwinterende ganzen en smienten. Herzieningsbesluit 5 juli 2005

Peilbesluit Arkemheen. Inspraaknota


Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Transcriptie:

Inhoudsopgave I. Inleiding Blz. 2 II. Doel van het gebiedsplan Blz. 3 III. Het Proces Blz. 4 IV. Criteria voor begrenzing van ganzenfoerageergebieden Blz. 5 V. Schadevergoeding en beheersovereenkomsten Blz. 6 VI. Verbod doelgericht verjagen Blz. 6 VII. Vermijden van planologische schaduwwerking Blz. 6 VIII. Andere ganzensoorten en overzomeraars Blz. 7 IX. Beleid buiten foerageergebieden Blz. 7 X. Het vervolg: aanvragen beheersovereenkomsten Blz. 7 Bijlagen: Bijlage 1: Convenant planologische schaduwwerking ganzenfoerageergebieden en brief Vogelbescherming Nederland en Avifauna Groningen Bijlage 2: Leden begeleidingscommissie en leden streekcommissie. Kaart 1: verspreiding van Kolgans, Grauwe gans, Kleine rietgans en Brandgans in de provincie Groningen Kaart 2 t/m 6: de ganzenfoerageergebieden Vastgesteld door College Gedeputeerde Staten Provincie Groningen op 5 juli 2005. 1

I. Inleiding Ganzen concentreren om schade te beperken De opvang van overwinterende ganzen gebeurt tot nu toe verspreid over agrarisch land en in natuurgebieden. De schade die ganzen toebrengen aan agrarische gewassen, is de laatste jaren toegenomen. Om deze schade te beperken, hebben het ministerie van LNV (Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit) en de provincies samen gewerkt aan de begrenzing van foerageergebieden voor de meest algemene ganzensoorten. Dit zijn de Kol- en Grauwe ganzen en Smienten. Ervaringen opgedaan in Fryslân, leiden tot de veronderstelling dat ganzen zullen leren om in bepaalde gebieden onder rustige omstandigheden naar voedsel te zoeken. Deze foerageergebieden zullen als opvanggebied voor ganzen uit het omringende (agrarische) gebied fungeren. Landelijk wordt 80.000 ha foerageergebied begrensd. In Europees verband streeft de minister ernaar om de totale ganzenpopulatie in Nederland te stabiliseren op anderhalf miljoen exemplaren. Top-down ganzenbeleid had geen draagvlak De provincies hebben van de minister van LNV ieder een quotum hectaren voor ganzenfoerageergebieden toegewezen gekregen. In de zomer van 2004 bleek dat voor een provinciale uitwerking nog geen draagvlak bestond, omdat de benodigde informatie over beheersvergoedingen en de regelgeving nog niet aanwezig was. Op dat moment is toegezegd dat de provincie de nieuwe begrenzing in overleg met de betrokken partijen uit de gebieden zou opstellen, nadat door het ministerie van LNV op enkele kritische onderdelen aanvullende informatie gegeven zou zijn. Nadat deze aanvullende informatie beschikbaar kwam, hebben streekcommissies en een begeleidingscommissie advies gegeven over begrenzing van de foerageergebieden (in het winterseizoen 2004 / 05). Leeswijzer In de volgende hoofdstukken staat beschreven op welke manier het begrenzingproces is uitgewerkt, welke ganzenfoerageergebieden zijn begrensd en de verhouding aangegeven met het Gebiedsplan Groningen (2004). Er zal ingegaan worden op de mogelijkheid om tegemoetkoming te krijgen in schade aan gewassen en hoe beheersovereenkomsten voor ganzenopvang kunnen worden afgesloten. Verder wordt toegelicht hoe de rust gehandhaafd wordt en dat planologische schaduwwerking wordt vermeden. Tenslotte wordt kort het beleid voor andere ganzensoorten beschreven en aangegeven hoe, in de volgende fase, er beheersovereenkomsten kunnen worden afgesloten. Uitgangspunten Bij het begrenzen van de foerageergebieden voor Kol- en Grauwe ganzen en Smienten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - quotum Het provinciale quotum is 5.153 hectare. - soorten De foerageergebieden worden begrensd voor de Grauwe gans en Kolgans (de Smient als derde landelijke doelsoort heeft in Groningen een diffuse verspreiding die geen aanknopingspunten biedt om foerageergebieden voor te onderscheiden). - gras / akker De foerageergebieden bestaan uit overwegend graslandgebieden; er is in principe afgezien van het begrenzen van akkerbouwgebieden, omdat daar de geboden vergoedingen onvoldoende zijn. Een uitzondering is het gebied bij Kropswolde, waar bij akkerbouwers wel belangstelling is voor deelname. - verontrusten Binnen de foerageergebieden mogen de ganzensoorten niet opzettelijk verontrust worden. Daartoe trekt de provincie de ontheffing op het verbod op verjaging in deze gebieden in. 2

Voorgeschiedenis Op 3 juni 2004 in Slochteren werd duidelijk dat voor de begrenzing die opgesteld was door de provincie, geen draagvlak bestond bij de aanwezige boeren. Het was nodig dat er meer informatie kwam over beheersvergoedingen en regelgeving van het ministerie van LNV. Op basis van deze informatie is overleg gevoerd met de landbouw (LTO Noord) en de terreinbeherende organisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Stichting Het Groninger Landschap) in de tweede helft van augustus 2004. Er is overeenstemming bereikt tussen de provincie, natuurorganisaties en de landbouw om een gebiedsgerichte begrenzing te beginnen in de mogelijke foerageergebieden met overwegend grasland. Als ganzenfoerageergebied op akkerland is in de loop van het proces Kropswolde toegevoegd vanwege de aanwezigheid van ganzen en draagvlak onder de boeren. In het winterseizoen 2004/05 hebben de streekcommissies advies gegeven over het draagvlak voor de begrenzing van ganzenfoerageergebieden aan de begeleidingscommissie. Deze begeleidingscommissie heeft Gedeputeerde Staten geadviseerd. De gebieden waarbinnen gezocht is naar begrenzing zijn: - Lauwersmeer (binnen de EHS), - Leekstermeer (streekcommissie) - Zuidlaardermeer (streekcommissie) - Schildmeer (streekcommissie) - Dollard (binnen de EHS) In een eerder stadium is overwogen of de kwelders aan de Noordkust opvang zouden kunnen bieden. Bij nadere beschouwing blijken hier teveel haken en ogen aan te zitten: de beheerders is weinig te bieden (kwelders vallen onder de Subsidieregeling Natuur, waarbinnen weinig extra pakketten voor ganzenopvang beschikbaar zijn en stapeling is slechts beperkt mogelijk), de natuurdoelen verenigen zich moeilijk met de opvang van ganzen en het biotoop is slechts met forse kunstgrepen geschikt te maken als foerageergebied voor kol- en grauwe ganzen. Daardoor is het twijfelachtig of vervolgbeheer duurzaam is vol te houden. II. Doel van het gebiedsplan Het gebiedsplan voor de ganzenfoerageergebieden in de provincie Groningen is bedoeld om aan te geven waar de ganzenfoerageergebieden voor Kol- en Grauwe ganzen begrensd zijn. Smienten als derde landelijke doelsoort heeft in Groningen een diffuse verspreiding die geen aanknopingspunten biedt om foerageergebieden voor te onderscheiden. Hoewel het gaat om ganzenfoerageergebieden voor de drie bovengenoemde soorten, gebruiken we de algemene term ganzenfoerageergebieden. Aanduiding als ganzenfoerageergebied is formeel nodig om de mogelijkheid te openen om binnen deze gebieden beheersovereenkomsten voor ganzenopvang af te sluiten. De instantie waar zulke overeenkomsten kunnen worden afgesloten (Dienst Regelingen van het ministerie van LNV) gebruikt dit plan om te toetsen of de aanvrager binnen het foerageergebied ligt. Daarnaast worden in dit plan de regels toegelicht voor het handhaven van rust in de foerageergebieden en wordt de Groninger aanpak ter vermijding van planologische schaduwwerking beschreven. In 2004 is een Gebiedsplan Groningen uitgekomen waarin de regelingen voor de beheersovereenkomsten van Programma Beheer staan beschreven, met de SAN-regeling voor agrarisch natuurbeheer en de SN-regeling voor reservaatgebieden. Dit moet worden opgevat als een aanvulling op het Gebiedsplan Groningen (2004). Er hoeven geen natuurdoelen te worden aangepast voor de opvang van ganzen in natuurgebieden. 3

III. Het proces De streekcommissie De begrenzing van de foerageergebieden hebben we gebiedsgericht aangepakt. Per gebied met veel ganzen en veel schade is door de provincie een zoekgebied aangegeven. Ongeveer de helft van het zoekgebied moest begrensd worden als ganzenfoerageergebied. De criteria voor de begrenzing van de zoekgebieden vindt u in Ganzenfoerageergebieden provincie Groningen, plan van aanpak 2004 (provincie Groningen, 2004). De streekcommissies hebben in het Schildmeergebied, het Leekstermeergebied en in het Zuidlaardermeergebied draagvlak voor de begrenzing van ganzenfoerageergebieden verkend. Deze streekcommissies bestonden uit twee agrariërs uit de streek en een vertegenwoordiger van de natuurbeherende organisatie. Zij hebben de begeleidingscommissie hierover advies gegeven. De begeleidingscommissie De begeleidingscommissie bestond uit een agrarische vertegenwoordiger uit elke streekcommissie aangevuld met vertegenwoordigers uit Avifauna Groningen, Faunabeheer, Staatsbosbeheer en Stichting Het Groninger Landschap. De begeleidingscommissie had inhoudelijk geen verantwoordelijkheid voor het resultaat, maar adviseerde de Gedeputeerde Staten. De leden hoefden de inhoud van het eindresultaat niet te onderschrijven. De leden van de begeleidingscommissie en streekcommissie kregen per bijeenkomst een vergoeding volgens de verordening Rechtspositie Gedeputeerden, Staten- en Commissieleden. Informele en formele inspraak Per zoekgebied heeft de provincie samen met de streekcommissie een aantal bijeenkomsten georganiseerd om het draagvlak te peilen en om het voorontwerp terug te koppelen. Deze bijeenkomsten zijn gehouden op: Zuidlaardermeergebied: 14-12-2004, Schildmeergebied: 06 12-2004, Leekstermeergebied: 14-12-2004 en Dollardgebied: 11-3-2005. Het ontwerp-gebiedsplan heeft ter inspraak gelegen van 10 mei tot en met 6 juni. Als onderdeel van de inspraakperiode zijn er op 13 mei en 20 mei 2005 streekavonden gehouden in respectievelijk het Schildmeergebied en het Leekstermeergebied. Tevens is er op 23 mei 2005 een provinciale voorlichtingsavond geweest in het Zuidlaarmeergebied. Er zijn 13 schriftelijke en 5 mondelinge reacties binnengekomen op het ontwerp-gebiedsplan. Vanuit het Zuidlaardermeergebied zijn twee verzoeken binnengekomen om uit de begrenzing geplaatst te worden. Het gaat om boeren in Onnen, die ook te maken hebben met waterberging en een plan van toedeling. Vanuit het principe van vrijwillige deelname worden deze verzoeken gehonoreerd. Het gebied Leekstermeer leverde vier reacties over de begrenzing op. Een boer bij Oostwold wilde de vrijheid houden om ganzen te verjagen en dus buiten de begrenzing vallen, een andere landbouwer wilde bij Oostwold vier percelen toegevoegd hebben; een bedrijf bij Enumatil wilde in zijn geheel opgenomen worden in de begrenzing en een inspreker zette vraagtekens bij de effectiviteit van het meebegrenzen van de bergboezem Lettelberterdiep. Het eerste verzoek is gehonoreerd vanuit het principe vrijwillige deelname. Drie van de vier percelen bij Oostwold, waar verzocht werd om toe te voegen, zijn in de begrenzing opgenomen. Het vierde is tussen bebouwing gelegen en niet door ganzen gebruikt worden. Dit verzoek is niet gehonoreerd. Ook het verzoek van het bedrijf bij Enumatil is niet gehonoreerd: het zou een uitstulping aan de noordgrens geven, bovendien is het bedrijf niet gelegen binnen het oorspronkelijke zoekgebied. Van de bergboezem Lettelberterdiep is het open water niet meebegrensd. De oevers kunnen wel door ganzen gebruikt worden en blijven (mede op verzoek van de pachter) binnen de begrenzing. Het Schildmeergebied leverde 8 opmerkingen over de begrenzing op: drie met verzoeken tot verwijderen (een perceel aan de zuidwestrand, een bedrijf midden in het foerageergebied bij Overschild en vragen over een populierenbos bij Garrelsweer) en zeven met verzoeken tot toevoegen ( twee veehouderijbedrijven met percelen ten zuiden van het Schildmeer en enkele graslandpercelen). 4

De verzoeken tot verwijderen zijn gehonoreerd. Het populierenbos was om redenen van samenhang in zijn geheel meebegrensd. Voor de samenhang is slechts een deel van het bos nodig. De verzoeken tot toevoegen zijn gehonoreerd. Over het gebied Lauwersmeer zijn geen opmerkingen gemaakt. Dit gebied is als sluitpost gebruikt; er is, na verwerking van de uitspraakreacties, uiteindelijk 8 ha meer verwijderd dan toegevoegd. Deze 8 ha zijn toegevoegd aan het Lauwersmeergebied. Geconcludeerd mag worden dat met deze grenswijzigingen de samenhang niet vergroot is, maar dat het resultaat nog steeds voldoende is om de rustfunctie te kunnen vervullen. De uitwerking is helemaal gebaseerd op vrijwilligheid. Het College van GS heeft het definitieve gebiedsplan op 5 juli 2005 vastgesteld. IV. Criteria voor begrenzing van ganzenfoerageergebieden Bij het gebiedsgericht begrenzen van foerageergebieden speelden de volgende overwegingen een rol: - er moeten ganzen zijn (voor de verspreiding zie kaart 1), - er moet draagvlak zijn. - het moet gaan om een aaneengesloten gebied van minimaal 200 ha - er mag geen planologische schaduwwerking zijn De begrenzing van de foerageergebieden staan op de bijgevoegde kaart 2. De uiteindelijke verdeling van oppervlakte is weergegeven in de Tabellen 1a en 1b. Tabel 1a: Oppervlakten foerageergebieden en gebiedstypen Gebied Totale oppervlakte (ha) EHS (natuur) EHS (beheersgebied) Overig Zuidlaardermeer West 826,2 311,3 355 159,9 Lauwersmeer 389,2 389,2 0 0 Leekstermeer 946,7 305,8 547,7 93,2 Schildmeer 2228,4 345,4 0 1883 Kropswolde 762,6 0 0 762,6 Provincie 5153,1 1351,7 902,7 2898,7 EHS = ecologische hoofdstructuur Tabel 1b: Oppervlakten foerageergebieden en gebiedstypen Gebied Totale Bouwland Weiland Bos oppervlakte (ha) Zuidlaardermeer West 826,2 17 809,2 0 Lauwersmeer 389,2 0 389,2 0 Leekstermeer 946,7 7,8 938,9 0 Schildmeer 2228,4 547,9 1675,7 4,8 Kropswolde 762,6 742,9 19,7 0 Provincie 5153,1 1315,6 3832,7 4,8 5

V. Schadevergoeding en beheersovereenkomsten Voor de agrarische deelnemers aan de ganzenfoerageergebieden is het van belang om twee stappen te onderscheiden: 1. de eerste stap is van wel of geen deelname aan het ganzenfoerageergebied; 2. de tweede stap is om een beheersovereenkomst af te sluiten. Ad 1: Deelname aan een foerageergebied staat los van de vraag of iemand een beheersovereenkomst wil afsluiten. Deelname aan een foerageergebied houdt als beperking in, dat de ganzen niet meer opzettelijk verontrust mogen worden. Daar staat als voordeel tegenover de blijvende mogelijkheid om schade aan gewassen te laten taxeren en een tegemoetkoming voor de geleden schade te krijgen. Ad 2: Als aanvulling hierop staat het, als tweede stap, iedere deelnemer vrij om een beheersovereenkomst voor de opvang van ganzen af te sluiten. In deze beheersovereenkomst wordt geregeld dat er een bepaalde hoeveelheid gras voor de ganzen dient te staan. Voor deze overeenkomst krijgt de agrariër een vergoeding. Daar bovenop blijft hij een tegemoetkoming in schade ontvangen, na taxatie. Deelname aan het foerageergebied is dus een noodzakelijk eerste stap, maar staat verder los van de mogelijkheid om een beheersovereenkomst af te sluiten. De beheersovereenkomsten kunnen alleen binnen de foerageergebieden worden afgesloten. Voor details en andere bepalingen (ook bijvoorbeeld voor terreinbeheerders binnen de EHS) wordt verwezen naar informatie van LNV, zie brochure Uitvoering van het Beleidskader Faunabeheer in verband met overwinterende ganzen en Smienten (geactualiseerde versie 1 oktober 2004, Ministerie van LNV). VI. Verbod doelgericht verjagen Binnen de ganzenfoerageergebieden is het verboden om ganzen opzettelijk te verontrusten, zodat zij ongestoord naar voedsel kunnen zoeken. Daartoe is de provinciale verordening voor de ganzenfoerageergebieden aangepast (verordening schadebestrijding dieren provincie Groningen artikel 2 lid 4; gewijzigd door Provinciale Staten op 6 oktober 2004). Ook is de jacht op andere diersoorten binnen de foerageergebieden enigszins beperkt. Nadere informatie over jacht kunt u vinden in de brochure van LNV (Uitvoering van Beleidskader Faunabeheer, versie 1 oktober 2004). Het is aan de grondeigenaar en de jager om onderling duidelijke afspraken te maken over de gevolgen die deelname aan een ganzenfoerageergebied heeft voor de jacht. Dit valt niet onder de verantwoordelijkheden van de provincie. VII. Vermijden van planologische schaduwwerking Een belangrijk onderwerp voor deelnemende agrariërs was om planologische schaduwwerking door ganzenfoerageergebieden te vermijden. Agrariërs vreesden dat de vrijwillige inzet voor ganzen binnen de foerageergebieden, bestraft zou worden door planologische beperkingen aan de agrarische bedrijfsvoering. De vrees was dat de aanwezigheid van grote aantallen ganzen bij een wijziging van een bestemmingsplan buitengebied aangegrepen zou worden om beperkingen te stellen aan de agrarische bedrijfsvoering. Bij planologische schaduwwerking zou het draagvlak onder agrariërs nihil zijn. Convenant Vanwege ons democratisch bestel is het wettelijk onmogelijk om eventuele planologische schaduwwerking uit te sluiten. Gedeputeerde Staten zijn van mening dat er geen extra planologische belemmeringen mogen voortkomen uit de aanwijzing van ganzenfoerageergebied. Om de kans op 6

planologische schaduwwerking te minimaliseren, is een convenant tussen de verschillende betrokken partijen opgesteld, waarbinnen een ieder aangeeft wat zij zal doen en laten bij de ganzenfoerageergebieden. Kernpunt van dit convenant is dat natuurorganisaties uitspreken af te zien van juridische procedures bij een eventuele herziening van een bestemmingsplan binnen een foerageergebied, voor wat betreft planologische doorvertaling van het onderdeel ganzenfoerageergebieden. De twee betrokken vogelorganisaties bevestigen dit van hun kant in een brief. Ontsnappingsclausule Bovendien bieden wij de agrariërs binnen een ganzenfoerageergebied de mogelijkheid om de begrenzing van het ganzenfoerageergebied buiten het bedrijf te leggen, indien er onverhoopt toch sprake mocht worden van planologische schaduwwerking. Bij een eerstvolgende herziening van het Gebiedsplan zal de grens van de foerageergebieden dan worden aangepast. VIII. Andere soorten ganzen en overzomeraars De ganzenfoerageergebieden zijn bedoeld voor overwinterende Grauwe en Kolganzen in de periode van 1 oktober tot 1 april. Zitten er buiten die data ganzen, dan mogen deze worden verjaagd. In de laatste jaren neemt het aantal overzomerende ganzen snel toe: Soepganzen (verwilderde tamme ganzen) en Grauwe ganzen, maar ook Brand-, Nijl- en Canadese ganzen. De ganzenfoerageergebieden zoals in dit plan beschreven, zijn niet voor deze overzomerende ganzen bedoeld. Hiervoor wordt ander beleid geformuleerd. Naast Kol- en Grauwe ganzen zijn er ook andere soorten overwinterende ganzen, in Groningen hoofdzakelijk Brandganzen (langs de kust) en Rietganzen (in de Veenkoloniën). Voor deze soorten blijft het beleid gelden dat zij niet verstoord mogen worden en dat de schade die zij veroorzaken wordt vergoed. Groepen bestaande uit een mengsel van Kol-, Grauwe en overige ganzen, mogen buiten de foerageergebieden wel worden verjaagd. Alleen voor de Kolgans en Grauwe gans is hierbij een beperkte mate van afschot toegestaan. IX. Beleid buiten de foerageergebieden Buiten de foerageergebieden mogen Kolganzen, Grauwe ganzen en Smienten worden verjaagd van agrarische percelen waar zij schade aanrichten. Dit verjagen mag vergezeld gaan van een beperkte mate van afschot (maximaal 2 exemplaren per verjaagactie). Momenteel kunnen agrariërs ook buiten de foerageergebieden nog in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de schade, wanneer zij de voorgeschreven verjaaginspanningen hebben toegepast. De verwachting is dat de tegemoetkoming in schade buiten de foerageergebieden in de toekomst zal worden verlaagd of zelfs afgeschaft. X. Het vervolg: aanvragen beheersovereenkomsten Binnen de begrensde foerageergebieden kunnen agrariërs op vrijwillige basis beheersovereenkomsten voor de opvang van ganzen afsluiten. De aanvragen richting de Dienst Regelingen (LNV) worden per gebied verzorgd door de agrarische natuurvereniging (ANV). De individuele agrariër geeft bij de ANV aan voor welke percelen zij/hij een ganzenovereenkomst wil afsluiten. De ANV zorgt ervoor dat de aanvragen een aaneengesloten oppervlak van 200 ha vormen en sluist de aanvraag vervolgens door naar de Dienst Regelingen van LNV. Meer informatie hierover vindt u op: www.informatiepuntgroningen.nl. Voor het seizoen 2005-2006 dienen individuele agrariërs via de ANV éénjarige beheersovereenkomsten af te sluiten via het Faunafonds. Deze beheersovereenkomsten hanteren dezelfde voorwaarden als de toekomstige SAN-pakketten, alleen hebben zij een geldigheidsduur van 7

een jaar. Voor het seizoen 2006-2007 kunnen SAN-pakketten afgesloten worden voor een periode van zes jaar. In 2007 wordt het gehele beleid voor overwinterende ganzen geëvalueerd. Het is mogelijk dat de SAN-ganzenpakketten in overleg met het ministerie van LNV en de belanghebbenden op onderdelen aangepast worden. Indien dit voor deelnemers aanleiding vormt om tussentijds de beschikking op te zeggen, kan dit zonder de plicht tot terugbetaling van de reeds toegewezen beheersvergoedingen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Kaart 1: verspreiding van Kleine rietgans, Brandgans, Kolgans en Grauwe gans in de provincie Groningen. Aangegeven zijn vier categorieën van gebieden: 60. 75. 90 en 100 % - hierin zijn in de seizoenen 1998/99 t/m 2002/03 de respectievelijke aandelen van de som van de vier bovengenoemde soorten aangetroffen. Kort samengevat: hoe donkerder de kleur, des te meer ganzendagen. Per telgebied is aangegeven of hier ter plekke grasland (groen) of bouwland (rood) aanwezig is. Bron: Atlas van ganzen, zwanen en smienten in Nederland, Sovon 2004 Kaart 2: ganzenfoerageergebied Leekstermeergebied. Kaart 3: ganzenfoerageergebied Schildmeergebied. Kaart 4: ganzenfoerageergebied Zuidlaardermeergebied (west). Kaart 5: ganzenfoerageergebied Kropswolde. Kaart 6: ganzenfoerageergebied Lauwersmeer. 8

Bijlage 1: Convenant planologische schaduwwerking ganzenfoerageergebieden en brief Vogelbescherming Nederland en Avifauna Groningen. 9

13

14

Bijlage 2 Begeleidingscommissie Dhr. J. Brandsma, Stichting Het Groninger Landschap Dhr. F. Hoving, ANV Stad en Ommeland Dhr. F. Keurentjes, Faunabeheereenheid Groningen Dhr. J. Prop, Avifauna Groningen Dhr. J. van der Veen, LTO Noord Dhr. M. de Vries, Vereniging Meervogel Dhr. R. van der Wal, Staatsbosbeheer Streekcommissies Schildmeergebied: Dhr. J. Huijssoon, Vereniging Meervogel Dhr. M. de Vries, Vereniging Meervogel Dhr. R. van der Wal, Staatsbosbeheer Leekstermeergebied: Mevr. H. Doornbos, Stichting Het Groninger Landschap Dhr. J. van Miltenburg, ANV Boer en Natuur ZWK Dhr. J. van der Veen, LTO Noord Zuidlaardermeergebied: Dhr. F. Hoving, ANV Stad en Ommeland Dhr. B. Steenbergen, ANV Stad en Ommeland Mevr. M. van der Paauw, Stichting Het Groninger Landschap 15

16