Hof van beroep Antwerpen

Vergelijkbare documenten
Hof van beroep Antwerpen

r-- COVER Hof van beroep Antwerpen Arrest kamer C4 correctionele za ken b~ l-Ol-~ m C/ j_ I /b 2 januari 2019

lllllllllllll lllll:l l lllllllllllll lll Il llhih _J

lll llllll l llllll lll l llllll Il Il Il lllll ll llllll lll

Kopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

ARREST. In aanwezigheid van het Openbaar Ministerie de zaak van : geboren te op, wonende te

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer.

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Hof van feeroep. Arrest. twaalfde kamer correctionele zaken. COVER Dl-0DDDQflQ37MM-OOQl-DDll-Ol-Ol-l ^ 2015/CO/1000. C/ 26l / /

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

UIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIII U

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken, Vonnis I I. Kamer 19. Afschrfff von esn mlnuuf ben. dor rechtbonk van eerste aar.

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

2017 /PGA/ /VJll/661. Het OPENBAAR MINISTERIE. eiser tot herstel. gekend onder het ondernemingsnummer 1

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Àfschrift van Pen m :i t ten. tende ter griffie. ,!1er rechtbdllh ;,an c. t.'.sh.: a1j11 cg te;: Lcu 1cn.

_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017

Hof van Cassatie van België

AFSCHRIFT. Notitie nummer: AN55.LB

Hof van beroep Antwerpen

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

c-, ~-16"? /2018 r-- COVER ~ ~ ~ Arrest tiende kamer correct ionele zaken 2018/ JJ'(;t 12 oktober 2018

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis

CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN AFDELING MECHELEN Not. nr. ME66.L Ooenbare terechtzittina van : 30 april 2015.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

Hof van Cassatie van België

Kopie Afgeleverd aan: mr. Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard

Hof van Cassatie van België

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

Rechtbank van eerste aanleg Leuven, strafzaken

Hof van Cassatie van België

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621

«. chwh ARREST. _ behoeften van inwenaig. aard. Nr. 30*(\HM van het repertorium. - H.D.D. B-Z ZO^Z. 0trUt JO um

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW.

1.1 Ontstaan. Waarom? Flagrante wanpraktijken blijven bestaan Sommige eigenaar blijven onbewoonbare woningen verhuren

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

(lste aanleg: nr.: /92) zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest :

, weduwe van de heer. wonende te Zele, te Zele, wettelijke erfgenaam van de. heer, wonende te ZeleJ

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaan deren,. afdeling Gent strafzaken

AFSCHRIFT. Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken. Vonnis. L.ooy /2017. D13M kamer 20JUNI2011

AFSCHRIFT. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. Kamer ACl /!lf:c. 4 maart2019 1BA004296

rcover * n Hof van beroep Antwerpen Arrest twaalfde kamer correctionele zaken d / /^^ \jltoor»ifyv4»f>c.

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer

KOPl 0PSCH0R TING. Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. Vonnis. zestiende kamer (B16)

Rechtbank v n eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie burgerlijke rechtbank

Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg Brussel, strafzake n

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Hof van beroep Antwerpen. CJJOO f-> e_. L lllm _J. d.o U-t. Arrest. r- COVER. kamer C4 correctionele zaken

Rechtbank van eerste aanleg est-vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

m llllllllm tll llllllllllllllll lll _j

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Hof van Cassatie van België

Vonnis. 5 b. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel, 1 rechter. ll de kamer. p:: l AFSCHRIFT.

l llhllllllm111. Hof van beroep. Antwerpen. Arrest. burgerlijke zaken. 2018/6t=t' 2018/AR/1199. VAK3 - vakantiekamer

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken

Hof van Cassatie van België

l. havenarbeider geboren te _ op wonende.te Belg 2. zonder beroep geboren te wonende.te Belg

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Hof van beroep Antwerpen

éo,,:. r' '. (/J,jt... ' I} 'HJI(, Ï,; (..,\,, }, ~ Uitgereikt aan IBlUirrgerr~üjke rrechtlbanl< van de 1Rec lhf!:ro a rn1~< varn eerrstte aanleg

rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken, Vonnis Kamer 21 Niet te registreren Admon.s1ran:1 #, H G Vonnlsnummer /Griffie nummer

j Griffienummer Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, Vonnis ) 'i / kamer )v G 4 .. r.

Hof van Cassatie van België

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

ARREST. zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest : De GEWESTELIJK STEOENBOUWKUNDIGE INSPECTEUR, bevoegd voor hetgrondgebied

Kopie Afgeleverd aan: mr. Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

Rechtbank van aanleg LIMBURG, Tongeren, Correctioneel.

Kopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

Hof van Cassatie van België

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

NIET Tfc K&alSTRSREN ^EONTVMGER/ D'HOOGHEK. 5

HOGER BEROEP. Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

Instelling. Onderwerp. Datum

, r rj' Rechtbank van eerste aardeg Antwerpen, afdeling Turnhout. ,.,. t \ f.l :1 t.l "f-.t ' Rechtsmiddelen. itgifte.

Ht llllllll l l Il I I _J. Hof van beroep Antwerpen. Arrest ../' .2(; /2018. kamer C4 (voorheen kamer 12) correctionele zaken

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

Kopie Afgeleverd aan: WOONINSPECTEUR VAAMS GEWEST Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting- behoeften van inwendige aard Arrestnummer ct 8o /2017 Repertoriumnummer 2017 I Y-1!llJ Datum van uitspraak 15 november 2017 Rolnummer 2017/C0/577 Notienummer parket-generaal 2017/PGA/2310 2017/VJll/614 CO IV d.o U)\._ ''r\s..c.\-.,c::_ Hof van beroep Antwerpen Arrest kamer C4 correctionele zaken Aangeboden op Niet te registreren r-- COVER 01-00000 bl187-000-0014-01-01- - B 11111111111111111 mtlllllllllll 111111 11 _j

Hof van beroep Antwerpen-2017/C0/577-p. 2.. - -- 2017/PGA/2310-2017/VJ11/614 Het OPENBAAR MINISTERIE en DE WOONINSPECTEUR VAN HET VAAMSE GEWEST, met diensten gevestigd te 1210 Brussel (Sint-Joost-ten-Node), Koning Albert 11-laan 19 bus 22 eiser tot herstel vertegenwoordigd door mr. Andy Bee!en loco mr. Chrlstian emache, beiden advocaat bij de balie imburg tegen )(,SJ 1.' bureelbediende, geboren te wonende te i Op. Antwerpen, 1 beklaagde vertegenwoordigd door mr. Jan Belde, advocaat bij de balie Dendermonde 2... 3... 1. Ten laste gelegde feiten r PAGE 01-00000'lb1187-0002-00l.4-0l.-OJ,-41 _j

Hof van beroep Anlwerpen- 2017/C0/577-p. 3 -... _ Hetzij door de misdaad of het wanbedrijf te hebben uitgevoerd of aan de uitvoering rechtstreeks te hebben meegewerkt, hetzij door enige daad tot de uitvoering zodanige hulp te hebben verleend dat de misdaad of het wanbedrijf zonder zijn bijstand niet had kunnen worden gepleegd; De eerste... Te. 1, van 25 november 2014 tot op heden, A. Bij inbreuk op artikel433 decies S.W., met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren, rechtstreeks of via een tussenpersoon misbruik te hebben gemaakt van de kwetsbare toestand waarin een persoon verkeert ten gevolge van zijn/haar onwettige of precaire administratieve toestand, zijn/haar precaire sociale toestand, zijn/haar leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid door een roerend goed, een deel ervan, een onroerend goed, een kamer of een andere in artikel 479 S.W. bedoelde ruimte, verkocht, verhuurd of ter beschikking te hebben gesteld in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid, met de omstandigheid dat van de betrokken activiteit een gewoonte werd gemaakt; met name ten nadele van hierna genoemde personen, verkerende in een precaire situatie, de hierna vermelde woongelegenheden verhuurd te hebben in het pand I te. I. aan ;en. 1 en I woning. op de eerste verdieping; en hun twee kinderen 11. aan :, kamer.. en op de derde verdieping voor; 111. 01-00000 b1167-0003-001-01-01-

Hof van beroep Antwerpen-2017/C0/577- p. 4 -...,.._... aan., kamer t op de derde verdieping achter; 8. Bij inbreuk op artikel 5, strafbaar gesteld door artikel 20 1 al 1 van het decreet d.d. 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als verhuurder, als eventuele onderverhuurder of als persoon die een woning ter beschikking, een woning die niet voldoet aan de verelsten en normen van artikel 5 rechtstreeks of via tussenpersoon verhuurd, te huur gesteld of ter beschikking gesteld te hebben met het oog op bewoning, met de omstandigheid dat van de activiteit een gewoonte wordt gemaakt, namelijk hierna vermelde woongelegenheden in het onroerend goed gelegen te 1, I gekadastreerd als. met een oppervlakte van 104 m2, eigendom van! ( " ), ), bij akte verleden op :) en I. aan 1 en hun kinderen 1, woning. op de gelijkvloerse verdieping; :en lt. aan en. 1, woning 1 en I op de eerste verdieping; I en hun twee kinderen IJl. aan :, kamer. en op de derde verdieping voor; IV. aan:, kamer t op de derde verdieping achter; 01-000009b11a7-0004-0014-01-01- _j

Hof van beroep Antwerpen- 2017 /C0/577- p. S. -... _ De betichten tevens gedagvaard teneinde zich overeenkomstig art. 42, 3 en/of 43bis van het Strafwetboek, te horen veroordelen tot de bijzondere verbeurdverklaring van de vermogensvoordelen voortvloeiende uit de tenlasteleggingen A en B en tot de bijzondere verbeurdverklaring bij toepassing van artikel 42, 1 o en artikel 433terdecies van het Strafwetboek van de woongelegenheden in het onroerend goed gelegen te : 1, I., bestemd/gediend hebbend om het misdrijf te plegen, ervan eigenaar zijnde, conform de schriftelijke vorderingen van het OM neergelegd in het strafdossier. Overgeschreven op het hypotheekkantoor van. ref.: op bedrag: de hypotheekbewaarder (get) I eigendomsakte verleden door notaris, 2. Bestreden beslissing 2.1. Bij het vonnis, op tegenspraak gewezen ten aanzien van beklaagde! en de eiser tot herstel, op 23 januari 2017 door de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, kamer AC4, werd als volgt beslist: Weert de syntheseconclusie van eerste beklaagde dd. 31 oktober 2016, samen met het aangehechte stuk, uit de debatten. VEROORDEET eerste beklaagde voor de bewezen verklaarde en vermengde tenlasteleggingen A en B:!l 01-0DOOO b1187-0005-0014-01-01- _j

Hof van beroep Antwerpen- 2017/C0/577-p. 6 tot een hoofdgevangenisstraf van EEN JAAR en tot een geldboete van zesmaal DUIZEND EUR =ZESDUIZEND EUR Ontzet eerste en... beklaagde uit de rechten bedoeld in artikel 31, eerste lid van het Strafwetboek voor een periode van VIJF jaar conform artikel433 terdecles eerste lid van het strafwetboek; Verplicht eerste en... veroordeelde, als bijdrage voor de financiering van het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan occasionele redders, elk tot het betalen van een bijdrage van 25 EUR, vermeerderd met 70 decimes en gebracht op 200 EUR per bijdrage. Verplicht eerste en... veroordeelde elk tot betaling van 1/3 van de kosten van het geding belopende in zijn geheel op 346,35 EUR en elk tot een vergoeding van 51,20 EUR. Zegt dat de geldboeten van 6.000 EUR, vermeerderd worden met 50 decimes, zodat die geldboeten elk 36.000 EUR zullen bedragen. Bepaalt de duur van de gevangenisstraf waardoor de geldboeten vervangen kunnen worden, bij gebrek aan betaling binnen een termijn vermeld in artikel 40 van het strafwetboek op drie maanden voor elke geldboete van 6.000 EUR. Verklaart verbeurd het bedrag van 9.724,00 EUR ten aanzien van eerste beklaagde..., zijnde het vermogensvoordeel voortvloeiend uit het misdrijf: Wijst meergevorderde af. Beveelt eerste [en tweede] beklaagde om met betrekking tot de zelfstandige woningen genummerd bus bus :. en bus.. van het pand gelegen te :, I gekadastreerd als :. alle gebreken te herstellen, zodat deze woningen voldoen aan de normen van artikel 5 van de Vlaamse Wooncode en veroordeelt eerste [en tweede] beklaagde tot herbestemming van de kamers 01-00000,b11a7-000b-0014-01-01-

Hof van beroep Antwerpen-2017 /C0/577 -p. 7 genummerd bus :. en :! volgens de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of tot sloping, tenzij de sloop verboden is, en dit alles binnen een hersteltermijn van 10 maanden na de uitsptaak. Zegt dat deze herstelmaatregel wordt opgelegd onder verbeurte van een dwangsom van 150 EUR per kalenderdag vertraging in het voltooide herstel, met een maximum van 60.000,00 EUR en dit vanaf de dag volgend op de laatste dag van de gestelde hersteltermijn. In het geval dat de herstelmaatregel niet vrijwillig wordt uitgevoerd binnen de gestelde termijn, worden de Vlaamse wooninspecteur en het college van burgemeester en schepenen gemachtigd om ambtshalve in de uitvoering van het opgelegde herstel te voorzien met kosten ten laste van beklaagden, overeenkomstig art. 20bis, 7 en 8 van de Vlaamse Wooncode. 2.2. Bij het vonnis, op verzet tegen voormeld vonnis d.d. 23 januari 2017, op tegenspraak gewezen op 24 mei 2017 door de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen. afdeling Antwerpen, kamer AC8, werd als volgt beslist: Verklaart het verzet ontvankelijk; Stelt de behandeling van de zaak ten gronde in voortzetting op 22 september 2017 om 12.00 uur. Houdt de kosten aan. 2.3. Er werd hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis d.d. 24 mei 2017 op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen: op 31 mei 2017 door het OPENBAAR MINISTERIE tegen al de beschikkingen op strafrechtelijk gebied. 01-00000,b1187-0007-0014-01-01- _J

Hof van beroep Antwerpen-2017/C0/5 77-p. 8 2.4. Er werd een verzoekschrift in de zin van artikel 204 Wetboek van Strafvordering ingediend op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen: op 31 mei 2017 door het OPENBAAR MINISTERIE. 3. Rechtspleging voor het hof De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 18.10.2017, waarbij het debat werd beperkt tot het aspect van de ontvankelijkheid van het door beklaagde in eerste aanleg aangetekende verzet. Het hof heeft hierbij gehoord: het Openbaar Ministerie in zijn uiteenzetting van de zaak en in zijn vordering, de eiser tot herstel in zijn middelen, ontwikkeld door zijn raadsman voornoemd, de beldaagde in haar middelen van verdediging ontwikkeld door haar raadsman voornoemd. De namens beklaagde neergelegde conclusie werd in het beraad betrokken. 4. Beoordeling van de ontvankelijkheid van de rechtsmiddelen en van de omvang van het hoger beroep 4.1. Ontvankelijkheid van het hoger beroep 1. De verklaring van hoger beroep van het Openbaar Ministerie werd tijdig en regelmatig gedaan op de griffie van de rechtbank die het bestreden vonnis heeft gewezen. 2. Het verzoekschrift van het Openbaar Ministerie d.d. 31.05.2017 zoals bedoeld in artikel 204 Wetboek van Strafvordering werd tijdig ingediend ter griffie van de rechtbank die het bestreden vonnis heeft gewezen en de daarin bepaalde grief in verband met de ontvankelijkheid van het verzet is nauwkeurig. 01-00000 b1187-0008-0014-01-01-.u

Hof van beroep Antwerpen-2017/C0/577 -p. 9 3. Gelet op het bovenstaande Is het hoger beroep van het Openbaar Ministerie regelmatig naar vorm en termijn en ontvankelijk. 4.2. Omvang van het hoger beroep Het hof heeft ambtshalve geen grieven van openbare orde opgeworpen zoals bedoeld in artikel 210, tweede lid Wetboek van Strafvordering. Gelet op de overwegingen onder rubriek 4.1. van dit arrest is de rechtsmacht van het hof daarom beperkt tot de beoordeling van de beschikkingen op strafrechtelijk gebied van het bestreden vonnis die betrekking hebben op het ontvankelijk verklaren van het verzet. 5. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzet Het vonnis waartegen beklaagde in eerste aanleg verzet heeft aangetekend, betreft het vonnis van de correctionele rechtbank van Antwerpen, afdeling Antwerpen, AC4 kamer, d.d. 23.01.2017. De vraag die eerst dient beantwoord te worden is de vraag of dit vonnis een vonnis op tegenspraak betrof, dan wel een vonnis bij verstek. Hierbij is de kwalificatie In het bestreden vonnis ('bij verstek ' of 'op tegenspraak1 niet doorslaggevend. Voor wat betreft het overzicht van de procedure die resulteerde in het vonnis d.d. 23.01.2017, verwijst het hof naar het bestreden vonnis, meer bepaald blz.sen 6. De eerste rechter heeft in het bestreden vonnis terecht geoordeeld dat art. 185 2, laatste lid Sv. niet van toepassing is in dit dossier, om reden dat er door de eerste rechter op geen enkel ogenblik een 'bevel tot persoonlijke verschijning' ten aanzien van beklaagde! werd uitgevaardigd. Ingevolge een op de zitting van 28.06.2016 bepaalde conclusiekalender, werden er namens beklaagde! tijdig conclusies neergelegd ter griffie op 31.08.2016 (stuk 370). Ook namens de wooninspecteur en namens het Openbaar Ministerie werden tijdig conclusies neergelegd (stukken 371 en 372). 01-DDODD b1187-0009-001-01-01-

Hof van beroep Antwerpen-Z017 /C0/577- p. 10,.- --- De syntheseconclusie voor beklaagde, dewelke neergelegd diende te worden uiterlijk op 01.11.2016, bevond zich echter niet in het dossier tijdens de behandeling van de zaak op 29.11.2016. Het Openbaar Ministerie verzette zich ter zitting tegen de neerlegging van deze syntheseconclusie, en vroeg de wering ervan. Uit het proces-verbaal van openbare terechtzitting d.d. 29.11.2016 (stuk 375) blijkt dat na de discussie tussen partijen over het al dan niet neerleggen van de syntheseconclusie voor beklaagde, de zaak ten gronde werd gepleit. Hierbij heeft de raadsman van beklaagde gevraagd om te akteren dat hij de heren ' 1 en 1 wenst te horen als getuigen, "zoals vermeld in zijn syntheseconclusie". De verdediging heeft na de replieken van het Openbaar Ministerie en van de eiser tot herstel nog het laatste woord gehad. Het hof is van oordeel dat beklaagde op de zitting van 29.11.2016 haar volledig verweer heeft kunnen voeren met betrekking tot de tegen haar aangevoerde tenlasteleggingen. Haar eerste conclusie, neergelegd ter griffie d.d. 31.08.2016, werd immers niet uit de debatten geweerd, en werd derhalve door de eerste rechter in haar beraad betrokken. Deze conclusie bevat het verweer ten gronde van beklaagde 1 ', De syntheseconclusie van beklaagde ' is voor het grootste gedeelte een letterlijke herneming van haar eerste conclusie d.d. 31.08.2016. In de syntheseconclusie, die door de rechtbank in haar vonnis d.d. 23.01.2017 uit de debatten werd geweerd, heeft beklaagde nog bijkomend gevraagd om enkele bewoners van het pand ter zitting te horen als getuige. Ondanks de wering van deze syntheseconclusie, heeft de rechtbank in haar vonnis d.d. 23.01.2017 toch geantwoord op dit verzoek van beklaagde, om reden dat dit verzoek- na de discussie over het al dan niet weren van de syntheseconclusie-door de raadsman van beklaagde tijdens de pleidooien mondeling werd gedaan met de uitdrukkelijke vraag om dat mondeling verzoek tot het horen van de getuigen ter zitting te akteren op het proces-verbaal van openbare terechtzitting d.d. 29.11.2016. Dit verzoek werd dan ook geakteerd door de griffier, zoals blijkt uit de inhoud van het procesverbaal van openbare terechtzitting d.d. 29.11.2016 (stuk 375}. De rechtbank heeft in haar vonnis d.d. 23.01.2017 op gemotiveerde wijze {blz. 6 en 7, randnummer S) het verzoek van beklaagde tot het horen van deze getuigen afgewezen. Ook op de andere argumenten van beklaagde (zoals opgenomen in haar conclusie neergelegd ter 01-000009b1187-D010-001 -01-01- _J

Hof van beroep Antwerpen-2017/CO/S77- p. 11 griffie d.d. 31.08.2016 en zoals mondeling toegelicht op de zitting d.d. 29.11.2016) werden door de eerste rechter op gemotiveerde wijze beantwoord. Bijgevolg is het hof van oordeel dat beklaagde in eerste aanleg haar volledig verweer heeft kunnen voeren, en dat de proceshandeling die in haar afwezigheid werd gesteld op de zitting van 09.01.2017 (na heropening der debatten "teneinde de syntheseconclusie van beklaagde te voegen aan het dossier en partijen toe te laten hieromtrent standpunt in te nemen" - zie motivering tussenvonnis d.d. 02.01.2017 - stuk 379) niet relevant was voor de beoordeling van de schuldvraag. Bij een heropening der debatten wordt het debat immers steeds beperkt tot de reden voor de heropening der debatten, zoals deze omschreven wordt in de beslissing tot heropening der debatten: in casu betrof dit niet langer de behandeling van de zaak ten gronde (die reeds integraal was gepleit op de zitting van 29.11.2016), doch enkel de vraag of de syntheseconclusie van beklaagde al dan niet uit de debatten diende te worden geweerd. Deze vraag zou in elk geval positief (dus wering van de syntheseconclusie van beklaagde) beantwoord worden door de rechtbank, om reden dat beklaagde deze syntheseconclusie niet tijdig had overgemaakt aan het Openbaar Ministerie (deze syntheseconclusie werd gemaild naar: in plaats van naar. Over het feit dat beklaagde haar syntheseconclusie niet tijdig had overgemaakt aan het Openbaar Ministerie, bestaat zelfs geen betwisting tussen partijen. Anders dan de eerste rechter, is het hof van oordeel dat het debat op de zitting van 09.01.2017 niet "minstens onrechtstreeks" de beoordeling van de schuld van beklaagde raakte, gelet op de beperkte draagwijdte van de heropening der debatten en rekening houdend met de vaststelling dat de zaak integraal werd gepleit op de zitting van 29.11.2016 (eerste conclusie van beklaagde in het debat en mondeling toegelicht en aangevuld met het verzoek tot het horen van getuigen, met laatste woord voor beklaagde). Het is geenszins zo - zoals beklaagde op blz. 3 van haar beroepsconclusie voorhoudt - dat haar geen redelijke mogelijkheid zou zijn geboden om op de laatste zitting (09.01.2017) aanwezig te zijn, waardoor haar recht van verdediging zou zijn geschonden. Beklaagde was aanwezig op de zitting van 29.11.2016, bijgestaan door haar raadsman, en zij heeft haar volledige verweer kunnen voeren in verband met de tegen haar ingebrachte bezwaren. Beklaagde en haar raadsman hebben op die zitting vernomen dat er vonnis zou worden uitgesproken op de zitting van 02.01.2017. 01 000009b1187-0011 0014 01-01 _j

Hof van beroep Antwerpen- 2017/C0/577- p. 12 Wanneer beklaagde ervoor kiest om noch persoonlijk, noch door haar raadsman, aanwezig te zijn bij de uitspraak van het vonnis, en wanneer ervoor wordt gekozen om in de daarop volgende dagen het vonnis niet te gaan inzien ter griffie, kan bezwaarlijk ernstig worden voorgehouden dat aan beklaagde "geen redelijke mogelijkheid zou zijn geboden om op de laatste zitting (09.01.2017) aanwezig te zijn" waardoor haar rechten van verdediging geschonden zouden zijn. Er is geen sprake van enige overmacht in hoofde van beklaagde. Aangezien het vonnis d.d. 23.01.2017 een vonnis op tegenspraak betreft, en het rechtsmiddel van verzet niet openstaat tegen vonnissen op tegenspraak, is het verzet van beklaagde d.d. 20.02.2017 tegen het vonnis d.d. 23.01.2017, onontvankelijk. 6. Wettelijke bepalingen Het hof houdt rekening met volgende wettelijke bepalingen, de artikelen: 11, 12, 14, 24, 31 tot 37 en 41 van de wet van 15 juni 1935 162, 185, 187, 190, 190ter, 194, 195, 199, 200, 202, 203, 203bis, 204, 210, 211, 211bis van het Wetboek van Strafvordering 1, 2, 3, 7 van het Strafwetboek 7. Beslissing Het hof, Rechtdoende op tegenspraak en met eenparigheid van stemmen; Beslist op grond van de hoger vermelde redenen, binnen de perken van het hoger beroep zoals hiervoor bepaald, als volgt: Verklaart het hoger beroep ontvankelijk; Het bestreden vonnis wijzigend; 01-00000 b1187-0012-0014-01 01- _J

Hof van beroep Antwerpen-2017 /C0/577- p. 13 Verklaart het verzet van beklaagde d.d. 20.02.2017 tegen het vonnis d.d. 23.01.2017 onontvankelijk; Veroordeelt de beklaagde tot de kosten van haar verzet in eerste aanleg, deze voorgeschoten door de openbare partij in totaal begroot op 55,00 euro; Veroordeelt de beklaagde tot de kosten van deze procedure in hoger beroep, deze voorgeschoten door de openbare partij in totaal begroot op 84,83 euro. 01-00000961187-0013-0014-01-01- _j

Hof van beroep Antwerpen- 2017/C0/577- p. 14. -. --- ---- Dit arrest is gewezen te Antwerpen door het hof van beroep, kamer C4, samengesteld uit:. Knapen raadsheer d.d. voorzitter J. Daenen raadsheer J. Decoker raadsheer en in openbare terechtzitting van 15 november 2017 uitgesproken door l. Knapen, raadsheer d.d. voorzitter in aanwezigheid van het lid van het Openbaar Ministerie vermeld in het proces-verbaal van de terechtzitting met bijstand van griffier J. Geysemans ) J. Decoker in de onmogelijkheld zijnde om te tekenen (art. 195bis Wetboek van Strafvordering). Knapen r-- PAGE 01-00000961157-0014-0014-01-01-