Speciale Betonsoorten en Specificatie ir. Frederic De Meyer
Speciale betonsoorten en specificatie : Wat is nieuw in NBN EN 206 en NBN B 15-001? Opnemen van de EN 206-9 «Aanvullende regels voor zelfverdichtend beton (SCC)» Opnemen van aanvullende eisen voor beton voor speciale geotechnische werken (normatieve Bijlage D) Toevoeging van toepassingsregels voor vezelbeton 2
Inleiding specificatie van speciale betonsoorten Algemeen doel van de norm : Het vastleggen van de taken voor de opsteller van de specificatie, de producent en de gebruiker van het beton Belang van de duiding van de verantwoordelijkheden Wie is de opsteller van de specificatie? Wie is de gebruiker? Welke bouwactoren zijn betrokken in de verschillende stadia van het ontwerp- en bouwproces? 3
Inleiding specificatie van speciale betonsoorten De keten dient zo te zijn dat de gespecificeerde eisen, samen met de eventueel aanvullende eisen terechtkomen bij de producent, die verantwoordelijk is voor de conformiteits- en productiecontrole. De verzameling van deze eisen = specificatie van het beton 4
Inleiding specificatie van speciale betonsoorten Extra aandacht bij de verschillende bouwactoren is nodig bij het voorschrijven van speciale betonsoorten. Wat hebben we nodig? Hoe vertalen we de nodige eigenschappen van vers of verhard beton naar een éénduidige specificatie van het beton? Bij stortklaar beton is de koper van de betonspecie degene die de specificatie opstelt en doorgeeft aan de producent. Overleg tussen voorschrijver/koper en producent is nodig om parameters te bespreken en duidelijk te definiëren vóór te starten met het verwerken van het beton 5
Inleiding specificatie van speciale betonsoorten Link met het BENOR-merk en de certificatie: Doel: vertrouwen bevestigen in overeenstemming van de prestaties van het product met de specificatie Middelen: zelfcontrole van de producent via productie- en conformiteitscontrole, periodieke externe controle met controle van betrouwbaarheid Resultaat: bevestiging door onafhankelijke 3 e partij dat er voldoende mate van vertrouwen gesteld kan worden in een doorlopende overeenstemming met door de producent verstrekte verklaring 6
Inleiding specificatie van speciale betonsoorten Link met het BENOR-merk en de certificatie: Enkel de voorschrijver weet waarvoor het beton bestemd is en wat de nodige eisen zijn. Het BENOR-merk spreekt zich uit over de basiseisen en eventuele optionele eisen (indien gekend en van toepassing). Gevaar! Wanneer de eisen niet gecommuniceerd worden of gevraagd, kan de producent deze niet garanderen en vallen deze buiten het BENOR-merk. 7
Zelfverdichtend beton (SCC) Beton dat door zijn eigengewicht kan uitvloeien en verdichten, de bekisting met wapening, leidingen, sparingen enz. kan vullen, en tegelijkertijd homogeen van samenstelling blijft. (S5 SCC!) Specificatie in functie van de toepassing 8 Eigenschap Specificatie Proefnorm Vloeimaat SF (slump-flow) EN 12350-8 Viscositeit VS (slump-flow) EN 12350-8 VF (V-funnel) EN 12350-9 Blokkeringsmaat PL (L-box) EN 12350-10 PJ (J-ring) EN 12350-12 Stabiliteit SR (zeeftest) EN 12350-11
EN 12350-8 vloeimaat en t 500 Visuele controle op segregatie is belangrijk! 9
EN 12350-9 V-funnel Lage viscositeit : snel vloeien en snel stoppen, zelf nivellerend Hoge viscositeit : traag en langer vloeien, betere weerstand tegen segregatie, thixotroop gedrag 10
EN 12350-10 L-box 11
EN 12350-12 J-ring 12
EN 12350-11 Zeeftest Niet van toepassing bij beton met vezels of lichte granulaten 13
Zelfverdichtend beton - aanbevelingen European Guidelines for SCC ( http://www.efnarc.org/pdf/sccguidelinesmay2005.pdf ) 14
Zelfverdichtend beton - certifcatie 15
Zelfverdichtend beton - certifcatie Alle aspecten kunnen gecertificeerd worden Vloeimaat (SF) is verplicht en vervangt zetmaat (S) of schudmaat (F) Viscositeit, blokkeringsmaat en stabiliteit zijn specifiek te vragen te specifiëren op de leveringsbon Viscositeit en blokkeringsmaat worden opgenomen in de ITT Stabiliteit is facultatief in de ITT De proeven zijn steeds mogelijk bij het aanbieden van SCC door de centrale (toestellen maken deel uit van de uitrusting) Zelfverdichtend beton dient in aparte families te worden ondergebracht. 16
Beton voor speciale geotechnische werken Aanvullende normatieve eisen voor specificatie en conformiteit volgens Bijlage D krijgen voorrang op eisen van 6.2 Toepassingen: Boorpalen : EN 1536 Diepwanden : EN 1538 In-situ gestorte grondverdringende palen : EN 12699 Micropalen : EN 14199 Taak van de voorschrijver/koper om bij de bestelling duidelijk de toepassing te vermelden. 17
Beton voor speciale geotechnische werken Specifieke eisen van Bijlage D Minimum cementgehalte Minimum gehalte aan fijne deeltjes Korrelverdeling Behoud van verwerkbaarheid Waterafscheiding Weerstand tegen sulfaten Preventie ASR Leveringstempo 18
Beton voor speciale geotechnische werken Voorbeeld: Minimum cementgehalte / fijne deeltjes NBN B 15-001 diepwanden NBN EN 206 19
Beton voor speciale geotechnische werken - certificatie Alle aspecten van de samenstelling kunnen gecertificeerd worden Er zijn geen specifieke regels voor: Specificatie van consistentie na een bepaalde periode Beperking van de waterafscheiding/filtratieverlies Specifieke hoge weerstand tegen ontmenging Vermogen van verdichting door de zwaartekracht Behoud van verwerkbaarheid tijdens het volledige stortproces Het is logisch dat deze betonsoorten in aparte families te worden ondergebracht. Op de leveringsbon zal de toepassing worden vermeld (bv. boorpaal volgens EN 1536). 20
Vezelbeton - basiseisen 5.1.7 Basiseisen voor vezels Vezels volgens EN 14889-1 (staal) en EN 14889-2 (polymeer) worden als grondstof van beton beschouwd. Voor andere vezels (glas, basalt ) is in principe de algemene gebruiksgeschiktheid niet aangetoond. 5.2.7 Basiseisen voor de betonsamenstelling met vezels Principe: voorgeschreven soort en hoeveelheid vezels zonder toekenning van mechanische eigenschappen van het vezelbeton Specifieke gebruiksgeschiktheid en homogene verdeling via ATG Specifieke ontwerpparameters: procedure voor beproeven en documenteren van conformiteit zijn overeen te komen (Bijlage L regel 9). 21
Vezelbeton functie van de ATG ATG Type 1 Onderzoek dat in een worst case scenario vezels homogeen verdeeld kunnen zijn. Maximale vezeldosering van een bepaald type vezel Maximale D max, aard van de granulaten Bepaalde inmengprocedure ATG geeft informatie aan de gebruiker/producent over invloed op consistentie, druksterkte Actuele situatie: http://www.butgb.be 22
Vezelbeton functie van de ATG ATG Type 2 Onderzoek naar specifieke ontwerpparameters / mechanische eigenschappen Buigtreksterkte volgens EN 14651 Verhoogde weerstand tegen krimp Link naar toekomstige EUROCODE 2 «Annex L Steel fibre reinforced concrete» Classificatie voorbeeld 6b (f R,1k 6N/mm², 0,7 fr,3k/fr,1k < 0,9) 23
Vezelbeton conformiteitsbeoordeling 24
Vezelbeton conformiteitsbeoordeling R begin = 0,5. (M begin,1 + M begin,2 ) 0,80 van de gespecificeerde minimale waarde R einde = 0,5. (M einde,1 + M einde,2 ) 0,80 van de gespecificeerde minimale waarde Gemeten vezelgehalte = 0,5. (R begin + R einde ) 0,85 van de gespecificeerde minimale waarde 25
Vezelbeton certificatie 26
Vezelbeton certificatie 27
28 SECO Belgium NV/SA Rue d Arlon 53 B-1040 Brussels sales@seco.be +32 2 238 22 11 www.groupseco.com