NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB



Vergelijkbare documenten
TUCHTCOLLEGE NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB Beslis sing in de zaak van:

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van

A, in zijn persoonlijke hoedanigheid van NOAB-lid met registratienummer AA,

TUCHTCOLLEGE NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB Nr. 26/2011 Beslissing inzake de klacht,

R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom.

TUCHTCOLLEGE NOAB NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB Nr. 32/2012 Beslissing inzake de

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

TUCHTCOLLEGE NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB Beslissi ng in de zaak van:

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/175 Wtra AK van 27 juni 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/337 Wtra AK van 24 augustus 2018 van

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen.

R A A D V O O R G E S C H I L L E N

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

TUCHTCOLLEGE NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M,

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

TUCHTCOLLEGE NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB Nr. 28/2011 Beslissing inzake de klacht,

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

MAKELAARDIJ ONROEREND GOED L B.V.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Samenvatting. 1. Procesverloop

van de mondelinge uitspraak op het beroepschrift van X te Z

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/471 Wtra AK van 12 augustus 2019 van

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

COLLEGE VAN BEROEP Nr. 05/2013 Van de NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB Beslissing inzake

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) van 24 juni 2011 in de zaak met nummer 11 / 4 Wtra AK van

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

COLLEGE VAN BEROEP Van de NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB Beslissing inzake het hoger

R A A D V O O R G E S C H I L L E N

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.


het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlagen; het verweerschrift van de Adviseur; de repliek van Consument.

TUCHTCOLLEGE NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

R A A D V O O R G E S C H I L L E N

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

X, mede-eigenaar van bouwkundig ontwerp- en adviesbureau vof, gevestigd te A, klager,

Collegialiteit. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort 's-gravenhage

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/307 Wtra AK van 16 oktober 2015 van

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229

CR 13/2476 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Hertaxatie door niet-onafhankelijke tweede taxateur.

Algemene voorwaarden. Algemeen Artikel 1

ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546

1. Procedure. 2. Feiten

DSB GESCHILLENCOMMISSIE. BESLISSING van 17 maart 2015 inzake de klacht met referentie 'GC043 van

de coöperatie Coöperatieve Rabobank [plaats] Friesland Oost U.A., gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

TUCHTCOLLEGE NOAB NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB Nr. 34/2012 Beslissing inzake de

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/669 Wtra AK van 12 september 2016 van

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening

Samenvatting. Consument,

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/152 Wtra AK van 7 augustus 2015 van

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

RAAD VAN DISCIPLINE. en mr. [ ] in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten (123b/13) klager

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Samenvatting. 1. Procesverloop

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/2578 Wtra AK van 18 augustus 2017 van

-2- d. wanneer het object gewoonlijk buiten Nederland wordt gebruikt.

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/728 Wtra AK van 18 september 2015 van

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.

Fiscaal Portaal Gemeenten

Zaaknummer: Datum: 5 april Uitspraak. in de zaak van:

Transcriptie:

TUCHTCOLLEGE NEDERLANDSE ORDE VAN ADMINISTRATIE- EN BELASTINGDESKUNDIGEN Bij afkorting aangeduid als NOAB Nr. TC 11/2009 Beslissing in de zaak van: A v.o.f., gevestigd te Y, hierna ook te noemen: klager, tegen B B.V., gevestigd te Z, NOAB-lid, hierna te noemen: betrokkene. 1. Procedureverloop. Etc. 2. De feiten. 2.1. Betrokkene verzorgt voor klager sinds 1999 de boekhouding en dergelijke. Te dier zake hebben partijen met elkaar vooraf afspraken gemaakt zoals deze zijn opgenomen in de ter zitting door klager met toestemming van betrokkene overgelegde offerte/overeenkomst d.d. 5 januari 1999. 1 / 7

2.2. In deze offerte is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen: Onder verwijzing naar het onderhoud hetwelk wij enkele weken geleden met u te onzen kantore mochten hebben, komen wij middels dit schrijven op het een en ander gaarne terug. ADMINISTRATIE. Hieronder wordt door ons verstaan:de volledige verzorging van de financiële administratie (..) Wij zijn bereid deze werkzaamheden te verrichten op basis van een vast tarief van fl. 540,00 per kwartaal exclusief omzetbelasting ACCOUNTANCYWERKZAAMHEDEN: Hieronder wordt door ons verstaan:( ) De verzorging van twee aangiften IB/PVV.De controle van alle aanslagen IB/PVV.Het eventueel indienen van bezwaarschriften tegen zakelijke- en persoonlijke belastingaanslagen.(.) Wij zijn bereid deze werkzaamheden te verrichten op basis van een vast tarief van fl. 1.500,00 per jaar exclusief omzetbelasting. DOSSIER-SAMENSTELLING: (..) Wij hebben u reeds laten weten dat wij binnen onze organisatie een afzonderlijk administratiekantoor hebben voor de verzorging van de (dagelijkse-) financiële administraties. Dit kantoor ressorteert rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van ons kantoor, zodat wij voor u het aanspreekpunt blijven. (.) De kosten voor de financiële administratie zullen per kwartaal aan u in rekening worden gebracht door Administratiekantoor C. De accountancykosten zullen door ons kantoor aan u in rekening worden gebracht. Gaarne vertrouwen wij u hiermede een passende aanbieding te hebben gedaan en zien met belangstelling uw opdrachten tegemoet.. 2.3. Administratiekantoor C heeft op 3 juni 2007 aan klager in rekening gebracht over het eerste 2 / 7

kwartaal 2007 een bedrag van (11 uren maal 42,50 = inclusief BTW) 556,33 wegens, kort gezegd, gevoerde besprekingen en briefwisselingen met de belastingdienst inzake de aangiften IB/PVV over de jaren 2004 en 2005. Nadat klager had gevraagd om een toelichting op deze factuur, heeft Administratiekantoor C bij brief van 10 augustus 2007, p/o ondertekend door D, het volgende aan klager bericht: Recentelijk heeft u gevraagd naar een toelichting op in aanhef genoemde factuur. Daarbij heeft u onder meer gezinspeeld op de vaste prijsafspraken welke wij eerder met u hebben gemaakt en het feit dat u zich daarbij zo prettig en zeker voelt. Wij zijn het dan ook die gemaakte afspraken respecteren en daarvan niet afwijken. Dat is in het verleden zo geweest en dat zal in de toekomst ook zo blijven. Hier hebben wij echter te maken met een bijzonderheid! Verwijzende naar de aanbieding van 05 januari 1999 van B B.V. (.) stellen wij vast dat de met in aanhef genoemde factuur in rekening gebrachte werkzaamheden, geen onderdeel uitmaken van onze genoemde totaalaanbieding. Derhalve is de onderhavige factuur dan ook correct en terecht opgemaakt. Kijkende naar de toekomst. en uw uitdrukkelijke wens tot het maken en hebben van alleen maar vaste afspraken.zijn wij voor de toekomst bereid ook déze werkzaamheden te laten vallen onder de huidige vaste afspraken welke er met u reeds sedert 1999 bestaan. Gaarne vertrouwen wij hiermede voldoende duidelijk het een en ander te hebben verklaard, en vertrouwen u thans akkoord met de in geding zijnde factuur. Betaling daarvan zien wij dan ook met belangstelling tegemoet.. 2.4. Klager heeft hierop aan betrokkene bericht dat zij een aantal door haar van betrokkene ontvangen facturen niet van plan is te betalen aangezien zij van mening is dat de aan de daarop betrekking hebbende werkzaamheden verbonden kosten geheel vallen onder de in 1999 gemaakte prijsafspraken. Betrokkene heeft nadien om haar moverende redenen (zie hierna onder 2.6) een drietal facturen gecrediteerd. 2.5. Op 24 oktober 2008 heeft klager per e-mail het volgende aan betrokkene bericht, voor zover hier van belang, bij controle van de boekhouding kwam ik tot de constatering dat de bedragen voor IB/PVV etc. niet alleen de laatste 2 jaren ten onrechte zijn gedeclareerd, maar ook al enkele jaren daarvoor, nl. 2006 190,--, 2005 190,-- 2004 190,-- 3 / 7

2002 125,--, samen 695,--. Met de 390,-- die wij reeds gecrediteerd kregen is dit 1085,--. Aangezien bij ons nog een rekening van u openstaat voor 825,-- resteert er een nog door u te betalen bedrag van 260,-- excl. BTW.. Ter zitting heeft klager verklaard dat laatstgemeld bedrag als gevolg van een door hem gemaakte rekenfout nader bedraagt 224,32 (inclusief BTW). 2.6. Betrokkene heeft daarop bij brief van 29 november 2008 aan klager geantwoord, voor zover hier van belang: Het mag u duidelijk zijn, en zo hebben wij dat ook gepresenteerd tijdens de bespreking op woensdag 01 oktober 2008, dat onze crediteringen met de facturen 111111 0000 en 0001, hebben plaatsgevonden uit coulance. Een coulance waaraan u echter geen enkel recht kunt verbinden! U mag daaruit dan ook concluderen dat verdere crediteringen niet zullen plaatsvinden. Op de eerste plaats kunt u zich niet aan uw verantwoordelijkheid onttrekken om aan u aangeboden facturen op juistheid te controleren. U betaalt, dus heeft deze controle uwerzijds plaatsgevonden en blijkt uw goedkeuring uit de betaling. Op de tweede plaats vindt steeds bespreking van de aan te bieden facturen plaats tijdens aanbieding en bespreking van de jaarrekening. Op de inhoud van uw E-mail schrijven van 24 oktober j.l. komen wij dan ook niet verder terug en zullen wij geen verdere toevoegingen doen behoudens dan de bovenstaande. In uw E-mail schrijven gaat u over tot vereffening van over-en-weer openstaande facturen. Met vereffening gaat u kennelijk dan ook akkoord. Wij kunnen ons daarmede dan ook eveneens akkoord verklaren. Aangehecht treft u ons rekening-overzicht aan. Hieruit blijkt dat door u nog verschuldigd is een bedrag van 139,23.(..). 2.7. Bij brief aan betrokkene van 3 december 2008 heeft klager aangevoerd, voor zover hier van belang: U zult wel begrijpen dat ik niet nog eens extra ga betalen, terwijl ik al teveel aan jullie betaald heb. Wij hebben destijds afspraken gemaakt en er staat duidelijk zwart op wit met handtekeningen, welke zaken door jullie voor het afgesproken bedrag zouden worden uitgevoerd. Als jullie dan nog extra faktureren, betekent dit, dat jullie het geld op onrechtmatige wijze hebben verkregen. (..) Door deze fakturen te crediteren geeft u zelf aan, dat die (net als de door mij bij controle later ontdekte) ten onrechte betaald zijn.(..) Ik blijf dus uiteraard bij 4 / 7

mijn standpunt dat jullie mij de mij toekomende 260,-- excl. BTW moeten betalen.. 2.8. Betrokkene heeft bij brief van 9 december 2008 aan klager laten weten - zakelijk weergegeven dat zij persisteert bij de inhoud van haar (hiervoor onder 2.6 vermelde) brief van 29 november 2008. 2.9. Vervolgens heeft klager per email van 16 december 2008 de onderhavige klacht ingediend bij het NOAB. 3. De klacht, standpunten en conclusies van partijen. 3.1. Naar het Tuchtcollege verstaat, houdt de klacht zakelijk weergegeven in dat betrokkene als NOAB-lid haar zorgplicht heeft geschonden door in strijd met de tussen partijen in 1999 gemaakte prijsafspraak ten aanzien van werkzaamheden die volgens klager volledig onder die overeenkomst vielen en op grond daarvan in de vaste prijs waren begrepen aan klager desondanks extra kosten in rekening te brengen. 3.2. Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden zoals door hen aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Ter zitting hebben zij daaraan, deels ter herhaling en mede in antwoord op door het Tuchtcollege aan haar gestelde vragen, nog het een en ander toegevoegd. 4. Beoordeling van de klacht 4.1. De klacht zoals hiervoor weergegeven, betreft het optreden van betrokkene in haar hoedanigheid van administratie-en belastingdeskundige, lid van NOAB. Als zodanig is zij onderworpen aan het voor de NOAB leden geldende tuchtrecht. Bij de beoordeling van de klacht is dit het uitgangspunt van het Tuchtcollege. 4.2.1. De aard van de door betrokkene ten behoeve van klagers te verrichten werkzaamheden, 5 / 7

voor zover in casu van belang, is voldoende duidelijk voor het Tuchtcollege komen vast te staan. Het standpunt van klager komt hierop neer dat de aan de desbetreffende werkzaamheden verbonden kosten door betrokkene niet extra in rekening kunnen worden gebracht aangezien die kosten zijn begrepen in de vaste prijsafspraak tussen partijen zoals die gold vanaf 1999. Betrokkene weerspreekt niet sterker nog: erkent herhaaldelijk - dat bedoelde werkzaamheden (en dus ook de daaraan verbonden kosten) aanvankelijk inderdaad onder die overeenkomst vielen, maar betrekt de stelling dat de overeenkomst nadien naar haar bijstaat met ingang van het jaar 2002 en in overleg met dan wel met stilzwijgende instemming van klager - is gewijzigd in die zin, dat met betrekking tot die werkzaamheden voortaan wel extra kosten aan klager in rekening konden worden gebracht. 4.2.2. Voor wat betreft deze laatste door betrokkene opgeworpen stelling, die overigens door klager wordt betwist, stelt het Tuchtcollege voorop dat deze civielrechtelijk van aard is. Het is aan de civiele rechter om te beoordelen of klager uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend heeft ingestemd met de wijziging van de in 1999 overeengekomen prijsafspraken. Het Tuchtcollege is derhalve niet bevoegd om hierover te oordelen. 4.3.1. Het Tuchtcollege is vervolgens van oordeel dat een NOAB administratie-en belastingdeskundige moet zorgen dat tussen hem en zijn cliënt duidelijkheid bestaat met betrekking tot hun financiële relatie. Het behoort derhalve tot de zorgplicht van een NOAB administratie-en belastingdeskundige dat hij de met zijn cliënt overeengekomen prijsafspraken en/of de wijzigingen daarvan op een duidelijke manier schriftelijk vastlegt. De ratio van deze regel is dat de NOAB administratie-en belastingdeskundige dient te voorkomen dat er onzekerheid, misverstanden of geschillen ontstaan over de gemaakte prijsafspraken en/of de wijzigingen daarvan. Het NOAB tuchtrecht is van toepassing op de vraag of een NOAB administratie-en belastingdeskundige al dan niet aan deze zorgplicht heeft voldaan. 4.3.2. Nu betrokkene omtrent de wijzigingen van de in 1999 overeengekomen prijsafspraken niets schriftelijk heeft vastgelegd, is zij tegenover klager tekortgeschoten in haar hiervoor omschreven zorgplicht. Daarmee heeft betrokkene tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De klacht is derhalve gegrond. 4.4. Het Tuchtcollege is niet bevoegd om zich uit te laten over de vraag of klager als gevolg hiervan op enigerlei wijze schade heeft geleden. Deze (eventuele)vordering staat ter 6 / 7

beoordeling van de (civiele) rechter. 4.5. Ter zake van de op te leggen maatregel overweegt het Tuchtcollege het volgende. Zij acht het van groot belang dat de prijsafspraken en de wijzigingen daarvan op een duidelijk manier schriftelijk door een NOAB administratie-en belastingdeskundige worden vastgelegd. Het Tuchtcollege neemt vervolgens in aanmerking dat zij zich nog niet eerder op deze wijze uitdrukkelijk over het onderhavige onderwerp heeft uitgesproken. Het Tuchtcollege acht derhalve de lichtste maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden. 5. De beslissing Het Tuchtcollege: Verklaart de klacht gegrond en legt betrokkene de maatregel van enkele waarschuwing op; Bepaalt dat een samenvatting van deze uitspraak in geanonimiseerde vorm openbaar wordt gemaakt door publicatie in Activa, het periodiek van NOAB. Aldus beslist op 15 september 2009 door mr. W. Brouwer, voorzitter, mr. G. Lammers en P.G.H.H. Schey RA, leden, in aanwezigheid van R.O.J.M. de Windt, griffier. Afschriften van deze uitspraak zijn aangetekend aan partijen verzonden op: 15 september 2009 Tegen deze beslissing kan ingevolge het bepaalde in artikel 15 van het Reglement van Tuchtrechtspraak NOAB in beroep worden gekomen bij het College van Beroep binnen twee maanden na verzending van het afschrift van deze uitspraak conform het bepaalde in artikel 14 van laatstgenoemd Reglement. 7 / 7