Tijdreeks huishoudelijke energieconsumptie 1980-1995



Vergelijkbare documenten
Het directe en indirecte energiebeslag van Nederlandse huishoudens in 1995

Energieverbruik door huishoudens,

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Samenvatting. 1 Inleiding

Achtergrond van de basisverlegging CPI 2010

Centraal Bureau voor de Statistiek. Achtergrond van de jaarlijkse basisverlegging

Statistisch Bulletin. Jaargang

Persbericht. Consumentenprijsindex juni

VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE

juli 2013 Extra hypotheek voor energieneutrale woningen

Verbruik van hernieuwbare energie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Hernieuwbare elektriciteit,

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,

Bestedingspakket gepensioneerden erden meest in prijs gestegen

CPI Statistisch Bulletin, mei 2017

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Broeikasgasemissies in Nederland,

Verbruik van hernieuwbare energie

Energieverbruik per bedrijfstak,

Biobrandstoffen, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Achtergrond van de basisverlegging CPI 2014

Emissies naar lucht door verkeer en vervoer,

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door verkeer en vervoer,

Emissie-inventarisrapport

Bijdrage aan en impact op de inflatie

Monitor energie en emissies Drenthe

Broeikasgasemissies in Nederland,

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Statistisch Bulletin. Jaargang

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Energieverbruik per sector,

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door huishoudens,

CO 2 -uitstoot gemeente Delft

Emissies naar lucht door verkeer en vervoer,

Energieprijzen voor enkele energiedragers,

Hernieuwbare elektriciteit,

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit,

Carbon Footprint Beheer Familie van Ooijen BV Rapportage januari december 2009 (referentiejaar)

Hernieuwbare elektriciteit,

Persbericht. Inflatie loopt in april licht op. Centraal Bureau voor de Statistiek

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

Technische toelichting

Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit

Sociale kerncijfers* Centraal Bureau voor de S tatistiek** Bestedingspatronen in de jaren tachtig

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

CPI Statistisch Bulletin, maart 2017

Rapportage monitoring CO2 emissie en Energiebesparing gemeente Kerkrade CO2 emissie gemeente Kerkrade

Verbruik van hernieuwbare energie

Emissies door de zeescheepvaart,

Extra hypotheek voor energieneutrale woningen

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

Lokale lastendruk in Kampen

Energieprijzen voor enkele energiedragers,

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Duurzame elektriciteit,

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

Kentallen warmtevraag woningen

Hernieuwbare elektriciteit,

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

Energie en ruimtelijke ordening

Energieprijzen in vergelijk

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

Centraal Bureau voor de Statistiek

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Raming aantal personen/huishoudens onder de lage-inkomensgrens 2018 en 2019 Uitgevoerd op verzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

Energieprijzen voor enkele energiedragers,

14 maart Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Consumentenprijsindex juli 1999

Energieprijzen voor enkele energiedragers,

Statistisch Bulletin. Centraal Bureau voor de Statistiek. Inhoud

1. INLEIDING Rapportage

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Rendementen en CO -emissie van elektriciteitsproductie in Nederland, update 2012

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Verbruik van hernieuwbare energie voor vervoer,

Hernieuwbare elektriciteit,

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Transcriptie:

Tijdreeks huishoudelijke energieconsumptie 1980-1995 Notitie in opdracht van het RIVM Kees Vringer. Vakgroep Natuurwetenschappen en Samenleving (NW&S). Universiteit Utrecht. Utrecht, Mei 1998. Nummer: 98020 Doel Het doel van dit onderzoek is het maken van een tijdreeks voor het totale energiebeslag van een gemiddeld Nederlands huishouden, volgens de definities die zijn gebruikt in (Vringer et al., 1997). Energie efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren voor de periode tussen 1980 en 1995 worden in deze analyse meegenomen. Achtereenvolgens worden hieronder kort de gevolgde methode en resultaten besproken. Gevolgde Methode Reeds eerder zijn berekeningen gemaakt van het energiebeslag van een gemiddeld huishouden in 1990 en 1995 (Vringer en Blok, 1995a) en (Vringer et al., 1997). Ook is eerder een tijdreeks gemaakt voor de periode van 1948 tot 1992 (Vringer en Blok, 1995b), echter bij de laatste is geen rekening gehouden met de invloed van energie efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren. Deze tijdreeks wijkt daarbij op meerdere punten af van de in (Vringer et al., 1997) gemaakte berekeningen. In principe is voor de berekening van het energiebeslag van een gemiddeld huishouden voor de jaren 1980 tot en met 1995 dezelfde methode gevolgd welke beschreven is in (Vringer et al., 1997). Ook hier zijn de door (Farla en Blok, 1997) gegeven energie efficiëntieverbeteringen per toeleverende sector tussen 1990 en 1994 gebruikt. De hier gevolgde methode wijkt echter op enkele punten licht af van de in (Vringer et al., 1997) gevolgde methode. Hieronder worden deze punten besproken. Voor de uitgavedata is gebruik gemaakt van de kerncijfers van het CBS Budgetonderzoek en CBS prijsindexcijfers (CBS, 1985-1997). De analyse van het energiebeslag van een gemiddeld huishouden is minder precies gemaakt dan de analyse die in (Vringer et al., 1997) is gemaakt. Het hier gepresenteerde energiebeslag is op basis van ca. 75 consumptie categorieën berekend in plaats van de 350 consumptie categorieën die in (Vringer et al., 1997) gebruikt zijn. Het energiebeslag voor gas en elektriciteit is voor de jaren 1980 tot en met 1992 gebaseerd op fysieke hoeveelheden volgens (van Teefelen, 1994). Vanaf 1992 is de berekening van het energiebeslag voor gas en elektriciteit op basis van financiële cijfers gemaakt. De 85% van het gas- kolen en olieverbruik die gemiddeld wordt gebruikt voor ruimteverwarming (Zonneveld, 1993), is voor de jaarlijkse temperatuursverschillen gecorrigeerd. Deze 85% van het brandstofverbruik is vermenigvuldigd met een correctiefactor welke is berekend door het aantal graaddagen van het betreffende jaar te delen door het gemiddelde aantal jaarlijkse graaddagen van de periode tussen 1945 en 1993 (Sypkens Smit, 1993) en (Farla, 1997). De consumptiecategorieën overige energiekosten (8-11 GJ) en lucifers en kaarsen (0,1 GJ) zijn geheel toegerekend aan de hoofdcategorie gas. 1

Resultaten In tabel 1 is het energiebeslag van een gemiddeld huishouden weergegeven voor de periode tussen 1980 en 1995, exclusief efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren. In tabel 2 staan dezelfde gegevens, maar nu inclusief efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren. In figuur 1 en 2 is het totale-, indirecte- en directe energiebeslag van een gemiddeld huishouden weergegeven, ex- en inclusief efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren. Tabel 1. Het energiebeslag van een gemiddeld huishouden tussen 1980 en 1995 exclusief energie efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren (alles gegeven bij een efficiëntie van 1990). Jaar 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1992 1993 1994 1995 oud nieuw Totaal 263 252 245 237 235 231 231 230 234 238 235 235 239 240 236 238 237 Indirect 125 117 114 110 109 108 109 110 114 117 117 119 116 117 118 116 118 Voeding 47 44 43 42 42 41 40 40 41 42 42 41 41 41 40 40 41 Wonen 21 20 19 18 18 18 18 18 19 20 19 20 20 20 21 20 21 Woning 9 9 10 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 8 Kleding en Schoeisel 8 8 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8 8 Hygiëne 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 Opleiding 5 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 Ontspanning 19 18 18 17 17 16 17 17 17 18 19 20 19 19 19 19 19 Communicatie 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Verkeer 10 9 7 6 6 7 8 8 9 9 9 9 8 9 8 8 9 Direct 138 135 131 128 126 123 122 121 120 121 118 116 123 123 119 122 119 Benzine 24 22 22 24 23 24 23 22 21 23 22 21 22 22 23 22 21 Gas 85 84 80 76 74 73 72 72 72 71 68 67 72 70 68 69 67 Elektriciteit 29 29 29 27 28 27 26 27 27 27 28 28 29 31 28 31 31 2

Tabel 2. Het energiebeslag van een gemiddeld huishouden tussen 1980 en 1995 rekening houdend met energie efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren. 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1992 1993 1994 1995 oud nieuw Totaal 278 260 253 239 231 226 225 227 232 238 235 231 240 241 234 234 231 Indirect 141 126 124 112 106 104 104 107 112 117 117 115 117 118 116 112 113 Voeding 57 49 46 42 40 37 38 38 41 42 42 39 41 41 40 38 38 Wonen (excl. woning) 24 22 22 20 18 18 17 18 18 20 19 19 20 20 21 19 20 Woning 9 9 10 9 9 9 9 10 9 9 9 10 10 10 9 9 8 Kleding en schoeisel 9 8 8 7 6 6 6 7 7 8 8 7 8 8 8 8 8 Hygiëne 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 6 5 5 Opleiding 4 4 4 4 4 5 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 Ontspanning 21 20 20 18 17 16 16 17 17 18 19 19 19 19 19 18 18 Communicatie 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Verkeer (excl. benzine) 11 9 7 6 6 7 8 7 9 9 9 9 8 9 8 8 9 Direct 137 134 129 126 125 122 121 120 120 121 118 116 123 123 118 122 119 Benzine 24 22 22 24 23 24 23 22 21 23 22 21 22 22 23 22 21 Gas en andere brandstoffen 85 84 80 76 74 73 72 72 72 71 68 67 72 70 68 69 67 Elektriciteit 28 27 27 26 27 26 25 26 26 27 28 28 29 31 28 31 31 3

300 250 200 Energiebeslag (GJ) 150 100 50 Direct Indirect Totaal 0 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 Jaar Figuur 1. Het totale-, indirecte-, en directe energiebeslag van een gemiddeld huishouden over de periode tussen 1980 en 1995 (exclusief energie efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren). 300 250 200 Energiebeslag (GJ) 150 100 50 Direct Indirect Totaal 0 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 Jaar Figuur 2. Het totale-, indirecte-, en directe energiebeslag van een gemiddeld huishouden over de periode tussen 1980 en 1995 (inclusief energie efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren). 4

Het jaar 1992 komt twee keer voor in de tabellen 1 en 2. Dit omdat in 1992 het CBS in haar budgetonderzoek is overgegaan op een nieuwe definitie van de huishoudelijke bestedingen. In de tabellen is te zien dat het berekende energiebeslag volgens de oude en nieuwe definitie praktisch nihil is (< 1%). De resultaten voor het jaar 1995 in tabel 1 zijn ook vergeleken met de resultaten voor 1995 volgens (Vringer et al., 1997). Het totale energiebeslag ligt volgens de hier gemaakte berekeningen 3,5% hoger dan volgens de berekening die in (Vringer et al., 1997) is gemaakt. Dit wordt voor meer dan 85% veroorzaakt door een verschillend referentieniveau voor de in beide studies gemaakte temperatuurscorrectie. Het gasverbruik in deze berekeningen ligt dan ook tussen de 11 en 13% hoger dan volgens de analyse die in (Vringer et al., 1997) is gemaakt. Afwijkingen tussen het hier berekende energiebeslag en het in (Vringer et al., 1997) berekende energiebeslag voor de andere hoofd-consumptiecategorieën lopen uiteen van 1 tot 9%. Deze afwijkingen zijn voornamelijk te herleiden tot het verschil in analyse niveau tussen de hier gemaakte (minder gedetailleerde) analyse en de analyse volgens (Vringer et al., 1997). De afwijking van een kleine 30% welke is gevonden voor de hoofdcategorie hygiëne heeft grotendeels te maken met de definitie wijziging die in 1992 door het CBS is gemaakt. Op het totale energiebeslag is de invloed per hoofdcategorie (met uitzondering van de hoofdcategorie gas ) gemiddeld 0,6 GJ met een maximum van 1,3 GJ (hygiëne). De gemaakte correctie voor de energie efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren heeft voornamelijk invloed op het indirecte huishoudelijke energiebeslag. Voor 1980 is de afwijking van het gecorrigeerde totale huishoudelijke energiebeslag ten opzichte van het niet gecorrigeerde energiebeslag het grootst. Het gecorrigeerde energiebeslag van een gemiddeld huishouden komt in 1980 6% hoger uit dan het niet gecorrigeerde energiebeslag. Dit verschil van +6% loopt terug tot ruim 2% in 1986 en komt via een verschil van 0,0% (per definitie) in 1990, in 1995 uit op 2%. Conclusie In de periode tussen 1980 en 1995 is het totale energiebeslag van een gemiddeld Nederlands huishouden gedaald van 278 naar 231 GJ per jaar (-17%). Indien energie efficiëntieveranderingen binnen de toeleverende sectoren niet worden meegenomen daalt het totale energiebeslag van een gemiddeld huishouden van 263 naar 231 GJ (-12%). De daling van het totale energiebeslag heeft voornamelijk plaatsgevonden tussen 1980 en 1985. Literatuur CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1985), 'Bijvoegsel maandstatistiek van de prijzen, Januari 1985, jaargang 10 no.1', Den Haag. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1987), 'Bijvoegsel maandstatistiek van de prijzen, Juli 1987, jaargang 12 no.7', Den Haag. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1990), 'Bijvoegsel maandstatistiek van de prijzen, Januari 1990, jaargang 15 no.1', Den Haag. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1992), 'Bijvoegsel maandstatistiek van de prijzen, Juli 1992, jaargang 17', Den Haag. 5

CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1993a), 'Bijvoegsel maandstatistiek van de prijzen, December 1993, jaargang 18', Den Haag. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1993b), 'Budgetonderzoek 1980-1990. Bestedingspatronen in de jaren tachtig', Voorbrug/Heerlen. CBS (Centraal Bureau voor de statistiek), (1993c), 'Budgetonderzoek 1991, kerncijfers', Voorburg/Heerlen. CBS (Centraal Bureau voor de statistiek), (1994), 'Budgetonderzoek 1992, kerncijfers', Voorburg/Heerlen. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1995), 'Budgetonderzoek 1993, kerncijfers, Voorburg/Heerlen. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1996), 'Budgetonderzoek 1994, kerncijfers, Voorburg/Heerlen. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1997a), 'Budgetonderzoek 1995, kerncijfers, Voorburg/Heerlen. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), (1997b), 'Bijvoegsel maandstatistiek van de prijzen, Januari 1997, jaargang 22', Den Haag. Farla, J., (1997), Climate correction factors, Personal communication, Department of Science, Technology and Society, University, Utrecht, November 1997. Farla, J., K. Blok (1997) Monitoring of Sectoral Energy Efficiency Improvements in the Netherlands, 1980-1994. Vakgroep Natuurwetenschap en Samenleving, Universiteit Utrecht (NW&S-UU), rapport nr.97024, Utrecht. Sypkens-Smit, A.T. (1993), 'Klimaatcorrecties op basis 1950-1980 van het waarnemingsstation De Bilt', Written communication, EnergieNed, Arnhem, 9 februari 1993. Teefelen, P. van (1994), 'Gas- en elektriciteitsverbruik en het exacte aantal personen per huishouden volgens het budgetonderzoek 1980-1992', Personal communication, Centraal Bureau voor de Statistiek, Heerlen, 6 juli 1994. Vringer, K., K. Blok (1995a), 'The direct and indirect energy requirement of households in the Netherlands', Energy policy, 23(10), pp.893-910. Vringer, K., and Blok, K. (1995b). Consumption and energy-requirement: a time series for households in the Netherlands from 1948 to 1992. Report 95016, NW&S-UU, Utrecht, The Netherlands. Vringer, K., Gerlagh, T. and Blok, K. (1997), Het directe en indirecte energiebeslag van Nederlandse huishoudens in 1995 en een vergelijking met huishoudens in 1990, NW&S-UU, Utrecht, The Netherlands, Rapport nr.97071, November 1997. Zonneveld, E.A. (1993), 'Temperatuursgecorrigeerde emissies van kooldioxide 1980-1992 (bruto NMP-methode)', milieustatistieken, Netherlands Central Bureau of Statistics, The Hague, The Netherlands. 6

Excl. medische consumptie periode 80-92 gemiddeld: Dfl: 3400 tot 4500 ; 10-14 GJ periode 92095 gemiddeld: Dfl.450 tot 600,- ; 1,4 tot 1,8 GJ voor 1990: 4100 and 12 GJ 7