KIEZEN VAN EEN PROFIEL



Vergelijkbare documenten
KIEZEN VAN EEN PROFIEL

Informatieavond klas 3 Profielkeuze

Informatieavond klas 3 Profielkeuze

KIESWIJZER Laar & Berg STROOMKEUZE VWO EN MYP PROFIELKEUZE HAVO PROFIELKEUZE VWO

KIESWIJZER LAAR & BERG Stroomkeuze vwo en MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium

Op de ouderavond profielkeuze

Ouderavond Profielkeuze 3 VWO

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas

25 Januari 2016 PROFIELKEUZE INFORMATIEAVOND

PROFIELKEUZE LEERJAAR 3 TWEEDE FASE

Informatieboekje leerjaar 2. Vakkenpakket TL 3 kiezen

Informatieboekje profielkeuze

KIESWIJZER '17-'18. Voor leerlingen uit vwo 4

Profielkeuze klas

Informatieboekje Profielkeuze klas 3

Programma uur Welkom uur Algemene informatie uur Vragen uur Afsluiting

Informatieboekje leerjaar 2

Profielkeuze. 3 vwo. degoudsewaarden.nl

PROFIELKEUZE LEERJAAR 3 TWEEDE FASE

18.00 uur Welkom uur Algemene informatie uur Vragen uur Afsluiting

Profielkeuze 3 VWO. 6 december 2017

Informatieboekje Profielkeuze klas 3

Informatie Profielkeuze Vernieuwde Tweede Fase cohort

Programma uur Welkom uur Algemene informatie uur Vragen uur Afsluiting

De kunst van het kiezen. Het juiste profiel

Profielkeuze 3 (t) VWO. 22 november 2018

19.00 uur Welkom uur Algemene informatie uur Vragen uur Afsluiting

Voorlichtingsavond klas 3 14 februari tweede fase. nieuwe vakken in de bovenbouw

Profielkeuze M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

KIESWIJZER LAAR & BERG

INFORMATIEAVOND PROFIEL- EN PAKKETKEUZE LEERJAAR III WELKOM!!

VWO 3. Profielkeuze. 10 januari 2017

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium

*Het programma.

KIESWIJZER '17-'18. Voor leerlingen uit vwo 4

Profielkeuze. Beste leerlingen van vwo-3 en hun ouders/verzorgers,

Profielkeuze Vwo 3. Het doel is: Op basis van reële zelfkennis, een gedegen keuze maken!

Het programma.

Kleiner Mann, was nun? Profielkeuzeavond 2018

KEUZEBEGELEIDING KLAS 3

Het programma.

KEUZEBEGELEIDING & PROFIELKEUZE KLAS 3

Informatieavond Klas 3 Welkom

Ouderavond Profielkeuze 3 HAVO

Inleiding. Keuzes in:

Profielkeuze Vakkeninformatie HVQ3. Iris Eckardt Decaan Havo/Vwo/Quest

Profielkeuze-test (PKT)

TALEN EN CULTUREN VAN GRIEKENLAND EN ROME

VWO 3. Profielkeuze. 8 januari 2019

Wat te kiezen? De tweede fase Welke profielen en vakken zijn er?

Profielkeuze 3 Havo. 22 november 2018

KIESWIJZER LAAR & BERG

Profielkeuzevoorlichting

Profielkeuze 3 vwo

Ouderavond Profielkeuze 3 vwo

OUDERAVOND PROFIELKEUZE 3 HAVO en VWO, inclusief TTO. 16 oktober 2018

PROFIELKEUZE IN KLAS 3

Het programma.

BETA VAKKEN Biologie, Natuurkunde, Natuur Leven en Technologie (NLT), Scheikunde en Wiskunde.

Ouderavond klas september 2018

VWO 3. Profielkeuze. 9 januari 2018

Welkom. Ouderavond LOB havo-3. Profielkeuze

Ouderavond 3HAVO 12 januari 2016

Handboek Loopbaanoriëntatie en Profielkeuze Havo/Vwo

VWO 3. profielkeuze Vakkenpakket VWO bovenbouw

1 e Voorlichtingsavond 3 VWO

Informatiebrochure. Ouders 3 VMBO-T Leerlingen. Vakkenpakket 4 vmbo -T

De kunst van het kiezen. Het juiste profiel

Profielkeuze in de tweede fase. 15 januari 2019

Profielkeuze M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

Informatieavond profielkeuze 3 vwo. 19 januari 2015

OP WEG NAAR KLAS 4HAVO

Profiel boekje gymnasium

Welkom op deze voorlichtingsavond

PROFIELKEUZE TWEEDE FASE

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA)

Hartelijk welkom. Ouderavond profielkeuze klas 3 4 november 2015

VWO 3. Profielkeuze. 5 januari 2016

Profielkeuze in VWO 3. Gonnie Zegers Decaan Havo/VWO 3, 4, 5 en 6

Inhoudsopgave. Oud Beijerland, januari 2014.

20 november 2018 Hartelijk Welkom! COLLEGE DEN HULSTER

PROFIELKEUZE havo (presentatie van de voorlichtingsavond)

Keuzebegeleiding klas 3. Ouderavond 28 november 2016

Profielkeuze. Sanne ten Haken & Bas Reuvers Decanen

Vwo+ en Gymnasium WINKLER PRINS

Hartelijk welkom. Informatieavond profielkeuze Gymnasium

Profielkeuze in Havo 3. Gonnie Zegers Decaan Havo/VWO 3, 4, 5 en 6

Voorlichtingsavond Atheneum 3

Hartelijk welkom. Profielkeuze-avond klas 3 14 november 2017

Ouderavond Profielkeuze 3 havo

De Tweede Fase en Profielkeuze HAVO op het SMC

Welke wiskunde in de bovenbouw havo op het Mondriaan College?

19.30 u opening u tweede fase/ studiehuis u profielkeuze u sluiting/ pauze v.a u evt. vragen in lokaal A008

Hartelijk welkom. Ouderavond profielkeuze klas 3 8 november 2016

Voorlichting profielkeuze en bovenbouw

OUDERAVOND PROFIELKEUZE havo 3 en vwo 3, incl. TTO. 27 november 2017

Profielkeuze M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

HAVO 3. profielkeuze Vakkenpakket HAVO 4 en 5

Profielkeuze Vakkeninformatie HAQ3. Iris Eckardt Decaan Havo/Vwo/Quest

Transcriptie:

KIEZEN VAN EEN PROFIEL Informatie voor (ouders van) leerlingen uit klas 3 Schooljaar 2014-2015 Wim Meeuwsen, decaan Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt, Amersfoort

Inhoudsopgave 1 Overzicht van de (nieuwe) Tweede Fase... 4 - Profielen... 4 - Vakken in de profielen... 5 - Nieuwe vakken... 6 - Olympos. 6 - De veranderingen bij wiskunde... 7 2 Toelatings- en vooropleidingseisen... 8 3 Keuzebegeleiding op het JvO... 9 - In klas 3... 9 - Vanaf klas 4... 9 4 Van keuze veranderen... 10 5 Belangrijke data in klas 3 (schooljaar 2014-2015)... 11 6 Nuttige (internet)adressen... 11 7 Bijlage... 12 - Beschrijving van de keuzevakken in de tweede fase... 12 Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 2

Inleiding In de eerste drie jaren van het gymnasium hebben alle leerlingen dezelfde vakken gevolgd. In de Tweede Fase is dat anders: vanaf klas 4 volgen de leerlingen één van de vier mogelijke profielen, waarin bepaalde vakken voorgeschreven zijn en andere vakken vrij te kiezen zijn. De keuze voor het profiel vindt plaats aan het eind van klas 3. Deze keuze legt de vakken van klas 4, 5 en 6 vast. Dus inclusief het eindexamen. De keuze van een profiel en van extra vakken heeft grote invloed op de mogelijkheden voor het kiezen van een vervolgopleiding. Veel vervolgopleidingen hanteren namelijk toelatingseisen. Het is daarom belangrijk om de toelatingseisen bij de profielkeuze te betrekken. Deze brochure geeft een overzicht van de keuzemogelijkheden op het JvO. Verder bevat deze brochure informatie over het vak LOB (loopbaanoriëntatie en begeleiding) en over de begeleiding die wij leerlingen en ouders bieden bij het maken van een passende profielkeuze. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 3

1 Overzicht van de (Nieuwe) Tweede Fase Profielen Vanaf klas 4 volgt iedere leerling één van de vier mogelijke profielen, waarin bepaalde vakken voorgeschreven zijn. In elk profiel zijn ook nog vakken vrij te kiezen. De profielen sluiten aan op de capaciteiten en belangstelling van de leerling en op verschillende vervolgstudies. Met de keuze voor een profiel wordt een aantal profielvakken vastgelegd. Daarover later meer. Cultuur en Maatschappij (CM) Dit profiel is bij uitstek geschikt voor leerlingen met een brede belangstelling voor cultuur en samenleving. Ook is dit een geschikt profiel voor leerlingen met aanleg voor talen of met artistiek talent. Studies: talen, sociale wetenschappen, bestuurskunde, rechten, politicologie, psychologie, wijsbegeerte etc. Economie en Maatschappij (EM) Dit is het profiel voor leerlingen met belangstelling voor het bedrijfsleven of de overheid. Leerlingen die dit profiel kiezen moeten wat meer wiskundige aanleg hebben dan de leerlingen met een CM profiel. Studies: alle studies die ook mogelijk zijn met CM, economie, bedrijfskunde, Business Studies, etc. Natuur en Gezondheid (NG) De leerlingen die dit profiel kiezen, willen vaak iets met gezondheid, biologie, chemie, planten of dieren. Aanstaande geneeskundestudenten kiezen ook vaak dit profiel, waarbij dan wel Natuurkunde in het profiel gekozen moet worden. Studies: bijna alle studies van EM/CM, gezondheid, natuuropleidingen. Voor een groot aantal opleidingen is natuurkunde verplicht, voor een aantal natuurkunde en wiskunde B. Natuur en Techniek (NT) Het profiel voor de exacte en technische leerlingen. Technische hogescholen vragen NT. Wil je geneeskunde doen, dan is Biologie verplicht. Wiskunde B is hier verplicht, dit is beduidend zwaarder dan Wiskunde A. Studies: met biologie alles van NG, informatica, farmaceutische wetenschappen, wiskunde, lucht- & ruimtevaarttechniek, bouwkunde, technische bedrijfskunde etc. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 4

Vakken in de profielen In de profielen volgen de leerlingen naast vakken ook andere programmaonderdelen. Daarbinnen worden vier groepen onderscheiden: 1) De profielvakken In onderstaande tabel is weergegeven welke vakken voor de profielen zijn voorgeschreven. Profiel Profielvakken CM EM NG Wiskunde C (of A of B), Geschiedenis, Aardrijkskunde of Economie Eén vak uit Kunst, Filosofie, Tweede Moderne Vreemde Taal en Tweede Klassieke Taal. Het is voor leerlingen van het CM- en EM-profiel op het JvO verplicht een tweede moderne vreemde taal te kiezen naast Engels. Is Frans of Duits niet in het profieldeel gekozen, dan is het verplicht Frans of Duits in het vrije deel te kiezen. Wiskunde A (of B), Geschiedenis, Economie, Eén vak uit Aardrijkskunde en Tweede Moderne Vreemde Taal. Het is voor leerlingen van het CM- en EM-profiel op het JvO verplicht een tweede moderne vreemde taal te kiezen naast Engels. Is Frans of Duits niet in het profieldeel gekozen, dan is het verplicht Frans of Duits in het vrije deel te kiezen. Wiskunde A (of B), Biologie, Scheikunde, Eén vak uit Aardrijkskunde en Natuurkunde. NT Wiskunde B, Natuurkunde, Scheikunde, Eén vak uit Wiskunde D en Biologie. 2) Het gemeenschappelijk deel Elke leerling volgt vakken in het gemeenschappelijk deel. Die vakken zijn: Nederlands (Netl), Engels (Entl), een klassieke taal (Latl of Grtl), Klassieke Culturele Vorming (KCV), Maatschappijleer (Ma), Lichamelijke Opvoeding (LO) en een mentoruur in klas 4. Verder maakt iedere leerling een profielwerkstuk. 3) Het vrije deel Het vrije deel bestaat uit drie onderdelen. Iedere leerling volgt een verplicht keuzevak (dat geen deel uitmaakt van het profiel), een stage van een week, het vak LOB (loopbaanoriëntatie en begeleiding). 4) Het geheel vrije deel Het geheel vrije deel kan bestaan uit een niet verplicht examenvak (als het rooster het toelaat) of individuele activiteiten. Voorbeelden van individuele activiteiten zijn terug te vinden in het PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting). Ook cultuurmodules en JvO-projecten kunnen in het geheel vrije deel worden opgenomen, soms als een verplicht onderdeel. Voor het volgen van het excellentieprogramma JvO Olympos is een extra examenvak naar keuze verplicht. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 5

Nieuwe vakken Een aantal vakken is nieuw vanaf de Tweede Fase. Die vakken worden hieronder kort besproken. In bijlage B vindt u een uitgebreider overzicht van de veranderingen in verschillende vakken. o Maatschappijleer in klas 5: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. o Kunst in klas 4, 5 en 6: dit vak kan in twee richtingen gevolgd worden, beeldend of muziek. Beide richtingen hebben een gemeenschappelijk deel, kunst- en cultuurgeschiedenis. o Filosofie in klas 4, 5 en 6: behandelt zowel de klassieke als de moderne filosofen, evenals vraagstukken op het gebied van de ethiek, kennisleer en wetenschapsleer. o LOB in klas 4, 5 en 6: loopbaanoriëntatie en begeleiding. De leerlingen gaan zich (grotendeels zelfstandig) voorbereiden op hun studiekeuze. De Arbeidservarend leren stage, studievoorlichtingsmarkten, open dagen en decaangesprekken maken deel uit van LOB. o Wiskunde in klas 4, 5 en 6: dit vak is niet nieuw, wel nieuw is de verdeling in wiskunde A, B, C en D. Hierover de volgende pagina meer. Excellentieprogramma Olympos In de bovenbouw biedt het JvO een excellentieprogramma onder de naam 'JvO Olympos'. Met dit programma wil de school inspelen op de behoefte aan extra uitdaging voor de betere en meer gemotiveerde leerlingen van de school. Het programma vindt plaats buiten de normale lessen om. Leerlingen volgen een deelprogramma van vaste, verplichte activiteiten en een deelprogramma van keuzeactiviteiten. Voorbeelden zijn verbredende en verdiepende modules, universitaire masterclasses, deelname aan Olympiades en een uitgebreide variant van zowel het profielwerkstuk en als van de stage. Daarnaast is de leerling verplicht om minimaal één extra keuzevak te volgen. Om hun vaardigheden verder te ontwikkelen nemen de leerlingen deel aan enkele talentmiddagen. Ontwikkelde vaardigheden beschrijven de leerlingen in een portfolio. Deelnemers aan JvO Olympos die het complete programma succesvol hebben afgerond, ontvangen een testimonium. Het testimonium is een toevoeging bij het JvO diploma. Samen met het portfolio getuigt het testimonium van excellente kwaliteiten. Het testimonium kan door de leerling gebruikt worden om haar/zijn kansen te verhogen voor toelating tot honoursprogramma s, University Colleges en bacheloropleidingen die selecteren voor toelating. Aan het begin van klas 4 wordt voorlichting gegeven over dit programma. Daarna kunnen leerlingen zich opgeven voor de selectieprocedure. Alleen leerlingen die een extra vak volgen kunnen meedoen. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 6

De veranderingen bij wiskunde In de Tweede Fase wordt wiskunde wordt in vier varianten aangeboden: A, B, C en D. Wiskunde C is de gemakkelijkste vorm, bedoeld voor het CM-profiel. Wiskunde A is bedoeld voor EM en NG, Wiskunde B is voor het NT-profiel. Wiskunde D kan alleen gekozen worden als ook wiskunde B gekozen is. Wiskunde B+D is een goede combinatie voor de exacte en technische studies. Vervolgstudies en wiskunde Wiskunde C (C van cultuur) is bedoeld voor de studies in de richting Gedrag en Maatschappij, Rechten, Taal en Cultuur. Het bevat Statistiek en Kansrekening en leerlingen leren werken met grafieken en functies, tabellen en diagrammen. Vorm en ruimte en logica zijn twee belangrijke nieuwe onderwerpen, speciaal ingevoerd om leerlingen met belangstelling voor kunst, filosofie of rechten van dienst te zijn. Wiskunde A is bestemd voor de meeste economische studies en de richting Gezondheid. Ook alle studies waar wiskunde C gevraagd wordt zijn toegankelijk met wiskunde A. Wiskunde A bevat veel meer algebra dan wiskunde C, met name als het gaat om functies en grafieken. Differentiëren (de afgeleide bepalen) is een belangrijk onderdeel. Statistiek en Kansrekening horen er ook bij. Wiskunde B is bestemd voor de zware economische studies, en de Natuur en Techniek richtingen. Omdat wiskunde B geen Statistiek en Kansrekening heeft past het minder goed bij een aantal Gezondheid studies. Wiskunde B is wel een goede combinatie met het vak Natuurkunde omdat er bijvoorbeeld meer aan goniometrie en meetkunde gedaan wordt. Wiskunde D is bedoeld voor de leerlingen met wiskundeaanleg en belangstelling die de complete wiskunde willen. De combinatie B+D geeft een goed uitgangspunt voor de echt exacte studies. Wiskunde D is (nog) voor geen enkele studie verplicht. Wiskunde D behandelt de onderwerpen die bij Wiskunde B niet behandeld worden en vergroot de wiskundige vaardigheden. De sectie Wiskunde start in januari in klas 3 met het project Vier in de Vierde dat de verschillen tussen A, B, C en D duidelijk maakt aan de leerlingen en de leerlingen inzicht geeft in hun aanleg voor de diverse vormen van wiskunde. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 7

2 Toelatings- en vooropleidingseisen Universiteiten en Hogescholen hanteren toelatingseisen in de vorm van behaalde examenvakken. Deze eisen worden door de opleidingen aangepast aan de actualiteit, soms nog in de loop van een studiejaar. Soms zijn er nog veel meer toelatingseisen en wordt selectie aan de poort toegepast. Dit laatste vindt steeds vaker plaats, de meest actuele informatie is op de internetpagina van de betreffende opleiding te vinden. De lijst van toelatingseisen gaat met ingang van dit jaar veranderen. De vorige lijst heeft volgens de gegevens van het ministerie zijn geldigheid verloren op 1 september 2014. De Tweede Kamer buigt zich over nieuwe eisen. Zodra de nieuwe toelatingseisen bekend zijn ontvangt U de informatie per mail. De keuze van een profiel en van extra vakken heeft grote invloed op de mogelijkheden voor het kiezen van een vervolgopleiding. Het is daarom belangrijk om toelatingseisen bij de keuze te betrekken. Het is te verwachten dat ze in grote lijnen overeen zullen komen met de tot voor kort geldende eisen. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 8

3 Keuzebegeleiding op het JvO In klas 3 Op het JvO werken de mentoren van klas 3 met de methode voor keuzebegeleiding Qompas. Dit is een online methode die de meeste leerlingen voldoende handvatten geeft voor de start van de profielkeuze. De methode bevat diverse testen, die zowel op papier als met de computer gedaan worden. De decaan verzorgt ook een deel van de voorlichting. Er worden (decaan)lessen besteed aan de keuzemogelijkheden op onze school en aan het invullen van de voorlopige keuzeformulieren. De voorlopige keuze maken de leerlingen in december. De decaan vraagt daarna adviezen van de docenten over de capaciteiten van de leerling voor hun vak. Na het verzamelen van de adviezen (eind januari) spreekt de decaan de adviezen door met de mentor. Hierna heeft de mentor of de decaan een gesprek met elke leerling over de haalbaarheid en wenselijkheid van de keuze. Ouders kunnen natuurlijk altijd een gesprek met de decaan aanvragen. Naast de testen van Qompas biedt de school ook profielkeuzetesten aan van een professioneel testbureau tegen gereduceerd tarief. Testbureau Pro Insight verzorgt deze testen inclusief nabespreking en vervolgtraject. Een test kan zin hebben als de methode Qompas en de geprekken met mentor en decaan niet genoeg houvast bieden. Vanaf klas 4 In klas 4, 5 en 6 werkt de leerling zelfstandig aan het vak LOB (Loopbaanoriëntatie en begeleiding), waarbij de oriëntatie en begeleiding zich richt op de vervolgstudie. Doelen van LOB zijn dat leerlingen zich verdiepen in de eigen capaciteiten en interesses, dat leerlingen informatie verzamelen die nodig is voor het maken van beroepskeuzes, dat leerlingen een keuze maken voor vervolgonderwijs. De leerlingen worden begeleid in het maken van die keuzes. Hiervoor is er een aantal begeleide activiteiten, zoals een bezoek aan een universiteit in klas 4. De opleidingenmarkt op een school in Amersfoort, georganiseerd door de decanenkring Eemland in klas 5. de beroepenmarkt op het Corderius College, georganiseerd door de Rotary Amersfoort in klas 5. de stage Maatschappijleer (Arbeidservarend leren)in klas 5. Naast de begeleide activiteiten zal de leerling een aantal open dagen en verwante activiteiten (proefstuderen en meelopen met een student) gaan ondernemen. De leerling doet daarvan schriftelijk verslag aan de decaan. In klas zes vindt er weer een decaangesprek plaats, nu over de studiekeuze. Tussentijds is de decaan altijd bereid tot een gesprek. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 9

4 Van keuze veranderen Na de inlevering van de definitieve profielkeuze in april kan een leerling tot de ontdekking komen dat een keuze niet optimaal is. Het kan zijn dat de resultaten voor een bepaald vak tegenvallen of dat toekomstplannen veranderen. Hoe eerder een leerling daar achter komt, hoe beter het is. De roostermakers willen de eventuele wijziging graag zo vroeg mogelijk weten. Bij de afdelingsleider kan een formulier aangevraagd worden waarmee de leerling de wijziging kan regelen. Mocht een leerling er in het vierde leerjaar achter komen dat de keuze onjuist was, dan geldt hetzelfde: zo vroeg mogelijk melden! Als het rooster het toelaat kan er vóór de herfstvakantie nog van profiel of vak gewisseld worden en begeleidt de school de profiel- of vakkencorrectie met een inhaalprogramma. Na de herfstvakantie worden de lacunes te groot en staat de school wisselen van profiel of vak niet meer toe. Uitzondering op die regel is de overstap binnen wiskunde (details daarover staan in het examenreglement). Omdat de groepen in klas vier na de start van het cursusjaar niet meer anders ingedeeld kunnen worden, kan het zijn dat een bepaalde profielwijziging niet kan! Dan kan er dus zelfs niet gewisseld worden voor de herfstvakantie. Het is dus beter vóór de grote vakantie met profielwijzigingen te komen. Het kan verstandig zijn om een extra vak in het geheel vrije deel te kiezen. Profielwijzigingen kunnen daardoor eenvoudiger worden. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 10

5 Belangrijke data in klas 3 (schooljaar 2014-2015) 4 november Ouderavond over profielkeuze vanaf november: Mentorlessen met Qompas 8 december: Voorlopige profielkeuze in Qompas invullen januari/februari: eind januari: 10 februari: Voorlichtingslesjes keuzevakken Vakdocenten adviseren de decaan; mentor/decaan start gesprekken met de leerlingen Testmogelijkheid door bureau Pro Insight (op school; voorinschrijven noodzakelijk. 3 april: Definitieve pakketkeuze bij mentor inleveren 6 Nuttige (internet)adressen www.qompas.nl de site van de door ons gebruikte keuzebegeleidingsmethode Qompas. www.tkmst.nl informatie over opleidingen, studiekeuzehulp, testen. www.ibgroep.nl voor de laatste versie van de vooropleidingseisen. Namen van opleidingen veranderen voortdurend, dus de laatste stand van zaken moet je zelf bijhouden. Het zoeken binnen deze site is lastig, Googelen op vooropleidingseisen hoger onderwijs gaat sneller. Bij de huidige stand van zaken zijn de eisen die je vindt niet actueel (want vervallen per 1-9-2014) Op deze site ook informatie over studiefinanciering, numerus fixus, loting etc. www.hbo-raad.nl informatie over opleidingen aan hogescholen. http://youchooz.nl/ beroepen en opleidingen in de gezondheidszorg. www.studiekeuze123.nl over keuzes en testen. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 11

7 Bijlage Beschrijving van de (keuze)vakken in de tweede fase Klassieke talen en KCV Je hebt klas drie met succes afgesloten en je bent overgegaan naar de vierde klas je schoolleven in de bovenbouw is begonnen. Waarschijnlijk heb je een van de twee klassieke talen gehouden, want er zijn jammer genoeg maar weinig leerlingen die en Grieks en Latijn in hun vakkenpakket houden. Maar goed, je zit op een gymnasium en dat betekent dat een klassieke talen altijd tot je pakket behoort. Grieks en Latijn in de leerjaren een tot en met drie bestond voor een groot deel uit het aanleren van de grammatica en het opbouwen van een woordenschat, en tevens uit het je bekwamen in het vertalen van teksten. Hoe gaan deze talen er uitzien in de bovenbouw? Er verandert veel. Om te beginnen ga je bij beide talen de oorspronkelijke schrijvers lezen. Dat betekent een grote overgang. Opeens word je geconfronteerd met literaire teksten uit de antieke wereld. In de vierde en vijfde klas lees je gedeelten van acht verschillende Griekse en Latijnse auteurs. Uit de Griekse wereld maak je kennis met onder andere de schrijver van redevoeringen voor de rechtbank Lysias, met de historicus Herodotus, met de Ilias en Odyssee van Homerus, met Plato, met een tragedieschrijver. Uit het oude Rome lees je metamorfose-verhalen van Ovidius, Caesars Gallische Oorlogen, brieven van Plinius, brieven van Seneca, het machtige Aeneas-epos van Vergilius, gedichten van Horatius, historie-schrijvers als Livius en Tacitus. Al deze schrijvers en hun werk worden geplaatst in de context van hun tijd. Hetgeen je van hen leest, wordt zorgvuldig en diepgaand behandeld: je moet begrijpen wat je leest in de dubbele zin van het woord. Geschiedenis en cultuur zijn begrippen die het lezen van Grieks en Latijn in de bovenbouw omlijsten. Als je jezelf er voor open stelt, gaan er werelden voor je open. Een apart verhaal is het vak Klassieke Culturele Vorming. Bij dit vak word je aan het werk gezet met enkele thema s uit de antieke cultuur. De geschiedenis van Grieken en Romeinen wordt door jou in kaart gebracht, je gaat actief aan de slag met de Griekse tragedie en je bereidt je door middel van lessen en enkele creatieve werkvormen voor op de reis die je in de vijfde klas gaat maken naar Griekenland of Italië. De zesde klas is, ook voor de talen Grieks en Latijn, een apart jaar. Elk jaar staat bij deze talen een auteur en een van zijn werken centraal. Hiervoor wordt een aparte eindexamenbundel uitgegeven, die in het zesde leerjaar intensief wordt doorgewerkt. In drie schoolexamens wordt deze bundel getoetst en op die manier bereiden je docenten je voor op het eindexamen. De ervaring leert, dat het eindexamenjaar het leerjaar is, waarin leerlingen zich daadwerkelijk inzetten om ook voor hun klassieke taal een voldoende of goed cijfer te halen. Want ze beseffen natuurlijk, dat een onvoldoende voor de klassieke taal op het einddiploma gymnasium misstaat. Door de inzet en betrokkenheid van docenten en leerlingen samen kunnen de klassieke talen en KCV in de bovenbouw voor jou interessant zijn. De talen, de geschiedenis en de cultuur hebben jou veel te geven. Geef jij je aan deze vakken! Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 12

Frans In de bovenbouw heeft onze methode Grandes Lignes drie à vier katernen per jaar. Dit zijn dunne, handzame cahiers die werkboek en hoofdboek in één zijn. Daarnaast is er een vijfde katern références dat je als naslagwerk gebruikt. Elk katern behandelt een thema, waarvan hierbij een paar voorbeelden. In de vierde klas is één van de thema s bouillon de culture. Je leest een aantal teksten en je hoort fragmenten over film, muziek etc. Er worden twee grammaticale onderwerpen behandeld. Je brengt je kennis in de praktijk door une petite présentation te houden bijvoorbeeld over een Franse film of een Franse zanger. Of je maakt een eigen dossier over jouw favoriete artiesten. In de vijfde heb je onderwerpen dichtbij jezelf als 'amitié', vriendschap, maar ook verder weg; 'un pays francophone'. Je leest een aantal actuele artikelen over dit onderwerp waarvan je er één uit zoekt waar je je mening over geeft. Bij dit thema doe je ook een schrijfopdracht waarin je uitéénzet wat het onderwerp voor jezelf betekent. Op deze manier word je voorbereid op het SE aan het eind van klas 5 (schrijven, lezen en grammatica) en de SE's in klas 6 waarbij de drie vaardigheden; schrijven, luisteren en spreken (mondeling van 25 minuten) ieder apart getoetst worden. In de onderbouw heb je in elk leerjaar DELF lessen gevolgd met de helft van de klas. Dat betekent dat je al goed voorbereid bent op de verschillende vaardigheden die bij de SE's getoetst worden en bijvoorbeeld al veel ervaring hebt met spreken. De afsluiting van het eindexamen is het CSE dat bestaat uit teksten met vragen. In klas 4 beginnen de literatuurlessen met behulp van het katern literatuur van Grandes Lignes. Daarnaast maak je een eigen mapje met aantekeningen over de contexte historique en France en Franse teksten uit de verschillende eeuwen (van de 15e tot en met de 20e eeuw) Het gaat erom dat literaire teksten toegankelijk voor je worden en dat je ze leert waarderen. We lezen in klas 4 gezamenlijk in de klas een boek en in klas 5 lees je bovendien zelf twee boeken die je mag kiezen van een lijst. Over deze boeken krijg je een repetitie die bestaat uit specifieke vragen over het gelezen boek. En 'le meilleur pour la fin': in klas 4 gaan we op (dag)excursie naar Lille! Duits In de onderbouw hebben we met de speelse methode Team Deutsch gewerkt. Het ging in de lessen voornamelijk om een kennismaking met de Duitse taal en het oefenen van de vier vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven. In de de 4 e en 5 e klas maken we gebruik van Na Klar!, een methode die zeer gestructureerd is en wat volwassener oogt dan onze boeken voor de onderbouw. Bij elk hoofdstuk staat een bepaald onderwerp centraal, bijvoorbeeld die Umgebung (de omgeving). Je leest teksten over de persoonlijke omgeving van Duitse jongeren (de eigen kamer, het huis), Duitse steden en bezienswaardigheden. Ook beluister je fragmenten over o.a. het weer en bekijk je filmpjes over milieuvraagstukken. Je leert om over je woonplaats te praten en de weg in een vreemde stad te vragen. Tenslotte oefen je het schrijven van een korte mail en een advertentie in het Duits. In de 6 e klas bereiden we ons met behulp van vier dunne boekjes over de vaardigheden lezen, luisteren, schrijven en spreken op het examen voor. We bekijken documentaires, lezen artikelen over actuele onderwerpen en discussiëren in het Duits over de inhoud. Daarbij mag ook veel gelachen worden, examenvoorbereiding hoeft zeker niet saai te zijn! Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 13

Daarnaast beginnen we in de 4 e klas met literatuurlessen. Hiervoor gebruiken we een nieuwe, motiverende methode: Trabitour Literatur. We behandelen de literatuurgeschiedenis en lezen verschillende teksten. Is er een goede film bij een bepaald literair werk gemaakt? Dan bekijken we daar natuurlijk ook graag fragmenten van. Ben je bang dat je de Duitse grammatica nog niet helemaal onder de knie hebt gekregen in de onderbouw? Dat is geen probleem, in de 4 e klas wordt alles nog een keer herhaald. Pas vanaf de 5 e klas veronderstellen we de basisgrammatica als bekend! In de 4 e klas gaan we trouwens op dagexcursie naar Keulen. Tschüß und bis nächstes Jahr! Aardrijkskunde Alle verschijnselen op aarde hangen met elkaar samen. Of er nu gekeken wordt op mondiaal, lokaal of individueel schaalniveau, altijd is er niet alleen samenhang maar ook afhankelijkheid. Kortom: het één kan nooit zonder het ander. Dit actuele systeemdenken vormt het kader van aardrijkskunde in de Tweede Fase. De aarde als SYSTEEM. Aan de orde komen een reeks thema s, zowel fysisch als sociaal geografisch, en een aantal regio s waarin deze thema s toegepast worden zonder dat het unieke van de regio verloren gaat. Deze benadering moet leiden tot inzicht in en begrip van de verwevenheid van natuurlijke en menselijke verschijnselen. Veel aandacht is ingeruimd voor o.a. klimaatverandering, globalisering, duurzaamheid en voedselzekerheid in een veranderende wereld. Gezien de systeembenadering van aardrijkskunde in de Tweede Fase verdient het zeer de voorkeur het vak vanaf het begin van het vierde leerjaar te volgen. Het later laten vallen is minder problematisch dan alsnog instromen. Belangstelling voor medeverantwoordelijkheid als bewoner van de aarde mag verondersteld worden. Het vak aardrijkskunde levert een belangrijke bijdrage aan je ontwikkeling tot een verantwoordelijk wereldburger. Geschiedenis Het vak geschiedenis is de afgelopen jaren veranderd onder invloed van maatschappelijke discussies over b.v. de vraag wat leerlingen over geschiedenis moeten weten én hoe men kan bereiken dat die kennis ook beter wordt vastgehouden. Daarom wordt in de bovenbouw de hele geschiedenis van de prehistorie tot ongeveer het jaar 2000 doorgenomen. Dat is wettelijk voorgeschreven. We concentreren ons op West- Europese geschiedenis. De stof die we in de onderbouw behandelen wordt in de bovenbouw herhaald, maar dan uitgebreider en op een hoger niveau. We gebruiken daarbij onder andere het boek Geschiedeniswerkplaats. In de bovenbouw werken we dus aan de reguliere onderwerpen, maar we doen ook een aantal thema s. Daar beginnen we al in klas 4 mee. In klas 5 wordt een Praktische Opdracht gemaakt. Het centraal schriftelijk examen in klas 6 zal over de hoofdlijnen van de hele geschiedenis gaan, aangevuld met 4 verdiepende thema s. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 14

Wiskunde A, B, C, D Als je na de derde klas Wiskunde C kiest, vind je de wiskundelessen misschien wel makkelijker dan in de derde. Er zijn veel opgaven waarbij je de grafische rekenmachine mag inzetten en je krijgt veel kansrekening en statistiek. Een veel voorkomende vraag is bijvoorbeeld van het type: zoek uit waar deze functie een maximum heeft. Je voert dan de functie in in de grafische rekenmachine, laat hem tekenen, drukt op het knopje max en je weet het antwoord. Als je Wiskunde A kiest blijft het niveau van de lesstof ongeveer gelijk aan dat van de derde klas. Je krijgt in de vierde klas veel kansrekening en statistiek (precies evenveel als de leerlingen met Wiskunde C) en hoofdstukken over grafieken en vergelijkingen. Wiskunde A bevat meer algebra dan Wiskunde C: je moet dus vaak zelf vergelijkingen oplossen en het maximum van een functie opsporen met algebraïsch rekenwerk. Wiskunde B is veel moeilijker dan de wiskunde van de derde klas! In bijna alle opgaven komt veel algebra voor en je hebt zelfs af en toe toetsen zonder rekenmachine, omdat je de formules echt uit het hoofd moet leren. Bij Wiskunde B moet je ook allerlei stellingen uit de meetkunde kunnen bewijzen; er zijn helaas maar weinig leerlingen, die dat tot een goed einde brengen. Kies Wiskunde B als je echt goed bent in wiskunde en/of als je heel graag een exacte studie wilt doen, maar bedenk dan wel dat je veel tijd zult moeten investeren. Veel leerlingen denken dat Wiskunde D de aller moeilijkste variant is, maar dat is eigenlijk niet waar. Bij Wiskunde D krijg je bijvoorbeeld ook alle statistiek en kansrekening, die de C- leerlingen gehad hebben, maar dan wel iets sneller en met wat verdiepingsopdrachten. Ook voor een deel van de andere onderwerpen geldt dat het niet zo moeilijk is, maar gewoon niet meer past in het programma van Wiskunde B. Wiskunde in de wetenschap en omgaan met complexe getallen (we spreken dan af dat 1 i ) komen ook aan bod. Wiskunde D is dus een mooie aanvulling en wordt aangeraden aan alle leerlingen die een exacte studie willen kiezen. Er bestaat op dit moment nog geen centraal schriftelijk eindexamen; het vak wordt afgesloten met schoolexamens. Je moet er rekening mee houden dat je, wanneer je Wiskunde D kiest, in de vijfde en in de zesde klas acht uur wiskunde hebt, namelijk vier uur Wiskunde B en vier uur Wiskunde D. Economie In de onderbouw is het vak Economie bedoeld om te gebruiken in het dagelijkse leven. Het vak economie in de bovenbouw gaat over economische theorie. Sommige onderwerpen uit de derde klas komen wel terug, maar veel abstracter. Het gaat er om dat je inzicht krijgt in economische processen op micro-niveau (gezinnen en bedrijven) en macro-niveau (landen) Een voorbeeld: in de derde klas heb je geleerd hoe je de koers van de dollar uitrekent. In de bovenbouw analyseren we met behulp van een wiskundig model hoe de koers van de dollar samenhangt met bijvoorbeeld de export en import, de rente en het overheidstekort Leerlingen over het verschil tussen economie in de derde klas en het keuzevak: In de derde klas was het eigenlijk meer sommetjes maken, in de vierde klas moet je zelfstandig problemen oplossen vanaf het begin. In de derde klas deed je dingen die je al kon, zoals procenten berekenen. Nu gaat het echt over de theorie van de economie zelf. Er wordt veel meer van je verwacht dan in de derde klas. Er zit veel meer wiskunde in, en de wiskunde is ook moeilijker. Veel formules bijvoorbeeld. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 15

Natuurkunde Natuurkunde verandert behoorlijk bij de overgang van klas 3 naar klas 4. In de eerste plaats is het geen gecombineerd vak meer; scheikunde is een apart vak geworden. In de tweede plaats zal er veel meer gerekend moeten worden. In het begin zal dat best wennen zijn. Een groot deel van de vierde klas zijn we bezig met mechanica (bewegingsleer). Versnellingen, valbewegingen en krachten. We gaan de computer aan experimenten koppelen om gegevens automatisch te verwerken. Met mechanica zijn we rond half maart klaar. Daarna wordt de variatie groter: een beetje optica, warmte, gaswetten,cirkelbewegingen, onderzoek doen en elektrische stromen. Dit zal voor veel leerlingen niet al te moeilijk zijn, het is een kleine uitbreiding op de stof van de derde klas. Onderwerpen meet- en van regeltechniek het vijfde leerjaar: trillingen, geluid; modelleren met de computer; elektrische- en magnetische velden; elektromotoren, transformatoren en dynamo s; keuzeonderwerpen. In het vijfde leerjaar doe je een praktisch schoolonderzoek (half mei), dat meetelt voor het schoolexamen. Onderwerpen van het zesde leerjaar: licht als golfverschijnsel; kwantummechanica; atoomfysica en kernfysica. Scheikunde Bij scheikunde staan stoffen centraal. In de scheikunde heeft stof een andere betekenis dan het woord stof voor jou betekent. Als je nu aan stof denkt, denk je waarschijnlijk aan die leuke huishoudelijke klusjes zoals afstoffen en stofzuigen om het stof te verwijderen van de tafel, tv, vloer etc Een stof in de scheikunde heeft een hele andere betekenis. Het betekent een zuivere stof, zoals gedestilleerd water, suiker en keukenzout. Met scheikunde ga je wat dieper op de materie in en ga je een antwoord vinden op o.a. de volgende vragen: Uit welke kleine deeltjes bestaan stoffen? Waarom lossen sommige stoffen wel in elkaar op en andere stoffen niet? Waarom kunnen stoffen reageren met elkaar, waardbij er nieuwe stoffen ontstaan die andere eigenschappen hebben? (plastic wordt b.v. gemaakt uit aardolie en die twee stoffen lijken totaal niet op elkaar) Hoe komt het dat sommige vloeistoffen zuur smaken? Een belangrijk onderdeel van scheikunde is practicum doen, zodat je door je eigen waarnemingen de leerstof beter zult begrijpen. Om het vak te kiezen moet je een bepaalde mate van interesse hebben in de natuur en het leuk vinden om b.v. te snappen waarom nitroglycerine (onderdeel van dynamiet) zo gevaarlijk is, hoe een batterij precies werkt en waarom je een oplaadbare batterij wel kan opladen en een normale batterij niet. Verder moet je ook niet vies zijn van wat wiskunde, want rekenen is ook een belangrijk onderdeel van de scheikunde. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 16

Biologie De onderwerpen biologie in de bovenbouw zijn in grote lijnen dezelfde als in de onderbouw, we gaan echter veel dieper op de stof in. Zo zal in de vierde klas gedrag, celleer, erfelijkheid, DNA, voortplanting en ecologie behandeld worden. De stof in de vijfde klas omvat vooral onderwerpen over het functioneren van het menselijk lichaam, zoals bloed, ademhaling, vertering en afweer. In de zesde klas komt de stofwisseling uitgebreid aan de orde en wordt er veel herhaald. De lessen zullen bestaan uit klassikale uitleg, films, zelfstudie, groepswerk en practica. Voor een aantal van deze practica krijg je een cijfer dat meetelt voor de overgang en/of het schoolexamen, andere opdrachten moeten alleen naar behoren worden uitgevoerd. Ook korte presentaties over een biologisch onderwerp en discussie over ethische aspecten rond biologische thema s zijn aan de orde. Bij elk onderwerp vind je in de ELO een studiewijzer, waar ook hand-outs, theoretische verdieping, practica en oefenvragen aangeboden worden. We maken gebruik van de nieuwste druk van Nectar met antwoordenboekjes en je bent zelf verantwoordelijk voor het nakijken en corrigeren van vragen en opdrachten. Ook leerlingen met profiel CM of EM kunnen biologie kiezen. Sommige (scheikundige) onderwerpen zullen dan wel wat moeilijker zijn. Kunst Beeldend Als vervolg op de kunstvakken tekenen en handenarbeid kun je in de bovenbouw als keuzevak Kunst Beeldend kiezen. Dit vak bestaat voor de helft uit praktijklessen en de andere helft is theorie. Elk leerjaar krijg je dit vak drie uur. In de zesde klas krijg je meer theorieles dan praktijkles, in de vierde en vijfde meer praktijkles dan theorieles. De praktijk wordt door de theorie ondersteund. Een goed voorbeeld is het eerste onderwerp in de vierde klas: Kleur en de Impressionisten. Je gaat in de praktijkles (twee uur per week) schilderen zoals de Impressionisten, fotograferen buiten en boetseren als de beeldhouwer Rodin. Je maakt een poster over een kunstenaar uit die tijd. In de theorieles (één uur per week) leer je niet alleen over de kunstgeschiedenis van de 19 de eeuw, maar ook over de geschiedenis van de fotografie, die in die tijd werd uitgevonden. Je krijgt iets te horen over de wereldtentoonstellingen, maar ook informatie over kleurtheorie uit de 19 de eeuw. Gedurende de drie jaar gebruiken we twee boeken, een kunstgeschiedenisboek en een cultuurgeschiedenisboek. Dit laatste boek gaat over de cultuur van bepaalde perioden en dan vooral wat er nieuw werd ontdekt of belangrijk was in zo n periode. In de 19 de eeuw is dat bijvoorbeeld het Romantisch Ballet en de grote opera s. Samen met de leerlingen muziek, die hetzelfde boek gebruiken gaan we ook op excursie naar het muziektheater voor opera of ballet, een tentoonstelling of het concertgebouw. Meestal hoort daar ook een workshop bij, die je voorbereidt op de avondvoorstelling. In de zesde klas doe je uiteindelijk achter de computer een CD Rom examen voor de theorie en in de vijfde en zesde maak je praktijkwerkstukken voor het schoolexamencijfer. Uiteindelijk geeft dit vak een groter inzicht op het gebied van alle kunsten, dus niet alleen de beeldende kunsten. Kom de boeken eens bekijken en vraag meer over dit vak aan mevrouw Huizenga of meneer Gijsbers. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 17

Kunst Muziek Voorkennis is niet vereist, enige kennis van het notenschrift strekt wel tot aanbeveling. In het vak komen zowel praktijkaspecten als theoretische aspecten aan de orde: Praktijk: vocaal en of instrumentaal musiceren; tweemaal per jaar een presentatie tijdens de culturele avond; solfège/gehoortraining; stemvorming. Theorie: kennis van algemene muziekleer waaronder begrippen en grondbeginselen van de muzieknotatie; kennis van de muziekgeschiedenis van de middeleeuwen tot heden; het kunnen determineren van een groot aantal verschillende muziekstijlen; het eigen maken van algemene cultuurhistorische kennis (Kunst Algemeen); het centrale examen in klas 6. Het deel Kunst Algemeen is het zelfde als bij het vak Kunst Beeldend. Filosofie Filosofie biedt je de mogelijkheid te oefenen in het helder benaderen van complexe vraagstukken. In de lessen worden filosofische vaardigheden gekoppeld aan kennisinhoud: een combinatie die van groot belang is voor je zelfontplooiing. Filosofie is een vak waarbij je leert nadenken over verantwoordelijkheid en vrijheid van het individu in de samenleving. Er wordt gereflecteerd over de moraal, over rechten, over plichten. Maar ook over de vraag hoe een rechtvaardige samenleving eruit zou moeten zien. Lesvormen als het filosofisch debat, het socratische gesprek, de retorische oefening of het schrijven van een essay bieden je de kans je te ontwikkelen in dialoog met je leeftijdsgenoten en denkers uit heden en verleden. Filosofie biedt de gelegenheid tot het voeren van discussies over achterliggende gedachten, vooronderstellingen, normen en waarden. Een dergelijke insteek kan het veelal economisch gerichte en schrale publieke debat een aanzienlijke verbreding en verdieping geven, mede omdat het kennis van de bronnen van de cultuur vooronderstelt. Kiezen van een profiel in klas 3 Blz. 18