Handleiding Sovon broedvogelonderzoek PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek
1 BMP Handleidingen 2011 en 2016: wat is er veranderd? In dit document zetten we de verschillen tussen de BMP-broedvogelhandleidingen van 2011 en 2016 op een rij. Er zijn veranderingen gerealiseerd in: 1. Opzet Handleiding(en) 2. Overzicht te tellen soorten per BMP-onderdeel 3. Interpretatiecriteria 1. Opzet Handleiding De in 2011 verschenen Handleiding SOVON Broedvogelonderzoek richtte zich op het Broedvogel Monitoring Project (BMP), Kolonievogels en losse meldingen van zeldzame soorten en behandelde zowel de werkwijze in het veld als de handmatige interpretatie en de opslag van de verzamelde gegevens. 2011 was tevens het jaar dat het autoclusterprogramma voor computermatige uitwerking van de verzamelde BMP-gegevens beschikbaar kwam. Handmatige uitwerking van de BMP-gegevens was echter nog de standaard. Inmiddels is dat anders: meer dan 80% van de vrijwillige BMP ers maakt gebruik van autoclustering. Met het beschikbaar komen van digitale veldinvoer voor BMP in 2015 en 2016 is een volgende stap gezet. De wijzigingen in de hulpmiddelen die de BMPteller ter beschikking staan leiden ertoe dat handmatige uitwerking van de telgegevens niet meer de standaard is. Daarom is de uitgebreide uitleg over handmatige interpretatie van BMP-telgegevens uit de Handleiding BMP gehaald. Voor de werkwijze bij het autoclusteren en digitale veldinvoer waren al separate handleidingen verschenen. Besloten is om van de nieuwe Handleiding BMP een romphandleiding te maken. Wie de romphandleiding gelezen heeft, kan een BMPtelling uitvoeren. Meer verdieping over specifieke onderwerpen is te vinden in aparte, niet in de romphandleiding opgenomen deelhandleidingen. Er zijn vijf van dergelijke deelhandleidingen beschikbaar: 1. Handleiding Autocluster sovon.nl/autoclusterhandleiding 2. Handmatige registratie en interpretatie van BMP-resultaten sovon.nl/bmp-handmatig 3. Verschillen met vorige handleiding sovon.nl/ verschillen-broedvogelhandleiding 4. Handleiding Avimap sovon.nl/avimap-handleiding 5. Tellen van grote meeuwenkolonies sovon.nl/ grote-meeuwenkolonies Deze documenten zijn als pdf beschikbaar op de Sovon-website. Pdf 2, handmatige registratie en interpretatie van BMP-resultaten, bevat een complete tabel met de interpretatiecriteria van BMP-broedvogelsoorten. Bij handmatig uitwerken van de veldgegevens is deze tabel onmisbaar. 2. Overzicht te tellen soorten per BMPonderdeel Binnen het BMP onderscheiden we een aantal onderdelen, elk met een eigen soortenlijst. Hieronder geven we per BMP-type eventuele veranderingen in de soortenlijst aan. BMP A Alle soorten Geen verandering BMP B Bijzondere soorten Binnen het BMP-B verandert het een en ander bij in totaal 36 soorten. De lijst met 30 Facultatieve soorten verdwijnt; 28 ervan worden nu reguliere BMP-B soorten. De meeste BMP-B-tellers namen het gros van de facultatieve soorten al mee. Voor hen verandert er dus niet zo veel. Twee soorten van de oude facultatieve lijst, te weten Gierzwaluw en Groenling, hoeven niet meer geteld te worden. Vijf soorten die tot nu toe alleen via BMP-A gevolgd werden, zijn aan het BMP-B toegevoegd. Het gaat om Koekoek, Matkop, Kuifmees, Zwarte Mees en Ringmus. Eén tot nu toe verplichte BMP-B soort, te weten de Turkse Tortel, hoeft niet meer geteld te worden. Een overzicht van de veranderingen in de BMP B-soortenlijst is te vinden in tabel 1. Voor een goed beeld van de huidige BMP-B soortenlijst is het overzicht van soorten die niet (meer) geteld hoeven worden erg handig. Dit overzicht staat in de romphandleiding (Tabel 3 op pagina 10).
2 Tabel 1. Overzicht wijzigingen in het BMP-B. x= tellen verplicht, F= tellen facultatief, K=Kolonievogelproject, _ =soort hoeft niet geteld Soort BMP_B BMP_B soort BMP_B BMP_B oud nieuw oud nieuw Fuut F x Graspieper F x Soepgans F x Gele Kwikstaart F x Kuifeend F x Gekraagde Roodstaart F x Scholekster F x Grote Lijster F x Kievit F x Rietzanger F x Houtsnip F x Spotvogel F x Grutto F x Braamsluiper F x Tureluur F x Grasmus F x Turkse Tortel x _ Bonte Vliegenvanger F x Zomertortel F x Glanskop F x Koekoek _ x Matkop _ x Kerkuil F x Kuifmees _ x Steenuil F x Zwarte Mees _ x Bosuil F x Boomklever F x Ransuil F x Ringmus _ x Gierzwaluw F _ Groenling F _ Veldleeuwerik F x Kneu F x Boompieper F x Goudvink F x Waarom deze veranderingen? De facultatieve soortenlijst leidde tot verwarring onder de tellers. Veel tellers losten dit op door alle facultatieve soorten mee te tellen. Voor veel facultatieve soorten geldt dat opname in het BMP-B noodzakelijk is om betrouwbare trends te kunnen genereren. Hetzelfde geldt voor de nieuw in BMP-B opgenomen soorten (Koekoek, Matkop, Kuifmees, Zwarte Mees & Ringmus). Binnen het BMP-A komen te weinig meldingen binnen van deze in aantal afnemende soorten. Ook voor deze soorten geldt dat veel BMP-B tellers ze al meetelden. Turkse Tortel en Gierzwaluw worden goed gevolgd in het MUS-project in urbaan gebied. Daarom volstaat opname in BMP-A binnen het BMP. Voor de Groenling volstaat het BMP-A om betrouwbare trends te genereren. De nieuwe BMP-B soortenlijst sluit beter aan op de op de soortenlijsten die gehanteerd worden bij de evaluatie van broedvogelwaarden in het natuurbeheer (SNL) en het agrarisch natuurbeheer (ANLb). BMP-Z Zeldzame soorten De mogelijkheid om te kiezen voor een telling van alle, dan wel een selectie van Z-soorten blijft bestaan. In de volledige lijst van Z-soorten verandert wel wat. De categorie facultatief, waarop 23 soorten stonden, verdwijnt. 11 van deze 23 soorten worden opgenomen in de vaste Z-soortenlijst. De overige 12 facultatieve soorten hebben geen Z-status meer. Twee soorten, te weten Kleineen Grote Zilverreiger broeden in Nederland vrijwel altijd koloniegewijs en worden opgenomen in het Kolonievogel-project. Eén soort, te weten de Zomertortel, is dermate zeldzaam geworden dat opname op de Z-lijst gerechtvaardigd is. Waarom deze veranderingen? De facultatieve soortenlijst leidde tot verwarring onder de tellers. Het in de Handleiding van 2011 gepresenteerde onderscheid tussen landsdekkend/steekproef zeldzaam/steekproef schaars/ hoge prioriteit werd slechts door enkele tellers opgepakt. Daarom zijn deze categorieën afgeschaft. Voormalige facultatieve Z-soorten waarvan te weinig data binnenkomen via de andere BMP-onderdelen en/of die van belang zijn als doelsoorten in veel Natura2000-gebieden zijn
3 Tabel 2. Overzicht wijzigingen in het BMP-Z. x= tellen verplicht, F= tellen facultatief, _ =soort hoeft niet geteld Soort BMP_Z BMP_Z soort BMP_Z BMP_Z oud nieuw oud nieuw Dodaars F x Zwarte Specht F x Kleine Zilverreiger x K Boomleeuwerik F x Grote Zilverreiger x K Boerenzwaluw F _ Wespendief F x Blauwborst F x Boomvalk F x Zwarte Roodstaart F _ Patrijs F _ Gekraagde Roodstaart F _ Kwartel F _ Roodborsttapuit F x Watersnip F x Snor F x Houtsnip F x Rietzanger F x Zomertortel _ x Fluiter F _ Bosuil F _ Vuurgoudhaan F _ Ransuil F _ Wielewaal F _ Groene Specht F _ Kleine Barmsijs F opgenomen op de nieuwe Z-lijst. De facultatieve soorten die niet aan tenminste één van deze categorieën voldeden zijn van de Z-lijst gehaald. De opname van de Zomertortel en de overplaatsing van Kleine- en Grote Zilverreiger wordt hierboven besproken. BMP W Weide- en akkervogels Geen veranderingen aan de soortenlijst. BMP R Roofvogels Geen verandering K Kolonievogels Er zijn twee soorten toegevoegd aan de Kolonievogels, te weten Kleine Zilverreiger en Grote Zilverreiger. Daarmee komt het totaal aantal K-soorten op 19. Keuze BMP-onderdeel Alle in de Handleiding van 2011 opgenomen BMP-onderdelen blijven bestaan. Toch verandert er iets. Wie een BMP-telling in agrarisch gebied start, bevelen we aan om voor BMP-B te kiezen, en niet voor BMP-W. Dit omdat het bredere soortenspectrum van BMP-B de typische soorten van meer besloten agrarisch gebied in heggen, op ervan e.d. beter dekt. We willen graag meer grip krijgen op de aantalsontwikkeling van deze soorten, en daarvoor is een goede teldekking nodig. 3. Interpretatiecriteria Kenmerkend voor de BMP-aanpak is dat alle relevante waarnemingen geclusterd worden op basis van een vaste set criteria. Daarbij spelen broedcodes, datumgrenzen en fusieafstanden een cruciale rol. Tijdens eerdere updates van de BMP-handleiding zijn op basis van voortschrijdend inzicht en veranderingen in timing van broedvogels ten gevolge van de klimaatverandering kleine aanpassingen aan de datumgrenzen en fusieafstanden gerealiseerd. Ook ditmaal worden ten opzichte van de Handleiding uit 2011 enkele aanpassingen aangebracht. Tabel 3 geeft een overzicht van deze veranderingen, verdeeld over in totaal 41 soorten broedvogels. Het gaat om aanpassingen van de datumgrenzen (18 soorten), de fusieafstand (5 soorten) en het aantal benodigde waarnemingen en/of het type geldige waarneming (29 soorten). Effect veranderingen De wijziging in interpretatiecriteria kán gevolgen hebben voor het aantal vastgestelde territoria/ paren, en daarmee voor de vastgestelde trends. Naar verwachting zal dit effect gering zijn, zodat geen trendbreuk ontstaat. We zullen dit echter nauwgezet onderzoeken, waarbij het feit dat de meeste tellers tegenwoordig hun gegevens digitaal via autoclustering aanleveren van groot voordeel is.
4 Tabel 3. Overzicht wijzigingen in interpretatiecriteria per vogelsoort. Alleen gewijzigde criteria zijn weergegeven. Afkortingen bij geldige waarnemingen: P=volwassen individu in broedbiotoop, P=paar in broedbiotoop, T=territoriumindicerend, N=nestindicerend, Nt=nestentelling. Bij minimaal vereiste aantal waarnemingen: 1 getal=tussen datumgrenzen, 2 getallen: getal tussen haakjes=tussen datumgrenzen. soort datumgrens oud datumgrens nieuw fusieafstand geldige waarneming minimaal vereist begin- eind- begin- einddatum datum datum datum oud nieuw oud nieuw oud nieuw Kleine Zilverreiger P/T/N/Nt T/N/Nt Grote Zilverreiger P/T/N/Nt T/N/Nt Purperreiger P/T/N/ T/N/ 1 2 Lepelaar 15-mei 15-jun 10-mei 15-jun P/T/N/ T/N/ Grauwe Gans 2500 1000 Nijlgans 2500 1000 Krakeend V/P 2(1) 2 idem T/N 2(1) 2(1) Krooneend 30-apr 15-jun 20-mrt 15-jun Bruine Kiekendief P 3(2) 3(2) Havik P 3(2) 3(2) Sperwer 10-apr 15-jul 1-apr 15-jul V V 3(2) 3(2) idem P/T/N 3(2) 2 Buizerd P 3(2) 3(2) Torenvalk P 3(2) 3(2) Boomvalk V/P 3(2) 3(2) Porseleinhoen 30-apr 15-jul 20-apr 15-jul Kluut 30-apr 15-jun 5-mei 25-mei 2(1) 1 Kemphaan V( )/N 1 2 Watersnip 15-mei 30-jun V/P 1 2 idem 20-apr 30-jun T/N 1 1 Kokmeeuw P/T/N T/N Stormmeeuw P/T/N T/N Kleine Mantelmeeuw P/T/N T/N Zilvermeeuw P/T/N T/N Grote Stern P/T/N T/N Dougalls Stern P/T/N T/N Visdief P/T/N T/N Noordse Stern P/T/N T/N Dwergstern P/T/N T/N Zwarte Stern P/T/N T/N Steenuil 15-feb 15-apr 15-feb 15-mei IJsvogel 1-apr 15-mei 20-mrt 15-mei 2000 1000 V/P 2(1) 2 idem 1-apr 15-mei 20-mrt 15-mei 2000 1000 T/N 2(1) 2(1) Draaihals 15-mei 31-jul 15-mei 1-jul V/P idem 30-apr 31-jul 20-apr 1-jul T/N 1 1 Zwarte Specht 15-mrt 20-jun 1-mrt 20-jun 600 1000 V/P/T/N Middelste Bonte Specht 15-apr 20-jun 1-apr 1-jun V idem 1-mrt 20-jun 20-feb 10-jun P/T/N Boerenzwaluw 20-mei 30-jun 15-mei 30-jun V/P/T/N Roodborsttapuit 5-apr 15-jul 5-apr 1-jul 200 300 V/P 1 2 idem 15-mrt 15-jul 15-mrt 1-jul 200 300 T/N 1 1 Sprinkhaanzanger 30-apr 20-jul 25-apr 15-jul Snor 30-apr 10-jul 25-apr 15-jul Rietzanger 25-apr 10-jul 20-apr 10-jul Braamsluiper 30-apr 30-jun 25-apr 30-jun Vuurgoudhaan 30-apr 30-jun 20-apr 30-jun Kortsnavelboomkruiper 1-mrt 30-jun 20-feb 20-jun V/P 2 2 idem 1-mrt 30-jun 20-feb 20-jun T/N 2 1