Zondag 31 maart 2019 Welkom in De Regenboog!
Voorganger: ds. Liesbeth Jansen-Gort Ouderling van dienst: Jan Scholten Organist: Jan Ebeltjes Lector: Jeroen Mensink Liturgisch bloemstuk
Liturgisch bloemstuk Wij bidden om een nieuw begin, een nieuw begin van leven. God, stuur ons toch uw wereld in om liefde door te geven. Verheug u om de thuiskomst van de ene zoon en samen zoeken naar een nieuw begin Zingen: Lied 287: 1, 2, 5
Liturgisch bloemstuk Wij bidden om een nieuw begin, een nieuw begin van leven. God, stuur ons toch uw wereld in om liefde door te geven. Verheug u om de thuiskomst van de ene zoon en samen zoeken naar een nieuw begin Zingen: Lied 287: 1, 2, 5
Zingen Lied 287: 1, 2 2n 5 1 Rond het licht dat leven doet groeten wij elkaar met vrede; wie in voor- of tegenspoed zegen zoekt, mag binnentreden, bij de Heer zijn wij hier thuis, kind aan huis. Vers 2
2 Rond het boek van zijn verbond noemen wij elkaar bij name, roepen wij met hart en mond levenswoorden: ja en amen als de kerk van liefde leest is het feest! Vers 5
5 Rond het licht dat leven doet groeten wij elkaar met vrede. Paaslicht straal ons tegemoet, zegen wie uw liefde delen, licht dat dit geheim behoedt: God is goed. Welkom en mededelingen
Welkom en mededelingen Zingen: Lied 121: 1, 2
Zingen: Lied 121: 1 en 2 1 Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen aan, waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van mijn Here, die dit alles heeft geschapen. Mijn herder zal niet slapen. Vers 2
2 Uw wankele voeten zet Hij vast, als gij geen uitkomst ziet: uw wachter sluimert niet! Zijn oog wordt door geen slaap verrast, Hij wil, als steeds voor dezen, Israëls wachter wezen. Bemoediging en groet
Bemoediging en groet Zingen: Lied 121: 3, 4
Zingen: Lied 121: 3 en 4 3 De Heer brengt al uw heil tot stand, des daags en in de nacht houdt Hij voor u de wacht. Uw schaduw aan uw rechterhand: de zon zal u niet schaden, de maan doet niets ten kwade. Vers 4
4 De Heer zal u steeds gadeslaan, Hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt. Hij zal uw komen en uw gaan, wat u mag wedervaren, in eeuwigheid bewaren. Gebed
Gebed Zingen: Lied 885: 1, 2
Zingen: Lied 885: 1 en 2 1 Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde, die Gij steeds waart; dat bewijst Gij ook nu. Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. Vers 2
2 Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt; kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. Gebed voor de Schriftlezing
Gebed voor de Schriftlezing Project Een nieuw begin
Projectlied
Couplet 4
Refrein
Kinderen naar nevendienst
Schriftlezing: Psalm 34
Schriftlezing: Psalm 34 1 Van David, toen hij zich aan het hof van Abimelech als een krankzinnige voordeed en pas wegging toen deze hem verjoeg. 2 De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag, mijn mond is altijd vol van zijn lof. 3 Laat mijn leven een loflied zijn voor de HEER, de nederigen zullen het met vreugde horen. Vervolg
4 Roem met mij de grootheid van de HEER, sluit u aan om zijn naam te verheffen. 5 Ik zocht de HEER en hij gaf antwoord, hij heeft mij van alle angst bevrijd. 6 Wie naar hem opzien, stralen van vreugde, schaamte zal hun gezicht niet kleuren. 7 In mijn verdrukking riep ik tot de HEER, hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered. 8 De engel van de HEER waakt over wie hem vrezen, en bevrijdt hen. Vervolg
9 Proef, en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij hem schuilt. 10 Vromen, heb ontzag voor de HEER: wie hem vreest lijdt geen gebrek. 11 Jonge leeuwen lopen hongerig rond, wie de HEER zoekt, ontbreekt het aan niets. 12 Kom, kinderen, luister naar mij, ik leer je ontzag voor de HEER. 13 Hebben jullie het leven lief, wil je goede jaren genieten? Vervolg
14 Behoed dan je tong voor het kwaad, je lippen voor woorden van bedrog. 15 Mijd het kwade, doe wat goed is, streef naar vrede, jaag die na. 16 Het oog van de HEER rust op de rechtvaardigen, zijn oor luistert naar hun hulpgeroep. 17 Toornig ziet de HEER wie kwaad doen aan, hij wist hun namen op aarde uit. Vervolg
18 De HEER hoort de kreten van de rechtvaardigen, hij bevrijdt hen uit de nood, 19 gebroken mensen is de HEER nabij, hij redt wie zwaar wordt getroffen. 20 Al blijft de rechtvaardige niets bespaard, de HEER zal hem steeds weer bevrijden. 21 Hij waakt zelfs over zijn beenderen, niet één ervan wordt verbrijzeld. 22 Een slecht mens komt om door eigen kwaad, wie een rechtvaardige haat zal boeten, Vervolg
23 de HEER redt het leven van zijn dienaren, nooit zal boeten wie schuilt bij hem. Zingen: Gezang 44: 1, 2
Zingen: Gezang 44: 1 en 2 1 Dankt, dankt nu allen God met hart en mond en handen, die grote dingen doet hier en in alle landen, die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot, zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood. Vers 2
2 Die eeuwig rijke God moge ons reeds in dit leven een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven. Die uit genade ons behoudt te allen tijd, is hier en overal een helper die bevrijdt. Schriftlezing: Lukas 15: 11-32
Schriftlezing: Lukas 15: 11-32 11 Vervolgens zei hij: Iemand had twee zonen. 12 De jongste van hen zei tegen zijn vader: Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb. De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. 13 Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14 Toen hij alles had uitgegeven, Vervolg
werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. 15 Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16 Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. 17 Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18 Ik zal naar Vervolg
mijn vader gaan en tegen hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, 19 ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners. 20 Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. 21 Vader, zei zijn zoon tegen hem, ik heb gezondigd Vervolg
tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden. 22 Maar de vader zei tegen zijn knechten: Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. 23 Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24 want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden. En ze begonnen feest te vieren. Vervolg
25 De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. 26 Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. 27 De knecht zei tegen hem: Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen. 28 Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en Vervolg
trachtte hem te bedaren. 29 Hij zei tegen zijn vader: Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30 Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht. 31 Zijn vader zei tegen hem: Mijn jongen, jij bent altijd bij me, Vervolg
en alles wat van mij is, is van jou. 32 Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden. Zingen: Gezang 470: 1, 2, 3, 4
Zingen: Gezang 470: 1, 2, 3 en 4 1 Wat vlied' of bezwijk', getrouw is mijn God, Hij blijft aan mijn zij in 't wisselend lot; moog 't hart soms ook beven in 't heetst van de strijd, zijn liefd' en ontferming vertroosten altijd. Vers 2
2 Verleid door het kwaad dat steeds mij belaagt, gevallen in schuld, door wroeging geplaagd, vertrouw ik slechts Hem, die mij leidt door zijn Geest, mijn zonden vergeeft en mijn smarten geneest. Vers 3
3 Als God mij vertroost, is 't kruis niet te zwaar, dan ken ik geen vrees in 't bangste gevaar, dan win ik al strijdend vertrouwen en kracht en zing ik mijn psalmen in duistere nacht. Vers 4
4 Ik roem in mijn God, ik juich in zijn trouw, de rots mijner ziel, waar 'k eeuwig op bouw. Ik zal Hem nog prijzen in 't uur van mijn dood, dan rijst nog mijn loflied: zijn goedheid is groot! Verkondiging
Verkondiging Orgelspel
Orgelspel Zingen: Lied 939: 1, 2
Zingen: Lied 939: 1, 2
Vervolg
Vers 2
Vervolg
Kinderen komen terug
Pastorale mededelingen
Pastorale mededelingen Zingen: Lied 939: 1, 2
Vervolg
Dankgebed en Voorbeden
Dankgebed en Voorbeden Inzameling van de gaven
Inzameling van de gaven 1 e collecte: Diaconie 2 e collecte: Kerkenwerk Bij de uitgang: Afdracht landelijke kerk Zingen: Joh. De Heer 256: 1, 2, 4
Zingen: Joh. De Heer 256: 1, 2 en 4 Als op 's zee de stormwind om u loeit, als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit, tel uw zegeningen, tel ze één voor één, en ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen. Tel uw zegeningen, tel ze één voor één, Tel ze allen en vergeet er geen. Tel ze, tel ze alle noem ze één voor één, en ge ziet Gods liefde dan door alles heen. Vers 2
2 Drukken 's levens zorgen u soms zwaar ter neer, schijnt het kruis te zwaar u, zeg het aan de Heer. Tel uw zegeningen, wil op Jezus zien, dan zal 't harte zingen en de zorgen vliên. Tel uw zegeningen, tel ze één voor één, Tel ze allen en vergeet er geen. Tel ze, tel ze alle noem ze één voor één, en ge ziet Gods liefde dan door alles heen. Vers 4
4 Zo in alle moeiten, zorgen zonder tal, wees toch nooit ontmoedigd, God is overal. Tel uw zegeningen, eng'len luist'ren toe, troost en hulp schenkt Hij u, volg dan blij te moe. Tel uw zegeningen, tel ze één voor één, Tel ze allen en vergeet er geen. Tel ze, tel ze alle noem ze één voor één, en ge ziet Gods liefde dan door alles heen. Zegen
Zegen Gezongen amen
Gezang 456: 3 Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer!
Na de dienst is er in Het Spectrum gelegenheid elkaar te ontmoeten om na te praten over de dienst onder het genot van een kopje koffie of thee.