7,2. Praktische-opdracht door een scholier 5937 woorden 14 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1: Wat is astma?

Vergelijkbare documenten
Praktische opdracht ANW Astma

COPD en longproblematiek. Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning

Wat is allergie? Wat is hooikoorts?

Spreekbeurt Nederlands Cara

6.7. Boekverslag door W woorden 12 oktober keer beoordeeld. Wat is astma?

Allergie. Allergische rhinitis: een loopneus of verstopte neus

Allergie. Wat is luchtwegallergie? Wat is hooikoorts? Wat zijn de belangrijkste allergenen? Figuur 1. De huisstofmijt

Wat is COPD? 1 van

Allergie (allergische rhinitis)

12. Welke medicijnen schrijft uw arts voor? Tot Slot... 13

NL/SPI ASTMA Wat is

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden

Astma / COPD-dienst Geldrop

De longverpleegkundige

Allergie. Afdeling KNO

Allergie voor huisdieren

Allergie. Wat is hooikoorts? Wat is allergie? Wat gebeurt er bij een allergieaanval? Hoe werkt de neus?

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN

Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen

Antwoordvel Longquiz. Dat geldt zowel iedereen (ongeachte je gezondheid of conditie voor je met oefenen begon)

Werkstuk door een scholier 1892 woorden 18 december keer beoordeeld. Verzorging

Allergieën ontstaan meestal op kinderleeftijd en in de puberteit. Na het 45 ste levensjaar nemen de klachten door allergie geleidelijk af.

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN

Dierenallergie. Sophia Kinderziekenhuis

*Voordat ik verder ga over de vernauwing van de luchtwegen ga ik eerst in het kort laten zien hoe de lucht in de longblaasjes terechtkomt.

Wat is astma? Longgeneeskunde

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Immunotherapie bij hooikoorts en allergie voor huisstofmijt

Samenvatting Biologie Thema 3 Verbranding en ademhaling

Astma/COPD Dienst Geldrop

Allergie. KNO-heelkunde. Oorzaken en behandeling van een overgevoeligheidsreactie. Inleiding

U bent bij de KNO-arts geweest met allergieklachten. Deze folder heeft tot doel u informatie te geven over allergie en daarbij behorende klachten.

Patiëntenvoorlichting Huisdierallergie

Verbranding bij een kaars: kaarsvet + zuurstof --> water+ koolstofdioxide (+ energie)

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof

Astma / COPD-dienst Geldrop

Benauwdheid bij kinderen jonger dan 6 jaar

Immunotherapie bij hooikoorts en allergie voor huisstofmijt

Allergische reactie van de neus

Wat is allergie? Wat is hooikoorts? Wat zijn de belangrijkste allergenen?

De longverpleegkundige

luchtwegproblemen kinderen

Wat is een allergie? Afweersysteem

PATIËNTEN INFORMATIE. Huisdierallergie

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld

Allergie. Afdeling KNO

Scriptie Biologie Cara

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets

Astma. Individueel actie- en medicatieplan

Hooikoorts. Sophia Kinderziekenhuis

Informatie over. Hooikoorts. en andere allergische reacties

KNO. Niezen, loopneus en jeukende ogen

Astmatische klachten bij kinderen jonger dan 6 jaar

Samenvatting SAMENVATTING

Hooikoorts en andere allergische reacties. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Benauwdheid bij kinderen

Nederlandse samenvatting

Longziekten. Behandeling van COPD / COPD pad. Afdeling: Onderwerp:

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

5,2. bs.1 Verbranding. bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht. Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november keer beoordeeld

Astma: de laatste ontwikkelingen S.R.J. VAN OORD LONGARTS - LANGELAND ZIEKENHUIS

Afdeling Longgeneeskunde. Informatie over astma

Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Benauwdheid en piepen bij kinderen jonger dan 6 jaar

Allergie. Keel-, neus- en oorheelkunde. Afspraak

Inhaleren moet je leren Droog oefenen Geneesmiddelen op maat

HOOIKOORTS EN ALLERGIE

6.6. Klachten bij kinderen. Boekverslag door L woorden 21 februari keer beoordeeld

Benauwdheid bij kinderen jonger dan 6 jaar

LONGGENEESKUNDE. De longverpleegkundige astma en COPD

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Allergie en allergieonderzoek

Uw huis saneren Allergische prikkels Niet-allergische prikkels Saneren

Immunotherapie. Behandeling van allergische klachten van de luchtwegen

FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

Wat is astma eigenlijk?

In deze folder informeren wij u over wat peuterastma inhoudt en welke behandelingsmethoden er zijn.

Hooikoorts en allergie

03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie

Astma bij jongeren. Mijn actie- & medicatieplan

Vragenlijst over arbeidsgerelateerde luchtwegklachten.

1. cilindrische bronchiëctasieën (de mildste vorm) : de bronchiën zijn vergroot en cilindrisch (zie plaatje 2).

In deze folder informeren wij u over wat astma inhoudt en welke behandelingsmethoden er zijn.

In de verschillende paragrafen van deze brochure komen de volgende onderwerpen aan bod:

Allergie. A27/ Allergie bij kinderen

Huisdierenallergie. Nederlandse Vereniging voor Allergologie, November 2011

Huisstofmijtenallergie. Sophia Kinderziekenhuis

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling

Centrumlocatie. Huisdierenallergie. Afdeling Allergologie

Onderzoek naar koemelkallergie

Voedselallergie en voedselintolerantie

Werkstuk Zorg en welzijn Astma

Inleiding Symptomen Werking van de neus

Dermatologie. Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie

BSL_LEVEN MET ASTMA BIJ KINDEREN:148 x ISBN :20 Pagina. 1.1 Ziektebeeld, oorzaken, symptomen, anamnese

Interne Geneeskunde Allergologie. Urticaria / Angio-oedeem

Transcriptie:

Praktische-opdracht door een scholier 5937 woorden 14 juni 2004 7,2 76 keer beoordeeld Vak Biologie Hoofdstuk 1: Wat is astma? Wereldwijd hebben naar ruwe schatting meer dan 100 miljoen mensen astma. Ongeveer een op de tien Nederlanders heeft luchtwegklachten. Dat zijn 1,6 miljoen mensen. Daarvan zijn er 300.000 die daardoor ernstige beperkingen heeft. In dit hoofdstuk zullen we de vraag beantwoorden: wat is astma? Astma is een chronische luchtwegaandoening, en heet voluit asthma bronchiale. Astma is Grieks voor benauwdheid, hijgen. Bij astma is er sprake van een vernauwing van de luchtwegen. Deze vernauwing komt tot stand doordat de spiertjes in de luchtwegwanden meer aangespannen zijn, en doordat het slijmvlies in de luchtwegen geprikkeld en ontstoken is (het is roder en gezwollen). Ook de aanwezigheid van veel slijm kan de doorgang van de luchtwegen belemmeren. De ernst van de vernauwing kan zeer wisselend zijn, spontaan verbeteren of verbeteren door behandeling met medicijnen. Een ander karakteristiek kenmerk van astma is de verhoogde prikkelbaarheid van de luchtwegen (ook wel bronchiale hyperactiviteit genoemd). Astma, chronische bronchitis en longemfyseem worden samen aangeduid met de verzamelnaam CARA. Dit is de afkorting voor Chronische Aspecifieke Respiratoire Aandoeningen. De naam CARA is echter langzaam aan het verdwijnen, omdat deze verzamelnaam in andere landen niet wordt gebruikt. Bovendien bestaan er grote verschillen tussen astma enerzijds en chronische bronchitis en longemfyseem anderzijds. Astma komt regelmatig voor in combinatie met bronchitis of longemfyseem. Tegenwoordig worden chronische bronchitis en longemfyseem samengevat met de term COPD (de Engelse afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease). Hoofdstuk 2: Wat is de bouw en functie van de ademhalingsorganen? De zuurstof in de lucht is voor mensen van levensbelang. Mensen kunnen, als dat nodig is, enkele weken zonder eten. Zonder drinken kunnen we enkele dagen. Enkele minuten zonder lucht echter betekent de dood. Uit de lucht om ons heen nemen we zuurstof op. Door in te ademen komt zuurstofrijke lucht in de longen. In de longen wordt de zuurstof opgenomen in het lichaam; bij het uitademen verdwijnt de dan zuurstofarme lucht uit ons lichaam. De longen zijn de plaats in ons lichaam waar de opname van zuurstof plaatsvindt. Om goed te begrijpen https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 1 van 14

hoe benauwdheid, kortademigheid, hoesten en slijm opgeven wordt veroorzaakt, is het belangrijk goed te begrijpen wat de longen zijn en wat er in de longen gebeurt. De aan- en afvoer van lucht vindt dan ook plaats door de luchtwegen. Dat begint bij de mond, de neus en de keel; de zogenaamde hogere luchtwegen. Het slijmvlies dat de binnenkant van deze luchtwegen bekleedt, zorgt ervoor dat de lucht al voor een deel bevochtigd wordt en dat kleine zwevende stofdeeltjes neerslaan. Vooral de neus heeft hierbij een belangrijke taak. Is de lucht eenmaal de hogere luchtwegen gepasseerd, dan gaat zij naar de lagere luchtwegen: langs de stembanden, door de luchtpijp en vervolgens door een zich snel vertakkend systeem van luchtpijpjes, de bronchiën, waarna uiteindelijk de longblaasjes bereikt wordt. De luchtwegen dienen vooral voor de adequate aanvoer van schone, bevochtigde verse lucht met voldoende zuurstof en voldoende afvoer van uitademingslucht waardoor het koolzuur het lichaam kan verlaten. Per 24 uur passeert er zo'n 10.000 tot 20.000 liter lucht door de luchtwegen. Om de luchtpijp en de bronchiën zitten ringen van kraakbeen, die op korte afstand van elkaar liggen. Deze ringen voorkomen dat de luchtwegen bij de adembewegingen worden samengedrukt. Onder de ringen liggen spiertjes die de doorsnede van de kleinere luchtwegen sterk kunnen laten variëren. Deze spiertjes kunnen samentrekken na prikkeling door bijvoorbeeld kou en rook. Doorsnede van de luchtwegen: a. Grote luchtpijp (trachea) b. Luchtpijptakken met kraakbeen c. Kleinere luchtpijptakken zonder kraakbeen d. Longblaasjes. De binnenkant van de luchtwegen is bekleed met slijmvlies, het epitheel. Dit slijmvlies bestaat uit steuncellen met trilharen en cellen die slijm produceren. Het epitheel heeft een belangrijke barrièrefunctie: het houdt schadelijke stofdeeltjes, bacteriën en virussen tegen. Door de werking van de trilharen worden deze stoffen weer naar de keel getransporteerd, waar ze als sputum kunnen worden opgehoest. In het epitheel liggen ook witte bloedcellen die samen met het dit slijmvlies van belang zijn bij de lokale afweer tegen ingeademde stofdeeltjes, virussen en bacteriën. Onder het epitheel ligt steunweefsel en daaronder lopen kleine bloedvaatjes. In de longen vindt de gasuitwisseling van zuurstof en koolzuur plaats. Zo leiden de bronchiën de ingeademde lucht naar miljoenen kleine longblaasjes. Zuurstof uit de aangevoerde lucht gaat vervolgens door de flinterdunne wand van de longblaasjes heen en wordt opgenomen in het bloed. Dat gebeurt in de haarvaatjes die in de wand van de longblaasjes liggen. Tegelijkertijd gaat het koolzuur dat het lichaam produceert vanuit het bloed in de haarvaatjes naar de longblaasjes en wordt dan uitgeademd. Het middenrif en de tussenribspieren zijn de spieren die gebruikt worden om in te ademen. Het middenrif zorgt voor ongeveer tweederde van de ademarbeid. Bij hevige kortademigheid zie je soms dat ook de schouder- en halsspieren gebruikt worden. Daarbij kan het prettig zijn om de armen op een tafel te laten rusten. Uitademen gaat grotendeels vanzelf; de buikspieren kunnen de uitademing ondersteunen. De nauwe relatie met de buitenwereld In de lagere luchtwegen en de longblaasjes vindt via het slijmvlies van de luchtwegen een intensief contact plaats tussen de buitenwereld en het bloed van de mens. De processen in dit dunne slijmvlieslaagje (met https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 2 van 14

een totale oppervlakte van ongeveer een hockeyveld) zijn de laatste jaren belangrijke onderwerpen van onderzoek geweest. Hier is immers sprake van een continu verschuivend evenwicht tussen ontsteking en ontstekingsremming, met een complexe en nauwe samenwerking tussen epitheel en witte bloedcellen. Afweer en ontsteking in de luchtwegen en longen Het epitheel komt direct in contact met de ingeademde lucht en scheidt, bijvoorbeeld na contact met virussen allerlei stoffen af, de zogenaamde ontstekingsfactoren. Deze factoren zijn in staat om een hele reeks van ontstekingsprocessen te starten. Witte bloedcellen worden door deze ontstekingsfactoren aangetrokken en geactiveerd. Sommige van die witte bloedcellen kunnen bacteriën, virussen en vreemde deeltjes opnemen en elimineren. Andere hebben vooral een belangrijke regulerende functie door de productie van ontstekingstimulerende of ontstekingsremmende stofjes, of ze produceren antistoffen die tot versnelde uitschakeling van vreemde eiwitten of bacteriën leiden. In de laatste decennia zijn we veel meer te weten gekomen over de ontstekingsprocessen in de luchtwegen, die van belang zijn bij astma. Het uiteindelijke doel van deze kennis is onder andere om nieuwe medicijnen te ontwikkelen die de schadelijke processen kunnen stoppen of voorkomen. Luchtwegvernauwing Prikkels van buiten, zoals koude, rook, mist of een stof waar iemand allergisch voor is, kunnen leiden tot ongecontroleerde samentrekkingen (spasmen) van de spiertjes in de luchtwegen. Door de vernauwing van de luchtwegen die op deze manier ontstaat, kan de lucht moeilijker passeren. Je moet dus harder werken om voldoende lucht binnen te krijgen, wat vaak vergeleken wordt met ademen door een smal buisje. De verhoogde weerstand leidt tot turbulentie van de lucht, die soms te horen is als piepen. Dit is een belangrijke oorzaak van het gevoel van 'benauwdheid' waar mensen met astma vaak last van hebben. Gelukkig kunnen inhalatiemedicijnen als salbutamol en ipratropiumbromide deze spasmen vaak weer verminderen, waardoor de benauwdheid afneemt. Een andere oorzaak van vernauwing van de luchtwegen is verdikking van het slijmvlies van de bronchiën en slijmproductie. Dit kan optreden bij een infectie of een allergische reactie. Ook kunnen de luchtwegen 'invallen' doordat de wanden te slap zijn. Een duidelijk voorbeeld daarvan zijn de kleine, instabiele luchtwegen bij rokers: de kleinste bronchiën (die geen kraakbeen hebben!) hangen normaal gesproken in een web van longblaasjes dat ze als het ware opentrekt. Door de schade aan de longblaasjes, die door rook veroorzaakt wordt, is de architectuur en de kracht van het web verstoord. Bij het uitademen zal daardoor de druk op de bronchiën onvoldoende gecompenseerd kunnen worden door het ophangsysteem, waardoor de kleine luchtwegen invallen. Dwarsdoorsnede van de luchtwegen. a. Dwarsdoorsnede van normale luchtwegen. b. Dwarsdoorsnede bij vernauwing als gevolg van spasme van de gladde spiercellen. c. Dwarsdoorsnede bij vernauwing als gevolg van verdikking van het slijmvlies door ontsteking. d. Dwarsdoorsnede bij vernauwing als gevolg van toegenomen slijmproductie. e. Dwarsdoorsnede bij vernauwing als gevolg van slapte van de luchtwegen door emfyseem. Hoofdstuk 3: Wat zijn de oorzaken van astma? https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 3 van 14

Zoals eerder is gebleken, hangen klachten van astmapatiënten samen met hun vernauwde luchtwegen. De luchtwegvernauwing bij astma is het gevolg van ontsteking van de luchtwegen. Een complex samenspel van factoren veroorzaakt deze ontsteking. Zo spelen allergenen een belangrijke rol. Een allergie is overgevoeligheid voor niet-infectieuze stoffen die afkomstig zijn van buiten het lichaam. Het gaat daarbij om stoffen die bij gezonde mensen geen klachten veroorzaken. Daarnaast hebben astmapatiënten verhoogd prikkelbare luchtwegen. Iedereen krijgt bij bepaalde stoffen last van zijn luchtwegen, maar astmapatiënten reageren extra snel en heftig, met een luchtwegvernauwing. Deze prikkelbaarheid wordt bronchiale hyperreactiviteit genoemd. Als laatste speelt ook het autonome zenuwstelsel een rol bij luchtwegvernauwing. In dit hoofdstuk gaan wij nader in op de verschijnselen allergie, bronchiale hyperreactiviteit en de rol van het autonome zenuwstelsel. Allergie Bij veel astmapatiënten, met name bij kinderen, worden de astmatische klachten veroorzaakt door een allergie. Wat wordt nu verstaan onder allergie? Een allergie is een veranderde gevoeligheid voor nietinfectieuze stoffen die afkomstig zijn van buiten het lichaam. Het menselijk afweersysteem ziet deze stoffen als ongewenste indringers en gaat daarom antistoffen produceren. Stoffen die een dergelijke reactie oproepen, noemt men allergenen. Meestal gaat het om stoffen die gewoon in de natuur voorkomen, zoals stuifmeel en huidschilfers van dieren, waartegen een gezond iemand geen antistoffen maakt. De antistoffen die het afweersysteem bij een allergie aanmaakt, bestaan uit eiwitten: zogenoemde immunoglobinen van het type E, afgekort IgE. Deze hebben een ingewikkelde chemische structuur. Afhankelijk van erfelijke aanleg en de mate van blootstelling aan een allergeen, kan ons afweersysteem ook nog speciale antistoffen maken tegen een bepaald antigeen. Deze speciale antistoffen heten specifiek IgE. Het ontstaan van de luchtwegvernauwing De door de het afweersysteem aangemaakte antistoffen hechten zich aan bepaalde cellen, waaronder de mestcellen. Mestcellen zijn cellen die overal in het lichaam voorkomen, met name in de weefsels die haarden zijn van allergische reacties: De huid, neus, darmen en luchtwegen. Mestcellen hebben een grote kern, en het cytoplasma zit vol met korrels (granula) waarin diverse mediatoren zitten. Als het allergeen bij herhaling binnendringt, wordt het gevangen door de IgE-antistoffen, die zich gehecht hebben aan de mestcellen. Er volgt dan een hele reeks processen waarin de mestcellen een belangrijke rol spelen en als het ware exploderen. Daarbij worden door de mestcellen talrijke stoffen uitgestoten, waaronder de eerder genoemde mediatoren. Een van die mediatoren is histamine. De celkern van een mestcel zit vol met korrels waarin diverse mediatoren, waaronder histamine, zitten. IgEantistoffen hechten zich aan de mestcellen. Na de uitstoting van histamine volgt een allergische reactie. Allereerst trekken de gladde spieren in de wand van de luchtpijptakjes samen. Uit onderzoek is gebleken dat er daarnaast een ontstekingsreactie in de wand van de luchtwegen optreedt: de bloedvaten in de wand van de luchtpijptakken zetten uit, de bloedvaatwand wordt meer doorlaatbaar waardoor er vocht vrijkomt, en de slijmklieren worden https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 4 van 14

geprikkeld en aangezet tot grotere slijmproductie. Dit alles heeft vernauwing van de luchtwegen, ook wel luchtwegobstructie genoemd, tot gevolg. Eosinofiele cellen Maar hiermee is het proces nog niet afgelopen. De stoffen die uit de mestcellen vrijkomen, oefenen bovendien aantrekkingskracht uit op verschillende soorten cellen, waaronder de eosinofiele cellen. Eosinofiele cellen zijn witte bloedcellen die hun naam danken aan het feit dat zij zich met eosinekleurstof oranje kleuren. Deze cellen worden via de bloedbaan naar de luchtwegen geloodst en daar aangekomen dringen zij door de bloedvatwand in het weefsel van de luchtpijptakjes. Ze geven daar een hele reeks schadelijke stoffen af die ook het slijmvlies van de luchtwegen beschadigen. Door deze beschadiging komen de uiteinden van zenuwtakjes bloot te liggen zoals de draadjes van een elektriciteitssnoer. Prikkeling (door bijvoorbeeld mediatoren) van deze zenuwuiteinden veroorzaakt afgifte van stoffen die neuropeptiden heten. Deze neuropeptiden hebben een direct effect op de bloedvaten, hetgeen zich uit in een verhoogde doorlaatbaarheid van de vaatwand. Deze neuropeptiden hebben daarnaast ook invloed op de mestcellen, waarmee het proces opnieuw begint. Vroege en late luchtwegenobstructieve reactie Hierboven heeft u kunnen lezen dat de luchtwegvernauwing simpel gezegd door samentrekking van het spierweefsel en een ontsteking in de luchtwegwand totstandkomt. Nu kunnen astmapatiënten in de praktijk direct na blootstelling aan allergenen, maar ook pas enige tijd later klachten krijgen. Zo kan iemand die allergisch is voor kattenharen en op bezoek gaat bij iemand die een kat heeft, daar al na enkele minuten benauwd van worden. Maar het is ook mogelijk dat de benauwdheid pas uren later optreedt, wanneer de persoon al lang weer thuis is. Men spreekt in dit verband van een respectievelijk vroege en late luchtwegobstructieve reactie. De vroege luchtwegobstructieve reactie berust voornamelijk op de samentrekking van het spierweefsel in de wand van de luchtpijptakjes. Deze is meestal goed te behandelen met luchtwegverwijdende middelen. De late luchtwegobstructieve reactie onstaat meestal 5 tot 8 uur na de vroege reactie, en kan soms langer dan 24 uur aanhouden. Deze late reactie is grotendeels gebaseerd op de bovenbeschreven ontstekingsreactie en reageert niet op luchtwegverwijders, maar wel op ontstekingremmers. Bronchiale hyperreactiviteit Een andere belangrijke oorzaak van astma is de verhoogde luchtwegreactiviteit of bronchiale hyperreactiviteit (BHR), ook wel kortweg hyperreactiviteit genoemd. Hieronder wordt een luchtwegvernauwing verstaan die veroorzaakt wordt door geringe, niet-allergische prikkels die geen reactie geven bij gezonde personen. Te denken valt aan prikkels als koude lucht, mist, tabaksrook of uitlaatgassen. Bij bronchiale hyperreactiviteit treedt ook de eerder beschreven ontstekingsreactie op. Allerlei stoffen komen vrij, waardoor een verhoogde doorlaatbaarheid van de bloedvaten ontstaat, de spieren rond de luchtwegen zich samentrekken, en zenuwuiteinden bloot komen te liggen. Als deze zenuwuiteinden geprikkeld worden door aspecifieke prikkels, bijvoorbeeld uitlaatgassen, komen stoffen vrij, die op hun beurt ook weer cellen, waaronder de mestcellen, tot actie aanzetten. Er bestaat een duidelijke relatie tussen allergie en bronchiale hyperreactiviteit. Naarmate iemand meer gevoelig is voor allergenen, of met andere woorden hoe meer iemand allergisch is, hoe meer hyperreactief hij is. https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 5 van 14

De invloed van het autonome zenuwstelsel De doorgangelijkheid van de luchtwegen wordt mede beïnvloed door het autonome zenuwstelsel. Dat is het deel van het zenuwstelsel dat buiten ons bewustzijn en onze wil om, de organen bestuurt die voor ons van belang zijn voor de werking van ons lichaam, zoals hart, longen en darmen. Zo zorgt het autonome zenuwstelsel ervoor dat ons hart tijdens inspanningen sneller klopt en dat de maag en darmen worden gestimuleerd na de maaltijd. In de longen regelt het autonome zenuwstelsel onder meer de spanning van de spiertjes in de luchtwegwand, de slijmproductie, de doorlaatbaarheid en de doorstroming van de luchtpijptakken en de afgifte van stoffen als histamine. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit drie systemen: 1. het cholinerge of parasympathische systeem: 2. het adrenerge of sympathische systeem; 3. het non-adrenerge non-cholinerge systeem (NANC). Bijna alle organen die door het autonome zenuwstelsel worden bestuurd, zijn voorzien van een dubbele bedrading: zenuwvezels van het parasympathische en zenuwvezels van het sympathische systeem. Deze zenuwvezels geven boodschappen door d.v.m afscheiding van stoffen, transmitters. De spiervezels in de luchtwegen bevatten receptoren die reageren op deze stoffen. De zenuwen van het parasympathische systeem beïnvloeden de longen door afgifte van de stof acetylcholine, en hebben een remmende werking. Als de cholinerge receptoren in de luchtwegen door deze stof geprikkeld worden, trekken de spiervezels in de luchtwegwanden zich samen, waardoor een luchtwegvernauwing ontstaat. Helaas zijn de cholinerge receptoren in de luchtwegen ook gevoelig voor stoffen (zoals histamine) die vrijkomen bij contact met een stof waarvoor allergie bestaat. Deze gevoeligheid neemt bovendien nog verder toe bij slijmvliesbeschadiging in de luchtwegen waardoor zenuwuiteinden bloot komen te liggen en daardoor gemakkelijk voor allerlei soorten prikkels toegankelijk zijn. Er ontstaat dan een soort kettingreactie, de cholinerge reflex, waarbij de doorlaatbaarheid van de bloedvaten toeneemt, de slijmklieren geactiveerd worden en de spiertjes in de luchtwegen samentrekken. Dit alles leidt tot een sterke afname van de doorgankelijkheid van de luchtwegen. De zenuwen van het sympathische systeem beïnvloeden de werking van organen door afgifte van de stof noradrenaline. In het gladde spierweefsel bij de mens zijn de zenuwuiteinden van dit systeem praktisch volledig afwezig. Deze vezels zijn wel aangetoond in o.a de wand van de bloedvaten in de luchtwegen. De rol van dit systeem wordt overgenomen door het in de bloedbaan aanwezige adrenaline. In de spiertjes van de luchtwegen bevinden zich wel veel zogeheten adrenerge B2- receptoren. Prikkeling van deze receptoren heeft en verslapping van de spiervezels tot gevolg, waardoor de luchtwegen wijder worden. Het non-adrenerge non-cholinerge systeem (NANC-systeem) ten slotte, heeft zowel een remmende als een stimulerende werking op de gladde spieren en de bloedvaten in de luchtwegwand en op de slijmklieren. Het is aannemelijk dat bij een dergelijk ingewikkeld proces niet één maar velerlei neurotransmitters een rol spelen. Stimulatie van de NANC-remmende component geeft een verslapping van de gladde spieren in de luchtwegwand door afgifte van de neurotransmitters met een peptide-structuur, zogenoemde neuropeptiden. Ook stikstofoxide (NO) speelt een belangrijke rol als luchtwegverwijder bij stimulatie van het NANC-systeem. Door de bovengenoemde slijmvliesbeschadiging waarbij sensorische zenuwuiteinden vrij komen te liggen, neemt niet alleen de activiteit van de cholinerge-reflex toe, maar ook allerlei lokale reflexbogen, zodat naast acetylcholine ook neuropeptiden worden afgescheiden met dezelfde https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 6 van 14

kettingreactie als gevolg. Bovendien hebben de mediatoren die door de ontstekingscellen worden afgegeven, zoals histamine, weer een activerend effect op de zenuwuiteinden in de luchtwegen, waardoor een voortdurend wisselwerking bestaat tussen de ontstekingsprocessen en neurale processen. De precieze werking van dit systeem is nog niet geheel opgehelderd. Veel van de medicijnen die bij luchtwegproblemen als astma worden voorgeschreven, verlichten de klachten doordat ze het sympathische systeem stimuleren dan wel het parasympathische systeem remmen. Hoofdstuk 4: Wat zijn de symptomen en de uitlokkende factoren? De belangrijkste klachten bij astma zijn kortademigheid, meestal in aanvallen; piepende, zagende of brommende ademhaling; hoesten en soms ophoesten van taai slijm. De hoestklachten treden voornamelijk op doordat de luchtwegen verhoogd prikkelbaar zijn. Een piepende, zagende en brommende ademhaling ontstaat doordat de lucht door de vernauwde luchtwegen geperst moet worden, waarin dan ook meestal nog dik taai slijm aanwezig is. Kortademigheid wordt veroorzaakt doordat het lichaam meer dan normale spanning moet leveren om te kunnen ademhalen. Sommige mensen klagen ook over een beklemd gevoel op de borst. Daarnaast kunnen astmapatiënten last hebben van de bovenste luchtwegen (neus), ogen en huid. De klachten die hierbij behoren zijn niezen, een loopneus of verstopte neus, jeukende en tranende ogen en eczeem. De jeukklachten treden meestal op bij patiënten met een zogenoemde allergische constitutie, en kunnen gepaard gaan met huiduitslag of eczeem. Bij jeukklachten moet men er rekening mee houden dat deze ook het gevolg kunnen zijn van bijwerkingen van de gebruikte medicijnen. Hoewel veel symptomen bij astma terug te brengen zijn tot vernauwing van de luchtwegen, ervaren astmapatiënten hun aandoening op verschillende wijzen. In verband hiermee spreekt men wel over een lichte, matige of ernstige vorm van astma. Bij een lichte vorm van astma hebben mensen in de regel weinig klachten en zijn zij bijvoorbeeld alleen kortademig bij inspanning, mistig weer of andere specifieke omstandigheden. De groep mensen met een matige vorm van astma heeft relatief vaak klachten van kortademigheid, soms in aanvallen. In het geval van een ernstige vorm van astma, zijn de mensen voortdurend kortademig, en daarbovenop hebben zij last van aanvallen, die soms zo ernstig zijn dat acute medische hulp noodzakelijk is. Het is trouwens maar een klein aantal mensen dat astma in deze ernstige mate heeft. Bij het merendeel van de patiënten komt de aandoening in lichte dan wel matige vorm voor. Veel gestelde vragen in verband met de optredende symptomen bij astma: Astma is een longaandoening; hoe komt het dan dat het gevoel wordt gewekt alsof de keel dichtgeknepen wordt? De longen bevatten duizenden luchtwegen, die in omvang variëren, van de luchtpijp (trachea), die in de keel begint, tot de kleinste luchtwegen, de bronchiale, die uitmonden in de longblaasjes, de halvezolen. Astma heeft op al deze luchtwegen een zekere invloed. Bij de meeste mensen zijn de kleinere luchtwegen diep in de longen het meest vernauwd. Bij sommige mensen, zoals in het geval hierboven, zijn echter vooral de grotere luchtwegen, zelfs de luchtpijp, vernauwd. Dit is er de oorzaak van dat tijdens een aanval het gevoel wordt gewekt dat de keel wordt dichtgeknepen. https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 7 van 14

Is het een zeldzaam verschijnsel wanneer tegelijkertijd met een astmatische hoest huiduitslag optreedt? Het is echter nog niet duidelijk of er een verband bestaat tussen een astmatische hoest en huiduitslag. Er zijn verschillende verklaringen mogelijk, maar een van de meest voorkomende bijwerkingen bij iedere medicijnbehandeling is een huidreactie. Er wordt geschat dat ongeveer 3% van alle patiënten die medicijnen gebruiken, hierdoor huiduitslag krijgt. Van sommige luchtweginfecties (die vaak astma uitlokken) is eveneens bekend dat zij een tijdelijke huiduitslag kunnen veroorzaken. Dit geldt met name voor virale luchtweginfecties bij kinderen (vergelijkbaar met een normale verkoudheid). Een andere mogelijkheid is dat de patiënt last heeft van atopisch eczeem. Dit is een huidontsteking die optreedt bij mensen met een erfelijke aanleg voor allergie. Het gaat vaak samen met andere allergische aandoeningen, met name astma en hooikoorts. Brengt braken bij kinderen een astma-aanval op gang? Braken is een ongebruikelijk verschijnsel bij astma, maar een kleine groep mensen krijgt er last van bij een uit de hand gelopen astma-aanval. Dit kan volwassenen overkomen, maar bij kinderen komt het vaker voor. Het kan ook ontstaan ten gevolge van zwaar hoesten. Met andere woorden: braken brengt niet een astma-aanval op gang maar een astma-aanval kan tot braken leiden. Waarom heb je zo weinig energie als je veel last hebt van astma? De belangrijkste reden is dat het gewoon erg veel energie kost om genoeg lucht te krijgen tijdens een astma-aanval. Een astmapatiënt moet zich op dat moment helemaal op z n ademhaling concentreren en verdraaid hard werken om voldoende lucht in en vooral ook weer uit z n longen te krijgen. Ook moet je bedenken dat een astma-aanval betekent dat je lichaam over minder zuurstof kan beschikken. Zuurstof is nodig voor de vitale organen in het lichaam, zoals het hart, de hersenen en de nieren. Als het lichaam zuurstofgebrek krijgt, raken de vitale organen vermoeid en heb je weinig energie. Tenslotte is het zo dat een virusinfectie (bijvoorbeeld een verkoudheid) een veel voorkomende aanleiding voor astma is en een virus zelf zorgt er vaak voor dat mensen weinig energie hebben. Wat is de aanleiding van astma-symptomen? Er zijn talloze factoren (prikkels) waarop astmapatiënten met een allergische reactie dan wel hyperreactief reageren. De verschillende prikkels worden hieronder uitvoerig besproken: 1. Allergenen De belangrijkste allergenen die bij astma een rol spelen zijn de zogenoemde inhalatieallergenen. Dit zijn allergenen die via inademing de longen bereiken. Drie voorbeelden van veelvoorkomende allergieën waarbij sprake is van inhalatieallergenen, zijn allergie voor de huisstofmijt, pollen en bepaalde huisdieren. Huisstofmijt: https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 8 van 14

De meest voorkomende allergie is die voor huisstofmijt. De huisstofmijt is een spinachtig diertje dat met het blote oog niet zichtbaar is. Het diertje voelt zich prettig in een warme, vochtige omgeving (bed, vloerbedekking, enz.) en voedt zich met menselijke huidschilfers. Het aantal huisstofmijten neemt in de zomermaanden (vanwege de warmte) en in de herfst (vanwege de vochtigheid) toe. In deze perioden verergeren dan ook de klachten van astmapatiënten die hiervoor allergisch zijn. Het huisstofmijtallergeen bevindt zich in de uitwerpselen, de keuteltjes, van de mijt. Door het opdwarrelen van de stof, dat zich in ieders huis bevindt, kunnen de mijtallergenen die in de lucht zweven, worden ingeademd en aanleiding geven tot een allergische reactie. Pollen: Allergie voor pollen komt na allergie voor huisstofmijt het meeste voor. De desbetreffende pollen of stuifmeelkorrels zijn afkomstig van zogenoemde windbestuivende planten. In Nederland is het stuifmeel van wilde grassen van de els, berk en bijvoet het sterkst allergeen. De grootte van de pollen is zodanig (15-35 micron) dat de pollen meestal neerslaan op het neusslijmvlies en niet op de slijmvlies van de luchtwegen. Toch hebben veel patiënten ook in zo n periode klachten van astma. Dit wordt verklaard door het feit dat met de pollen ook plantendeeltjes ingeademd worden. In plaats van pollenallergie spreekt men ook wel van een allergische rhinitis, of hooikoorts. Bij hooikoorts zijn er in het begin klachten van jeuk, niezen en waterige vloeistof uit de neus. Deze fase wordt gevolgd door een verstopte neus en er ontstaat een ontstekingsreactie in de neus. Huisdieren: Een allergie voor huisdieren, zoals katten, honden, cavia s, enz., komt ook tamelijk vaak voor. Daarbij is men allergisch voor bepaalde stoffen, allergenen, die zijn aangetoond in de huidschilfers, het speeksel en de urine van deze dieren. Vooral katten en kleine knaagdieren zorgen voor grote hoeveelheden allergeen in de lucht. Wanneer de patiënt dit inademt, reageert het systeem van de luchtwegen met de haren en huidschilfers. Er treden verkrampingen van het spierweefsel rondom de luchtwegen op, er wordt meer slijm dan gebruikelijk afgescheiden en de wanden van de luchtwegen verdikken zich. De patiënt kan zo minder lucht in- en uitademen; hij wordt kortademig. Naast bovengenoemde inhalatieallergenen kunnen ook voedselallergenen astma veroorzaken, zoals koemelk, kippeneiwit, noten, soja en vis. Daarbij ontstaan niet uitsluitend problemen in de longen. Op jonge leeftijd kunnen deze aanleiding geven tot huidproblemen: atopisch eczeem. 2. Rook, chemische prikkels, temperatuurverschillen De lucht die we inademen om er in de longen zuurstof uit op te nemen, bevat soms bepaalde stoffen die prikkelend werken op het ademhalingssysteem. Ammoniak, sigarettenrook, bak- en braadluchtjes en sprays uit allerlei spuitbussen zijn voorbeelden van dergelijke prikkels. Vrijwel alle mensen merken deze prikkels op. Bij mensen die astma hebben kunnen deze prikkels echter tot aanvallen van benauwdheid leiden. De luchtwegen van mensen met astma zijn vaak meer gevoelig (hyperreactief) dan van mensen zonder astma. Met behulp van bepaalde medicijnen en bepaalde leefregels kunnen in veel gevallen astma-aanvallen ten gevolge van het inademen van deze stoffen worden voorkomen. 3. Het weer https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 9 van 14

Een omslag in het weer veroorzaakt bij veel mensen problemen, vooral als de lucht kouder of vochtiger wordt, bijvoorbeeld bij mist en regen. Op zulke momenten ben je veel gevoeliger voor ontstekingen aan je luchtwegen en aanvallen van benauwdheid. Ook seizoenwisselingen kunnen de luchtwegen prikkelen. In de winter zorgen grote temperatuurverschillen tussen de lucht binnenshuis en buiten voor extra prikkeling. Vele astmapatiënten merken in de winter dat ze kortademig worden wanneer ze van een warme omgeving naar buiten stappen. Men ademt dan plotseling koude lucht in wat kan leiden tot een astma-aanval. 4. Roken Voor mensen met klachten aan de luchtwegen zoals astma is roken nog ongezonder dan voor anderen. Zij hebben, net als iedereen, een grotere kans op longkanker of hart- en vaatziekten. Maar het roken verergert ook de ademhalingsklachten. Als de astmapatiënt blijft roken zal hij veel meer last hebben van benauwdheid, hoesten, piepen, enz. 5. Inspanning Als een belangrijke uitlokkende factor voor een astma-aanval moet lichamelijke inspanning worden genoemd. Als je een aanval van kortademigheid voelt opkomen nadat je bijvoorbeeld hard hebt gerend om de bus te halen, dan weet je hoe lichamelijke inspanning tot een astma-aanval kan leiden. Het komt voor bij 75 % van de mensen die astma hebben. Dit inspanningsafhankelijk astma is het gevolg van een verandering in temperatuur en vochtigheid van de ingeademde lucht. Hoe deze precies een aanval veroorzaakt is overigens niet bekend. 6. Infecties Infecties en ontstekingen, in het gebied van de longen komen bij vele mensen relatief vaak voor. Infectieveroorzakende factoren, zoals virussen en bacteriën, hebben in principe vrij gemakkelijk toegang tot de longen. Is er eenmaal een infectie ontstaan, dan kan dit op zijn beurt leiden tot een aanval van kortademigheid ofwel een astma-aanval bij daarvoor gevoelige mensen. 7. Medicijnen (aspirine) Medicijnen kunnen bij sommige mensen astma uitlokken. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is aspirine, omdat het zonder doktersvoorschrift verkrijgbaar is en door veel mensen wordt gebruikt. Bij een klein percentage volwassenen met astma kan aspirine ernstige astma-aanvallen teweegbrengen. Sommige medicijnen tegen gewichtsontstekingen en gewichtspijnen zijn chemisch verwant aan aspirine en kunnen het astma eveneens verergeren. Een andere groep medicijnen die men eveneens moet vermijden zijn de zogenaamde bètablokkers, die veel worden gebruikt voor de behandeling van hoge bloeddruk en hartklachten. 8. Emoties en stress https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 10 van 14

Bij patiënten met astma kunnen emoties en geestelijke inspanningen een astma-aanval uitlokken. Boosheid, woede, maar ook huilen of grote vreugde kunnen op de luchtwegen een verkrampend effect hebben. Het is belangrijk zich te realiseren dat emoties en geestelijke inspanningen ook bij andere aandoeningen dan astma een rol spelen. Mensen die aan migraine lijden merken bijvoorbeeld ook dat de hoofdpijnverschijnselen verergeren wanneer ze emotionele spanningen hebben. Is astma erfelijk? Een interessant verhaal over het voorkomen van astma in de wereld: In de zeventiende eeuw voer een zeilschip van Engeland naar het Verre Oosten. Ter hoogte van en klein eiland in de Atlantische Oceaan tussen Zuid-Amerika en Afrika, Tristan da Cunha, verging het schip. De bemanning en de passagiers kwamen terecht op het eiland en vestigden er zich. In de loop van de volgende jaren groeide de bevolking gestadig. Toevalligerwijs hadden zich in London enkele gezinnen ingescheept waarvan vele gezinsleden astma hadden. Binnen de groep werd met elkaar getrouwd ongeveer 25% van het nageslacht heeft nu last van astma! Dit voorbeeld maakt goed duidelijk dat er een erfelijke basis is voor astma. Een erfelijke aandoening ontstaat door een afwijking in het erfelijke materiaal. Kinderen kunnen een dergelijke aandoening dus van hun ouders erven. Een dergelijke aandoening is ook altijd aangeboren, al hoeven zij echter niet altijd bij de geboorte merkbaar te zijn. De afwijking in het erfelijke materiaal is er natuurlijk wel, maar men krijgt er pas later last van. Dit is natuurlijk ook het geval bij astma. Het menselijk lichaam bestaat uit een groot aantal organen, deze organen zijn opgebouwd uit verschillende weefsels, die weer bestaan uit miljarden cellen. Die cellen zorgen ervoor dat alles in een orgaan goed werkt. De eerste cellen in een embryo zijn in staat om tot allerlei verschillende celsoorten uit te groeien. Tijdens deze ontwikkeling krijgen de cellen hun specifieke functie, bijvoorbeeld hersencellen, huidcellen of spiercellen. De erfelijke eigenschappen van ieder mens liggen vast in een bestanddeel van de chromosomen: desoxyribonucleïnezuur (DNA). Elke cel bevat een volledige kopie van het erfelijkheidsmateriaal, in de vorm van chromosomen. Dit zijn heel lange ketens van DNA. Het grootste deel van de chromosomen is bij alle mensen hetzelfde. Hierdoor onderscheiden wij ons bijvoorbeeld van dieren. De betekenis van een groot deel van deze DNA-strengen is nog onbekend. Sommige stukken van het DNA zijn verschillend van persoon tot persoon. Dit verschil is van betekenis om mensen van elkaar te onderscheiden. Zo heeft ieder mens dus een uniek genetisch plan dat vastgelegd is in het DNA. Het is allang bekend dat astma in bepaalde families meer voorkomt dan in andere families. Ditzelfde geldt voor allergie. Maar niet alle patiënten met astma hebben allergie en niet alle mensen met allergie hebben astma; sommige hebben alleen oog- en/of neusklachten. Dat er in bepaalde families relatief veel astmapatiënten zijn, wil niet zeggen dat astma dus erfelijk is. Omgevingsfactoren kunnen hierbij een rol spelen, zoals de aanwezigheid van veel allergenen, bijvoorbeeld kattenepitheel of huisstofmijt. Of er een allergie aanwezig is, kan heel goed aangetoond worden met allegrologisch onderzoek, zoals huidtesten, en bloedonderzoek (bepaling van Immunoglobuline E in het bloed). De omgevingsfactoren zijn daarom van https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 11 van 14

belang omdat iemand aanleg kan hebben voor allergie, bijvoorbeeld voor kattenepitheel, maar wanneer zo iemand nooit met katten in aanraking komt, dan zal de allergie voor katten ook niet tot uiting komen. Behalve erfelijke aanleg spelen omgevingsfactoren dus ook een belangrijke rol bij het manifest worden van astma. Omdat patiënten met de diagnose astma een zeer uitlopende groep zijn, wordt bij het genetisch onderzoek (erfelijkheidsonderzoek) gebruikgemaakt van fenotypen (waarneembare eigenschappen van een persoon) om uit te maken of astma erfelijk bepaald is. Uit recent erfelijkheidsonderzoek is gebleken dat allergie en hyperreactiviteit van de luchtwegen erfelijke componenten leveren voor het ziektebeeld astma. Niet een gen (stukje DNA dat de eenheid van erfelijkheid is) maar meerdere genen zijn verantwoordelijk voor allergie en hyperreactiviteit. In het algemeen kan gesteld worden dat als beide ouders astma hebben, de kans dat hun kind het krijgt 70 tot 80 % is. Heeft een van de ouders astma, dan is de kans dat het kind het krijgt 40 tot 50%. Onderzoek op het gebied van erfelijkheid zal in de toekomst belangrijke bijdragen leveren om het ingewikkelde ziektebeeld te ontwarren en nieuwe wegen te openen voor therapie. De meest gestelde vraag gesteld door astmapatiënten: Waarom heb ik astma? Veel mensen vragen zich af waarom zij nu juist astma moeten krijgen, terwijl veel anderen het bijna verwachten omdat het zoveel in hun familie voorkomt. In Nederland heeft ongeveer 25% aanleg om astma te krijgen. Hoe we aan deze aanleg komen weten we niet precies. Wij weten dat sommige van onze uiterlijke kenmerken (zoals de kleur van onze ogen) en sommige zeldzame ziekten (zoals hemofilie) veroorzaakt kunnen worden door overerving van een enkel gen. Dit lijkt bij astma niet het geval te zijn. Aanleg voor astma is waarschijnlijk aangeboren op grond van een combinatie van vele verschillende genen. Allereerst moet je dus de aanleg bezitten om astma te krijgen, en vervolgens moet een uitlokkende factor ervoor zorgen dat deze aanleg daadwerkelijk wordt omgezet in ziekteverschijnselen. Want astma kan zich echter op elk moment in het leven openbaren. Het kan echter optreden bij een te vroeg geboren baby of bij een tachtigjarige. Het lijkt erop dat bij kinderen bepaalde virusinfecties van het ademhalingsstelsel (bijvoorbeeld verkoudheden) veranderingen in de wand van de luchtwegen teweegbrengen en dat dit de astmasymptomen veroorzaakt. Dit kan zich ook bij volwassenen voordoen, maar er spelen nog meer factoren een rol, zoals allergieën. Sommige mensen die wel de aanleg hebben om astma te ontwikkelen, krijgen het nooit, ondanks dat ze vele keren met deze factoren in aanraking komen. De kans dat een kind astma krijgt, is verhoogd als de ouders zelf of een van de familieleden dit hebben. De kans is ook groter als een van de ouders allergisch is. Allergie brengt op zichzelf niet automatisch astma teweeg, maar het zorgt er wel voor dat men eerder reacties gaat ontwikkelen zoals astma, eczeem en hooikoorts. Als beide ouders allergisch zijn, heeft de baby een kans van een op twee om een allergische aandoening te ontwikkelen. https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 12 van 14

Onderzoeken die zijn gedaan bij de familieleden van baby s met astma, bevestigen dat er sprake is van een erfelijk element dat invloed heeft op de ontwikkeling van zogenaamde bronchiale hyperreactiviteit (of prikkelbare luchtwegen ). Kans op allergie Geen van beide ouders 5-15 % Één broer of zusje 15-35 % Één ouder 20-40 % Één ouder en één broer of zusje 40-45% Beide ouders 40-75 % Hoofdstuk 5: hoe ga je om met astma? Astma is niet te genezen. Behandeling is er voornamelijk op gericht de symptomen te verminderen, op te heffen, of nog liever, te voorkomen. Het merendeel van de patiënten kan klachtenvrij worden. De vraag van dit hoofdstuk is: hoe ga je om met astma? Astma kent allerlei verschijnselen en oorzaken, die verschillen van persoon tot persoon. Een behandeling moet dan ook afgestemd zijn op de individuele mens en de omgeving waarin geleefd en gewerkt wordt. Met andere woorden: het moet een behandeling op maat zijn. Hierbij is een goede relatie tussen patiënt en arts van belang. De behandeling van astma kan als volgt worden ingedeeld: sanering; behandeling met medicijnen; hyposensibilisatie; fysiotherapie. Deze vier aspecten zullen we een voor een uitgebreid uitleggen. Sanering Onder sanering (saneren betekent letterlijk gezond maken ) verstaat men bij astma het vermijden van prikkelende stoffen. Dit is niet altijd eenvoudig, omdat vele allergische en niet-allergische prikkels in ruime mate voorkomen, en soms gewoonweg niet vermeden kunnen worden, zoals pollen in de buitenlucht. Wel is het zinvol om saneringsmaatregelen thuis of op het werk te treffen. Als algemene regel geldt ruimtes schoon te houden en voor voldoende ventilatie te zorgen. De meest voorkomende allergie is die voor de huisstofmijt. Omdat je toch een groot deel van de tijd thuis doorbrengt, zijn saneringsmaatregelen ter bestrijding van dit diertje sterk aan te raden. De huisstofmijt https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 13 van 14

houdt van een vochtige omgeving, dus de eerste maatregel tegen het diertje is vochtbestrijding (goede ventilatie en verwarming). Daarnaast is het belangrijk dat alles schoon blijft. Het is daarom makkelijk als de vloerbedekking, de gordijnen en de meubels goed schoon te maken zijn. Ook huisdieren kunnen allergieën en problemen veroorzaken. De huisstofmijt Als laatste kunnen ook niet-allergische prikkels, zoals tabaksrook en baken braadluchtjes, bij mensen met prikkelbare luchtwegen klachten veroorzaken als hoesten, kortademigheid en slijmvorming. In deze situatie is het belangrijk om de prikkels zoveel mogelijk te vermijden en te zorgen voor een goede ventilatie in huis. Behandeling met medicijnen Er zijn verschillende medicijnen tegen astma. Antiastma medicijnen kunnen op allerlei manieren worden ingenomen: via een tablet, capsule, drankje, injectie of per inhalatie. De voorkeur gaat uit naar inhalatie, omdat het als voordeel heeft dat het medicijn direct naar de plaats van bestemming gaat: de luchtwegen. De apparaten die gebruikt worden bij het inhaleren van de medicijnen noemt men inhalatoren. https://www.scholieren.com/verslag/17273 Pagina 14 van 14