De drie machten wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht niet van elkaar gescheiden zijn, maar in handen van een kleine groep mensen.

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer Thema 3 Hoofdstuk 1-6 en 8

Parlementaire democratie!

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

wat is politiek? Boekverslag door J woorden 17 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie - par 1t/m 6

Ofwel: parlementaire democratie omdat parlement belangrijkste beslissingen neemt.

Samenvatting door R woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer PAR.1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par 2 T/M 5

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk 3

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie.

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Democratie = Een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

7,6. Samenvatting door F woorden 2 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6

Paragraaf 1: Democratie

Hoofdstuk 1: Wat is politiek?

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater.

Maatschappijleer Parlementaire democratie. 1 wat is politiek

Samenvatting Maatschappijleer Parlemenataire democratie Hoofdstuk 2

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

Aantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsinrichting

Binnen landen met een representatieve democratie maken wij ook weer onderscheid:

6,5. Samenvatting door een scholier 3346 woorden 16 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie paragraaf 1 t/m 9

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, paragraaf 4 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

Begrippenlijst Maatschappijleer Parlementaire democratie

Paragraaf 1: Wat is politiek?

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Politiek H3 H4 H5 H6

Samenvatting door een scholier 2452 woorden 13 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Inhoud.

Vanaf 18 jaar heeft iedereen kiesrecht. Iedereen mag een politieke partij oprichten, vrijheid van meningsuiting

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H1

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Politiek

Maatschappijleer par. 1!

- M A A T S C H A P P I J L E E R - Hoofdstuk 2: Parlementaire democratie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

8.1. Samenvatting door een scholier 2700 woorden 6 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 - Parlementaire democratie

1. Politiek, staat en dictatuur

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie

NL: Parlementaire democratie met constitutionele vorst.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Politieke besluitvorming

6,6. Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3: parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie (H2)

Boekverslag door W woorden 19 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 3 Parlementaire Democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Begrippenlijst Maatschappijleer, Parlementaire democratie ( werkboek blz: 68 t/m107)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld.

7,9. Samenvatting door een scholier 2095 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer 1 Wat is politiek?

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

6,1. Politiek: het omzetten van verlangens, eisen en wensen vanuit de samenleving in bindende besluiten. Een

Politieke Besluitvorming 1.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire samenleving

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie par. 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Verklarende woordenlijst

Samenvatting door M woorden 15 november keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. H3: De vertegenwoordigende lichamen en Trias Politica

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5

Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen

6,9. Samenvatting door een scholier 2567 woorden 24 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke Besluitvorming

Transcriptie:

Begrippenlijst door L. 2924 woorden 4 januari 2015 6,2 29 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 1 Politiek Wijze waarop een land wordt bestuurd. (maken van keuzes) Burgerparticipatie Burgerparticipatie is een manier van werken waarbij de overheid en de burgers in contact treden met elkaar om inzichten, ervaringen, wensen en belangen uit te wisselen. Dit om samen te werken aan zowel beleidsvorming als aan beleidsuitvoering. Dictatuur De drie machten wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht niet van elkaar gescheiden zijn, maar in handen van een kleine groep mensen. Autocratie Één leidersfiguur. Totalitaire dictatuur Één partij met één ideologie waarin wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht niet van elkaar gescheiden zijn. Ideologie Samenstelsel van ideeën over de samenleving en de manier waarop die moet veranderen. Indoctrinatie Media, onderwijs en verenigingsleven. Als iets onder strenge controle staat. Theocratie De godsdienst is verheven tot staatsideologie. (totalitaire dictatuur) Democratie Macht van de velen. Het volk regeert (demos + kratein). Een rechtstaat, waarin burgers rechten en vrijheden hebben die door de overheid worden gerespecteerd. https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 1 van 17

Referendum Een volkstemming over een bepaald wetsvoorstel Representatieve democratie Het volk kiest vertegenwoordigers die de beslissingen nemen en met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moeten afleggen over hun beleid. Parlementair stelsel (participatie van de bevolking). Rechtstreeks gekozen parlement is het hoogste machtsorgaan. Constitutionele monarchie Een land waarin het niet-gekozen staatshoofd een koning(in) is en van wie de macht wordt beperkt door een grondwet. (NL) Presidentieel stelsel De bevolking kiest niet alleen het parlement, maar ook de president. (DL, VS) Ontbindingsrecht Het recht om het parlement te ontbinden. Oligarchie Een heerschappij van weinigen. Regentencultuur Politici en bestuurders regelen onderling de politieke zaken en schuiven elkaar de belangrijkste baantjes toe. 2 Ideologie Een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting. Normen en waarden Dat wat volgens de afspraak of de meerderheid van de mensen normaal en/of belangrijk gevonden wordt. Sociaaleconomische verhoudingen Wat is een rechtvaardige verdeling van welvaart? Machtsverdeling De verdeling van de macht ( in een land). https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 2 van 17

Progressief/vooruitstrevend Veranderingsgezind, gericht op de toekomst. Conservatief/ behoudend Gericht op het heden en verleden: Houden wat je hebt. Reactionair Als conservatieven de vervanging van regels weer willen terugdraaien. (Bv: Gulden) Links Gaat uit van het principe van gelijkwaardigheid en wil dat iedereen gelijke kansen heeft op onderwijs, werk en inkomen. -> overheid actief zwakkeren beschermen. Rechts Legt de nadruk op vrijheid en eigen verantwoordelijkheid. Eigen zaken regelen -> overheid passief opstellen. Politieke stromingen Indeling van politieke ideologieën. Liberalisme, confessionalisme en socialisme. Lange geschiedenis. Liberalisme Ieder individu zich zo optimaal mogelijk kan ontplooien. Niet gelijk, wel gelijkwaardig. Vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en tolerantie. Persoonlijke vrijheid Vrijheid krijgen als individu. Rechten krijgen Economische vrijheid Vrijheid krijgen op het gebied van economie. Bijvoorbeeld: geen invoerrechten heffen. Vrijemarkteconomie Een economie waarin vraag en aanbod bepalen welke producten er worden geproduceerd (prijzen) en waarin de overheid geen rol speelt. Socialisme Maatschappelijk systeem wat gebaseerd is op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit, met een eerlijke verdeling van macht en goederen en een sterke rol van de staat. Solidariteit Als je iemand wilt steunen omdat je je daarmee verbonden voelt. Gelijkheid Evenredigheid. Even goed zijn als een ander.(zelfde rechten) https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 3 van 17

Communisten Wilden dat arbeiders door een revolutie alle macht zouden overnemen. Sociaaldemocraten Wilden maatschappelijke verbeteringen bereiken langs parlementaire weg. Confessionalisme Mensen baseren hun politieke opvattingen op hun geloofsovertuiging. Organische staatsopvatting De samenleving is vergelijkbaar met een menselijk lichaam waarin alle onderdelen van elkaar afhankelijk zijn en ook alleen in onderlinge samenhang kunnen functioneren. Gespreide verantwoordelijkheid (christendemocraten) Streven naar een samenleving waarin rentmeesterschap, solidariteit, harmonie en gespreide verantwoordelijkheid belangrijke waarden zijn. Maatschappelijk middenveld Overheid aanvullende rol en moet bijv. welzijnsinstellingen en schoolbesturen hier aan overlaten. Rentmeesterschap De mens de taak heeft om goed voor de door God aan ons toevertrouwde aarde te zorgen. Populisme Bepaalde stijl van politiek bedrijven. Komt op voor eenvoudige burger. Nationalisme Populisten hebben nationalistische standpunten. Ideologie gebaseerd op het idee trouw te zijn aan je eigen staat, natie of volk. 3 Politieke partij Groep mensen met zelfde ideeën en idealen. Ideologische partijen Partijen die zijn voort gekomen uit de 3 ideologieën. Confessionalisme, liberalisme en socialisme. One-issue partij Richten zich op 1 duidelijk aspect van de samenleving en hebben daar een duidelijk standpunt over. https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 4 van 17

Protestpartijen Ontstaan uit onvrede met de bestaande politiek. Integratiefunctie Op basis van eigen ideologie maakt partij een programma. Informatiefunctie Partijen informeren hun kiezers over hun standpunten. Participatiefunctie Partijen stimuleren burgers om actief deel te nemen aan politiek. Selectiefunctie Mensen die in politiek willen, doen dit door omhoog te klimmen via een bestaande partij. Politieke landschap De partij of het soort partij waar mensen op stemmen. Zwevende kiezers Laten de keuze voor een partij afhangen van het moment en vooral ook van de persoonlijkheid van de partijleiders. SP: Wil armoede bestrijden/flinke verhoging studiebeurs voor studenten. (Socialistische Partij) GL: Ontstaan uit enkele linkse partijtjes/voor milieuvriendelijke duurzame energie/ biologische landbouw stimuleren/links, progressief. (GroenLinks) PVDD: One-issue partij/ dierenmishandeling meer en stenger straffen. (Partij van de Dieren) PVDA: Eerlijkere verdeling macht, kennis, inkomen/ banen creëren door overheid om langdurig werklozen aan een baan te helpen. (Partij van de Arbeid) D66: Werd opgericht uit protest tegen bestaande politiek in 1966/ gekozen bestuurders op alle niveaus zoals burgemeesters en premier. (Democraten 66) CU: Ontstaan uit 2 kleinere partijen/ abortus niet wettelijk toestaan. (ChristenUnie) CDA: Voortgekomen uit katholieke en protestantse partijen/ scholen meer zelf het onderwijs laten inrichten. ( Christen-Democratisch Appèl) VVD: Samenleving gedijt het best als individu zich goed kan ontplooien/ bezuinigen op overheidsuitgaven en loonkosten. (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) SGP: God behoort alle eer toe te komen en bijbelse normen en waarden zijn goed voor iedereen / euthenasie en abortus moeten weer geheel strafbaar worden. (Staatkundig Gereformeerde Partij) PVDV: Opgericht door Geert Wilders (2006) die uit onvrede uit de VVD stapte/ na 3 zware geweldsmisdrijven een levenslange gevangenisstraf. (Partij voor de Vrijheid) 4 Actief kiesrecht https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 5 van 17

Iedereen van 18 jaar en ouder mag zijn of haar stem op landelijke verkiezingen uitbrengen. Passief kiesrecht Het recht je verkiesbaar te stellen. Evenredige vertegenwoordiging Alle zetels worden eerlijk verdeeld op basis van alle geldig uitgebrachte stemmen. Kiesdeler De hoeveelheid stemmen die een partij nodig heeft om 1 zetel te bemachtigen. Kiesdrempel Een partij moet een minimumpercentage stemmen halen om mee te kunnen delen in de zetels. (DL, OOS) Lijsttrekker De nummer 1 van de partij, de bekendste Districtenstelsel/meerderheidsstelsel Land is verdeeld in aantal districten. Per district is er één afgevaardigde in het parlement. Dat is de kandidaat die in het district de meerderheid van de stemmen haalt. (VS, GB) Verkiezingsstrijd Wedijver tussen de verschillende partijen of kandidaten bij een verkiezing. Spindoctor Een communicatiedeskundige die de partij en de lijsttrekker adviseert. Tv- en internetdemocratie Via de tv of het internet willen de partijen stemmen winnen. Bijv. tv debatten. Strategisch stemmen De kans dat de partij een cruciale rol kan spelen bij de vorming van een kabinet. Dan stem je dus bijv. op het CDA en niet op de SGP. Lijsttrekker De nummer 1 van de partij, de bekendste. Voorkeursstemmen Bij verkiezingen wordt niet op een partij, maar op een kandidaat gestemd. Veel mensen kiezen eenvoudigweg voor de hoogste op de lijst, de lijsttrekker. Toch geven ook veel mensen de voorkeur aan een lager geplaatste kandidaat en brengen een voorkeurstem uit. https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 6 van 17

Formatie Het samenstellen van het kabinet. Coalitie Samenwerkingsverband tussen twee of meerdere partijen. De informateur Aangesteld door de koning(in), kijkt welke partijen het meeste kans hebben om tot een regeerakkoord te komen. Laat ook de partijen compromissen sluiten. Regeerakkoord De afspraken over de hoofdlijnen van het te voeren beleid komen hierin te staan. Formateur Zoekt geschikte ministers en staatssecretarissen bij elkaar. De formateur is bijna altijd afkomstig van de grootste regeringspartij en word meestal zelf minister-president. Kabinet Alle ministers en staatssecretarissen samen. Een meerderheidskabinet kan je krijgen door met meerde partijen samen te werken en zo 50% van de stemmen binnen te krijgen.(minimaal 75 zetels) Troonrede Plannen van het kabinet voor een jaar. Miljoenennota Rijksbegroting in vorm van een samenvatting. Algemene Beschouwingen Tijdens deze bezigheid wordt er gedebatteerd over de plannen. Voorjaarsnota Officiële tekst met een mededeling of een voorstel over de huidige begroting (van een land, een gemeente). Motie van treurnis Een ernstige waarschuwing aan degene wiens functioneren de motie betreft. Motie van afkeuring Met redenen omklede afkeuring van een parlementaire vergadering gericht tot de regering. Motie van wantrouwen Kameruitspraak waarin het vertrouwen in het gevoerde beleid wordt opgezegd. https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 7 van 17

Kabinetscrisis Problemen lopen zo hoog op dat het hele kabinet in gevaar komt. Demissionair kabinet Kabinet met geen eigen missie meer en alleen nog de lopende zaken afhandelt. 5 Regering Ministers en de Koning(in). Kabinet Ministers en staatssecretarissen. Minister Hoofd van een ministerie. Staatssecretaris Hoofd van en departement binnen een ministerie. Werkt in naam van de minister. Ministerraad De gezamenlijke vergadering van alle ministers met als voorzitter de minister-president waarin beleidsvoornemens worden besproken. Premier De minister-president. Minister zonder portefeuille Een minister zonder eigen ministerie. Koning(in) De ceremoniële leider van het land. Onschendbaarheid Kan niet worden aangeklaagd. Ministeriele verantwoordelijkheid Dit maakt de Koning(in) onschendbaar en de ministers verantwoordelijk. Parlement Door het volk gekozen vertegenwoordigers die met de regering en het land besturen. Tweede kamer https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 8 van 17

Bestaat uit 150 gekozen vertegenwoordigers die de wetsvoorstellen aanpassen/wijzigen. Stemrecht bij wetsontwerpen De Tweede Kamer kan wetsvoorstellen aannemen of verwerpen. Recht van amendement Recht voor de tweedekamer om wetsvoorstellen te wijzigen. Recht van initiatief Recht voor van de tweede kamer om wetsvoorstellen in te mogen dienen. Budgetrecht Recht voor de tweede kamer om in en tussen de verschillende begrotingsposten te schuiven. Recht van motie De Tweede Kamer doet een uitspraak om een minister om aanvullende stappen te zetten. Vragenrecht Recht voor de tweede kamer om vragen te stellen. Recht van interpellatie Als een Kamerlid op korte termijn een specifiek onderwerp wilt bespreken kan hij/zij een interpellatie of spoeddebat aanvragen. Recht van enquête Recht voor de tweede kamer om zelfstandig een onderzoek in te stellen. Motie van wantrouwen Als de betrokken minister/staatssecretaris na afwijzing toch aan het afgekeurde beleid vasthoudt. Eerste kamer Telt 75 leden. Lidmaatschap is een deeltijdfunctie. Kan alleen wetsvoorstellen aannemen of verwerpen. Vergadert één keer per week. Senaat Eerste Kamer. Wetsvoorstel Een ontwerp van een wet dat nog niet door alle organen van het parlement is goedgekeurd. Koninklijk besluit Een besluit dat niet langs het parlement gaat en direct wordt ondertekend door de Koning en de verantwoordelijke https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 9 van 17

minister. (bv bij de benoeming van een burgemeester of bij een AMvB) Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Een besluit van de regering over specifieke regels binnen een al bestaande wet. Dualisme Dit betekent dat er een duidelijke taakverdeling tussen regering en parlement is die voortvloeit uit het principe van de trias politica. Trias politica De scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Politieke cultuur In deze cultuur heeft men geleerd compromissen te sluiten. Poldermodel Synoniem voor politieke cultuur. Polderen betekent dat iedereen wat inlevert maar er ook weer wat voor terug krijgt. 6 Systeemmodel Een hulpmiddel (met vier fases) om te begrijpen hoe politieke besluitvorming werkt. Invoer of input De eerste fase van het systeemmodel. In deze fase worden allerlei eisen en wensen naar voren gebracht. En dan kan het onderwerp op de agenda gezet worden. Poortwachters van de democratie De massamedia, pressiegroepen en politieke partijen worden zo genoemd. Zij hebben de mogelijkheden wensen uit de samenleving te vertalen in concrete politieke eisen. Omzetting of conversie De tweede fase van het systeemmodel. In deze fase wordt er een maatregel bedacht door beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling. Beleidsvoorbereiding Ambtenaren onderzoeken het onderwerp en schrijven een advies. Beleidsbepaling Nadat de minister met zijn ambtenaren het advies verwerkt heeft tot een maatregel of een wetsvoorstel stelt de minister het voor aan het parlement en wordt het nog van alle kanten aangepast en gewijzigd. Uitvoer of output https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 10 van 17

De derde fase van het systeemmodel. Door beleidsuitvoering wordt het besluit uitgevoerd. Beleidsuitvoering Het besluit wordt uitgevoerd door ambtenaren maar de verantwoordelijkheid blijft bij de minister. Terugkoppeling of feedback De vierde fase van het systeemmodel. Ze kijken of de maatregel het gewenste effect heeft gehad. Zo niet, dan kan het aangepast worden via een debat. Politieke en maatschappelijke actoren Zo noemen we alle individuele burgers, groepen, bestuursorganen en instanties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces. Ambtenaren Ze houden zich bezig met beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling en beleidsuitvoering. Ze hebben vaak veel invloed door meer ervaring. Raad van State De belangrijkste adviescollege voorgezeten door de koning. Vaak is hij niet aanwezig en is dus de vicevoorzitter de voorzitter. Het beoordeelt alle wetsvoorstellen en andere voorstellen. Het bestaat uit oud-politici en juristen. Sociaal-Economische Raad (SER) Ze adviseren de regering over de hoofdlijnen van het sociaaleconomisch beleid. De SER telt 33 leden die bestaat uit 11 leden uit werkgeversorganisaties en 11 leden uit werknemersorganisaties en 11 andere leden die benoemd zijn door de regering. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WWR) Deze raad bestaat uit minimaal 5 en maximaal 11 wetenschappers. Ze komen uit verschillende takken van de wetenschap en ze moeten toekomstige ontwikkelingen beoordelen. Centraal Plan Bureau (CPB) Ze maken analyses van het economische beleid. Het is onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken maar het functioneert onafhankelijk. Burgerinitiatief Een (wets)voorstel van een individuele burger, dat onder bepaalde voorwaarden in de Tweede Kamer moet worden besproken. Burgerlijke ongehoorzaamheid Mensen overtreden bewust de wet om politici ergens van te overtuigen. https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 11 van 17

Lobbyen Via persoonlijk contact proberen steun te krijgen voor je standpunten en belangen. Actievoeren Bijvoorbeeld demonstreren of een boycot organiseren. Belangenorganisaties Eén van de twee soorten pressiegroepen. Ze komen op voor de belangen van een bepaalde groep in de samenleving. Denk aan vakbonden en werkgeversorganisaties. Actieorganisaties Één van de twee soorten pressiegroepen. Ze zetten zich in voor een bepaald thema of onderwerp. Denk aan Greenpeace (milleu). Actiegroep Als mensen in actie komen voor een kortlopende en minder omvattende kwestie. Massamedia Media waarmee je veel mensen bereikt. De media heeft vijf functies: Informatieve functie: De media bericht over maatschappelijke kwesties en volgt voortdurend de politieke discussies. Spreekbuisfunctie: De media geeft politici, actiegroepen en burgers ruimte om hun zegje te doen. Bij campagne maken politieke partijen ook gebruik van media. Agendafunctie: De media signaleert en analyseert problemen in de samenleving en die dan vervolgens vaak op de politieke agenda komen. Commentaarfunctie: De media geeft voortdurend commentaar op politieke kwesties. Controlerende functie: De media volgt ministers kritisch. Ze kijken of ze hun beloftes na komen en de wet niet overtreden. Vijfde macht De media heeft veel invloed en wordt daarom ook wel de 5 de macht genoemd. Wet openbaarheid bestuur (WOB) Het verplicht de overheid om alle informatie openbaar te maken. Behalve de zaken die te maken hebben met de staatsveiligheid en de privacy van individuen. Pluriformiteit De politiek wil dat iedere politieke mening belicht wordt en daarom moet er voldoende keuze zijn tussen verschillende kranten, tv-zenders, websites en tijdschriften. https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 12 van 17

Omgevingsfactoren Factoren die niet direct onderdeel van het probleem vormen, maar wel de besluitvorming beïnvloeden. De belangrijkste omgevingsfactoren zijn: Demografische factoren Zoals de samenstelling van de bevolkingsopbouw (denk aan besluiten over AOW). Ecologische factoren De wisselwerking tussen mens en milieu. Culturele factoren Gevormd door de geschiedenis van een land en de daaraan gekoppelde waarden, normen en gewoonten. Economische factoren De besluiten zijn in tijden van recessie anders dan in goede economische tijden. Technologische factoren Door nieuwe technieken en nieuwe uitvindingen moeten de wetten daar soms ook op aangepast worden (zoals de privacywet bij mobielverkeer) Sociale factoren Zoals de verdeling in maatschappelijke klassen en de verschillen daartussen. Internationale factoren Als de EU wetten maakt moet Nederland soms zijn eigen wetten aanpassen. 7 Delegeren Bepaalde besluiten en beslissingen bij de gemeenten en provincies neerleggen. Subsidiariteit: (Delegeren) Provincie Nederland is in 12 gebieden verdeeld waar weer een kleiner bestuur over bepaalde kwesties beslist. Structuurvisie Hierin staan de plannen voor een gebied. Provinciale Staten Zo worden de vertegenwoordigers van de provincie genoemd. Die worden om de vier jaar gekozen door verkiezingen. (De Tweede Kamer van de provincie). https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 13 van 17

Gedeputeerde Staten Hierin zitten de gedeputeerden. De partijen die samen de coalitie vormen in de Provinciale Staten dragen deze mensen voor. (Het kabinet van de provincie). Commissaris van de koning(in) De voorzitter van de Gedeputeerde Staten en de Provinciale Staten. Hij wordt officieel benoemd door de koning maar dit gebeurt vaak door de minister van Binnenlandse Zaken. (De minister-president van de provincie). Gemeente De provincies zijn weer verdeeld in gebieden waar weer een kleiner bestuur over bepaalde kwesties beslist. Decentralisatie Hierdoor heeft de gemeente nieuwe taken gekregen zoals het regelen van uitkeringen en de zorg voor ouderen en gehandicapten. Ook het verder uitwerken van de structuurvisie in een bestemmingsplan. Bestemmingsplan Op gemeentelijk niveau een gedetailleerdere structuurvisie. Gemeenteraad Neemt de belangrijkste besluiten in de gemeente. (De Tweede Kamer van de gemeente). College van burgemeester en wethouders Het dagelijkse bestuur van de gemeente. Dat zijn voor uitvoerende taken. Burgemeester De minister-president van de gemeente. Wordt voor zes jaar benoemd. Dualisme De scheiding tussen de wetgevende en uitvoerende macht binnen een bestuurslaag. Bestuurlijke autonomie Gemeenten hebben een soort bestuurlijke autonomie. Het lijkt alsof de gemeenten zichzelf volledig besturen zonder invloed van buitenaf, maar niets is minder de gemeenten hebben nog steeds te luisteren naar Den Haag. 8 Europese Unie https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 14 van 17

Samenwerkingsverband tussen landen in Europa, opgericht in 1992. Unificatie Het samenvoegen van landen (in de EU) Eurozone De groep van EU-landen die een gecoördineerde economische, financiële en monetaire politiek voeren. Europese Centrale Bank Het hoofd van het Europese Stelsel van Centrale Banken (ESCB) Supranationale organisatie De aangesloten landen hun bevoegdheden grotendeels hebben overgedragen aan de EU. Intergouvernementeel Besluiten alleen genomen kunnen worden met instemming van alle afzonderlijke landen. Euroscepsis Zowel burgers als regeringen van lidstaten twijfelen aan of protesteren tegen te veel supranationale regels. Europese Commissie Het dagelijks bestuur van de EU. Iedere lidstaat levert één commissaris, en elke commissaris heeft een beleidsterrein. Raad van Ministers Daarin zijn de regeringen van alle lidstaten vertegenwoordigd. Er zijn negen raden met ieder een ander beleidsterrein. Raad van de Europese Unie Raad van ministers Europees Parlement Te vergelijken met het Nederlandse Parlement alleen dan van Europa. Er is alleen één groot verschil: Het Europese Parlement heeft geen besluitvorming, het mag zelf geen wetsvoorstellen indienen en afkeuren/goedkeuren. Het mag alleen meedenken met de Raad van Ministers. Alle partijen uit de verschillende parlementen van de lidstaten van de EU hebben hier zetels in. Vaak hebben veel partijen uit andere landen dezelfde ideeën en hebben zich als één grote partij verenigd (PvdA is verenigd met de Europese sociaaldemocraten samen met de Engels Labour) Democratisch tekort Dat het Europees Parlement te weinig bevoegdheden heeft. Nationale soevereiniteit De hoogste rechterlijke macht van een land. Hof van justitie van de EU https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 15 van 17

Het stuk rechtsprekende macht bij de EU, telt 27 rechters uit elk land 1 en uitspraak van die rechters gaat boven Nederlandse rechters. Verenigde Naties (VN) Een samenwerkingsverband van 193 staten en zet zich in voor internationaal recht, mondiale veiligheid, behoud van de mensenrechten, ontwikkeling van wereldeconomie en onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen. Secretaris-generaal De hoogste ambtenaar van de VN Resolutie Uitspraken waarin het gedrag van een land word veroordeeld. Verklaring Daarin stellen de VN basisprincipes op die essentieel zijn voor internationale samenwerking. Algemene Vergadering Een bijeenkomst van alle VN-leden die bij meerderheidsbesluit resoluties en verklaringen kan aannemen. Veiligheidsraad Zorgt voor internationale veiligheid en vrede Vetorecht Het recht om de uitvoering van een resolutie te verbieden 9 Legitimiteit Dat de besluiten voldoende effectief zijn. Wanneer de besluiten onvoldoende zijn daalt de legitimiteit. Representatie Vertegenwoordiging, dat ze gekozen zijn door het volk. Representatief Dat ze wel gekozen zijn maar niet meer doen waar het volk ze voor gekozen heeft. Monistisch stelsel Hierin zijn de wetgevende en de uitvoerende macht nauw met elkaar verweven. Dualistisch stelsel Regering maakt geen deel uit van het parlement https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 16 van 17

Regeringspartijen Een regeringspartij is een politieke partij die op het moment waarop deze zo genoemd wordt, onderdeel uitmaakt van de regering. Oppositiepartijen Politieke partijen die niet in de regering zitten. Deze partijen leveren geen ministers en zijn het vaak niet eens met de regering. Referendum Het voorleggen van een vraag met betrekking tot wetgeving aan de kiesgerechtigden in een land of een bepaald gebied. https://www.scholieren.com/verslag/84085 Pagina 17 van 17