Tensegrities. Luc Van den Broeck 1 januari 2016



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

Aanzichten en inhoud. vwo wiskunde C, domein G: Vorm en ruimte

Examen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

wiskunde B bezem havo 2017-I

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

wiskunde B havo 2015-II

3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies.

Examen HAVO. wiskunde B 1,2

TEKENEN MET EEN DRIELUIK

wiskunde B pilot havo 2016-I

Analytische Meetkunde

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2017: algemene feedback

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

blikken b dat nodig is voor de toren. Op de uitwerkbijlage staat een tabel, die hoort bij dit verband. Vul de tabel op de uitwerkbijlage verder in.

Meetkundige ongelijkheden Groep A

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1 Wiskunde, zeker. 1, 2, 3, 5, 6, 7. 8, 10, 11, 12 en 13 eurocent. duimstok Timmerman Hoe lang iets is.

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal

wiskunde B vwo 2016-I

wiskunde B pilot havo 2015-II

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

CATENARY TENSEGRITY. De Brug tussen een Idee en een Sculptuur.

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen havo wiskunde B 2016-I (pilot)

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-II

Willem-Jan van der Zanden

Opvouwbare kubus (180 o )

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Soorten lijnen. Soorten rechten

Antwoordmodel - Vlakke figuren

Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Hierbij geven we de antwoorden en bewijzen we meteen ook hoe de constanten kunnen bepaald worden.

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

Het gewicht van een paard

1 Coördinaten in het vlak

Construeer telkens twee hoeken waarvan de cosinus of sinus gegeven is. Teken voor elke opgave een andere goniometrische cirkel.

Wiskunde-onderdeel Meetkunde november Cijfer=aantal behaalde punten : 62 x Pagina 1 van 7. Vestiging Westplas Mavo

Object 1:

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

Controle: Bekijk nu of aan het evenwicht wordt voldaan voor het deel BC, daarvoor zijn immers alle scharnierkracten bekend

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2018: algemene feedback

héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = =

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:00 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

RECHTEN. 1. Vul in met of. co(a) = (-2,3) a y = -2x + 1 A a want 3-2.(-2)+3 co(a) = (4,1) a 3x -5y -2 = 0 A a want

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene feedback

Vl. M. Nadruk verboden 1

Rakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

Luc Gheysens - Extremumvraagstukken p.1

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

Onderzoek of de rijen rekenkundig, meetkundig of geen van beide zijn. Geef bij de rekenkundige rijen v en t 7 en bij de meetkundige rijen q en t 7.

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Opmerking Als de punten A en B op de juiste plaats getekend zijn, maar iedere toelichting ontbreekt, drie punten toekennen.

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Dan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ²

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Een andere dimensie van GeoGebra Andre Heck (Universiteit van Amsterdam), Nationale Wiskunde Dagen 2019

10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 2015 Oplossingen

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Voorbereiding : examen meetkunde juni - 1 -

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Transcriptie:

Tensegrities Luc Van den Broeck 1 januari 2016 Samenvatting Dit project over tensegrities past in het thema van de Nacht van de Toren jaargang 2016. Tijdens deze openschoolnacht draait alles rond evenwicht. Tensegrities (in het Nederlands: houtje-touwtje-constructies) zijn composities met zwevende houten staafjes die elkaar niet raken maar die toch in evenwicht blijven door de gepaste trekspanning in de verbindingstouwtjes. Hoewel het assortiment aan kunstzinnige tensigrities zeer groot is, focussen we ons hier slechts op het type waarbij de staafjes een eenbladige hyperboloïde (een ruimtelichaam in de vorm van een koeltoren) afbakenen. 1 Wat zijn tensegrities? Het woord tensegrity is een samentrekking van tensional structural integrity, waarmee men een ruimtelijke structuur bedoelt die in evenwicht gehouden worden door trekspanningen. Een tensegrity bestaat meestal uit een serie rechte, houten staafjes, die elkaar niet raken maar die verbonden zijn met stevig aangespannen draden. De spankracht in de draden is zo dat de hele constructie overeind blijft. Verwijdert men één staafje of knipt men één van de draden door dan stuikt het bouwwerk ineen. De trekkrachten in deze constructies worden dus opgevangen door de draden, de drukkrachten door de staafjes. Figuur 1: Tensegrity in de vorm van een brug 1

Het is niet duidelijk wanneer en door wie de tensegrities uitgevonden zijn. Sommige bronnen verwijzen naar de Letse student Karl Ioganson, die rond de jaren 1920 experimenteerde met eenvoudige spanconstructies. Andere bronnen verwijzen naar de Amerikaanse student Kenneth Snelson, die in het jaar 1948 geïnspireerd raakte door de bekende architect Buckminster Fuller (de uitvinder van de geodetische koepels) en hierdoor begon te knutselen met touw, klei, karton en zelfs met conservenblikken. Het was Buckminster Fuller die de term tensegrity voor het eerst gebruikte. Hij omschreef de zwevende staafjes in een tensegrity als compression elements in a sea of tension. De laatste jaren worden tensegrities verwerkt in houten speelgoed en in designvoorwerpen zoals tafels, krukjes en lampen. Je ontmoet deze structuren af en toe ook in openluchtkunst. Bekende kunstenaars en designers die zich toelegden op het genre van de tensegrities zijn Marco Pars, Kenneth Snelson, Onno van Dokkum en Tom Flemons. Van deze laatste is de skwish de meest bekende uitvinding. Deze tensegrity is in bijna om het even welke winkel met babyartikelen te koop. De touwtjes zijn hier vervangen door krachtige elastieken, waardoor de staafjes onmiddelijk terug in hun evenwichtsstand springen wanneer de constructie platgedrukt wordt. Figuur 2: De skwish van Tom Flemons 2 Hyperbolische tensegrities Een van de eenvoudigste tensegrities bestaat uit n staafjes van gelijke lengte die zweven op een denkbeeldige eenbladige hyperboloïde. Een eenbladige hyperboloïde is het oppervlak dat we kennen als de koeltoren van een kerncentrale. De eindpunten van deze n staafjes vormen de hoekpunten van twee regelmatige n-hoeken die in evenwijdige vlakken liggen. Op figuur 3 zie je twee voorbeelden van dit model, eentje met drie staafjes en eentje met acht staafjes. Je merkt vast wel op dat de twee n-hoeken in de evenwijdige vlakken niet even groot hoeven te zijn. Ze zijn wel netjes boven 2

elkaar uitgelijnd. De donkerbruine lijnstukken zijn de staafjes van de tensegrity. De groene lijnstukken zijn de touwtjes. Elk van deze composities heeft touwtjes van drie verschillende afmetingen: de zijden van de onderste n-hoek, de zijden van de bovenste n-hoek en de verbindingslijnstukken van twee n-hoeken. Figuur 3: Twee eenvoudige tensegrities De Nederlander Marcello Pars ontwierp op basis van dit eenvoudige model het onderstaande kunstwerk met dunne satéprikkers en bijna onzichtbare nylondraad. Dit prototype, waarbij de hyperboloïde duidelijk afgetekend is, staat centraal in het project. Figuur 4: De hyperboloïde van Marcelo Pars 3 De driezijdige tensegrity Om te weten te komen welke de verhoudingen zijn tussen alle draadjes en staafjes van de tensegrity van Pars, moeten er verschillende berekeningen gemaakt worden. We beginnen in deze paragraaf met een studie van de driezijdige tensegrity. 3

Figuur 5: De driezijdige tensegrity Figuur 5 toont een bovenaanzicht van de driezijdige tensegrity. Hierop worden alle variabelen vermeld aan die we in deze berekening zullen gebruiken: de zijde a van de onderste driehoek, de zijde b van de bovenste driehoek, de lengte c van de draden die de twee driehoeken verbinden, de lengte s van de stokjes en de stalen r a en r b van de omgeschreven cirkels van de twee diehoeken. Drie van deze variabelen kunnen we vrij kiezen. Als we bijvoorbeeld een vaste waarde nemen voor a, b en s dan blijkt de tensegrity vast te liggen. Dit is niet evident want als je de tensegrity zou willen maken met drie touwtjes van lengte a, drie touwtjes van lengte b en drie stokjes van lengte s dan blijkt de constructie nog beweegbaar te zijn. Figuur 6: Een van deze standen is de evenwichtsstand Beeld je eens in dat de verbindingstouwtjes tussen de twee driehoeken vervangen worden door elastiekjes. Je kan de hoogte z van de tensegrity dan nog steeds 4

aanpassen zonder a, b en s te wijzigen. Als je z wijzigt dan zullen de twee driehoeken ten opzichte van elkaar roteren en dan zal de lengte c van de drie verbindingselastiekjes groter of kleiner zal worden. Een van deze standen zorgt voor een minimale lengte (c min ) van de elastiekjes. Deze stand noemen we de evenwichtsstand. Fysische wetten garanderen dat in constructies met elastiekjes, veren en kabels een evenwicht wordt bereikt bij een minimale lengte (en een maximale trekspanning) van deze constructie-elementen. Het is perfect mogelijk de evenwichtsstand op een experimentele manier op te sporen. Je kan bijvoorbeeld met een driedimensionaal meetkundeprogramma op zoek gaan naar dit evenwicht door de bovenste driehoek te laten draaien ten opzichte van de onderste (terwijl a, b en s constant blijven). Tijdens deze simulatie meet je de lengte c na en zoek je een benadering voor c min. Figuur 7: De tensegrity ligt vast door de keuze van x en y In dit project gaan we niet experimenteel te werk maar bepalen we de evenwichtsstand op een algebraïsche manier. Vooreerst zoeken we twee verbanden tussen de variabelen die toestand van de tensegrity beschrijven. Vermits de onderste driehoek verankerd is en de bovenste driehoek kan roteren, leggen de coördinaten x, y en z van het bovenste eindpunt van het voorste staafje de tensegrity volledig vast. Op figuur 7 kan je zien wat met de coördinaten x en y bedoeld wordt. De z-coördinaat moet je je loodrecht op de figuur inbeelden. Oefening 1 Verklaar de formules 1 en 2 Uit deze formules volgt dat Oefening 2 Toon formule 3 aan. s 2 = (a + x) 2 + y 2 + z 2 (1) c 2 = x 2 + y 2 + z 2 (2) c 2 = s 2 a 2 2ax. (3) 5

Figuur 8: De grootst mogelijke waarde voor x Aan het begin van dit hoofdstuk hebben we beslist om de variabelen a, b en s vast te nemen. De enige variabelen in formule 3 zijn c en x. Indien we c zo klein mogelijk willen maken, moeten we x zo groot mogelijk nemen. Oefening 3 Verklaar dit. De grootst mogelijke waarde voor x is afgebeeld in figuur 8. We noemen deze waarde x max. Uit figuur 8 kan je de volgende gelijkheden afleiden x max = r b 1 2 a (4) r b = b 2 sin 60. (5) Oefening 4 Geef een verklaring voor deze twee gelijkheden. De combinatie van de formules (3), (4) en (5) leidt tot c 2 min = s 2 Oefening 5 Reken deze gelijkheid na. ab sin 60. (6) Oefening 6 Stel dat s = 20, a = 7 en b = 11. Bereken uit deze waarden de lengte c min van de verbindingsdraden tussen de twee driehoeken. Oefening 7 Kies zelf waarden voor s, a en b en knutsel de bijbehorende tensegrity met dunne rondhouten staafjes. In de uiteinden van deze rondhoutjes timmer je kleine kopnageltjes of schroef je kleine oogvijsjes. Daaraan bevestig je draden van de gepaste lengte. Zorg ervoor dat de draden stevig zijn en niet uitrekken. Een voorbeeld van dit knutselwerk zie je op figuur 9. 6

Figuur 9: Driezijdige tensegrities geknutseld met rondhout 4 De vijfzijdige tensegrity Net zoals er twee manieren zijn om de hoekpunten van een regelmatige vijfhoek op een regelmatige manier te verbinden (de gewone vijfhoek en de vijfhoekige ster), zijn er ook bij de vijfhoekige tensegrity twee manieren om de hoekpunten van de twee vijfhoeken met staafjes en draden te verbinden. Hieronder zie je het bovenaanzicht van de twee versies. Bij het eerste type verbinden de opstaande draden de boven en onderkant van opeenvolgende staafjes. Bij het tweede type verbinden de opstaande draden twee staafjes die niet opeenvolgend zijn maar wordt er telkens een staafje tussen gelaten. We voeren een notatie in die vergelijkbaar is met het vorige hoofdstuk: a is de zijde van de onderste vijfhoek, b is de zijde van de bovenste vijfhoek, c is de lengte van een opstaande draad, s is de afmeting van een staafje en r a en r b zijn de stralen van de omgeschreven cirkels van beide vijfhoeken. Verder stellen x, y en z de coördinaten voor van één van de eindpunten van een staafje (zie afbeeldingen). Alleen voor de berekeningen bij tweede type is er nog een bijkomende variabele nodig: d is de diagonaal van de onderste vijfhoek. Analoog aan formule 6 kunnen we de lengte van de opstaande draden voor de twee types berekenen met de respectievelijke formules: c 2 min = s 2 ab sin 36 (7) c 2 min = s 2 ab sin 72 sin 2 36. (8) Oefening 8 Bewijs de formule voor de vijfhoekige tensegrity van het eerste type door middel van de volgende deelvragen. 7

Figuur 10: Eerste type van de vijfzijdige tensegrity (a) Toon aan dat c 2 = s 2 a 2 2ax. (b) Wanneer is c minimaal? (c) Toon met een nieuwe tekening aan dat x max = r b 1 2 a. (d) Bewijs dat r b = b 2 sin 36. (e) Combineer de voorgaande formules en toon formule (7) aan. Figuur 11: Tweede type van de vijfzijdige tensegrity 8

Oefening 9 Bewijs de formule voor de vijfhoekige tensegrity van het tweede type door middel van de volgende deelvragen. (a) Toon aan dat c 2 = s 2 d 2 2dx. (b) Wanneer is c minimaal? (c) Toon met een nieuwe tekening aan dat x max = r b 1 2 d. (d) Ga na dat de diagonaal d van de onderste vijfhoek berekend kan worden met de formule d = 2r a sin 72. (e) Bewijs dat r a = a 2 sin 36 en dat r b = b 2 sin 36. (f) Combineer de voorgaande formules om formule (8) aan te tonen. Oefening 10 Stel s = 25 en a = 10 en b = 13. Bereken de waarden van c min voor een vijfhoekige tensegrity van het eerste type en een vijfhoekige tensegrity van het tweede type. Oefening 11 Knutsel een vijfhoekige tensegrity van het tweede type waarbij het bovenvlak groter is dan het grondvlak. Het resultaat kan er uitzien als de constructie op de onderstaande figuur. Figuur 12: Vijfzijdige tensegrity van het tweede type 5 De n-zijdige tensegrity Stel dat je een tensegrity wil maken in de vorm van een eenbladige hyperboloïde. Je hebt dan meestal de keuze uit verschillende typen. De opstaande draden kunnen de boven- en onderkant van opeenvolgende staafjes verbinden. Je kan ook telkens een staafje tussen laten. Je kan er twee tussen laten, drie, vier, enz. Hoe meer staafjes je tussen laat, hoe smaller de taille van de hyperboloïde. Stel dat je telkens k 1 staafjes tussen wil laten. Voor dit model kan je aantonen dat k 180 c 2 min = s 2 ab sin n sin 2. (9) 180 n 9

Oefening 12 Op figuur (13) zie je een tienzijdige tensegrity met a = 5, b = 7 en s = 20. (a) Hoeveel staafjes worden er telkens overgeslagen bij de verticale verbindingsdraden tussen grondvlak en bovenvlak? Waaraan is k dan gelijk? (b) Bereken de waarde van c min met behulp van formule 9. (c) Maak deze tensegrity na met dun rondhout en nylonkoord. Figuur 13: Tienzijdige tensegrity Oefening 13 Stel dat je een twaalfzijdige tensegrity wil maken (n = 12) met a, b en s gegeven (a b). (a) Waarom zal de constructie met k = 6 technisch niet uitvoerbaar zijn? (b) Verklaar waarom je geen echte twaalfzijdige tensegrity verkrijgt voor k = 4. (c) Voor welke waarden van k krijg je wel een twaalfzijdige tensegrity? (d) Welk verband is er tussen de tensegrities met k = 5 en k = 7? En tussen de tensegrities met k = 1 en k = 11? (e) Hoeveel typen van twaalfzijdige tensegrities zijn volgens jou? typen van twintigzijdige tensegrities zijn er dan? En hoeveel (f) Herinner je je de totientfunctie van Euler nog? Zo ja, formuleer dan het verband tussen het aantal typen van de hyperbolische tensegrity met n zijden en de totientwaarde φ(n). 10

Inhoudsopgave 1 Wat zijn tensegrities? 1 2 Hyperbolische tensegrities 2 3 De driezijdige tensegrity 3 4 De vijfzijdige tensegrity 7 5 De n-zijdige tensegrity 9 Referenties [1] M. Bakker en M. Klerx, Houtje-touwtje wiskunde, workshop Nederlandse Wiskunde Dagen, 1 februari 2013. [2] M. Pars, Tensegrities, http://www.tensegriteit.nl/n-index.html [3] K. Snelson, Kenneth Snelson, art and ideas, http://kennethsnelson. net/ 11