Directoraat Generaal Rijksluchtvaartdienst. Geluidsisolatieproject Schiphol. Beleidsuitgangspunten en praktijkregels 1993



Vergelijkbare documenten
Rapport. Datum: 15 november 2005 Rapportnummer: 2005/349

Geluidisolatieproject Tongerseweg

Geluidisolatieproject Herinrichting Europalaan Brakenstraat 10 te Valkenswaard

plaats code toelichting code aantal afmetingen 2 ba12 kier tussen raam/deur en kozijn dichten met strip 1,25 * 1,07 m 0,72 * 1,07 m

Uitvoeringskader Gevelisolatie 2012 (UGI 12)

Uitleg codes uit aanbod geluidwerende voorzieningen. Datum 10 januari 2014

Uitvoeringskader Gevelisolatie Spoor 2014 (UGS 14)

Basiskeuzelijst meer- en minderwerk

WABO & BOUWBESLUIT Een korte introductie

Basiskeuzelijst meer- en minderwerk

ZELF AANGEBRACHTE VERANDERINGEN. Richtlijnen voor klussen in een woning van St. Joseph

Vrijstaande woning in het plan Waterhof fase 3 Volgerlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Zelf klussen in uw woning

Bedrag Puntnr Omschrijving Meer Minder

Adriaan van Erk BOUW. Aanvullende koperskeuzelijst. Aspirant koper(s) Pijnacker, plan Laan van Klapwijk, 28 woningen. Bouwnummer...

11 woningen type Dotterbloem in het plan Waterhof fase 2 Volgerlanden

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B R001 Stadhuiskwartier Deventer

Gevelisolatieproject gemeente Sittard-Geleen: Geluidsisolerende voorzieningen aanbrengen bij bestaande woningen.

OPTIEPRIJZEN (RUWBOUW)

Overzicht van meest voorkomende aanpassingen

Aanpassingen aan aanbrengen van isolatie

Vraag en antwoord 2 februari 2017

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

Behoort bij besluit van het College van burgemeester en wethouders van Uden van. 29 april Teamleider dienstverlening afdeling Ruimte

01. Sloop / bouwafval - Enig sloopafval is te verwachten bij verwijderen aftimmering onderzijde balkon.

Zelf veranderingen aanbrengen ( klusrecht ) Veranderen onder voorwaarden Let ook op overheidsregels Staat de door u geplande verandering niet

KEUZELIJST RUWBOUW WONINGTYPE C3 / C3sp / C3A / C3Asp. Vroondaal aan het Park, fase 8

Zelf Aangebrachte Voorzieningen

Naam koper: Bouwnummer:

Delen van wanden, vloeren, plafonds en overige welke het verschil zijn tussen de bestaande situatie en nieuwe uitvoering verwijderen en afvoeren.

Bisschop Schrijnenstraat 84 - Venlo

U wilt verbouwen? In deze brochure leest u wat u moet weten als u veranderingen aan of in uw woning wilt aanbrengen.

Ruwbouw Keuzelijst Koelbroek 16 Woningen De Vaert fase 2

Thuisvoelen in uw huurwoning

Veranderingen aan de woning

Ruwbouw Keuzelijst Achter de Kockerse 16 Woningen De Vaert fase 2

Koperskeuzelijst. Werknummer : Projectomschrijving : Woningtype. : Woningtype Lombardier

Adriaan van Erk BOUW. Aanvullende koperskeuzelijst. Aspirant koper(s) Pijnacker, plan Laan van Klapwijk, 28 woningen. Bouwnummer...

Sluitingsdatum : De sluitingsdatum van deze lijst wordt op een later tijdstip door de aannemer bepaald.

BOUWBEDRIJF FRANS VINK EN ZONEN B.V.

Dakkapellen Door H. Koelemij (TNO Bouw)

Aanpassingen en veranderingen van de woning: waarvoor heeft u toestemming nodig?

Zelf aangebrachte veranderingen

Aanpassingen aan aanbrengen van isolatie

EigenWijs Verbouwen Van een huis uw eigen thuis maken

TE HUUR. Breda Mgr. Nolensplein 7A

Zelf klussen. Maak van uw huis uw droomhuis

MEER- EN MINDERWERKOPTIES FASE: RUWBOUW

Zelf Aangebrachte Voorziening. Toestemming. Overname

Klussen mag (ZAV) Voorwaarden om van uw woning uw eigen stek te maken

Bouwbesluit rapportage

Uw woning naar eigen wens aanpassen dat is bijna altijd mogelijk

A Aanbouw Aan-/uitbouw woning aanbrengen x x Schuifpui aanbrengen. Afdak Luifel / afdak aanbrengen. Bel Elektrische bel aanbrengen

Koperskeuzelijst. Werknummer : D0808. Woningtype : 5400

Adriaan van Erk BOUW. Aanvullende koperskeuzelijst. Aspirant koper(s) Pijnacker, plan Laan van Klapwijk, 28 woningen. Bouwnummer...

Geluidwerende voorzieningen. woning Zutphensestraat 240

Bouwbesluit toets. Bouwgenoot bv. Toetsingniveau : Verbouw (gedeeltelijk) met rechtens verkregen niveau/bestaande bouw

Mijn woning verbeteren? Dat kan altijd!

Te koop Tussenwoning met schuur en zuid gerichte achtertuin

Zelf aangebrachte veranderingen (ZAV) NOVEMBER 2015

Verbouwing van een gevel: geluidsisolatie en ventilatie

Rgd. Dichtheid. Voor het aspect dichtheid van bouwconstructies wordt onderscheid gemaakt in:

A-03 Herstellen beschadigde verharding x. A-04 Herstraten verzakte verharding x. A-07 Herstellen beschadigingen rijwielstalling x

Dakkapel. Voldoet uw bouwplan aan de vergunningvrije criteria op grond van de Woningwet? Zie ook folder van VROM

Basiskeuzelijst meer- en minderwerk

Bouwbesluit Toetsing Verbouw BB 2012

Woningtype Stema Nieuwbouw Uitweg

Rehorst BOUW. Ruwbouwlijst. Aspirant koper(s) Moordrecht, plan De Binkhorst fase 2b 43 woningen. Bouwnummer... / woningtype Timpaan.

Te koop: Beethovenstraat PZ Sittard

Eerste Blokweg 29, Vroomshoop

Zelf aan de slag in uw woning. Tips, richtlijnen en adviezen

Verkoopprijslijst Anno30 Berckelbosch Eindhoven, versie VON prijs. Status nr.

Alternatieven in meer- en minderwerk bedragen zijn inclusief 21% BTW RUWBOUW

Klussen mag (ZAV) Voorwaarden om van uw woning uw eigen stek te maken

Woning casco opleveren 3-laags per stk N.t.b.

Woonwensen, hoe werkt dat?

Klussen en verbeteren. waar je thuis bent...

Keuzelijst Ruwbouw. Bouwkundige wijzigingen. Project: Raadhuispark fase 7 te Mijnsheerenland Datum: Koperskeuze

Rapport Bouwbesluiteisen

Woning casco opleveren 3-laags per stk N.t.b.

Te Koop Punter 34-09, Lelystad

Veranderingen aan de woning

Koperskeuzelijst. Werknummer : 6DW0847. : Twee-onder-één-kapwoning - Type Bonheur. Woningtype

Trappen. De trap naar de 1 e en 2 e verdieping is in goede staat.

Zelf aangebrachte woningveranderingen

ZELF AANGEBRACHTE VERANDERINGEN

Ik wil mijn woning veranderen

Rehorst BOUW. Ruwbouwlijst. Aspirant koper(s) Moordrecht, plan De Binkhorst fase 2b 43 woningen. Bouwnummer... / woningtype Markies.

Verbouw schuur Vlietweg 13 te Leiden. Toetsing verblijfsgebieden, verblijfsruimten Luchtverversing Daglichttoetreding

Rapport Bouwbesluit. (Bouwfysische berekeningen) - Oppervlakte berekening - Daglicht berekening - Ventilatie & spui berekening

ZAV KLUSSEN NAAR WENS

Basiskeuzelijst meer- en minderwerk

Projectgegevens. Inhoudsopgave

Mijn woning verbeteren? buitengewoon. Dat kan altijd!

Rekenmethodiek De geluidwering van de gevel is berekend volgens de rekenmethode GGG 97.

Zelf aangebrachte voorzieningen aan uw woning

Koperskeuzelijst. Werknummer : Projectomschrijving : Woningtype. : Woningtype Koetsier

Basiskeuzelijst meer- en minderwerk

Transcriptie:

Directoraat Generaal Geluidsisolatieproject Schiphol Beleidsuitgangspunten en praktijkregels 1993 20 januari 1993

Directoraat Generaal Geluidsisolatieproject Schiphol Beleidsuitgangspunten en praktijkregels 1993 20 januari 1993

1 Algemeen 4 Ontwerpcntena en algemene spelregels 2.1 Berekeningsgrondslagen 2.2 Geluidwering 2.3 Aanbouw, uitbouw, verbouw, nieuwbouw 2.4 Isoleerbaarheid 2.5 Wijze van uitvoeren 2.6 Wensvoorzieningen 2.7 Deelname Geluidgevoeligheid van ruimten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 Definities uit het Bouwbesluit Algemeen Woonkamers en eetkamers Slaapkamers Keukens Open keuken Serre Overige ruimten 6 6 6 7 10 10 11 11 14 14 14 15 16 16 17 17 18 De akoestische voorzieningen 19 4.1 Voorzieningen aan de gevels 19 4.1.1 Kozijnvoorzieningen en beglazing 19 4.1.2 Buitendeuren 22 4.1.3 Schuifdeuren 23 4.2 Voorzieningen aan daken, vloeren en plafonds 24 4.2.1 Dakvoorzieningen 24 4.2.2 Vloeren en plafonds 26 4.2.3 Dakramen en dakkapellen 27 4.3 Afwerkingen 28 4.3.1 Algemeen 29 4.3.2 Accessoires 30 4.3.3 Betimmeringen 30 4.3.4 Plafondafwerking 31 4.3.5 Behangwerk 32 4.3.6 Schilderwerk 32 4.3.7 Esthetische aanpassingen 33

5 Overige voorzieningen 34 5.1 Ventilatievoonrieningen 34 5.2 Verbrandingstoestellen 35 5.2.1 Open c.v.-toestellen 36 5.2.2 Lokale verwarmingstoestellen (open type) 37 5.2.3 Geisers en gasgestookte boilers 38 5.2.4 Gesloten-verbrandingstoestellen 38 6 Eigen bijdragen 39 6.1 Ernstige bouwkundige gebreken 39 6.2 Verplichte eigen bijdrage 39 6.3 Vrijwillige eigen bijdrage 40 6.4 Subsidiabele maatregelen 40 7 Procedures 42 7.1 Van het bouwkundig-akoestisch onderzoek tot en met het ondertekenen van het Besluit 42 7.2 Klachtenafhandeling 43 7.3 Garantietermijnen 43 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: "matjes" voor zitten-koken-eten en slapen uit de Woontechnische minimum-eisen Beslissingsboom binnendakse/buitendakse isolatie en overzicht toelaatbare ruimteverkleining Voorwaarden tot het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen, bijlage 3 ehorendende bij het Besluit inzake het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen.

4 1 Algemeen Het door de gehanteerde beleid inzake het geluidsisolatieproject Schiphol is gebaseerd op de volgende regelgeving: - Luchtvaartwet (1958, gew.1978); - Besluit Geluidsbelasting Grote Luchtvaartterreinen (BGGL, 1981 en gewijzigd in april 1988); - Besluit Geluidsgevoelige Ruimten van een woning (BGR,1981); - Regeling Geluidwerende Voorzieningen (RGV,1983); - Structuurschema Burgerluchtvaartterreinen. Daarnaast wordt bij de uitvoering van het geluidsisolatieproject Schiphol rekening gehouden met: - het Bouwbesluit met ingang van 1 oktober 1992; - de Voorschriften voor Aardgasinstallaties GAVO 1987 (NEN 1078 en aanvulling NEN 1078); De GAVO is sinds 1 oktober 1992 opgenomen in het Bouwbesluit, art 32 (Nieuwbouw) en art 94 (Bestaande Bouw) en de daarin aangegeven norm NEN 2757. - Uitgangspunten voor woontechnische minimum-eisen bij woningverbetering, 1977. - Gerechtelijke uitspraak inzake de isolatie van 4 woningen te Zwanenburg d.d. 28 maart 1991; Voorwaarden tot het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen (Bijlage 3 behorende bij het Besluit inzake het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen). Vanaf de start van het geluidsisolatieproject in 1984 zijn gaandeweg door de Stuurgroep Geluidsisolatieproject Schiphol (GIPS) beleids-uitgangspunten geformuleerd voor gebruik in de praktijk. De laatste keer dat deze praktijkregels zijn vastgesteld was op 21 april 1988. Deze Beleidsuitgangspunten en Praktijkregels zijn in nauw overleg met de Stuurgroep Geluidsisolatie Schiphol opgesteld. In de Stuurgroep hebben zitting het Directoraat Generaal, het Ministerie van Volkshuisvesting en

5 Ruimtelijke Ordening, de gemeenten Amstelveen, Haarlemmermeer en Aalsmeer en de Stichting Geluidsisolatie Schiphol. In het navolgende worden de beleidsuitgangspunten en de daaruit voortvloeiende praktijkregels niet alleen aangepast aan de nieuwste regelgeving, maar ook uitgebreid met zo gedetailleerd mogelijke omschrijvingen. Deze handleiding is geschreven om beleidsmakers, projectleiders, ontwerpers en bewonersbegeleiders een zo helder en duidelijk mogelijk inzicht te geven in het te hanteren beleid en de consequenties daarvan in de praktijk. Andersom kunnen en zullen ervaringen uit de praktijk ook in de toekomst verwerkt worden in deze handleiding. Ten behoeve van de bewoners wordt op korte termijn een aparte infomap uitgebracht.

40 45 50 2.3 Aanbouw, uitbouw, verbouw, nieuwbouw 65 Ke Onder "bouwen" wordt verstaan "het plaatsen, het geheel of de gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats". Ieder bouwen aan een bouwwerk dient te voldoen aan het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit maakt onderscheid in: a. vergunningsvrije bouwwerken b. meldingsplichtige bouwwerken c. vergunningsplichtige bouwwerken. ad a. Vergunningsvrije bouwwerken kunnen zijn: Het aanbrengen van veranderingen van niet ingrijpende aard aan een bouwwerk, met dien verstande dat die veranderingen geen betrekking hebben op de draagconstructie van het bouwwerk, geen uitbreiding van het bebouwde oppervlak plaatsvindt en het bestaande, niet wederrechtelijke gebruik wordt gehandhaafd. Als veranderingen van niet-ingrijpende aard kunnen bijvoorbeeld worden aangemerkt een dakraam,een koekoek, het plaatsen of verwijderen van een niet-dragende binnenwand en het vervangen van kozijnen door kozijnen die, bijvoorbeeld wat vorm en samenstelling betreft, slechts in geringe mate afwijken van de kozijnen die worden vervangen. Het bouwen van een vergunningsvrij bouwwerk dient te geschieden overeenkomstig de van belang zijnde voorschriften van het Bouwbesluit. Wanneer achteraf blijkt dat het bouwwerk is gebouwd in strijd met die voorschriften - bijvoorbeeld de

9 Het bouwen van een meldingsplichtig bouwwerk dient te geschieden overeenkomstig de van belang zijnde voorschriften van het Bouwbesluit. De gemeente zal meldingsplichtige bouwwerken doen vergezellen van het advies deze akoestisch te isoleren overeenkomstig art. 22 van het Bouwbesluit. ad c Vergunningsplichtige bouwwerken. Alle bouwwerken die niet zijn aan te merken als een vergunningsvrij of meldingsplichtig bouwwerk zijn vergunningsplichtige bouwwerken, dat wil zeggen bouwwerken voor het bouwen waarvan eerst bouwvergunning moet zijn verkregen. Voor het verkrijgen van die bouwvergunning zal een schriftelijke aanvraag bij burgemeester en wethouders moeten worden ingediend. De gemeente zal vergunningsplichtige bouwwerken doen vergezellen van het advies om deze akoestisch te isoleren. Bron: "Inwerking treding nieuwe bouwregelgeving, juridische aspecten". Ministerie van VROM 1992.

10 2.4 Isoleerbaarheid Volgens de Regeling Geluidwerende Voorzieningen (RGV, 1983) dienen woningen met een geluidbelasting hoger dan 40 Ke en lager dan 65 Ke te worden geisoleerd op rijkskosten. Uitzonderingen worden gemaakt voor woningen: a.die al aan de geluidweringseis voldoen; b.die binnen vijfjaar worden onteigend; c. die onbewoonbaar zijn of zullen worden verklaard; d.die moeten worden aangepast op basis van een desbetreffende aanschrijving van burgemeester en wethouders; e. waarvoor B en W de vergunning tot bewoning niet hebben afgegeven; f. waarvan de staat van onderhoud of de bouwkundige constructie het aanbrengen van doeltreffende geluidwerende voorzieningen in de weg staat; g.die niet geschikt of bestemd zijn voor permanente bewoning alsmede woonschepen en woonwagens; h.waarvoor geen schriftelijke toestemming tot isolatie is verleend door eigenaar en/of bewoner. Aan de onder f. genoemde uitzondering wordt de volgende praktische invulling gegeven: De isolatiekosten van een woning mogen in principe niet hoger zijn dan de herbouwwaarde van die woning. De methodiek en criteria voor de toetsing van de isolatiekosten in relatie tot de herbouwkosten middels de zogenaamde isoleerbaarheidscurve of iso-curve worden beschreven in het rapport Isoleerbaarheidscnteria woningisolatie luchtvaartlawaai (Heidemij Adviesbureau BV, juli 1988). 2.5 Wijze van uitvoeren - Er wordt een projectmatige aanpak gehanteerd. - Het totale pakket van de in een woning aan te brengen voorzieningen wordt sober en doelmatig uitgevoerd.

11 - Tijdens uitvoering van de werkzaamheden blijven de bewoners in principe in de woning wonen. - Uit controlemetingen die steekproefsgewijs worden uitgevoerd, moet blijken dat de aangebrachte voorzieningen effectief zijn met betrekking tot de geluidsisolatieopbrengst. - Reeds in de ontwerpfase wordt gestreefd naar kostenbesparing door standaardisering van voorzieningen, met name voor wat betreft kozijnvoorzieningen en beglazing. Hierdoor wordt het aantal keuzemogelijkheden tussen overigens gelijkwaardige voorzieningen beperkt. 2.6 Wensvoorziemngen In het ontwerp worden geen wensvoorziemngen van de eigenaar meegenomen. Een uitzondering wordt gemaakt voor aanpassingen welke een directe relatie hebben met de aan te brengen geluidwerende voorzieningen. Als voorbeeld kan genoemd worden het uitbreiden van een dakkapel in een geluidgevoelige ruimte. De extra advieskosten (akoestisch advies, bouwkundig ontwerp en tekenwerk) worden bij de eigenaar in rekening gebracht, evenals de meerkosten van de aan te brengen voorzieningen. Zie ook de procedure zoals omschreven in hoofdstuk 4.2.1 en hoofdstuk 6, eigen bijdragen. Wanneer voor wensvoorzieningen een gemeentelijke goedkeuring of vergunning nodig is, wordt deze door de eigenaar verzorgd. Ook leges of andere kosten, nodig voor het verkrijgen van een bouwvergunning, zijn voor rekening van de eigenaar. 2.7 Deelname Alleen woningen die binnen de 40 Ke saneringscontour gelegen zijn, zijn opgenomen in het geluidsisolatieproject Schiphol.

12 De volgorde waarin woningen worden aangepakt wordt ingegeven door overwegingen van kostenefficiëntie en wordt vastgesteld na overleg met de gemeenten. Aan de eigenaren en bewoners van deze woningen wordt formeel om een verklaring van deelname aan het bouwkundig-akoestisch onderzoek gevraagd. Het staat de eigenaar of bewoner vrij om af te zien van deelname. Dit kan vanaf het allereerste begin, maar ook op ieder ander door de eigenaar of bewoner gewenst tijdstip tot uiterlijk drie weken na de aanbiedingsdatum van het besluit met het definitief ontwerp. Voor details wordt verwezen naar de voor het geluidsisolatieproject overeengekomen procedures. Zie hoofdstuk 7. Indien een woning eerder op verzoek van de eigenaar niet is opgenomen in het project en de eigenaar geeft later via de te kennen alsnog mee te willen doen (spijtoptant), wordt berekend wat de extra kosten zijn van het apart voorbereiden en in uitvoering nemen van de betreffende woning. Voorwaarde voor deelname in dit geval is het door de eigenaar betalen van de berekende meerkosten, met een minimum van / 1.000,--. Het tijdstip van in uitvoering nemen van zo'n woning wordt door het project bepaald op basis van capaciteits- en kostenoverwegingen. Indien een woning verhuurd is en de huurder wenst niet deel te nemen aan het geluidsisolatieproject (en de eigenaar wel), dan is het de taak van de eigenaar om hierover overeenstemming met zijn huurder te verkrijgen. Hetzelfde geldt als de huurder wel wenst deel te nemen, maar de eigenaar niet. De woning wordt in voorbereiding genomen, zodra zowel de bewoner als de eigenaar toestemming hebben gegeven, c.q. het Besluit hebben ondertekend. Wanneer het overleg tussen eigenaar en huurder zo lang duurt dat de woning niet meer meegenomen kan worden in de vooraf bekend gemaakte voorbereidings- en uitvoeringsplanning van het deelgebied waarin de betreffende woning is gelegen, dan wordt de hierboven beschreven regeling voor spijtoptanten van kracht.

14 Geluidgevoeligheid van ruimten Art.l van het BGR.1981 luidt: "Als geluidgevoelige ruimte van een woning wordt aangemerkt: een ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd". 3.1 Definities uit bet Bouwbesluit Verblijfsgebied: Verblijfsruimte: Geluidgevoelig vertrek: Verkeersruimte: besloten ruimte, bestaande uit een of meer met elkaar in verbinding staande, op dezelfde bouwlaag gelegen verblijfsruimten en andere afzonderlijke ruimten, anders dan een toilet- of badruimte, technische ruimte of gemeenschappelijke verkeersruimte; besloten ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen; een bijzondere verblijfsruimte; ruimte van een bouwwerk, bestemd voor het bereiken van een andere, van het bouwwerk deel uitmakende ruimte. 3.2 Algemeen Algemene eisen waaraan conform Art. 100, lid 2 en 3 van het Bouwbesluit een geluidgevoelig vertrek moet voldoen, zijn: - Boven de vloeroppervlakte van een geluidgevoelige ruimte moet een hoogte van ten minste 2,1 m aanwezig zijn. - Een geluidgevoelige ruimte moet vanaf de toegang van de woning bereikbaar zijn zonder dat een toiletruimte, badruimte of bergruimte behoeft te worden betreden. Voor de bepaling van de geluidgevoeligheid wordt de navolgende beslissingsboom gebruikt.

15 ja is de ruimte bestemd als woon-, eet-, of slaapkamer nee ja \/ is de ruimte kennelijk in - gebruik als woon-, eet, of slaapkamer nee s V. ja M voldoet de ruimte aan bouwtechnische 1) en woontechnische 2) minimum eisen nee 1) Bouwbesluit 2) Uitgangspunten enz. v. y> geluidgevoelig niet geluid gevoelig e' De bouwtechnische eisen betreffen daglichttoetreding (overeenkomstig NEN 2057), bereikbaarheid, ventilatie, veiligheid, oppervlakte, hoogte, geluidwering van separatiewanden. E.e.a. volgens de eisen uit het Bouwbesluit De woontechnische eisen betreffen plaatsbaarheid van de standaardattributen met inachtneming van de noodzakelijke vrije ruimte (zie bijlage 1: "matjes"), stof- en winddichtheid van het dakbeschot, aanwezigheid van verlichting, inrichting (b.v.vloerbedekking). 3.3 Woonkamers en eetkamers Woonkamers en eetkamers zijn altijd geluidgevoelig, mits de attributen volgens bijlage 1 plaatsbaar zijn.

16 3.4 Slaapkamers - Alle vertrekken, welke volgens het oorspronkelijk ontwerp en bouwvergunning bestemd zijn als slaapkamer zijn geluidgevoelig, tenzij een vaste inrichting is aangebracht ten behoeve van een ander gebruik (bijv. wijziging in badkamer). - Vertrekken die niet als slaapkamer ontworpen zijn, doch later als zodanig zijn aangepast, ingericht en kennelijk in gebmik genomen, zijn geluidgevoelig indien een bouwvergunning is verkregen of indien de ruimte voldoet aan alle relevante eisen uit het Bouwbesluit en de Uitgangspunten voor woontechnische minimum-eisen. - Zolderkamers die als slaapkamer zijn ingericht, moeten bovendien voldoen aan de eisen van artikel 76 van het Bouwbesluit, met name: * minimum breedte van de trap 0,7 m minimum vrije hoogte boven de trap 1,9 m minimum aantrede ter plaatse van de klimlijn, 0,13 m maximum afmeting van een optrede 0,22 m minimum afstand van de klimlijn tot de zijkanten van de trap 0,2 m * afinetingen van het portaal boven aan de trap minimaal 0,70x 0,70 m 3.5 Keukens Keukens zijn niet geluidgevoelig, tenzij door het feitelijk gebruik de funktie van woon- of eetkamer vervuld wordt. - Om als geluidgevoelige woon- of eetkeuken aangemerkt te worden moet een keuken volgens de toelichting bij het BGR, 1981, een oppervlak groter dan 11 m 2 hebben, zodat een tafel met (vier) stoelen geplaatst kunnen worden. - Een (woon- of eet)keuken kleiner dan 11 m 2 kan toch als geluidgevoelig aangemerkt worden indien aan de hand van de

17 "matjes" aangetoond wordt dat er voldoende attributenruimte aanwezig is. Zie voor de toepassing van de "matjes" bijlage 1. 3.6 Open keuken - Een keuken die in open verbinding staat met een woonkamer wordt zonder meer als geluidgevoelig beschouwd, mits de open ruimte tussen woonkamer en keuken breder is dan 1.20 m. - Als de hiervoor bedoelde open ruimte smaller dan 1.20 m is, wordt eerst bepaald of volgens de regels van paragraaf 3.5 de keuken zelf geluidgevoelig is. Wordt de keuken als niet geluidgevoelig aangemerkt, dan wordt een deur of een prefab voorzet-schuifpui tussen keuken en woonkamer geplaatst. 3.7 Serre Een serre is een niet geluidgevoelige ruimte. Een uitzondering wordt gemaakt indien sprake is van een degelijke uitbreiding, welke in open verbinding (breder dan 1.40 m) met de woonkamer staat en voldoet aan (bouwkundige) eisen zoals: * bezit van een bouwvergunning * gefundeerde, gemetselde onderbouw; * tochtvrije opbouw; * solide dakkonstructie; * overige eisen van het Bouwbesluit (Bestaande Bouw).

18 3.8 Overige ruimten - Overige ruimten, zoals hal, toilet, overloop, berging, bijkeuken, badkamer, kantoor, kelder en hobbyruimte zijn niet geluidgevoelig. - Praktijkruimten aan huis zijn niet geluidgevoelig, tenzij in deze praktijkruimten dezelfde aktiviteiten plaatsvinden als in onderzoeks-en behandelingsruimten van bijvoorbeeld ziekenhuizen die expliciet geluidgevoelig zijn als gebouw. Deze aktiviteiten dienen in overeenstemming met het BGGL en de RGV betrekking te hebben op onderwijs en gezondheidszorg en als zodanig erkend te zijn.

19 4 De akoestische voorzieningen 4.1 Voorzieningen aan de gevels 4.1.1 Kozijnvoorzieningen en beglazing - In principe worden bestaande kozijnen gehandhaafd bij het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen. Of een kozijn gehandhaafd kan worden hangt af van verschillende factoren, zoals: a) de aan te brengen voorzieningen in relatie tot de dimensionering van de bestaande profielen; b) het voor de bestaande kozijnen gebruikte materiaal (hout, metaal, kunststof); c) de onderhoudstoestand van de bestaande situatie. ad a): Een kozijn wordt op kosten van het project vervangen indien de afmetingen van de bestaande profielen onvoldoende zijn of deze niet op verantwoorde wijze aangepast kunnen worden voor het plaatsen van de geluidwerende voorzieningen. Bij deze beoordeling wordt uitgegaan van het toepassen van buitenbeglazing. ad b): Kozijnen van hout kunnen in principe gehandhaafd blijven. Kozijnen van aluminium en kunststof kunnen gehandhaafd blijven indien dubbele kierdichtingen aanwezig zijn of aangebracht kunnen worden en indien het technisch mogelijk is de akoestische beglazing te plaatsen. Stalen kozijnen zullen altijd vervangen moeten worden. ad c): indien de onderhoudstoestand van het bestaand kozijn zodanig slecht is dat reparatie of vervanging ervan noodzakelijk is voordat er geluidwerende voorzieningen in kunnen worden aangebracht, wordt de eigenaar tot een eigen bijdrage verplicht. De hoogte van deze verplichte eigen bijdrage is gelijk aan de prijs van de reparatie of 100% van de prijs van een nieuw kozijn, exclusief plaatsingskosten. Afhankelijk van de situatie komen hier nog de kosten bij van bijkomende maatregelen Gatei, raamdorpelstenen, kantstukken, enz.).

20 Dit geldt niet als het kozijn toch vervangen moet worden (zie a). - Indien om één van de onder a), b) en c) genoemde redenen een kozijn toch vervangen moet worden, geldt de regel terugbrengen "als bestaand", met dien verstande dat standaard door het project per materiaalsoort één kwalitatief goed product wordt geleverd. De gemeenten en VROM willen de toepassing van tropisch hardhout tot een minimum beperken en gebruik toestaan wanneer dit om financiële en functionele redenen onontkoombaar is en pleiten voor toepassing van europees hout. Europees hout zal worden toegepast, tenzij akoestische eisen, kosten of garantiebepalingen dit verhinderen. Dit betekent dat: * houten kozijnen worden vervangen door europees hout; * stalen kozijnen worden vervangen door europees hout; * aluminium kozijnen worden vervangen door aluminium kozijnen van een door het project gekozen leverancier; * kunststof kozijnen worden vervangen door kunststof kozijnen van een door het project gekozen leverancier. Een europees houten kozijn geldt als de standaardvoorziening, tenzij sprake is van een hardhouten kozijn in de bestaande toestand. Daarom is het wel mogelijk om op verzoek van de eigenaar een voor het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen niet bruikbaar aluminium of kunststof kozijn te vervangen door europees hout, maar niet andersom. - Indien een afwijkende houtsoort in een transparante afwerking aanwezig is, kan de eigenaar er op staan dat de aanpassingen uitgevoerd worden met de afwijkende houtsoort in plaats van met europees hout. - minimalisering draaiende delen (ramen): Er worden niet méér ramen draaiend uitgevoerd dan volgens het Bouwbesluit vereist is. Welke ramen draaiend uitgevoerd worden hangt derhalve af van de te stellen eisen ten aanzien van:

21 * doorspuibaarheid ( zie paragraaf 5.1), * wasbaarheid, * verhuisbaarheid. - draairaam of draai/valraam: De keus is afhankelijk van datgene wat aanwezig is volgens het principe: "terugbrengen als bestaand", en van uitvoeringstechnische overwegingen. In beginsel wordt in een bestaand kozijn de sponning niet gewisseld (dus geen draai/valraam waar nu een raam naar buiten draait). Alleen wanneer een nieuw kozijn wordt geplaatst, is de keuze tussen draairaam of draai/valraam vrij, waarbij de meerkosten van het draai/valraam (ca. ƒ 150,-- incl. BTW) voor rekening van de eigenaar komen. In bijzondere gevallen kan een draai/valraam met behulp van een inzetkozijn in een bestaand kozijn geplaatst worden. - vast glas: De afmetingen van vast glas zijn begrensd vanwege het gewicht van het akoestisch glas in verband met de ARBO-wetgeving (max. 150 a 200 kg). Een uitzondering wordt gemaakt voor flatgebouwen waar zwaardere beglazing met behulp van een kraan verplaatst kan worden. - vaste ramen: Uitvuldorpels of vaste ramen die om esthetische redenen worden verlangd worden uitsluitend toegepast wanneer de eigenaar 100% van de meerkosten via een eigen bijdrage betaalt. - stolpconstructie: Deze kan vanwege de geringere geluidwerende waarde niet altijd worden toegepast. - getoogde ramen: Bij getoogde kozijnen wordt de bestaande toogvorm bij draaiende delen uitgevuld indien geluidwerende voorzieningen in het kozijn worden aangebracht.

22 Bij getoogde kozijnen, uitgevoerd met vaste beglazing, wordt de bestaande toogvorm ook uitgevuld of er wordt een voorzetraam toegepast, indien technisch uitvoerbaar. - glasroeden en glas-in-lood: Deze kunnen niet gehandhaafd worden als er akoestisch glas moet worden geplaatst. Te verwijderen glas-in-lood ramen kunnen aan de eigenaar ter beschikking worden gesteld. Het project, c.q. de aannemer is niet aansprakelijk voor beschadiging van het glas-in-lood tijdens het verwijderen. - schuiframen: Bij houten schuiframen wordt de schuifconstructie vervangen door een vulling met vaste beglazing en eventueel een draai(/val)raam afhankelijk van de noodzaak in verband met wasbaarheid, doorspuibaarheid en verhuisbaarheid. Op verzoek van de eigenaar kan een nieuw aluminium kozijn met dubbel schuifraam (bijvoorbeeld Alustakon Gemini) geplaatst worden. De meerkosten ten opzichte van de hierboven beschreven standaardoplossing zijn voor rekening van de eigenaar. In die gevallen waar in de bestaande toestand een aluminium schuifraam aanwezig is, zal een soortgelijk raam teruggeplaatst worden. 4.1.2 Buitendeuren - voorzetramen: Deze worden in principe niet toegepast. - Buitendeuren die direct uitkomen in een geluidgevoelige ruimte moeten worden vervangen. Om voldoende geluidwering te halen moet een deur met zoveel mogelijk glas en met dubbele kierdichting worden toegepast. - Bij voorkeur zullen deuren met gangbare houtafmetingen worden toegepast, waarbij het akoestische glas is gevat in opdek-glaslatten aan de binnenzijde. Om een optimale werking van de kierdichting te waarborgen, worden de deuren

23 uitgevoerd met extra (opbouw-)knevelsluitingen aan onder- en bovenzijde. - Alleen indien een zeer hoge geluidwering is vereist, zal worden uitgegaan van aluminium deuren in plaats van hout. De aluminium deuren worden met een aluminium inzetkozijn in het bestaande kozijn geplaatst. Hierdoor treedt een geringe vermindering van de vrije hoogte op, welke niet gecompenseerd wordt. - Voor dubbele (balkon)deuren geldt hetzelfde als voor enkele deuren, met dien verstande dat altijd één van beide deuren als loopdeur wordt uitgevoerd. De andere deur wordt met behulp van twee kantschuiven vastgezet. - Op verzoek is afwijking van de hier gepresenteerde standaard mogelijk wanneer de eigenaar 100% van de meerkosten via een eigen bijdrage betaalt. 4.1.3 Schuifdeuren - Gewone schuifpuien geven meestal een slechte geluidwering. De bestaande parallel- of hefschuifpui van een geluidgevoelig vertrek wordt daarom vervangen door een aluminium kantelschuifpui met een dubbele kierdichting en akoestische beglazing. - Desgewenst kan de schuifpui vervangen worden door houten dubbele deuren zoals omschreven in paragraaf 4.1.2., mits de geluidwering dit toelaat.

24 4.2 Voorzieningen aan daken, vloeren en plafonds 4.2.1 Dakvoorzieningen - Voorzieningen aan hellende dakvlakken worden in principe altijd aan de binnenzijde van de dakconstructie aangebracht. Hierdoor zal de nuttige ruimte iets kleiner worden, hetgeen niet gecompenseerd wordt. - Indien binnendakse isolatie een ontoelaatbare ruimteverkleining van een geluidgevoelige ruimte tot gevolg heeft wordt nader bezien of compensatie mogelijk is, bijvoorbeeld door additionele binnendakse maatregelen (vergroten van een dakkapel of herindelen van de plattegrond) of dat buitendaks geisoleerd zal worden. Bij deze keuze spelen kostentechnische overwegingen mede een rol van betekenis. - Voor het bepalen van de maximaal toegestane ruimteverkleining worden de volgende regels gehanteerd: * De bruto oppervlakte van een vertrek (=loop-, zit- en attributenruimte) wordt bepaald bij een hoogte van 1,50 m; * Er wordt onderscheid gemaakt in ouderslaapkamer en overige slaapkamers (maximaal 2 bedden); * Er wordt rekening gehouden met de plaatsingsruimte voor de in bijlage 1 omschreven attributen; * Voor een ouderslaapkamer wordt de oppervlakte voor de benodigde attributenruimte bepaald op 5 m 2 ; * Voor een eenpersoonsslaapkamer wordt de oppervlakte voor de benodigde attributenruimte bepaald op 3 m 2 ; * Voor een ouderslaapkamer is de toegestane ruimteverkleining bij een vrije oppervlakte (=bruto oppervlakte minus de attributenruimte) van 3 m 2 maximaal 0,60 m 2 en bij een vrije oppervlakte van 11 m 2 maximaal 2,75 m 2. Bij tussenliggende oppervlakten wordt rechtlijnig geïnterpoleerd (zie bijlage 2). * Voor een (eenpersoons)slaapkamer is de toegestane ruimteverkleining bij een vrije oppervlakte (~ bruto oppervlakte minus de attributenruimte) van 2 m 2 maximaal 0,4 m 2 en bij een vrije oppervlakte van 13 m 2 maximaal 3,25 m 2. Bij tussenliggende oppervlakten wordt rechtlijnig geïnterpoleerd.

25 - Indien akoestisch mogelijk wordt ter plaatse van knieschotten het dakpakket verticaal doorgezet. De vrije ruimte achter de knieschotten wordt daarbij niet geisoleerd. Hetzelfde geldt bij aanwezigheid van een aparte vliering, waarbij het dakpakket horizontaal kan worden doorgezet. Bij de keuze spelen kostprijsvergelijkingen een rol van betekenis. - Ruimten achter knieschotten worden niet aangemerkt als kastof bergruimte. Indien de ruimte achter de knieschotten toegankelijk is gemaakt blijft deze toegankelijkheid gehandhaafd, tenzij het dakpakket verticaal wordt doorgezet. Ruimteverlies achter de knieschotten wordt niet gecompenseerd. - Ingebouwde kasten die kleiner worden als gevolg van het binnendakse isolatiepakket, maar die niet hoeven te worden verwijderd, worden niet gecompenseerd. Ingebouwde kasten die wel moeten worden verwijderd, worden gecompenseerd door het aanbieden van een vrijstaande kast met vergelijkbare inhoud, of een hiermee gelijkstaande financiële vergoeding. Aanpassen van de vloerbedekking en het behang wordt niet vergoed. - Indien houtrot wordt geconstateerd in de dakconstructie of het dakbeschot, of indien de hoofddraagconstructie gebreken vertoont, wordt herstelwerk uitgevoerd via een verplichte eigen bijdrage van de eigenaar. Zie ook paragraaf 6.2. - Indien houtworm aanwezig is, is er sprake van een ernstig bouwkundig gebrek en wordt gehandeld volgens paragraaf 6.1 De eigenaar dient een garantieverklaring (minimaal 10 jaar) te overleggen van het bedrijf dat de houtworm bestreden heeft. - Bij aaneengesloten bouwblokken kan vanwege de mogelijkheid tot seriematige aanpak overwogen worden om buitendakse isolatie- voorzieningen aan te brengen. Voorwaarde hierbij is dat iedereen meedoet en de kosten van buitendakse isolatie vergelijkbaar met of lager dan binnendakse voorzieningen zijn. - In geval van platte daken (bungalows, dakkapellen, uitbouwen) wordt gewoonlijk buitendaks geïsoleerd. Op basis van

26 kostenvergelijkingen kan echter gekozen worden voor binnendakse isolatie. - Het op verzoek van de eigenaar aanbrengen van voorzieningen buitendaks wordt alleen toegestaan, als zo'n oplossing niet belemmerend werkt op de voortgang van een deelproject en als de eigenaar bereid is alle meerkosten (advieskosten en uitvoeringskosten) geheel via een vrijwillige eigen bijdrage voor zijn rekening te nemen. Ter bestrijding van de extra advieskosten zal de eigenaar vooraf een bedrag van / 1500, aan Heidemij Adviesbureau moeten betalen. Dit bedrag wordt achteraf verrekend met de werkelijk gemaakte en in rekening te brengen extra advieskosten. De procedure is als volgt. 1. Heidemij Adviesbureau maakt een ontwerp voor de woning conform de BP' 92. 2. Dit ontwerp wordt door HA toegelicht in een persoonlijk gesprek. Met het eerste gesprek over het ontwerp gaat een periode van 30 dagen in, waarbinnen het concept Besluit door de eigenaar (en bewoner) voor akkoord getekend wordt. 3. Indien de eigenaar van de woning kenbaar maakt dat extra voorzieningen voor eigen rekening gewenst zijn, beoordeelt HA of dit technisch en organisatorisch mogelijk is. HA geeft een raming van de meerkosten voor advies en een eerste schatting van de meerkosten voor uitvoering. 4. De eigenaar verklaart zich akkoord met het betalen van de meerkosten voor advies. HA verklaart zich akkoord met indiening van het aangepast ontwerp binnen 15 dagen. 5. De eigenaar ondertekent binnen 15 dagen na ontvangst van het aangepaste ontwerp een concept Besluit. Vloeren en plafonds - Indien zich direct onder het hellend dakvlak (de zolder) geen geluidgevoelige ruimte bevindt, worden voor zover nodig de

27 isolatievoorzieningen aan zoldervloer en/of verdiepingsplafond aangebracht. - Bestaande plafonds worden zoveel mogelijk gehandhaafd. De geluidwerende voorzieningen worden onder het bestaande plafond doorgezet, tenzij niet meer voldaan wordt aan de eis voor de minimum vrije hoogte van 2.10 m volgens het Bouwbesluit. - Afhankelijk van de technische uitvoerbaarheid zal het dakpakket ter plaatse van een schuin dakvlak op bet bestaande plafond worden aangesloten door middel van een gestucte plafondplint of afwerklat, dan wel zal het bestaande plafond geheel of gedeeltelijk vervangen worden door gipsplaten. - Indien bij de werkzaamheden aan plafonds bestaande electrische bedrading moet worden vervangen welke niet meer aan de huidige eisen voldoet, wordt een verplichte eigen bijdrage van de eigenaar verlangd. Dakramen en dakkapellen - Indien een bestaand dakraam niet aangepast kan worden dan wordt een nieuw standaard dakraam met akoestisch isolerende beglazing aangebracht. De afmetingen van het nieuwe raam zijn zoveel mogelijk gelijk aan die van het bestaande raam. - Indien een ruimte geluidgevoelig is, kan op verzoek een groter dakraam geplaatst worden op voorwaarde dat de eigenaar 100% van de meerkosten (inclusief het groter maken van de sparing) via een eigen bijdrage betaalt. - Van bestaande dakkapellen moeten zijwanden en dak vaak flink verzwaard worden. Op basis van kostenoverwegingen kan besloten worden de dakkapel te vervangen door een (prefab) nieuwe dakkapel van ongeveer gelijke afmetingen.

28 - Indien de bestaande dakkapel bouwkundige gebreken vertoont, wordt een eigen bijdrage verplicht gesteld, tenzij de dakkapel om akoestische redenen toch vervangen moet worden. Zie ook paragraaf 6.2 - Voor de draaiende delen van een dakkapel geldt hetzelfde als gesteld in paragraaf 4.1.1 (minimalisering draaiende delen). De gekozen oplossing (naar binnen draaiende ramen - naar buiten draaiende ramen - draai/valraam - vast glas - combinaties hiervan) hangt bovendien af van de afmetingen van de dakkapel. 4.3 Afwerkingen De aangebrachte akoestische voorzieningen worden in bouw- en installatietechnisch opzicht sober afgewerkt. Indien bestaande afwerkingen verwijderd dienen te worden, zullen deze zodanig vervangen worden dat de ruimte gebruiksgereed afgewerkt is met in de bouw gebruikelijke materialen. Dit houdt in dat niet vanzelfsprekend dezelfde afwerking als bestaand wordt teruggebracht. Afwijkende afwerkingen die geen nadelige invloed hebben op de akoestische en/of bouwtechnische prestaties, kunnen door en voor rekening van anderen worden aangebracht, na oplevering van de woning. Voor bestaande afwerkingen die afwijken van het aanbod, zullen door het project vergoedingen uitgekeerd worden. De Beleidsuitgangspunten beogen het compleet afgewerkt aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen en niet het volledig afwerken van een ruimte. De aannemer dient er zorg voor te dragen dat beschadigingen tot een minimum beperkt blijven. Kleine beschadigingen dienen geaccepteerd te worden. Grote vervangingen (nieuwe dakkapel of plafonds) worden volledig afgewerkt overeenkomstig de voorschriften. Constructieve beschadigingen worden hersteld. Voor grote beschadigingen aan de afwerking wordt een vergoeding gegeven. Het beleid ten aanzien van de afwerking van ruimten wordt in het onderstaande nader uitgewerkt.

29 4.3.1 Algemeen - Tijdens de werkzaamheden worden door de aannemer voorzorgsmaatregelen getroffen ter voorkoming van beschadigingen aan de woning en/of stoffering van de woning. Hiertoe worden vloerbedekkingen en trappen door de aannemer afgedekt met hardboard of plastic. - De bewoner dient voorzorgsmaatregelen te treffen ter voorkoming van beschadigingen aan de inrichting van de woning. De bewoner draagt waar nodig zorg voor het verwijderen van meubilair en andere attributen uit de ruimten, waarin gewerkt moet worden, zodat de aannemer geen belemmering ondervindt tijdens het werk. Indien dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld door de omvang of de bevestiging van de attributen, dan zorgt de bewoner voor het adequaat afdekken van zulke attributen. De aannemer stelt voor dit doel afdekmateriaal ter beschikking. - Bewoners die door leeftijd of handicaps niet in staat zijn om hun meubilair te verplaatsen, kunnen zich wenden tot de bewonersbegeleider/ster voor het verkrijgen van hulp. - Indien onverhoopt beschadigingen optreden, welke door de aannemer veroorzaakt zijn, dan worden deze vergoed of hersteld. Het is van belang dat de bewoner voor de schademelding de daarvoor geldende regels strikt in acht neemt. - Het project keert geen herinrichtingskostenvergoeding uit. - De eigenaar doet afstand van afkomende materialen. Deze worden eigendom van de opdrachtgever en door de aannemer afgevoerd. In enkele gevallen kan hierop een uitzondering worden gemaakt (bijvoorbeeld bij glas-in-lood en schrootjes). De materialen welke de eigenaar wenst te behouden, worden vermeld in het Besluit.

30 - Asbesthoudende materialen worden alleen dan op kosten van het project verwijderd en afgevoerd, als dit noodzakelijk is in verband met het aanbrengen van de akoestische voorzieningen. - Specifieke vergoedingen zijn beschreven in paragraaf 4.3.3 en 4.3.5. Accessoires - Het inkorten van vitrage en gordijnen, aanpassingen ten behoeve van raamhorren, het herplaatsen van gordijnrails, zonwering en rolgordijnen met of zonder geleiderails wordt niet door het project verzorgd. De vervanging van niet passend te maken rolgordijnen, zonwering en dergelijke wordt niet door het project vergoed. - Rolluiken en zonwering aan de buitenzijde van de woning worden, indien nodig, wel door het project verwijderd en herplaatst. Aanpassing en/of vervanging is daar niet bij inbegrepen. - Indien in de bestaande toestand zonwerend glas aanwezig was, wordt door het project geen zonwerend akoestisch glas aangebracht. - Het demonteren en herplaatsen van alarminstallaties wordt met door het project verzorgd. De bewoner is zelf verantwoordelijk voor het vooraf verwijderen van de installatie, indien nodig, en voor het weer terug plaatsen. Eventuele aanpassing van de installatie ten gevolge van het aanbrengen van de akoestische voorzieningen, wordt ook niet door het project vergoed. Betimmeringen - Betimmeringen, bijvoorbeeld in de vorm van schroten aan de buitenzijde en/of aan de binnenzijde van de woning worden niet herplaatst. De eigenaar krijgt de gelegenheid de schroten zelf te verwijderen en - na het aanbrengen van de akoestische

31 voorzieningen door het project - weer zelf te herplaatsen. Indien de eigenaar geen prijs stelt op herplaatsen van de schroten, wordt het verwijderen en afvoeren door het project gedaan. - Voor plafond- en wandbetimmeringen binnen wordt ten behoeve van het verwijderen en later weer aanbrengen van de schroten een bedrag van ƒ 30,--/m 2 aan de eigenaar uitgekeerd. Als dat het geval is, levert het project het plafond op in de vorm van ongesausde gipsplaten. - Voor eventueel door derden te verwijderen betimmeringen aan de buitenzijde van de woning wordt geen vergoeding aan de eigenaar uitgekeerd. De door het project geleverde afwerking met geschilderd of gelakt weerbestendig multiplex (garantplex) heeft geen verdere bekleding nodig. - Voor vaste attributen, zoals getimmerde vaste bedden en kasten in een geluidgevoelig vertrek welke het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen in de weg staan, dienen door of voor rekening van de eigenaar te worden weggehaald en desgewenst herplaatst. Alleen voor vaste kasten wordt, indien herplaatsen niet meer mogelijk blijkt, een eenvoudige losse kast van vergelijkbare ~ mhoud als bestaand of een financiële vergoeding ter waarde van zo'n losse kast, aangeboden. Zie ook paragraaf 4.2.1. Plafondafwerking - Bestaande plafonds worden zoveel mogelijk gehandhaafd. Indien plafonds om akoestische redenen vervangen moeten worden zal het nieuwe gipsplaten plafond afgewerkt worden met een schuurwerklaagje (stuc). Desgewenst is sausen als afwerking mogelijk, maar dan zullen de naden tussen de gipsplaten afgekit moeten worden c.q. voorzien worden van afdichtingsband.

32 - Indien plafonds om andere dan akoestische redenen vervangen worden (bijvoorbeeld in verband met aansluiting op dakpakketten), dan wordt het nieuwe gipsplaten plafond gesausd (naaddichting is dan niet nodig). Wenst een eigenaar stucwerk, dan is dit mogelijk met bijbetaling van de meerkosten van ca. ƒ 15,--/m 2. - De afwerking van dakpakketten ter plaatse van schuine dakvlakken wordt in beginsel door middel van stucwerk of sauswerk uitgevoerd (in het laatste geval altijd met naaddichting zoals hiervoor is omschreven). - Voor bestaande schrotenplafonds, zie paragraaf 4.3.3. - Bij gedeeltelijk nieuwe plafonds wordt alleen het nieuw aangebrachte gedeelte afgewerkt (indien er sprake is van een niet doorgaand plafond). Hierdoor kan kleurafwijking met het bestaande plafond ontstaan. Dit wordt niet op kosten van het project bijgewerkt. Behangwerk Er wordt geen behangwerk uitgevoerd door het project. Indien de werkzaamheden in een bepaald vertrek dermate omvangrijk zijn dat beschadigingen aan bestaand behang niet te vermijden zijn, wordt voor het opnieuw behangen van dat vertrek aan de eigenaar een bedrag van ƒ 150,- uitgekeerd. Schilderwerk Nieuw materiaal (bijvoorbeeld kozijnen) wordt afgewerkt volgens de schilderrichtlijnen. Bij gedeeltelijke vervanging van kozijnen (b.v. bij nieuw draaiend deel) en indien bij plafonds slechts een gedeelte van een doorgaand plafondvlak wordt vervangen, zal het totale plafond, of het gehele kozijn worden geschilderd. Kleurverschillen zullen niet altijd te voorkomen zijn.

33 In geen geval wordt achterstallig onderhoud aan bestaand schilderwerk op kosten van het project verholpen. Indien zulk achterstallig onderhoud de garantie op de akoestische voorzieningen in gevaar brengt, zal het benodigde extra schilderwerk met een verplichte eigen bijdrage van de eigenaar uitgevoerd worden. Esthetische aanpassingen - De aan te brengen voorzieningen worden zorgvuldig ontworpen, waarbij met name aan de straatzijde overwegingen van architectuur en straatbeeld een rol spelen. - Op dakkapellen worden geen zinken kralen toegepast, maar uitsluitend aluminium daktrimmen. - Het aanbrengen van vaste ramen in plaats van vast glas ten behoeve van het gelijkhouden van de glaslijn wordt niet toegepast, tenzij de eigenaar de meerkosten via een eigen bijdrage voor 100% voor zijn rekening neemt.

34 5 Overige voorzieningen 5.1 Ventüatievoorzieningen In geluidgevoelige vertrekken kunnen ongedempte gevelventilatieroosters, ventilatiekokers of Dauerluftung niet gehandhaafd blijven. Door het hermetisch afsluiten van kieren en naden vervalt anderzijds een natuurlijke (en oncontroleerbare) vorm van ventileren. Om deze redenen gaan geluidwerende voorzieningen altijd gepaard met het aanbrengen van geluidgedempte regelbare ventilatie-openingen. Afhankelijk van de situatie wordt een keuze gemaakt uit drie verschillende systemen: - suskasten in buitengevelkozijnen - muurdempers in buitengevelmetselwerk - slangdempers op zolders of achter knieschotten. Het ventilatiesysteem wordt afgestemd op de wettelijk voorgeschreven minimaal vereiste ventilatiecapaciteit. Deze wordt vanaf 1 oktober 1992 bepaald volgens het Bouwbesluit Bestaande Bouw, art. 92, als volgt: - De voorziening voor de toevoer van verse lucht naar een verbhjfsruimte (woon-, eetkamer, slaapkamer) en voor de afvoer van binnenlucht uit die ruimte moet, bepaald overeenkomstig bij ministeriele regeling gegeven voorschriften, een capaciteit hebben van tenminste 0.007 m 3 /s (= 25.2 m 3 /uur). - Indien in de verbhjfsruimte een opstelplaats voor een kooktoestel is gelegen (keuken), moet de capaciteit voor toevoer van verse lucht naar die ruimte en de afvoer van binnenlucht uit die ruimte tenminste 0.021 m 3 /s (= 75.6 m 3 /uur) bedragen, met dien verstande dat de afvoer van die capaciteit rechtstreeks naar buiten moet plaatsvinden. - Voor toiletruimten, badruimten en overige ruimten gelden aparte eisen, waarvoor verwezen wordt naar het BBB, art. 92 en 93. Merk en type van de te leveren geluidgedempte ventüatievoorzieningen worden door het project bepaald.

35 - Suskasten worden gemoffeld geleverd in één van de drie standaardkleuren RAL 9001 (crème), RAL 9010 (wit) en RAL 8019 (bruin). - Muurdempers worden aan de buitenzijde voorzien van een in de standaardkleur bruin RAL 8019 of in het geval van witte gevels RAL 9001 (crème) gemoffelde inlaatkap. Aan de binnenzijde wordt een regelbaar rooster aangebracht van 30 x 30 cm in de standaardkleur RAL 9001 (crème). - Andere kleuren worden niet geleverd, ook niet tegen bijbetaling van de meerkosten. De doorspuibaarheid van een verblijfsruimte, c.q. een geluidgevoelig vertrek moet worden gegarandeerd middels beweegbare constructie-onderdelen (ramen en deuren) waarmee, bepaald overeenkomstig NEN 1087, een totale capaciteit voor de toevoer van buitenlucht en de afvoer van binnenlucht kan worden bewerkstelligd van tenminste 0.003 m 3 /s (= 10.8 m 3 /uur) per m 2 vloeroppervlakte van dat geluidgevoelig vertrek. 5.2 Verbrandingstoestellen Er bestaan open- en gesloten-verbrandingstoestellen. Openverbrandingstoestellen zijn apparaten die voor de verbranding van gas zuurstof betrekken uit het vertrek waarin het toestel is opgesteld. Gesloten-verbrandingstoestellen betrekken de benodigde zuurstof rechtstreeks van buiten. Het dichten van kieren en naden in de woning heeft consequenties voor de verbranding. Volgens de eisen in het Bouwbesluit moeten bestaande woningen met betrekking tot de bescherming tegen schadelijke of hinderlijke stoffen, i.c. verbrandingslucht en -rook voldoen aan de NEN 2757 en NEN 1078. Het Bouwbesluit hanteert voor verwarmingstoestellen dezelfde eisen voor bestaande bouw als voor nieuwbouw. Indien een verwarmingsinstallatie in een bestaande (niet geïsoleerde) woning voldoet aan de eisen met betrekking tot zuurstoftoevoer/rookgasafvoer, zal het project er zorg voor dragen

36 dat dit ook na isolatie het geval is. Dit kan met bijvoorbeeld permanente openingen of een anderszins gegarandeerde zuurstoftoevoer/rookgasafvoer. De constructie zal zodanig worden gekozen dat een optimale veiligheid kan worden gegarandeerd. 5.2.1 Open c.v.-toestellen - Bij een open cv. toestel dat in een kelder staat opgesteld worden permanente luchttoe- en afvoeropeningen aangebracht, indien die ontbreken. Er zijn geen verdere aanpassingen nodig. - De opstelling van een open cv. toestel op zolder wordt zo nodig aangepast tot een aparte stookruimte (zogenaamde gesloten opstellingsruimte). Permanente luchttoe- en afvoeropeningen worden aangebracht indien die in de bestaande toestand ontbreken. Er zijn geen verdere aanpassingen nodig. - Open cv. toestellen opgesteld op andere (toegestane) plaatsen binnen de woning worden verplaatst naar een gesloten opstellingsruimte op zolder, als voor de bestaande opstelling geen permanente luchttoe- en afvoeropeningen kunnen worden gemaakt, dan wel het leefklimaat door tochtverschijnselen niet aanvaardbaar is. - Indien het verplaatsen van het bestaande cv. toestel naar een gesloten opstellingsruimte bijvoorbeeld vanwege extra leidingen meer kost dan het vervangen van dat toestel door een gesloten ketel, zal een verbeterd rendement (VR) ketel geplaatst worden. - Indien na het verplaatsen van een bestaande cv. ketel of het plaatsen van een nieuwe cv. ketel blijkt dat de bestaande gasleidingen lekkages vertonen, worden de lekkages op kosten van de eigenaar verholpen via een verplichte eigen bijdrage volgens paragraaf 6.2. - Open cv. toestellen waarvan uit een toetsing door het gasbedrijf blijkt dat ze in de bestaande toestand niet voldoen aan de eisen (GAVO 1987) worden aangepast volgens de hierboven gegeven regels met een door de eigenaar te betalen verplichte eigen bijdrage van 100% van de kosten. Dit geldt bijvoorbeeld voor een cv. toestel dat is opgesteld in een slaapkamer of voor een thermisch geisoleerde woning en kierdicht gemaakte woning, waarin een open cv. toestel voorkomt.

37 - Een eigenaar kan verzoeken het bestaande open cv. toestel te laten vervangen door een nieuw gesloten toestel. Dit is mogelijk, met dien verstande dat het project alleen de volgens bovenstaande regels aan te brengen voorzieningen betaalt. De meerprijs dient rechtstreeks door de eigenaar met het door het project aangewezen installatiebedrijf te worden overeengekomen en verrekend. Opslagpercentages voor bouwplaatskosten en dergelijke zijn over deze meerkosten niet verschuldigd. De keuze van het nieuwe toestel (combi-ketel, VR, HR) wordt aan de eigenaar overgelaten, evenals het aanvragen van een eventuele subsidie. Lokale verwarmingstoestellen (open type) - De in de bestaande toestand in geluidgevoelige ruimten aanwezige en toegestane lokale verwarmingstoestellen in de vorm van gaskachels of gashaarden kunnen gehandhaafd blijven, indien voldaan wordt aan de eisen met betrekking tot zuurstoftoevoer/rookgasafvoer (zie paragraaf 5.2.1) - Als de bestaande toestand voor wat betreft aanwezige gaskachels of gashaarden in strijd is met de gasvoorschriften, is sprake van een bouwkundig gebrek. Daarvoor geldt het gestelde in paragraaf 6.1. - Indien in een woning een gasgestookte open haard voorkomt, wordt deze niet aangepast aan de gasvoorschriften. Wel wordt zo'n open haard buiten bedrijf gesteld middels het afdoppen van de aanvoergasleiding. - Een eigenaar kan verzoeken de bestaande verbrandingstoestellen te laten vervangen door een nieuwe gesloten c.v.-installatie. Dit is mogelijk, met dien verstande dat het project alleen het aanpassen van de bestaande toestellen aan de eisen voor zuurstoftoevoer/rookgasafvoer betaalt. De meerprijs dient rechtstreeks door de eigenaar met het door het project aangewezen installatiebedrijf te worden overeengekomen en verrekend. Opslagpercentages voor bouwplaatskosten en dergelijke zijn over deze meerkosten niet verschuldigd. De keuze van het nieuwe toestel (combi-ketel, VR, HR) wordt aan de eigenaar overgelaten, evenals het aanvragen van een eventuele subsidie.

38 Geisers en gasgestookte boilers - Het al dan niet kunnen handhaven van geisers en gasgestookte boilers is afhankelijk van de plaats waar het toestel is opgesteld. In niet geluidgevoelige ruimten vinden geen aanpassingen plaats. In geluidgevoelige ruimten wordt de zuurstoftoevoer/rookgasafvoer aangepast aan de eisen van het Bouwbesluit Bestaande Bouw. - Indien in een woning een gehuurde geiser of boiler aanwezig is, die vervangen moet worden, zal door het gasbedrijf een nieuw toestel geplaatst worden. Het project betaalt aan het gasbedrijf de restwaarde van het te vervangen toestel en de eigenaar/bewoner betaalt de huur voor het nieuwe toestel aan het gasbedrijf. - Wanneer een geiser of gasgestookte boiler gehandhaafd kan blijven, maar de eigenaar/bewoner wenst deze te vervangen in combinatie met de aanleg van centrale verwarming, dan kan dit rechtstreeks met de verwarmingsinstallateur opgenomen en afgerekend worden. Daarmee blijft deze wensvoorziening buiten het systeem van via de beschikking geregelde eigen bijdragen. Hetzelfde geldt indien men een electrische boiler wenst te vervangen. Gesloten-verbrandingstoestellen. - Gesloten cv. ketels geven geen aanleiding tot een onveilige situatie en behoeven derhalve niet aangepast te worden. - Lokale verwarmingstoestellen in de vorm van gevelkachels betrekken ook de zuurstof rechtstreeks van buiten en behoeven om gastechnische redenen geen aanpassing. Alleen als gevelkachels opgesteld in geluidgevoelige vertrekken om akoestische redenen niet gehandhaafd kunnen blijven, zal een andere oplossing voorgesteld worden.

39 6 Eigen bijdragen 6.1 Ernstige bouwkundige gebreken In art.2, lid 2 sub f van de Regeling Geluidwerende Voorzieningen (RGV.19) is bepaald dat wonigen waarvan de staat van onderhoud het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen in de weg staat, niet voor het aanbrengen van deze voorzieningen in aanmerking komen. In de toelichting op dit artikel wordt vermeld dat de eigenaar van een pand de mogelijkheid geboden moet worden om geconstateerde gebreken op zijn kosten te laten herstellen. Na herstel kan de betreffende woning alsnog in het geluidsisolatieproject worden opgenomen. 6.2 Verplichte eigen bijdrage - Een verplichte eigen bijdrage ter grootte van 100% van de advies-en uitvoeringskosten is verschuldigd in geval van achterstallig onderhoud, indien er een direct verband bestaat met de aan te brengen geluidwerende voorzieningen. Dit geldt bijvoorbeeld voor rotte kozijnen (zie paragraaf 4.1.1, sub c), houtrot in de dakcontructie (zie paragraaf 4.2.1), vervanging van bestaande elektrische bedrading (zie paragraaf 4.2.2), bouwkundige gebreken aan de dakkapel (zie paragraaf 4.2.3), lekkages aan gasleidingen (zie paragraaf 5.2.1). - Een verplichte eigen bijdrage is ook verschuldigd voor het opheffen van (kleine) constructieve gebreken. Dit geldt bijvoorbeeld bij het vervangen van zonder latei aangebrachte kunststof kozijnen en bij recente verbouwingen welke niet aan de TGB 1972 voldoen. Andere voorbeelden betreffen het verzwaren van in de bestaande toestand te lichte gordingen en het moeten vervangen van loden (waterleidingen en/of gasleidingen. - Indien constructieve gebreken zich pas tijdens de uitvoering openbaren (bijvoorbeeld lekke gasleiding, rot dakbeschot), is de