Zondag 3 februari 2019 Ontmoetingskerkgemeente Zevenhuizen-Moerkapelle VOORBEREIDING Inleidend orgelspel. Stile in de kerk tijdens het gebed in de consistorie. Welkom gedachtenis Zingen: lied 23c: 1, 5 (Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij) Handen geven Lied 695: 1, 2 (Heer raak mij aan met uw adem) Stilte, moment van persoonlijke bezinning. Groet, bemoediging en drempelgebed. Eerste psalm: Lied 66: 1, 6 (Breek aarde, uit in jubelzangen) Kyrie en Gloria in één adem: Lied 281: 1, 2, 9, 10 (Wij zoeken hier uw aangezicht) DIENST VAN HET WOORD Gebed om licht van de Geest Bijbellezing: Jeremia 1: 4-10 (Lector) Zingen: Lied 139a: 1, 3 (Gij kent mij, Heer, leer mij U kennen) Bijbellezing: Lucas 4: 14-30 Zingen: Lied 321: 1, 2 (Niet als een storm) Preek Gemeente van de Heer, zusters en broeders, Dat is mooi, denk je, dat de Geest over Jezus is. Maar kijk nu ook eens waar die Geest Jezus brengt. In een omgeving waar je uit jezelf niet zomaar voor zou kiezen. In een woestijn een plek waar je moet kunnen overleven. En daar wordt je dan door elkaar geschud. Door de Geest geleid, door de doorelkaarschudder beproefd. Maar de Geest is nog niet klaar met Jezus. Na de woestijn volgt Galilea, het gebied wat voor Jeruzalem niet meetelde. En juist daar gaat hij rond om het goede nieuws te brengen. Niet in de tempel of de geestelijke hoofdstad van het land. Dan volgt de synagoge van Kafarnaum. Als vrome kerkganger verwacht je dat juist daar de Geest aanleiding toe zal hebben gegeven. Maar nee. Jezus gaat naar zijn gewoonte. Volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge. 1
Of dat ook betekent dat hij niet vol overtuiging kwam, dat is nog maar de vraag. Gewoonten zijn in de bijbel minder negatief dan wij tegenwoordig roepen in Nederland. Er is echter niets mis mee om uit gewoonte tussen de middag een boterham te eten. Er is niets mis met een gewoonte die je ergens op de dag tot een wandeling brengt. En zo is er ook niets mis mee om op de rustdag geestelijke voeding te halen. Nee, niet alles hoeft vol overtuiging, of in de Heer of in de Geest. Er zijn goede dagelijkse of wekelijkse gewoonten. Gewoonten hebben Jezus denk ik rust gegeven, en ook geïnspireerd. Want juist door die gewoonte kent hij de schrift van binnen en van buiten. Naar die gewoonte nu, leest hij de profeet en spreekt erover. Zo ging dat toen, de lector was ook wie spreekt over het Bijbelgedeelte. Je zou het zó kunnen lezen: De Geest brengt Jezus op vreemde plaatsen. De gewoonte brengt hem op een vertrouwde plek. Maar zijn goede gewoonte blijkt geen garantie dat het er rustig aan toe gaat. Integendeel. Zijn prikkelende preek roept woede op. Het is een vreemde en kwetsbare preek. Geen machtige, overweldigende preek. Een kritische preek, passend binnen het Joodse debat van stem en tegenstem. Maar de vreemde uitleg van Jezus roept de volkswoede op. De doorelkaarschudder had Jezus in de woestijn op een hoogte geplaatst. Daar stelde hij Jezus op de proef met de belofte van wereldmacht. In Nazareth, op de rand van een berg, vormt de volkswoede eenzelfde proef: zal hij grijpen naar macht en zwaard? Maar nee hij gaat midden tussen hen door Bij mij denken we meestal aan Jezus. Maar als die mij nu eens, zoals bij Jesaja, ook over óns gaat? Niet alleen over Jezus, maar over ons allen? Meestal denken we: Jézus heeft de Geest. En dat klopt ook. Maar niets sluit uit om te denken: dit gaat over al de hoorders. Dus ook over mij, jou, u. Als nou de Geest, diezelfde wind die Jezus in de woestijn bracht, ook eens ons leven zo doorwaait? 2
Als wij nu eens met zijn allen zijn geroepen om het goede te brengen, bevrijding en uitzicht? Als wij nu eens omwaaid zijn, opdat er een genadejaar zal zijn, mede door ons doen en laten heen? Een genadejaar voor diegenen die misschien ook wel in onze ogen niet zo heel veel meetellen? Een genadejaar voor diegenen waarvan wij niet zomaar verwachten dat die aangevuurd zijn door de Geest? God gaat in de bijbel regelmatig rare wegen. Onverwachte wegen. En maakt ons daardoor er bewust van hoe makkelijk we het heil, het evangelie naar onszelf toetrekken. Om het voor onszelf te houden en daardoor soms anderen uit te sluiten. Om ons gerust te stellen. Om ons een rustige vaart te bieden. Maar de Bijbelse verhalen laten zien dat die rustige vaart niet het doel is. Dat het niet aankomt op vroomheid en netheid en rust... Gewoonten, die geven ons rust. Maar de Geest trekt ons op een onverwacht moment uit die gewoonte. Eerder verontrust de Geest ons, dan dat ze ons geruststelt. En dan kan het zijn dat we op plekken komen, die vloeken met onze vroomheid. Dan kan het zijn dat uw ouderling of uw diaken naar huizen moet, waar menig ander aan voorbijloopt. Als dat schuurt, als dat verontrust bidt dan, bidt dan dat de Geest je grijpt en met ze op weg gaat. Naar plekken die je niet had verwacht. en Jezus zegt: Heden is dit woord in je oren vervuld En als je nu eens dit woord hoort, maar van binnen raast van woede? Omdat zoveel misgaat in je leven, en je God nergens ervaart? Als je je nu eens afvraagt waarom God jou of je geliefde niet bevrijdt? Omdat je leeft in angst, ziekte en vertwijfeling? Als geloven nu eens een uitgesleten gewoonte is geworden, leeg en zonder bodem? Als je eigenlijk heel boos bent op God, omdat die deze wereld niet uit haar dood en ellende haalt? Jezus, doe alles waarvan wij hebben gehoord dat u het deed in Israël, ook in ons leven, in ons dorp, in deze wereld! Maar dat doet God niet. God is geen wonderbaarlijk oplosser van onze problemen. 3
Nee, God waait met stille Geestesadem in de kleine gebeurtenissen van ons leven. De momenten van aandacht voor elkaar zoals Elia door een weduwe van brood wordt voorzien. De gebaren van liefde, juist voor degene die je het liefst zou ontwijken zoals de melaatse Naäman gehoor vond bij Elisa. De Geest waait waar we get uithouden met iemands nood. Waar we het contact volhouden met iemand met wie het zwaar samenleven is. Daarin gaat Geest ons voor. Weer een uur, weer een dag om adem te halen. Meestal kijken we bij onze vragen aan God naar wat er aan groots gebeurt op aarde. Of in ons persoonlijke leven. En dan zijn we niet optimistisch. Wat een vreselijke wereld, zeggen we dan. Maar kijk nog eens goed. Herinner je de kleine momenten. Waar een hart het andere hart raakt. Zou dat Adem van God kunnen zijn? Geest over ons? Dat betekent voor mij niet dat je niet mag woeden om God. Nee: geef plaats aan je woede, je teleurstelling, je boosheid. Raas tegenover God. Dat kan God wel hebben. Maar laat je medemens niet in de steek. Die zou kunnen vallen als je je woede voor God inslikt, en uitstort over haar of hem. Die zou je voorbij kunnen lopen als je denkt dat je aan God geen vragen mag stellen. Raas, geef plaats aan woede en vertwijfeling voor Gods aangezicht. Én: wees daar, waarvan je denkt dat het een godverlaten leven is. Gebruik je woede maar om de ander trouw te blijven. Wie heeft er ooit gezegd dat Geest vredig en rustig en vroom en vriendelijk is? om een genadejaar uit te roepen. Genadejaar dat is leven, gewoon: leven. Niet meer, niet minder. Genadejaar is: dagelijks brood, een beker water. De gelegenheid om te kunnen zorgen voor je geliefden. 4
Muziek De ruimte om de liefde en zorg van je geliefden te ontvangen. Voor niets minder of meer vluchten sommige mensen de halve wereld over, gebruiken hun woede om zeeën over te steken. Voor niets minder, maar ook voor niets méér, strijden in ons land landgenoten, reisgenoten, gasten en asielzoekers. Een boterham, een gebaar van liefde, een bed om te slapen. Om naar menselijke gewoonte te kunnen breken en delen. En als de Geest je nu eens brengt waar je niet voor had gekozen En als je nu geen woorden hebt, je stamelt wat, je stottert wat als een Jeremia Of als je nu niet weet wat je moet doen, je handen onhandig vouwt, maar ee beetje knikt Of als de woede van de ander over je valt, als je tegenvalt, als mensen je kwalijk nemen dat je niet bent wie je volgens hen zou moeten zijn? Hoe breng je genadejaar? Van Jezus staat er: Hij sluit de boekrol, geeft die aan de helper en gaat zitten Van de Geest staat in den beginnen dat zij zweefde boven de wateren. Huub Oosterhuis dicht ergens over een stoel op het water. Als de Geest je ergens brengt waar je zelf niet voor had gekozen wéés er dan. Niet elders in gedachten. Niet vooruit, al bij de uitgang. Niet ver weg, bij het visioen. Maar wees er, wees hier, bij de ander. Wees haar brood en luister, luister... Wees zijn beker en huil, huil tot de tranen op zijn En als je dan bij de ander bent, vergeet ze nooit, deze woorden: Amen. héden is dit schriftwoord in je oren in vervulling gegaan! DIENST VAN HET ANTWOORD Zingen: Lied 321: 4, 6, 7 (vervolg) Inzameling van de gaven. Voorbeden, Stil gebed, Onze Vader 5
GAAN Slotlied Lied 695: 4, 5 (Kom en doorstraal mijn dagen) 6
Zegen en gezongen Amen. 7