Het aandeel van partydrugs in de invulling van de spanningsbehoefte bij jongeren in ambulante drugzorgcentra



Vergelijkbare documenten
Inspiratiedag studenten

speciaal onderwijs lesbrief drugs UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) STICHTING@VOORKOM.NL

Kennisquiz cannabis. 7. Wat is CBD? A. hetzelfde als THC B. Cannabis Bepalings Dosis C. Cannabidiol

Wat je moet weten over hasj en wiet

Gevolgen van alcoholgebruik

XTC, cocaïne en speed

Middeleninfo. Alcohol. Tripmiddelen

Werkstuk Maatschappijleer Drugs

Werkstuk door een scholier 1306 woorden 5 juli keer beoordeeld. Drugs

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht Uitgave van Trimbosinstituut

Spreekbeurt Nederlands Drugs

speciaal onderwijs lesbrief alcohol UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) STICHTING@VOORKOM.NL

Hasj en wiet zijn drugs. Dat heet blowen. In deze folder vind je:

versie EHbDu09T EHbDu Educare Trimbos 1

Combigebruik. De meest gestelde vragen

6,1. Werkstuk door een scholier 1948 woorden 6 maart keer beoordeeld. Drugs, wat, hoe en waarom? Wat iedereen over drugs zou moeten weten:

Werkstuk Nederlands Drugs

Wat is het verband tussen ADHD en verslaving? Wat betekent dit? Hoe werken roesmiddelen in op ADHD- hersenen?

drugs Wat iedereen over zou moeten weten Over deze brochure

v e rslaafd? Wat als je niet meer zonder kan

drugs Wat iedereen over zou moeten weten Over deze brochure

Trends in middelengebruik bij jongeren

XTC DE VRAGEN, DE ANTWOORDEN

lesbrief speciaal basisonderwijs UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) STICHTING@VOORKOM.NL

Bert Vinken. Vincent van Gogh Voor geestelijke gezondheidszorg. Presentatie alcohol en opvoeding Trimbos-instituut

Pubers en verleidingen

Werkstuk Biologie Drugs

VOORLICHTING AAN OUDERS VAN HET CHR. LYCEUM OVER DRUGS. / pagina

Nuchter opvoeden Alcohol en Drugs in de Opvoeding. Floris Munneke Anita van Stralen

Voorlichting EHBO 28 februari 2011 Rode Kruis Alkmaar. Ton Leenders Afdeling PREVENTIE Brijder Verslavingszorg

Liska Vulperhorst Preventiewerker

Combigebruik. De meest gestelde vragen

Verslavingskunde.

Drugs en. de wet. Mag het nu wel of niet?

Jongeren geraken aan de drugs door slechte vrienden. Feit of fabel?

tiemap Ira Insp ge jla BI materialenoverzicht

Alcohol nuchter bekeken

To blow or not to. blow? Inhoud. Informatiebrochure over cannabisgebruik bij een psychose. Inleiding. 1. Een psychose. 2. Cannabis

Basisvorming drugs & & drugge g bruik i

v e rslaafd? Wat als je niet meer zonder kan

PUBERS EN SOCIALE MEDIA

Spreekbeurt Nederlands Drugs

Hoe help ik mijn kind nee zeggen tegen roken, drinken en blowen?

Programma. Middelen Alcohol en jongeren Fasen van gebruik Signaleren Lokale cijfers Plannen

Algemeen quiz kaarten.indd :14:52

Achtergrondinformatie opdracht 3, module 5, les 9

Baseline patiënten enquête. PACYFIC studie - Baseline patiënten enquête -

Praktische opdracht ANW Drugs

Look! Inspire : De schaduw kant van verslavende middelen Daan Hermans G&I 1B

HASJ EN WIET. Zonder flauwekul

Middelengebruik en alcohol in relatie tot NAH. Twan van Duijnhoven Verpleegkundig Specialist GGZ

Uitslagen leerlingen onderzoek (2003)

Presentatie DDu Ketencasus

Bespreken van situaties

Alcoholintoxicatie 1

Workshop jongeren, middelengebruik en delictgedrag

Bianca Wagenaar-Swart Preventiewerker

Verslaving. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving. Als iemand niet meer zonder... kan

De effecten, de risico s en de wet. Cover

Thema avond alcohol & drugs

HOE HELP IK MIJN KIND NEE ZEGGEN TEGEN ROKEN, DRINKEN EN BLOWEN?

Hoe help ik mijn kind nee zeggen tegen roken, drinken en blowen?

wat doet alcohol eigenlijk met je lichaam?

Drugs en. de wet. Mag het nu wel of niet?

Welkom bij Uw kind en genotmiddelen. Gaby Herweijer Adviseur Gezondheidsbevordering

LESBRIEF OVER ROKEN UITGAVE: STICHTING VOORKOM! POSTBUS DB HOUTEN TELEFOON

WAT HOUDT U NOG TEGEN?

Genotmiddelen? Informatie voor ouders en begeleiders

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Uw kind en genotmiddelen Dinsdag 7 oktober Linda van Delft Gezondheidsbevorderaar lvandelft@ggdhm.nl

Online Psychologische Hulp Angst & Paniek

WIL JE MINDER BLOWEN?

XTC. Speed. Manier van gebruik: Pillen Stofnaam: MDMA (methyleendioxymethamfetamine) Globaal effect: Stimulerend

Cursus. Preventie van Drugs, Tabak, en Alcohol misbruik door een goede opvoeding

WETGEVING DRUGS CDO KORTRIJK. Pedagogische studiedag. Vrijdag 28 januari POLITIEZONE VLAS

Alcohol. Hoeveel is te veel?

a) In heel je leven... b) In de voorbije 12 maanden... c) In de voorbije 30 dagen

Middelengebruik bij mensen met een verstandelijke beperking. Arjetta Timmer Brijder Verslavingszorg

Speciaal onderwijs LESBRIEF OVER DRUGS UITGAVE: STICHTING VOORKOM! POSTBUS DB HOUTEN TELEFOON

Fabels en feiten over morfine

basisschool

ACHGAS ALLES WAT JE MOET WETEN OVER. Hoe gebruik je het?

Telefoon / Privé : Werk: 1. Wat verstaat u onder duizeligheid en/of evenwichtsstoornis? (max. 2 aankruisen)

Signaleren & Bespreken

Charles Dorpmans Senior preventiewerker Coördinator Dims Noord-Brabant

27 mei 2015 Sanne Louw Kikid & marion.kooij@brijder.nl

Haw it der oer! Marcel Seuninga/ Auke Zandstra

Kennisquiz 1 Alcohol

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden

Marcel Seuninga, Voorlichting en Preventie VNN, lid landelijke commissie GHB

Genotmiddelen. Genotmiddelen. Bron: 1

Cannabis. De meest gestelde vragen

Welkom! Uw kind en genotmiddelen. Pel van Hattum Gezondheidsbevordering

Helpende hand bij het stoppen met roken

Betoog Nederlands Drugs legaliseren of niet

Belang Preventie Cijfers comazuipen 2011

Verstandelijke beperking en middelengebruik. Een folder voor mantelzorgers en begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking

STRESS EN HARTCOHERENTIE

Diabetes and. alcohol. alcohol

Transcriptie:

Het aandeel van partydrugs in de invulling van de spanningsbehoefte bij jongeren in ambulante drugzorgcentra Studiegebied Sociaal Agogisch Werk Opleiding Sociaal Werk Optie Maatschappelijk Werk Academiejaar 2005-2006 Student Sam Smekens

INHOUDSTABEL VOORWOORD... 5 INLEIDING... 6 PROBLEEMSTELLING... 7 1. DE WERKING VAN AMBULANTE DRUGZORG MENEN... 9 1.1. DOELSTELLINGEN... 9 1.2. WERKWIJZE... 11 1.3. DOELGROEP... 12 2. DE KICK VAN DE PARTYDRUG... 14 2.1. PARTYDRUGS... 14 2.1.1. Partydrugs gedefinieerd... 14 2.1.2. Soorten partydrugs... 16 2.1.2.1. XTC... 16 2.1.2.2. Speed... 19 2.1.2.3. Cannabis... 22 2.1.2.4. Cocaïne... 25 2.1.2.5. GHB (Gamma-Hydroxy-Butyraat)... 28 2.1.2.6. Alcohol... 30 2.1.3. De Belgische drugwetgeving... 33 2.1.3.1. Wetgeving voor minderjarigen... 33 2.1.3.2. Wetgeving voor meerderjarigen... 34 2.2. KICK EN SENSATIEDRANG... 38 2.2.1. Algemeen... 38 2.2.2. De kick... 39 2.2.2.1. De prikkeling... 40 2.2.2.2. De verveling... 40 2.2.3. Soorten kicks... 41 2.2.3.1. Kicks en risicosporten of sporten in het algemeen... 41 2.2.3.2. Kicks en drugs... 42 2.2.3.3. Kicks en muziek... 43 2

2.2.3.4. Kicks en geweld... 44 2.2.3.5. Kicks en angst... 45 2.2.3.6. Kicks en seksualiteit... 46 2.2.3.7. Kicks en snelheid... 47 2.2.3.8. Kicks en avontuur... 48 2.2.4. Het fenomeen gewenning... 49 2.2.5. Risicogedrag als gevolg van het opzoeken van kicks... 50 2.3. DOELGROEP JONGEREN IN AMBULANTE DRUGZORG... 53 2.3.1. Leeftijdscategorieën... 53 2.3.2. Minderjarigen en de doorverwijzing van de jeugdrechtbank... 54 2.3.3. De meerderjarige en de procedure via justitie... 56 2.3.3.1. Vrijheid onder voorwaarden (VOV)... 57 2.3.3.2. Probatievoorwaarden... 57 2.4. DE SPANNINGSBEHOEFTELIJST (SBL)... 59 2.4.1. Theoretische uitgangspunten van de vragenlijst... 60 2.4.2. Afname en scoring... 61 2.4.3. Normen... 62 2.4.4. De bruikbaarheid en toepasbaarheid... 63 3. OP ZOEK NAAR DE BEHOEFTEBEVREDIGING VAN KICKS... 64 3.1. DE SELECTIE VAN DE DOELGROEP... 64 3.2. PROFIELEN VAN DE CLIËNTEN DIE IK VOLGDE... 65 3.2.1. Gunter... 65 3.2.2. Tom... 66 3.2.3. Evelien... 67 3.2.4. David... 68 3.2.5. Piet... 69 3.3. WERKWIJZE... 71 3.3.1. Eerste gesprek... 71 3.3.2. Verwerking en analyse... 72 3.3.3. Tweede gesprek... 73 3.3.4. Reacties van de deelnemers aan de spanningsbehoeftelijst... 74 3.3.5. Eigen ervaringen... 76 3

3.4. RESULTATEN EN ANALYSE VAN DE SBL PER DEELNEMER... 77 3.4.1. Gunter... 79 3.4.2. Tom... 81 3.4.3. Evelien... 83 3.4.4. David... 85 3.4.5. Piet... 87 3.4.6. Gemiddelde scores... 88 3.5. BRAINSTORM OMTRENT DE MOGELIJKE ANTWOORDEN OP DE PROBLEEMSTELLING... 89 3.6. REFLECTIE OP DE SBL EN BRUIKBAARHEID ERVAN IN DE HULPVERLENING... 91 BESLUITEN... 93 BIBLIOGRAFIE BIJLAGE 1: ORGANIGRAM VZW KOMPAS BIJLAGE 2: DE S.B.L. VRAGENLIJST 4

Voorwoord Zonder de ondersteuning, medewerking en informatie van een aantal mensen had mijn eindwerk niet hetzelfde resultaat opgeleverd. Via deze weg wil ik die mensen oprecht danken voor de tijd dat ze voor me vrij hebben gemaakt gedurende deze zware, maar zeer leerrijke stageperiode. De combinatie stage en eindwerk was niet vanzelfsprekend en daarom ben ik de personen die me geholpen hebben zeer dankbaar. Allereerst wil ik mijn stagebegeleider Bart Vande Kerckhove bedanken voor de nodige professionele informatie en aanmoedigingen bij het maken van mijn eindwerk. Bij hem kon ik altijd terecht als er mij iets niet duidelijk was. Het gaf me een grote voldoening om te weten dat de interesse in het thema van mijn eindwerk ook bij hem groot was en nog steeds is. Het was een waar genoegen om samen met Bart het thema te verkennen en de nodige bronnen te contacteren. Naast mijn stagebegeleider verdient ook mijn stagesupervisor Chris Debels zeker de nodige dank. Hij stond steeds voor me klaar met de nodige feedback en maakte me er telkens op attent als er iets minder goed liep zodat ik er mijn aandacht kon op vestigen. Ook zijn rustige aanpak had op mij een positieve invloed. In verband met de Spanningsbehoefte vragenlijst wil ik Dr. J.A. Feij, professor aan de faculteit psychologie te Amsterdam, bedanken. Hij bezorgde ons de nodige meet en scoringsinstrumenten en gaf ons het vertrouwen om met zijn vragenlijst te werken. Naast de afname van de vragenlijst in ambulante drugzorg Menen kon ik ook terecht in het werkpunt te Kortrijk. Daar werkte ik samen met Paul Willeme. Hij hielp me om voldoende mijn doelgroep te contacteren en daarvoor richt ik ook naar hem toe een dankwoord. Ook de jongeren die de vragenlijst invulden, en me daardoor heel erg nuttige informatie verschaften, wil ik niet vergeten. Zonder hen was mijn eindwerk niet gelukt. Ik wil ook Pia Dejonckheere bedanken voor het kritisch lezen en becommentariëren van mijn werkstuk. Haar tips en bedenkingen waren erg leerrijk. Als laatste wil ik mijn ouders bedanken omdat zij het voor me mogelijk maakten dat ik de studies maatschappelijk werk kon aanvatten en bijgevolg ook deze stage kon vervolmaken. 5

Inleiding Een stageplaats als Ambulante Drugzorg klinkt niet voor iedereen zo bekend in de oren. Vooral het woord ambulant kan voor enige verwarring zorgen. Daarom besloot ik om mijn eindwerk te starten met een duidelijke situering, doelstelling, werkwijze en historiek betreffende mijn stageplaats in het eerste hoofdstuk. In een tweede hoofdstuk behandel ik de drie kernbegrippen uit de vraagstelling, nl. partydrugs, kicks en de doelgroep jongeren. Ik maak een afbakening in de soorten partydrugs en definieer ze om de beurt aan de hand van een vast patroon. Na de uitgebreide productinformatie, maak ik de sprong naar het thema kicks. In dit thema vindt u een globale weergave van het bestaande aanbod aan kicks, let wel, hierbij heb ik niet de intentie om een volledige lijst weer te geven. Ook behandel ik hierbij enkele raakvlakken die dicht bij de term in het uitstalraam liggen zoals daar zijn, prikkeling, verveling, gewenning en risicogedrag. Hierna omschrijf ik de doelgroep jongeren en het instrument waar ik mijn doelgroep mee benadert heb, nl. de spanningsbehoeftelijst. Bij het schrijven van dit hoofdstuk leerde ik heel wat bij en kon ik ook heel veel herkennen uit mijn eigen omgeving. In een derde en tevens laatste hoofdstuk tracht ik de theoretische achtergrond in de praktijk om te zetten. Ik beschrijf er de vijf cliënten die de spanningsbehoeftelijst invulden en bespreek ze één voor één. Ervaringen, reflecties, resultaten en analyses met en van de doelgroep komen ook hier uitgebreid aan bod. Aan de hand van deze gegevens tracht ik enkele besluiten te formuleren die al dan niet een antwoord bieden op mijn vraagstelling. Veel plezier bij het lezen van dit eindwerk. 6

Probleemstelling Is het gebruik van partydrugs voor jongeren in ambulante drugcentra de belangrijkste bron om hun hoge spanningsbehoefte te bevredigen? Ik loop stage in Ambulante Drugzorg Menen (ADM). Daar komen we in contact met zowel jongeren als volwassenen die een bepaalde drugproblematiek hebben. Om deze multi-dimensionele problematiek wat te ontleden maakte ik de nodige afbakeningen. Ik zal me beperken tot de partydrug-gebruikende jongeren en jongeren die niet meer gebruiken. Het zijn jongeren die vrijwillig of gedwongen door justitie op gesprek komen in een ambulant centrum. Ik richt me op de recreatieve druggebruikende jongeren, met andere woorden de weekendgebruikers. Ik maak de link tussen jongeren en partydrugs, omdat het een vaststaand feit is dat er in het weekend op party s of andere festiviteiten nogal wat drugs geconsumeerd worden door een groot aantal jongeren(www.vitalsounds.be). Deze drugs kunnen het feesten leuker maken en/of verlengen. Enkele voorbeelden van partydrugs zijn: XTC, speed, cannabis, cocaïne, GHB en niet te vergeten, alcohol. Ik wil dit thema aansnijden omdat ik vind dat het gebruik van partydrugs door jongeren sterk onderschat wordt. Het taboe rond drugs is in de jongerencultuur zo goed als verdwenen en elke jongere kan zijn weekenddrugs gemakkelijk aanschaffen. Om mijn doelgroep voldoende te bereiken kan ik in twee ambulante centra terecht (Menen en Kortrijk). Verder kan ik ook ervaringen opdoen met de doelgroep via het project Vitalsounds. Jongeren kunnen ons treffen op party s waar we aanwezig zijn met informatie en tips rond veiliger druggebruik en het beperken en voorkomen van risico s. We bieden ze antwoorden op hun vragen rond druggebruik. Daarnaast is er ook een website van het project online waar de jongeren alle nodige informatie kunnen raadplegen en anoniem vragen stellen. Het doel van mijn eindwerk is de sensatiebehoefte bij deze jongeren te ontleden. We leven in een drukke, hypermoderne samenleving waarin veel mogelijk is voor jongeren. Om een leuk weekend of feest door te brengen, worden veel eisen gesteld. Het mag niet alledaags zijn, dat tikkeltje extra moet aanwezig zijn en dit duurt best tot in de vroege uurtjes. Om dit alles te verwezenlijken speelt sensatie een grote rol. Het opzoeken van kicks en spannende situaties 7

hangen hiermee nauw samen. Let wel, hier spreek ik slechts over een bepaalde groep jongeren. Niet alle jongeren hebben zoveel kicks nodig om een leuk weekend te beleven. Om de sensatiebehoefte bij deze jongeren te ontleden zal ik gebruik maken van een afgebakende vragenlijst nl., de spanningsbehoeftelijst (SBL). Die lijst is opgesteld door de Nederlandse professor J.A. Feij van de faculteit psychologie te Amsterdam en is een vernederlandste versie van de Sensation Seeking Scale van Dr. Marvin Zuckerman. Ik kreeg van professor J.A. Feij de toestemming om onder toezicht van mijn stagesupervisor (Bart Vande Kerckhove) die licentiaat in de klinische psychologie is, deze vragenlijst af te nemen. Eens ik via deze vragenlijst mijn doelgroep heb bereikt, (jongeren die een grote spanningsbehoefte vertonen) kan ik samen met deze jongeren hun behoefte verder gaan exploreren. Het gebruik van partydrugs kan de belangrijkste bron in de vervulling van de behoefte aan sensatie en kicks zijn, maar misschien zijn er nog andere zaken die deze behoefte voor een groter stuk bevredigen. Ik heb hiermee niet de bedoeling om wetenschappelijk onderzoek te doen, daarvoor is het tijdsbestek te kort en de opleiding maatschappelijk werk te beperkt. Ik wil wel graag een kwalitatief beeld krijgen van de kickbehoefte die jongeren hebben naar verschillende kickgerichte activiteiten. Door het gebruik van de SBL kan ik achteraf ook gaan kijken of deze vragenlijst een meerwaarde kan geven aan de hulpverlening, zodat deze lijst in de toekomst al dan niet verder kan gebruikt worden bij dit of een ander doelpubliek. 8

1. De werking van Ambulante drugzorg Menen Een korte geschiedenis Het ambulante drugzorg centrum in Menen is ontstaan vanuit het algemene welzijnswerk. Het toenmalige JAC kreeg veel heroïnegebruikers over de vloer en de nood aan een specifiek centrum voor deze problematiek drong zich op. In samenspraak met vzw Kompas ontstond het ambulante centrum in Menen (ADM). Vzw kompas heeft tot op vandaag zeven ambulante punten in West-Vlaanderen (Menen, Kortrijk, Ieper, Wevelgem, Roeselare, Waregem en Torhout). Daarnaast zijn er nog twee residentiële programma s in de stad Kortrijk waar de hoofdzetel van Kompas is gelegen (de crisisafdeling en het kortdurend therapeutische programma De Kier). 1.1. Doelstellingen 1 Ambulante Drugzorg Kompas heeft een zesvoudige doelstelling: Via de adviesverstrekkende en informatieve functie kunnen de cliënten rekenen op de deskundigheid van het centrum. Deze functie wordt vaak geraadpleegd om antwoord te bieden op allerlei vragen rond drugs en druggebruik. De misschien wel belangrijkste doelstelling van het ambulante centrum is de begeleiding van druggebruikers. Cliënten komen in een zekere regelmaat op gesprek. De termijn varieert naargelang de ernst en behoefte van de cliënt om op gesprek te komen. Het drugprobleem staat centraal, maar uitbreiding naar andere gebieden waar de cliënt 1 www.kompasvzw.be 9

problemen ervaart, is noodzakelijk. Zo kan het zijn dat de problematiek binnen de relatie hier ook heel duidelijk in naar voor komt. Vervolgens worden mogelijke oplossingen en alternatieven besproken. Het motiveren van de cliënt is vaak de moeilijkste taak voor de hulpverlener. Vooral als cliënten gedwongen door justitie op gesprek komen is het niet gemakkelijk om hen aan te moedigen om samen te werken aan een betere toekomst. Anderzijds is wel enige motivatie vereist om een begeleiding op te starten, zodat een werkbare situatie kan gecreëerd worden. Nadat de begeleiding in het centrum is stopgezet krijgen cliënten de kans om nog wat nazorg te krijgen. Dit is een specifieke begeleiding op verscheidene maatschappelijke levensgebieden zoals de sociale, financiële en relationele situatie van de cliënt die na een residentieel programma de begeleiding ambulant verder wil zetten. Het substitutieprogramma is er voor de heroïneafhankelijke cliënten. Dit is een behandelingsprogramma met een vervangingsproduct. Het programma verloopt in samenspraak met een centrumarts die het vervangingsmiddel voorschrijft. Methadon en Buprenorphine zijn de gebruikelijke vervangingsmiddelen. Het is een strikt en langdurig programma met de bedoeling dat de cliënt geen heroïne bijgebruikt en gemotiveerd is tot verandering in zijn leven op verschillende gebieden. Als laatste doelstelling onderhoudt men in ieder ambulant punt een oudergroep. Dit is een ontmoetingsgroep voor ouders van jongeren met een drugproblematiek. Ouders kunnen er hun ervaringen, gevoelens en belevingen uitwisselen en elkaar zo ondersteunen. 10

1.2. Werkwijze 2 Wie terecht komt bij ambulante drugzorg Menen zal allereerst een intakefase moeten doorlopen alvorens aan de effectieve psychosociale begeleiding te starten: De intakefase wordt echter wel voorafgegaan door een telefonische afspraak of een doorverwijzing (bv. via justitie). Eens de afspraak is geregeld komt de cliënt op het vastgelegde tijdstip naar het ambulante centrum. Tijdens dit intakegesprek ontstaat er een eerste contact tussen de druggebruiker en de hulpverlener. Dit eerste contact is veelal doorslaggevend voor de rest van de begeleiding. Beide partijen leren elkaar kennen en het is van belang dat de cliënt zich gehoord en gewaardeerd voelt. Een ander doel van deze fase is, inzicht verwerven in de problematiek van de druggebruiker. Ook wordt de cliënt geïnformeerd over de werking van het centrum (huisregels). Op basis van enkele gesprekken, waarin ook gepeild wordt naar de motivatie van de cliënt, zal in samenspraak met collega s en alle andere betrokken partijen beslist worden om de begeleiding al dan niet op te starten. De uiteindelijke begeleiding start na een uitgebreide exploratie van de verschillende levensdomeinen. De begeleider gaat samen met de cliënt de doelstellingen van de begeleiding vooropstellen. Het mag duidelijk zijn dat niet enkel het druggebruik centraal staat. Andere domeinen zoals werksituatie, familiale context, relationele context, justitie, gezondheid,, komen ook uitgebreid aan bod. Voor personen die de ambulante begeleiding niet aankunnen of waarbij het team inschat dat de situatie ambulant niet haalbaar is, wordt er naar een residentiële opname toegewerkt. Uiteraard blijft de cliënt vrij om hierover te beslissen. Om nog een beter beeld te krijgen van de koepelorganisatie vzw Kompas waaronder de ambulante drugcentra vallen, kunt u in bijlage 1 achter aan dit werkstuk een uitgebreid organigram raadplegen. 2 www.kompasvzw.be 11

1.3. Doelgroep 3 In de Ambulante Drugzorg worden de gebruikers ingedeeld in twee groepen: 1) De schoolgaande druggebruikende jongeren: We horen het alsmaar meer, er is een algemene trend dat er steeds op jongere leeftijd naar drugs gegrepen wordt 4. Het is onvermijdelijk dat scholen met drugproblemen te kampen hebben. De school moet de druggebruikende jongere zo vroeg mogelijk trachten op te vangen om verdere problemen te vermijden. Gezien druggebruik het hele leven van de jongere beïnvloedt, is samenwerking essentieel. Daarom werd een netwerk opgericht tussen scholen, ouders, centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) en ambulante drugzorg als externe dienst. Dit bleek geen overbodige luxe. 2) De justitiële druggebruikers: Justitiële diensten hebben de mogelijkheid om in bepaalde gevallen een alternatieve maatregel toe te passen in plaats van een gevangenisstraf. Hiervoor komen drie maatregelen in aanmerking: Ten eerste is er strafbemiddeling. De Procureur Des Konings kan de betrokkene voorstellen om in begeleiding te komen voor zijn drugproblematiek. Als de persoon hiermee akkoord gaat en de begeleiding tot een goed einde brengt, vervalt de straf. Ten tweede is er de vrijheid onder voorwaarden (VOV). De onderzoeksrechter kan de persoon in vrijheid stellen onder bepaalde voorwaarden. Opnieuw kan het volgen van een vormingsprogramma zoals een ambulante begeleiding een alternatief zijn voor voorlopige hechtenis. Ten derde kan de rechter probatievoorwaarden opleggen die kunnen bestaan uit dienstverlening (werkstraf) of het volgen van een sociaal-educatieve opleiding. Ook 3 www.kompasvzw.be 12

hier kan het positief afronden van die vorming leiden tot verval van de straf bij een probatiemaatregel. Door deze drie maatregelen toe te passen kan de zin voor verantwoordelijkheid van de betrokkene getest worden. Er wordt zo ook effectief gewerkt rond de problematiek, terwijl dat niet het geval is bij een feitelijke opsluiting van de betrokkene. 4 http://aps.vlaanderen.be/statistiek/nieuws/gezondheid/2002-11_drugs.htm 13

2. De kick van de partydrug 2.1. Partydrugs 2.1.1. Partydrugs gedefinieerd Wat zijn partydrugs? De term spreekt eigelijk voor zich. Tijdens het uitgaan in disco s, clubs, café s,... worden naast tabak en alcohol ook al eens andere drugs gebruikt. Sommige drugs geven energie en dragen ertoe bij dat je langer op de dansvloer kan staan, andere geven je een opgewekt gevoel zodat je de tijd van je leven beleeft. Partydrugs zijn dus middelen die oppeppend en stimulerend werken en veel gebruikt worden in het uitgaanscircuit. Partydrugs worden ook al eens uitgaansdrugs genoemd. Men gebruikt die middelen meestal niet door de week met als gevolg dat het gebruik in de meeste gevallen beperkt, maar daarom niet ongevaarlijk blijft. Middelen zoals XTC, cocaïne en speed zijn de uitgaansdrugs bij uitstek. Elke drug heeft zijn eigen risico s met betrekking tot verslaving (zowel lichamelijke als geestelijke afhankelijkheid), schade op korte en lange termijn, positieve en negatieve effecten, enz. Op het eerste zicht lijken partydrugs onschuldige snoepjes. Het gebruik blijft binnen de perken en enkel in het weekend. Zo onschuldig zijn ze echter niet. Bij de meeste partydrugs weet je niet wat je juist inneemt. Het uitzicht van pillen of poeders biedt geen enkele garantie voor de samenstelling van het product en de veiligheid ervan. Twee identieke pillen kunnen soms een totaal verschillende werking en samenstelling hebben zonder je dat weet. Voeg daarbij het combineren van partydrugs met alcohol en andere drugs en je hebt de belangrijkste oorzaken van crisissituaties. Een pijnlijk gevolg hiervan kan zijn: overdosering. 14

Om de lezer een globaal beeld van het partydruggebruik in België te geven breng ik enkele cijfergegevens hieromtrent. De gegevens komen uit een onderzoek van Partywise (preventieproject van de Vereniging voor Alcohol en drugproblemen, VAD) naar de trends in druggebruik in het uitgaansleven 5 : In 2003 bevroeg partywise meer dan 650 partygangers naar de trends in druggebruik in het uitgaansleven. In 2004 werden aanvullend sleutelfiguren uit het uitgaansleven bevraagd. Bijna alle bevraagde jongeren gebruikten ooit alcohol en meer dan de helft gebruikte ooit cannabis. Vooral de zwaardere bieren en sterke dranken zijn populair. Combigebruik (meer dan één drug op een avond gebruiken) was de meest in het oog springende trend. De meerderheid van de partygangers zijn mannelijk (64%) en is gemiddeld 22 jaar. De helft werkt en de andere helft is student. Drie op vier luisteren graag naar dance muziek. Eén op de vijf had in het laatste jaar XTC gebruikt, één op de tien cocaïne en één op de tien speed, waarvan de meerderheid occasioneel. De feestgangers zien vooral een stijging van het cocaïnegebruik. Er zouden tegenwoordig ook meer XTC pillen genomen worden op één avond. Ze zijn goedkoper dan cocaïne en om deze reden worden ze vaker door jongere mensen gebruikt. Drie op de vier zegt dat ze de drugs combineren met alcohol en bijna de helft combineer verschillende illegale drugs. Alcohol, cannabis en XTC zijn de meest voorkomende combinaties. Ook via de website van ons risicoreductieproject Vitalsounds 6 kon ik enkele trends in cijfers omgezet verkrijgen. Er is op de site een poll (vraag met meerkeuze antwoorden) opgestart die het gebruik van partydrugs in het uitgaansleven becijfert. De poll wordt als volgt omschreven: Uitgaan in het weekend is voor mij niet compleet zonder Hierbij komt alcohol veruit op de eerste plaats (32%) met dubbel zoveel stemmen als cannabis (16%), XTC (16%) en speed(17%) die ongeveer evenveel gebruikt worden. Dan komt cocaïne (11%) en als laatste GHB (7%). 5 Partywise (2003) Kwantitatief onderzoek naar trends in druggebruik in het uitgaansleven 6 http://www.vitalsounds.be 15

2.1.2. Soorten partydrugs Bij het selecteren van de soorten partydrugs heb ik me gebaseerd op de prevalentie van de middelen in het uitgaansleven 7. Ik ben me ervan bewust dat ik geen volledige lijst van partydrugs heb opgesteld. Deze lijst opstellen is praktisch onmogelijk gezien het aantal nieuwe partydrugs die op de markt verschijnt alsmaar groeit. Ik heb me dus beperkt tot de populaire uitgaansdrugs XTC, speed, cannabis, cocaïne, GHB en alcohol. Men kan zich vragen stellen bij het feit dat ik cannabis en alcohol onder de noemer partydrugs vermeld, gezien dit eerder downers dan uppers zijn. Toch neem ik beide drugs erbij om vier redenen: Alcohol is een niet te onderschatten drug bij jongeren én volwassenen. Het ontremmend effect maakt jongeren losser, zodat de middelen stimulerend ervaren worden. Cannabis wordt in het algemeen veel gebruikt door jongeren in het uitgaansleven en staat bekend om zijn lach-effect (ook wel lachkick genoemd). Het maakt het feesten dus extra leuk. Het zijn twee producten die vaak worden gecombineerd met de andere partydrugs. 2.1.2.1. XTC 8 Wat: XTC is een chemische drug, die vooral wordt gebruikt in het uitgaansleven. De letters XTC komen van het Engelse woord ecstasy, dat betekent extase of opgetogenheid. Het middel heeft een dubbele werking. Enerzijds heeft het een oppeppend effect en anderzijds een bewustzijnsveranderend effect. XTC behoort tot de amfetaminefamilie en de werkzame stof in XTC heet MDMA (MethyleenDioxyMethAmfetamine). 7 www.trimbos.nl/downloads/persberichten/dimseducare.pdf 8 Brochure XTC, uitgegeven door Jellinek preventie 16

Vorm: XTC wordt op de markt gebracht onder de vorm van pillen, capsules en poeder. Het is verkrijgbaar in verschillende gekleurde pillen of capsules en vaak staat er een afbeelding of logo op de pil. Bijvoorbeeld een smiley (lachend gezichtje) of het logo van een bekend automerk. Zoals gezegd, de vorm of kleur van de pil zegt niets over de inhoud. Niet alle pillen bevatten evenveel MDMA. Ook bestaat er zoiets als herbal XTC of Ephedra. De werkzame stof hierin is efedrine. Die stof heeft een stimulerende werking. Effecten op korte termijn: Positieve effecten: XTC geeft je een euforisch, verliefd gevoel. Het verhoogt lustgevoelens voor bepaalde personen. XTC heeft niet voor niets de bijnaam lovedrug. Onder invloed van XTC kan je jezelf heel goed inleven in de situatie van een ander. Je verstaat volledig wat hij/zij wil zeggen en je kan het ook perfect visualiseren. Na het gebruik van XTC neemt de behoefte aan praten en sociaal contact toe. Zo erg dat het de intimiteit tijdens het praten met een ander vergroot. Het energiegehalte in je lichaam stijgt zienderogen en je lichaam begint te tintelen. Je voelt die drang om te bewegen en dit nog het liefst onder de vorm van dansen. Dansen, op muziek die je nog meer dan voorheen kan appreciëren. De klanken worden scherper en mooier gehoord zodat je volledig uit je dak gaat. Dit uit je dak gaan kan gepaard gaan met het steeds willen aanraken van anderen en ze vast willen pakken. Hier komt het love-effect weer naar boven. Het is duidelijk, als men deze positieve effecten op een rij zet, dat XTC dé partydrug bij uitstek is voor mensen die een geweldig feest willen meemaken. Je kunt er enkele uren non-stop door dansen, zonder vermoeidheid te voelen. Na ongeveer vier tot zes uur is XTC uitgewerkt. Als meer pillen op één avond worden geslikt of enkele dagen na elkaar, gaat het oppeppende effect overheersen. 17

Negatieve effecten: Na het slikken van één of meerdere XTC-pillen kan men zich misselijk gaan voelen en braakneigingen vertonen. Die misselijkheid kan overgaan in barstende hoofdpijn door het te hoge gehalte aan energie in je lichaam. De hersenen moeten te vlug werken en worden overbelast. Bij hogere doseringen kan men verward raken. Men beseft niet meer wat men doet of waar men is en dit kan angst veroorzaken. Angst is nooit goed bij druggebruik. Zowel voor, tijdens als na gebruik van drugs is angst een slechte raadgever. Na XTC gebruikt te hebben is het vaak moeilijk om in te slapen. Het oppeppende effect van XTC zorgt ervoor dat je onvermoeibaar wordt, waardoor je urenlang geen slaap nodig hebt en ook geen slaap kan vatten. Om XTC niet in een al te positief daglicht te plaatsen vond ik het ook mijn taak om de keerzijde van de medaille aan het licht te brengen. Al moet het wel gezegd, de positieve effecten geven meestal de doorslag bij het al dan niet gebruiken van XTC. Risico s op korte termijn: Wie geen risico s wil lopen, moet geen XTC gebruiken. Hoe meer en hoe vaker je het middel gebruikt, hoe groter de risico s zijn. Ik heb het enkel over de risico s op korte termijn, gezien ik mij richt op de jongere experimenteerder met partydrugs. Het allerbelangrijkste risico bij XTC-gebruik is oververhitting. Wie urenlang op de dansvloer staat zonder het nodige non-alcoholische vocht in te nemen, kan verhit geraken. Het beste middel hiertegen is water of frisdrank. XTC-gebruik door hartpatiënten is niet aan te raden. Het verhoogt de hartslag en kan zo een hartaanval veroorzaken. Ook het gebruik van XTC door mensen met epilepsie kan zware gevolgen hebben, daar XTC in staat is om epileptische aanvallen uit te lokken. Overdosering is en blijft altijd een risico bij druggebruik (teveel pillen op één avond innemen). Het probleem voor de gebruiker is dat men niet weet hoeveel MDMA de XTC-pil bevat. Men gebruikt dus op het gevoel afgaande. Deelnemen aan het verkeer nadat je XTC gebruikt hebt, is zeker af te raden. Dit geldt trouwens voor elke drug. Door het hallucinerende en oppeppende effect van XTC kan het 18

gebeuren dat je afstanden foutief inschat of je energieke lichaam te snel wil gaan. De gevolgen kunnen verstrekkend zijn als we denken aan het stijgend aantal weekendongevallen. XTC roept intieme gevoelens op. Gecombineerd met een zorgeloze stemming kan men al eens vergeten om veilige seksuele betrekking te hebben. The love drug zou wel eens nare gevolgen kunnen hebben als men geen of op een onveilige manier anticonceptiva gebruikt. De combinatie van XTC met medicijnen kan heel gevaarlijk zijn. Eén van de gevolgen kan overdosering of out-gaan (het bewustzijn verliezen) zijn. Veel hangt hierbij af van de sterkte van de medicijnen. Is XTC verslavend? Lichamelijke verslaving aan XTC komt heel zelden voor. Wel kan het zijn dat men geestelijk verslaafd wordt aan het product. Je kunt dan bijvoorbeeld niet meer genieten van een dancingbezoek zonder XTC gebruikt te hebben. Het love-effect van XTC verdwijnt als men vaak XTC gebruikt. 2.1.2.2. Speed 9 Wat Speed is de populaire naam voor amfetamine. Dat is een chemisch stimulerend middel. Speed stimuleert het deel van het zenuwstelsel dat allerlei functies van het lichaam (hartslag, bloeddruk, ademhaling, lichaamstemperatuur en spijsvertering) aanstuurt. Al deze functies worden extra gestimuleerd en het lichaam zal overactief worden. Vorm Speed komt meestal voor in poedervorm. Het kan ook via de mond ingenomen worden in de vorm van een pil. Soms wordt speedpoeder in een sigarettenvloeitje geplaatst en dichtgedraaid. Daarna wordt het oraal ingenomen. Deze wijze van gebruik heet het speedbommetje. Een vierde en laatste wijze van inneming is: spuiten. Hier wordt het poeder opgelost in water en in de ader gespoten. Bij recreatieve speedgebruikers komt dit slechts heel 9 Brochure speed, uitgegeven door Jellinek preventie 19

zelden voor. Onderhuids spuiten wordt veelal geassocieerd met marginaal gebruik en daar willen de recreatieve weekendgebruikers niet mee vergeleken worden. Effecten op korte termijn: Positieve effecten: Speed geeft je een euforisch, zalig gevoel. Je bent in een opperbeste stemming en klaar om je beentjes te strekken op de dansvloer. Ook hier krijgt het energiegehalte een enorme boost, zodat stilstaan nog moeilijk gaat. Het lichaam heeft nood aan beweging. Ook het zelfvertrouwen gaat plots de hoogte in. Je staat sterker in je schoenen en kan tegen iedereen je mening zeggen. Dankzij het hogere zelfvertrouwen zal je verlangen naar sociaal contact ook stijgen. Vaak lijkt het erop alsof je tegen een spraakwaterval praat als je praat met iemand die speed genomen heeft. De speedgebruiker heeft de indruk dat hij helderder en sneller kan denken. Hij kan zich ook heel goed inleven in de situatie van iemand anders. Als we al deze leuke kenmerken op een rijtje zetten lijkt het gebruik van speed een schitterende belevenis, ideaal om een feest mee door te komen. De effecten van speed houden gemiddeld ongeveer 5 tot 8u aan, maar dit kan ook langer zijn. Negatieve effecten: Na inname van speed is het bijna onmogelijk om te slapen. Als de speed na het feesten nog niet is uitgewerkt en je wilt slapen, is het heel goed mogelijk dat je geen slaap kunt vatten. Dit komt doordat de eerder vernoemde functies van het lichaam nog steeds niet terug op peil zijn. In plaats van een actief, alert en vrolijk gevoel kan het ook zijn dat je erg rusteloos wordt en bij hogere dosissen kunnen verschijnselen zoals angst, agressie, paranoia en psychische klachten voorkomen. De dag na het speedgebruik kan je erg moe, prikkelbaar en neerslachtig zijn. Je wordt dan liever met rust gelaten. Dit fenomeen wordt de afkick genoemd. 20