Een wereld van schimmels en duisternis Herman Scholtens Op 2 oktober konden een kleine veertigtal belangstellenden genieten van de paddenstoelenlezing verzorgd door de deskundige Gerrit Oost. Het enthousiasme waarmee Gerrit zijn voordracht doorgaans houdt werkt aanstekelijk op zijn gehoor. Hij schudt de lezing eigenlijk als vanzelfsprekend uit zijn mouw en boeit zijn publiek vanaf het eerste moment. Foto's: Herman Scholtens Voordat de lezing begon deelde Gerrit takken van de zomereik uit op de tafels. De aanwezigen kregen aanschouwelijk onderwijs, want we konden uitgroeisels van de galwesp zien in de vorm van galappels evenals van de knoopjesgal en het lensgalletje. De wereld van de paddenstoelen heeft al vanaf onze kindertijd altijd al iets mysterieus gehad. Ze vormden vaak een bron van geheimzinnigheid in de sprookjes en werden vaak bezongen in kinderliedjes. Vooral ook als de zwammen ons verrassen in de herfst door er plotseling te zijn in een sfeer van nattigheid, mistigheid en door een vroeg invallende duisternis roepen ze geheimzinnigheid op en gaan gepaard met bijzondere geuren in de bossen. 16 de Natuurkijker 2013/4
Foto's: Gerrit Oost / www.gerritoost.nl Boven: valse kopergroenzwam Onder: baretaardster Het meest verbazingwekkende van de voortplanting en bevruchting is dat de sporen in miljoenen en miljarden aantallen letterlijk de wereld rondgaan, zoals Gerrit uiteenzette. Elke paddenstoel bevat mannelijke en vrouwelijke sporen. Zelfs met de allergrootst mogelijke microscopische waarneming komt er geen verschil naar voren tussen de mannelijke en vrouwelijke spore. Het is nu maar net de vraag: "Waar komt de spore terecht?" De mannelijke spore moet versmelten met de vrouwelijke in een gunstige omgeving. Als dit gebeurd is, zal er een schimmeldraadje ontstaan (hyfe). Nu begint het proces van de groei van een netwerk dat zwamvlok of mycelium wordt genoemd. We gooien er nog wat geleerde termen tegenaan: Mycorrhiza vormers: leven in symbiose met boomwortels; Saprofieten: leven in dood organisch materiaal; Parasieten: leven ten koste van een in leven blijvende gastheer, veelal een boom. We hebben genoten van de voordracht van Gerrit Oost, die door zijn enthousiasme uitliep tot half elf en dat nam niemand hem kwalijk. Voorzitter Dick Haverkamp hoopte erop Gerrit nog eens te kunnen strikken. En met Gerrits slotopmerking: "Nu genoeg gezwamd!" konden we het echt niet eens zijn. de Natuurkijker 2013/4 17
Oogstmarkt Looackerhof TEKST: JANINE LIEFKENS FOTO's: TINUS KNEGT Op zaterdag 5 oktober werd in de Looackerhof de Oogstmarkt gehouden. Om 9 uur waren we al aanwezig om de kraam van IVN mooi te versieren met allerhande herfstmaterialen, die Tinus Knegt had meegebracht. 1 Na half tien begon het publiek een beetje binnen te stromen. Er was dan ook veel te zien en te beleven, o.a. de plantenruilbeurs van Groei en Bloei en de diverse activiteiten van de andere kramen. 26 de Natuurkijker 2013/4
Voor de kinderen was er de natuurspeurtocht door de mooie tuin van de Looackerhof en er was ook veel belangstelling voor het zoeken van kleine bodemdiertjes die zich bevonden in een oude vermolmde boomstam. Deze konden onder een vergrootglas bekeken worden wat veel jonge onderzoekers in de dop dan ook met veel enthousiasme deden. Ook voor de inwendige mens werd goed gezorgd. We kregen o.a. heerlijke zelfgemaakte soep van biologische groenten afkomstig van boerderij 't Leeuweriksveld. Iedereen kan terugkijken op een heel gezellige dag, niet in het minst door het prachtige najaarsweer. 1 Zie ook de foto op de achteromslag. de Natuurkijker 2013/4 27
Paddenstoelen TEKST: DAAN RIJKERS FOTO: TINUS KNEGT Herfst. Paddenstoelen, veel paddenstoelen en andere leden van de fungifamilie (die bestaat uit schimmels, paddenstoelen en gisten). Bokbier, niet mogelijk zonder gist. Straks winter, oliebollen idem. Glaasje van het één of ander, lekker schimmelkaasje erbij. De champignonsoep, die ik ooit nuttigde in de Regulierdwarsstraat in Amsterdam Op woensdag 2 oktober eerst een lezing over paddenstoelen en op zondag 6 oktober het bos in. Doel paddenstoelen zoeken en erover (horen) vertellen. Gerrit Oost had eens in zijn schoenendoos gekeken en vergastte ons op de fraaiste paddenstoelenfoto s uit zijn verzameling. Hij weet boeiend te vertellen over de kringlopen waar paddenstoelen deel van uitmaken. Paddenstoelen leven van andere organismen, dood of levend. Vooral in de herfst is er een overdaad aan dood materiaal. Daarom denken we dat er alleen in de herfst veel te bewonderen valt, maar paddenstoelen zijn het hele jaar door wel te vinden. Leven en groeien, gaat altijd door, onder de grond. Wat we zien is de 'vrucht' van waaruit de sporen verspreid worden en de voortplanting veiliggesteld. Sporen komen uit de 'hoed', bij miljoenen tegelijk. Paddenstoelen hebben hun eigen manieren om sporen te verspreiden. Vallen laten in de wind (plaatjeszwammen), uit de hoed laten stuiven (stuifzwammen), insecten verleiden om plakkerige sporen op te halen en rond te brengen (stinkzwammen). Samenleven gebeurt op basis van 'voor wat hoort wat'. Sommige paddenstoelen 'ruilen' suikers (die ze zelf niet maken kunnen) voor mineralen (die ze makkelijker uit de bodem halen dan bomen). Alleen in Nederland komen 4500 soorten voor en worden er ieder jaar nog 10-tallen bijgevonden. In principe hebben paddenstoelen Latijnse namen. De laatste jaren steeds vaker aangevuld met Nederlandse namen, waarin de kleur en/of vorm en/of geur verwerkt is. 28 de Natuurkijker 2013/4
Moderne paddenstoelengidsen vermelden gelukkig ook de Nederlandse namen. Mensen als Gerrit weten de zaken wel uit elkaar te houden en er ook boeiend over te vertellen. De zondag na de lezing ontving hij ons in zijn eigen biotoop: In Het Bos. In dit geval in de Emmerdennen. Een groot gezelschap, waaronder - zeer belangrijk - veel kinderen, had zich verzameld, om de excursie mee te maken. En terecht bleek al gauw. Gerrit richtte zich direct tot de kinderen, nu niet door te vertellen, maar door vragen te stellen. "Hoe zou deze paddenstoel heten?" "Kijk eens naar de kleur van de hoed, dit noemen we de hoed", zo verpakte hij een mededeling in een vraag. Langzaam kwam hij dan via kleur, vorm van de steel, al of niet een rokje om de steel, aan een naam van de paddenstoel. Bijna helemaal zelf verzonnen. Zo kwam hij ook op de voortplanting. Sporen, microscopisch klein, die in enorme aantallen uit de lamellen vallen. Of voortplanting door insecten, die aangelokt door 'aangename' geuren (ruiken? bahhh!!) kleverige sporen meekrijgen en ze dan verspreiden. De lamellen lopen soms straalsgewijs van steel naar hoed, soms als een labyrint. En soms zijn het aparte buisjes zoals bij buisjeszwammen. En dat allemaal om het oppervlak waar de sporen aan groeien zo groot mogelijk te maken. Stuifzwammen hebben een gaatje boven in de hoed, waaruit de sporen komen onder invloed van een aanraking. Een vallende regendruppel veroorzaakt zo al een sporenwolk. De kinderen vonden het prachtig. Vooruitlopen, terugkomen met een nieuwe paddenstoel, weer vraag- en antwoordspel. De hele excursie lang en het was geen korte excursie! Is Gerrit behalve mycoloog ook nog kinderfluisteraar. Afb.'n linkerblz.: boven oesterzwam, onder gele stekelzwam. de Natuurkijker 2013/4 29
Herfststormen TEKST & FOTO's: TINUS KNEGT Op maandag 28 oktober trok een vroege herfststorm over Nederland. De kuststrook krijgt vaak een beaufortje meer dan landinwaarts. Nu kreeg het noorden ook de volle laag. Foto s in de kranten van omgewaaide bomen en de aangerichte schade aan daken en auto s. De natuur laat alles groeien en bloeien maar speelt ook voor scheidsrechter. Bij de bomen maken enkele soorten zwammen het begin en de wind zorgt dan voor de genadeklap. Ook in de Looackerhof moest een lariks het loodje leggen. Een mailtje met die strekking ontving ik van Hennie Wanders. Woensdagmiddag toch even de schade opnemen. Een lariks midden uit een groepje bomen lag dwars over het tegelpad. Ons nieuwgebouwde Dieren- en Insectenhostel 'Moriaan' is aan een ramp ontsnapt. De kabouters die in het oostelijke deel wonen zijn met de schrik vrijgekomen. De kinderen van de naastgelegen Kristallaschool hebben zich tijdens de storm grote zorgen over de kabouters gemaakt. Door een spontane actie vanuit de Kristallaschool met samenwerking van de buurt en IVN is er dinsdagmiddag 5 november een grote opruimactie geweest. 32 de Natuurkijker 2013/4
RTV-Drenthe heeft alles gefilmd en s avonds uitgezonden. De lariks is ontdaan van zijn takken en de stam is in brandhoutlengte gezaagd. Na de nodige droogtijd zal de rook uit een schoorsteen in het zicht van de Looackerhof het luchtruim kiezen. De takken zijn door de kinderen versleept en hebben een plaats gekregen langs de erfscheiding. De kabouters kunnen weer rustig slapen en genieten van hun uitzicht. de Natuurkijker 2013/4 33
Papavers TEKST: GER SPOEK ILLUSTRATIES: INTERNET In het tijdschrift Onze Eigen Tuin vestigt Roze-Marie Gerritsen onder de titel 'Rood als bloed' de aandacht op Armistice of Remembrance Day. Op die dag wordt de wapenstilstand die een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog, op 11 november 1918 om 11.00 uur, herdacht. John McCrae schreef in 1915 zijn beroemd geworden gedicht: In Flanders fields the poppies blow Between the crosses, row on row, That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below. We are the Dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved, and were loved, and now we lie In Flanders fields. Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields. In dit gedicht roepen de doden op om hen niet te vergeten in hun met poppies (papavers) bedekte graven. Deze oorlog die meer dan 9 miljoen soldaten het leven kostte heeft onnoemelijk leed bij ouders, weduwen en ongetrouwd gebleven vrouwen gebracht. Tot zover Roze-Marie. 34 de Natuurkijker 2013/4
Het zaad van de grote klaproos (Papaver rhoeas) kan wel 50 jaar in de grond kiemkrachtig blijven tot er bodemverstoring plaats vindt. Doordat miljoenen granaten de bodem omploegden werden de velden tijdens en na de oorlog roodgekleurd. In Nederland komende de volgende klaprozen voor: De grote klaproos (P. rhoeas) die zijn oorsprong in het Middellandse Zeegebied heeft. Nu komt de plant over de hele wereld voor met uitzondering van de tropen. Verder nog de bleke klaproos (P. dubium) en de zeldzame ruige klaproos (P. argemone). De schijnpapaver Meconopsis met gele of oranje bloemen komt in onze tuinen voor. De slaapbol (P. somniferum) wordt wel 1-1,5 meter hoog en werd aanvankelijk gekweekt voor het oliehoudende maanzaad. Vierduizend jaar geleden verbouwden Midden-Europese paalwoningbouwers al maanzaad. De Grieken strooiden ook maanzaad over brood en koekjes. Later werd de plant ook gebruikt als pijnstiller en slaapmiddel, die uit het sap van jonge vruchten gewonnen worden. De werking werd al beschreven op 6000 jaar oude kleitabletten van de Sumeriërs, op papyri van de Egyptenaren en in oude kruidboeken van de Chinezen. In het melksap zitten wel 40 alkaloïden waaronder morfine en codeïne die in de huidige wetenschap veel worden toegepast. Heroïne is een derivaat van morfine. De verslaving aan morfine is bijna niet te breken maar er is veel geld mee te verdienen. De toename van het gebruik van opium valt samen met het begin van de groei van de islam, ongeveer 600 na C. Omdat wijn verboden was zocht men zijn heil in opium. de Natuurkijker 2013/4 35
Waarnemingen in Z.O.-Drenthe Zo nu en dan maak ik een opmerking over wereldwijd gezeul met dieren. Walibi s, en recentelijk een emu, die in het wild door Friesland rondkuieren. En 8000 halsbandparkieten in de Randstad. Op 30 september zat er een Platycercus caledonicus in onze tuin. Het beest komt uit Tasmanië. Uit zichzelf? Ik denk het niet! Hij/zij heeft al een Nederlandse naam: geelbuikrosella. Wij noemden hem/haar: Roosje. Daan en Truus Rijkers 40 de Natuurkijker 2013/4
Waarnemingen in Z.O.-Drenthe Half oktober zat deze sprinkhaan op mijn vensterbank. Dit struiksprinkhaanvrouwtje heeft een lange legschede, het kromzwaard, aan het achterlijf. Het is familie van de langsprietsprinkhaan. Dick Haverkamp de Natuurkijker 2013/4 41