godsdienstvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging en vergadering.

Vergelijkbare documenten
De rechtsstaat is een soort sociaal contract tussen burgers en bestuurders. Beiden hebben plichten.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Rechtstaat

Samenvatting door Hieke 1817 woorden 11 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Rechtsstaat: staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen macht en willekeur door de overheid.

Samenvatting Maatschappijleer paragraaf 1 t/m 7

Rechtsstaat = een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen de macht en willekeur van de overheid.

5,7. Begrippenlijst door F. 972 woorden 17 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Paragraaf 1:

- Trias politica, grondrechten en legaliteitsbeginsel vormen de beginselen van rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 1.1 en

MAATSCHAPPIJLEER PERIODE 1. Gerard

8,7. Samenvatting door een scholier 1406 woorden 29 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat 1 t/m 9

Rechtsstaat Hfdst. 1. Idee een oorsprong van de rechtsstaat 1. Wat verstaan we onder een rechtsstaat?(par. 1.1)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

Begrippenlijst Maatschappijleer Thema's rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Rechtsstaat

7,6. Samenvatting door een scholier 1989 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,9. Samenvatting door een scholier 1543 woorden 5 augustus keer beoordeeld. Maatschappijleer

Grondrechten: rechten die fundamenteel zijn voor vrijheid, ontplooiing, welzijn en bescherming van het individu.

Proeftoets E2 vwo4 2016

Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk 1 t/m 6

Ministers geven dagelijks richtlijnen aan hun ambtenaren of aan instanties. Taak: Stellen wetten vast. Zorgt voor uitvoering van de wetten.

Samenvatting Maatschappijleer Wat is maatschappijleer H1 + 2 en Rechtsstaat H1t/m6

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2

1.5. Samenvatting door een scholier 2723 woorden 19 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer

Proeftoets E2 havo

7.9. Samenvatting door een scholier 1740 woorden 13 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Wat is Maatschappijleer

7.7. Boekverslag door M woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Rechten

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Boekverslag door I woorden 11 maart keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

1. Recht en rechtvaardigheid

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat

Rechtstaat: Waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Maatschappijleer gaan over de manier waarop we de samenleving vormgeven. Hiervoor hebben we 4 thema s:

Samenvatting Maatschappijleer Thema Rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6, 8, 9, Rechtsstaat

Eerste Nederlandse grondwet komt uit 1798, toen Nederland bezet was door de Fransen.

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat Hoofdstuk

1 keer beoordeeld 26 november 2014

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

7,7. Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat 1 t/m 9

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

8,6. Samenvatting door een scholier 1173 woorden 3 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 4. CRIMINALITEIT. 1. Criminaliteit.

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

7.6. Boekverslag door D woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Criminalitiet

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

- Rechtsstaat: stelt de belangrijkste regels vast voor burgers en voor de overheid.

I RECHT EN RECHTVAARDIGHEID

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat paragraaf 1 t/m 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Thema rechtsstaat. 1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat

Maatschappijleer VWO 5

Wat is een rechtsstaat?

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer H.2 Rechtsstaat. 1 idee en oorsprong van de rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

8,1. Samenvatting door een scholier 2932 woorden 18 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

6,4. H1: Wat is maatschappijleer? Samenvatting door een scholier 2609 woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat hoofstuk 1 t/m 9

Criminaliteit. en rechtsspraak

Bij maatschappijleer onderzoek je maatschappelijke problemen. (verslaving, samenleving etc.)

H1 1 Waarom maatschappijleer? Overal waar mensen met elkaar te maken hebben zijn regels en afspraken. (bijv. in een gezin)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Maatschappijleer Rechtsstaat - HAVO

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat paragraaf 1t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer RECHTSSTAAT 1tm7+9

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Geschiedenis Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Criminaliteit en rechtstaat (Via Delta)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, Strafrecht en de Samenleving

Recht is het geheel van gedragsregels, samengesteld door de overheid, die betrekking hebben tot het handelen van de mens als lid van de samenleving

Samenvatting Maatschappijleer rechtsstaat

Opdrachten & docentenhandleiding

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

8.1. Boekverslag door L woorden 25 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Transcriptie:

Samenvatting door Sterre 3616 woorden 6 maart 2015 6,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1: Idee en oorsprong van de rechtsstaat Nederland is democratische rechtsstaat (wetten worden bepaald door burgers). Een rechtsstaat is een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen macht en willekeur door de overheid. De rechten en plichten liggen vast in wetten die gelden voor burgers en overheid. = basis van rechtsstaat. Rechtsstaat is een soort van sociaal contract tussen burgers en bestuurders. Fundamentele aspecten van de rechtsstaat: Constitutie/grondwet (verzameling van de meest fundamentele rechten en plichten voor ieder in de samenleving. (Burgerlijk wetboek, van strafrecht etc.) Trias Politica (Montesquieu). 3 staatsmachten in evenwicht houden. Scheiding der machten: Uitvoerende macht: soeverein (heerser) Wetgevende macht: parlement Rechtssprekende macht: rechters Legaliteitsbeginsel: de overheid mag alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van burgers als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd en voor iedereen gelden. De rechtsstaat bindt bestuurders aan maat en regel. (Democratie) Rechtsstaat is ontstaan in 17/18de eeuw à absolute macht. ( L état, c est moi! à Lodewijk XIV, de Zonnekoning) 1776: Amerikaanse Revolutie: no taxation without representation 1789: Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap à Rechtsstaat in W-EU maakt einde aan absolute macht à Constitutionele monarchie (gebonden aan grondwet) Rechtsstaat ook gezorgd voor grondwettelijke bescherming van grondrechten: godsdienstvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging en vergadering. https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 1 van 12

Grondrechten zijn rechten die zo fundamenteel zijn voor de vrijheid, de ontplooiing, het welzijn en de bescherming van het individu en van groepen, dat ze in de grondwet zijn vastgelegd. Dictatuur: één machthebber of één partij bepaald wat de regels zijn. Er zijn weinig vrijheden voor burgers, geen persvrijheid en geen vrijheid van meningsuiting. Tegenstanders van het regime worden vaak achtervolgd of zonder vorm van proces gevangengezet. (China, Noord-Korea, Iran) Rechtsstaat werd actueel na WOII (fascistische dictaturen en communisme). 1948: VN à de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) 1950: het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) à verbeteren en het bewust worden van de mensenrechten. Geen mensenrechten, geen rechtsstaat. Rechten geschonden, rechtsstaat in gevaar. Klachten/opmerkingen à onrechtvaardigheid wordt ervaren à rechtsstaatgedachte weer naar boven (verwijzen naar of zich beroepen op) De rechtsstaat geeft een uiterste limiet of ondergrens aan waaraan je situaties, gebeurtenissen, beslissingen en handelingen kunt afmeten. = maatstaf als we de overheid willen beoordelen over functioneren Rechtsstaat is niet alleen de grondslag voor de parlementaire democratie, maar ook voor de verzorgingsstaat en de pluriforme samenleving. Paragraaf 2: Grondwet en grondrechten In de grondwet staat gelijkheid en vrijheid centraal. 1 1798: de Staatsregeling van de Bataafse Republiek (voorloper vd grondwet) à NL een gecentraliseerde eenheidsstaat 1806: NL een constitutionele monarchie (Koning heeft ceremoniële functie: Formatieproces vd regering vd verkiezingen Wekelijks bezoek aan de koning(in) door de minster-president Adressenboekje) 1814: eerste grondwet (wijziging 1815 en 1840) 1848: Thorbe >1917: algemeen mannenkiesrecht en ook scholen op godsdienstige en levenbeschouwelijke grondslag bekostigen 1922: vrouwenkiesrecht 1983: Algehele herziening van de grondwet. Bescherming van burgers tegen discriminatie werd toegevoegd en sociale grondrechten (recht op sociale zekerheid) https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 2 van 12

De grondwet is in NL een bindend middel in een pluriforme samenleving die uit steeds meer verschillende culturen bestaat en uiteenlopende waarden en normen kent. De grondwet beidt het fundament waar iedereen het (bijna) helemaal mee eens kan zijn. Doel om: 4. de begrenzing van de macht van de staat aan te geven en daarmee de vrijheden van de burgers te garanderen; fundamentele rechten van burgers vast te leggen; aan te geven hoe de belangrijkste organen van de staat in grote lijnen zijn georganiseerd (koning(in), ministers, parlement, rechterlijke macht etc.); de eenheid van de staat uit te drukken en te zeggen dat de burgers, ondanks alle verschillen, toch één willen zijn en één willen blijven. 2 Opbouw grondwet: (willekeurige volgorde) Hoofdstuk 1: Grondrechten en burgerlijke vrijheden Klassieke grondrechten: Art. 1: Gelijkheidsbeginsel Art 2 t/m 5: De politieke rechten Art 6 t/m 9: Vrijheidsrechten Art 10 t/m 18: Persoonlijke/juridische bescherming Basiskenmerk: deze grondrechten houden een beperking in van de overheidsbevoegdheden tegenover de burgers. Overheid moet zich passief opstellen op deze punten. (mensen hun gang laten gaan) Deze geschonden à naar rechter stappen. Sociale grondrechten Art. 19 t/m 23: De overheid heeft een zorgplicht tegenover de burgers op het gebied van: werkgelegenheid en vrije keuze van arbeid; bestaanszekerheid en welvaart; leefbaarheid en milieu; volksgezondheid en woongelegenheid; onderwijs Basiskenmerk: overheid moet actief optreden om de sociale grondrechten waar te maken. En de burgers kunnen ze niet bij de rechter afdwingen, maar met kiesrecht. Hoofdstukken 2 t/m 7: per hoofdstuk worden alle belangrijke organen en bestuurlijke functies geregeld: koningschap, regering, Staten-Generaal, wetgeving en bestuur, trias politica, rechtspraak, provincies, gemeenten en waterschappen. Hoofdstuk 8: wijziging van de grondwet (fundament van de staat). Wijzigingen moeten twee keer het parlement passeren en ze moeten met een tweederdemeerderheid worden aangenomen. Tussen twee handelingen moeten er verkiezingen plaatsvinden. Dit is allemaal verschil tussen grondwet en gewone wetten. Grondrechten hebben een horizontale werking als het gaat om de verhoudingen tussen burgers en onderling (bv. recht op privacy etc.) Grondrechten hebben een verticale werking als het gaat om de verhoudingen tussen burgers en overheid. (bv. vrijheden en rechten van burgers respecteren etc.) 3 Bij de horizontale werking, botsende grondrechten. Grondrechtelijke belangen van burgers komen met elkaar in conflict. https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 3 van 12

Een botsing van grondrechten zou te vorkomen zijn als er een rangorde/hiërarchie wordt aangebracht tussen de grondrechter. Huidige grondwet: geen rangorde. Zou onvoldoende recht doen aan de bijzonderheid van afzonderlijke gevallen. Er bestaan dus geen objectieve criteria voor een rangorde. à laat over aan rechter, die aantal criteria hanteert (alles verschilt per persoon). à in Europees verband laten beoordelen. (à soms weer aan rechter) Deze discussies is de grondwet een levend bewijs dat de rechtsstaat goed bewaard en bewaakt wordt. En de grondwet een tijdgebonden neerslag is van normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Paragraaf 3: Trias politica: scheiding of evenwicht van machten? 1 Trias Politica Montesquieu: het boek De l esprit des loi De eerste macht: de wetgevende macht. Algemene wetten maken, wijzigen of intrekken. De tweede macht: de uitvoerende macht. De wetten in concrete gevallen aanpassen. De derde macht: de rechterlijke macht. In geval van onenigheid oordelen over wetten en bij alle conflicten die met rechtsregels konden worden opgelost, rechtspreken. Macht verdelen over verschillende organen die niets over elkaar te zeggen hebben, maar die elkaar wel kunnen controleren. Checks and balances. De wetgevende macht (Tweede en Eerste Kamer) kan de uitvoerende macht controleren en ter verantwoording roepen. De wetgevende macht kan ook de rechterlijke macht corrigeren door een nieuwe, verbeterde wet te maken. Op zijn beurt kan de rechterlijke macht ook de wetgevende macht corrigeren. Ook controleert de rechterlijke macht in rechtszaken de uitvoerende macht op rechtmatigheid. Staatsmachten (staatsorganen). 2 Wetgevende macht: Gekozen door volk, dus volk heeft indirect invloed op het maken van wetten. Het gekozen parlement stemt over alle wetsvoorstellen en heeft dus het laatste woord. Maar ook de ongekozen regering heeft het recht om wetsvoorstellen in te dienen en ze moeten alle wetten ondertekenen. Moet in verschillende kamers verdeeld zijn. Wetten moeten: algemeen zijn; duidelijk zijn, (begrijpelijk en op duidelijke manier bekendmaken); haalbaar en uitvoerbaar zijn. Je behoort ze te kennen in relevante situatie. https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 4 van 12

Uitvoerende macht: De ministers moeten eenmaal aangenomen wetten goed uitvoeren. En hebben het recht om nieuwe wetten te ontwerpen. Ze hebben best veel macht, scheiding der machten niet echt. Ze worden bijgestaan door ambtenaren. (vierde macht) Zij nemen bij de totstandkoming en de uitvoering van wetten vaak zelfstandige beslissingen die de minister nooit allemaal kan controleren. Minister wordt gecontroleerd door parlement. (ministeriële verantwoordelijkheid) Rechterlijke macht: Onafhankelijke rechters à ze staan boven de partijen. Maar niet dezelfde politieke macht als regering en parlement. Ze kijken niet alleen naar de wetten (interpreteren), maar ook naar jurisprudentie. (Het geheel van uitspraken door rechters). 3 Elk van de drie machten hebben een eigen taak in een situatie en een eigen bevoegdheid. Binnen de Trias politica hebben de drie machten niet dezelfde positie. Rechters nemen een andere plaats in dan politici. Parlementsleden worden gekozen door het volk en controleren het parlement. Rechters worden niet gekozen en niet bewust gecontroleerd. (Wel binnen de rechterlijke macht (hoger beroep/cassatie)). Het parlement maakt wetten en de rechters doen uitspraken. De rechter kijkt achterom, de wetgever kijkt altijd vooruit (de toekomst). Er is dus evenwicht tussen de 3 staatsmachten. 4 De drie staatsmachten lopen elkaar weleens voor de voeten. Regelmatig voorstellen om de onderlinge verhoudingen te verbeteren. Laatste jaren à meer dualisme. Want hoewel parlementsleden volgens het dualistische stelsel een eigen taak en verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van ministers, stemmen de regeringspartijen in het parlement vaak vanzelfsprekend in met het kabinetsbeleid. à parlement levert macht in ten gunste van de uitvoerende macht (ministers) à regeringspartijen zouden meer verantwoordelijkheid moeten nemen om hun wetgevende en controlerende taak uit te voeren. Paragraaf 4: Legaliteitsbeginsel Het legaliteitsbeginsel houdt in dat iemands vrijheid alleen ingeperkt mag worden als de rechtmatigheid van die beperking is vastgelegd in wetten en regels die door het parlement zijn aangenomen. https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 5 van 12

Daarom verschillende wetboeken (van Strafrecht, Burgerlijk, de Wegenverkeerswet etc.) Het geheel van rechtsregels en rechtsbeginselen en de manier waarop het recht is georganiseerd noemen we de rechtsorde. 4.1 Soorten regels: Waarom rechtsregels: (gedragsregels die wettelijk door de overheid zijn vastgelegd) Doelmatigheid, zodat er duidelijke afspraken zijn. Éen kant anders chaos. Zedelijk bewustzijn, zodat er regels zijn die de waarden weerspiegelen Beoordelen in legaal/illegaal, juridisch geoorloofd/ niet-geoorloofd. (bv. niet doden) Sociale regels meestal niet opgeschreven: wel of geen rekening met anderen. Morele regels hebben zwaardere lading: goed of kwaad. Soms alle 3 samenvallen: niet iemand vermoorden. Niet alle rechtsregels zijn moreel de juiste regels en omgekeerd zijn sommige morele regels juridisch weer niet afdwingbaar. Ze veranderen ook steeds à samenleving is dynamisch. Als rechtsregels overeenstemmen met morele opvatting zorgt dat voor gevoel van rechtvaardigheid. 4.2 Rechtsgebieden: Privaatrecht (horizontale relaties). Regels (burgerlijk recht/civiel recht) in BW. Personen- en familierecht: huwelijk, echtscheiding, geboorte, overlijden en adopteren. Ondernemingsrecht: stichting, vereniging of bv oprichten. Vermogensrecht: vermogen, huurovereenkomst, arbeidsovereenkomst, erfenis. Publiekrecht (verticale relaties). Staatsrecht: grondwet, bevoegdheden ministers, rechten van Tweede Kamerleden, kieswet. Bestuursrecht: vergunning huis bouwen, belastingrecht, bezwaar maken. (bestuursactiviteiten van de overheid) En het beschermt je tegen de overheid. Strafrecht: wettelijke strafbepalingen. 4.3 Rechterlijke macht: de derde macht in de trias politica en tegelijkertijd de gehele juridische organisatie vaan de rechtspraak. Laagste rechter à hoger beroep bij gerechtshof à in cassatie gaan Hoge Raad Paragraaf 5: Het strafproces 5.1 Onschuldvermoeden: verdachte is onschuldig tot het tegendeel is bewezen. à legaliteitsbeginsel. Heeft recht op advocaat à geen geld pro-deo advocaat. https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 6 van 12

Wetboek van Strafvordering: alle fasen van opsporing en berechting van strafbare feiten. De politie, rechercheurs, officieren en rechters hebben regels. Alle regels à strafprocesrecht. 5.2 Fasen in strafproces: Aanhouding (staande houden of aanhouden) Opsporing (verzamelen van informatie, verhoren etc.) Dwangmiddelen: aanhouden, fouilleren en inbeslagname. Andere voorbeelden: Machtiging tot binnentreding (bv. iemand aanhouden in woning) Huiszoekingsbevel Opvragen van gegevens (bankrekening, telefoon etc.) Infiltratie in misdaadorganisaties Na 1ste 6 uur mag (hulp)officier van justitie 2 keer toestemming geven om iemand 3 dagen vast te houden. Daarna rechter-commissaris toestemming voor verlenging geven. Na 110 dagen nog geen voorbereidingen/voorarrest nog niet afgerond à pro-formazitting à langer in voorarrest/rechtszaak uitstellen Vervolging (officier van justitie die het Openbaar Ministerie vertegenwoordigt beslist voor vervolging à vervolgingsmonopolie) Transactie (schikking): geldboete of taakstraf Seponeren: besluiten om niet verder te vervolgen Vervolgen Berechting: dagvaarding en tenlastelegging. Requisitoir en pleidooi. En verdachte heeft laatste woord. Rechter uiterlijk 14 dagen uitspraak. Hoger beroep (gerechtshof: heel de zaak overdoen) à in cassatie gaan bij de Hoge Raad (kijkt naar recht of juist is toegepast à uitspraak is bindend) Uitvoering van de opgelegde straf (Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen). Gedetineerden hebben recht op voorwaardelijke invrijheidsstelling na 2/3 van hun straf (op bepaalde voorwaarden). Ex-gedetineerden hebben recht op ondersteuning van de reclassering bij terugkaar naar de maatschappij. Met deze punten wordt uiteindelijk het ideaal van de rechtsstaat, het tegengaan van machtsmisbruik, nagestreefd. Paragraaf: Wie wordt crimineel? Lombrose-theorie (Cesare Lombroso): Crimineel gedrag is erfelijk bepaald. Asymmetrisch gezicht, hoge jukbeenderen en doorlopende wenkbrouwen. à lijfstraffen/menselijke behandeling Self fulfilling-prophecy effect = voorspelling leidt tot het uitkomen van Rationele-keuzetheorie (Adam Smith: ieder individu steeds voor meest gunstige optie (voor- en nadelen).) Marcus Felson: bij een kleine pakkans wordt de neiging om te stelen bij sommigen groter. Dus: de gelegenheid maakt de dief. Mens is rationele keuzemachtine, handelt uit egoïsme. Sociobiologie (Edward Wilson: DNA en wisselwerkingen tussen sociale en biologische factoren. Dick Swaab: Wij zijn ons brein, gedrag wordt bepaald door de structuur en werking van onze hersenen, die vastliggen door onze genetische achtergrond. Bindingstheorie (Travis Hirschi): Bindingen vormen een rem op criminele neigingen van ons allemaal. Sociale controle om maatschappelijke bindingen te versterken en criminaliteit te bestrijden. 4. Psychoanalyse (Sigmund Freud): storing in de psyche https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 7 van 12

Id: onderbewuste en bevat instinctieve driften Ego: bewuste deel dat overhand krijgt als we volwassen worden Superego: het geweten, de innerlijke beoordelaar, schuld/schaamte Er is geen sprake van geínternaliseerd gedrag. Dus crimineel gedrag is geen keuze, maar het zijn driften/neigingen die tot uiting komen. Die niet verdrongen zijn door het bewustzijnde. Aangeleerd-gedrag-theorie (Edwin Sutherland): het gedrag is aangeleerd, gezin, buurt en vriendengroep zijn bepalend. Wordt van de ene naar de ander doorgegeven. Criminelen hebben geen afwijkende persoonlijkheidskenmerken en ze hebben dezelfde doelen in het leven. Ze hebben alleen het verkeerde gedrag aangeleerd om die doelen te bereiken. Anomietheorie (Robert Merton): crimineel gedrag als ze hun levensdoelen niet bereiken. Iedereen in de westerse samenleving wil zo hoog mogelijk op de maatschappelijke ladder komen. Als ze zien dat ze dat niet kunnen bereiken, sommige mensen: doel bijstellen. Anderen gaan crimineel gedrag vertonen om gewenste welvaart te krijgen: anomie (niet volgens de gangbare, wettelijke regels). Dus je kan niet voldoen aan de idealen. ( American Dream Succes?) Paragraaf 6: Het strafrecht 6.1 Het strafrecht ondersteunt de rechtsstaat met deze uitgangspunten: Artikel 1 (WvS): Geen feit is strafbaar dan op grond van een daaraan voorafgegane strafbepaling. Ook legaliteitsbeginsel in strafrecht. Strafbepalingen moeten duidelijk zijn omschreven. Ne bis in idem-regel: je kan niet twee keer worden vervolgd voor hetzelfde. Wetboek van Strafrecht: Algemene bepalingen: (Wanneer is iemand strafbaar etc.) Misdrijven (moord en doodslag etc.) Overtredingen: (burengerucht etc.) Misdrijven blijven in je justitiële documentatie staan. Het materiële strafrecht is de inhoud van alle strafbepalingen. De rechter moet zich aan de maximale straf houden. Naast het WvS staan er ook strafbepalingen in aparte wetten zoals de Wet economische delicten etc. 6.2 Wanneer iemand geen straf opgelegd krijgt: strafuitsluitingsgronden: Rechtvaardigingsgronden Noodweer: je verdedigt jezelf of een ander tegen geweld. Overmachtnoodtoestand: negeert regel om iemand te redden etc. Ambtelijk bevel: door agent iets moeten doen en daardoor straf Schulduitsluitingsgronden: wel strafbaar, maar dader geen schuld Psychische overmacht Noodweerexces (in paniek handelen) Ontoerekeningsvatbaarheid (geestelijke stoornis) à TBS Afwezigheid van schuld (wist niets af van de daad) Hoofdstraffen: 4. 5. Geldboete Taakstraf (alternatieve straf): werkstraf en/of leerstraf Vrijheidsstraf (hechtenis/gevangenisstraf) +/of bijkomende straffen (bv. stadionverbod) +/of strafrechtelijke maatregelen (schadevergoeding/tbs) Doelen: https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 8 van 12

4. 5. Wraak en vergelding (misdaad mag niet lonen) Afschrikking (mensen weerhouden) Voorkomen van eigenrichting (overheid moet handelen, anders mensen) Resocialisatie (leven beteren) Beveiliging van de samenleving Kinderen tot 12 jaar à Raad voor de Kinderbescherming 12-18 jaar à Haltbureau (taakstraf) of jeugddetentie Jeugdstrafrecht is sterk gericht op resocialisatie. 6.3 De maximale tijdelijke straf is wettelijk verhoogd van 20 à 30 jaar. (door vervroegde invrijheidstelling na 2/3 straf) Discussie over invoering van een apart adolescentenstrafrecht, jongeren hoger kunnen straffen dan volgens het jeugdstrafrecht. Taakstraffen ter discussie: makkelijk mee wegkomen. Vergelding of resocialisatie. TBS: beveiliging boven resocialisatie? Maar tegenspraak, TBS heeft doel terugkeer in samenleving. Paragraaf: Wat is het nut van straf? Ben Vollaard: Het opsluiten van iemand kost zo n 50.000 per jaar, maar daarmee wordt 150.000 euro bespaard. Michel Foucault: (bij koepelgevangenis) Deze vorm van een onzichtbare, disciplinaire macht werkt een gevoel van machteloosheid en identiteitsverlies bij gedetineerden in de hand. Na vrijlating slaat dat vaak om in agressiviteit en gevoelloosheid, waardoor zij vaak terugvallen in hun oude criminele patroon. Johan Kunst: herstelgesprek à nieuw evenwicht voor Vrouwe Justitia Bas Heijne: Juist omdat leed niet meer ongedaan kan worden gemaakt, is er de drang naar wraak. Dat een dader zichzelf macht verschaft door met geweld iets op te eisen dat hem door de maatschappij nooit meer kan worden afgenomen, namelijk zijn daderschap. Maar om geweld te boven te komen heeft een samenleving niet méér kracht nodig, maar veerkracht. Paragraaf 7: Burgerlijk recht en bestuursrecht Burgerlijk recht: twee burgers staan tegenover elkaar Bestuursrecht: burgers staan tegenover overheid 7.1 Eiser staat tegen een gedaagde. Kan een burger zijn, of rechtspersonen. Publiekrecht/strafrecht à verticale verhouding tussen burger en overheid. Initiatief ligt bij de overheid. Rechter heeft actieve rol. (bewaakt positie van verdachte) Burgerlijk recht à horizontale verhouding tussen burgers onderling Initiatief bij een burger. Rechter heeft passieve rol (afwegen van argumenten en bewijzen afwegen) Verloop burgerlijke rechtszaak: https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 9 van 12

4. 5. 6. 7. Eiser laat door deurwaarder dagvaarding sturen naar gedaagde: (naam, de eis, motivatie, tijdstip/plaats rechtszaak). Bij kantonrechter: geen advocaat. Je mag zelf woord voeren. Grote zaken à laten vertegenwoordiger door procureur (advocaten) Gedaagde hoeft niet aanwezig te zijn Rechter beoordeelt de eis en verweer van gedaagde à vonnis Uitspraak: dwangsom bij overtreding, schadevergoeding/deurwaarder of loonbeslag tot schadeloos gesteld. Soms kort geding: een versnelde en vereenvoudigde procedure die wordt behandeld door een zogenaamde voorzieningenrechter. Rechter geeft voorlopig oordeel, in afwachting van bodemprocedure. 7.2 Legaliteitsbeginsel à bestuursrecht. Rechtsbescherming: je kan bezwaar maken, in beroep gaan en in hoger beroep. Plannen van de overheid kunnen door bezwaarprocedures uitgesteld worden. Bestuursrecht grote rol in: Het geven van vergunningen. De bestuurlijke regels hebben hier vooral te maken met de voorwaarden en eisen waaraan je als aanvrager moet voldoen. Het verstrekken van uitkeringen en subsidies (strenge regels). De behandeling van asielaanvragen en verblijfsvergunningen (vluchtelingen hebben recht op gratis advocaat en tolk. Afwijzing à rechter à in beroep. 4. Het opleggen en innen van belastingen (elke belasting aparte wet) Paragraaf 8: Internationale vergelijkingen 8.1 UVRM (morele grondwet van de wereld) is een intentieverklaring en geen verdrag en daarom niet bindend. Daarna EVRM, die rechten zijn wel afdwingbaar. (Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. (1953 Verdrag van Genève) à de rechten van politieke vluchtelingen en asielzoekers. Voorziet de nationale grondrechten en vrijheden van een dubbele garantie. 1946: Internationaal Gerechtshof (Den Haag) Oprichting van oorlogstribunalen (oorlogsmisdadigers berechten) Het zijn geen permanente rechtbanken. 2002: Internationaal Strafhof (Den Haag) à staatshoofden die vroeger altijd vrijuit gingen, berechten voor schending van de mensenrechten en misdaden tegen de menselijkheid zoals genocide. Bovennationale rechtsstraat Toetreden tot de EU à je moet rechtsstaat zijn. EU fungeert dus als een soort waakhond voor de rechtsstatelijke karakter van de lidstaten. Maar alle landen van de EU verschillen onderling (inrichting van de rechtsstaat). Eens over: verbod op de doodstraf (Behalve VS). 8.2 Verschillen VS-Nederland: De invloed van de bevolking: Allebei democratie, burgers kiezen het parlement. In Amerika kiezen ze ook de president, hoofd van uitvoerende macht, en lagere rechts en kunnen opgeroepen worden om plaats te nemen in een jury. Hebben dus ook invloed in rechtsprekende macht. De macht van het staatshoofd: President VS heeft vetorecht en is opperbevel over leger (inzet van soldaten). In NL hebben minister-president en kabinet minder macht. Voor belangrijke besluiten à toestemming van parlement. https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 10 van 12

De onafhankelijkheid van rechters: Hoge Raad in NL en Amerikaanse Hooggerechtshof. Amerika: 9 rechters voor leven benoemd door president. Hooggerechtshof heeft als speciale taak de Amerikaanse wetgeving, zowel van de staten als van de federale overheid, te toetsen aan de VS grondwet. à een beslissende stem in tal van burgerrechtenkwesties. (rechters geven snel mening (TV)) Nederland: hoogste rechters in land door voordracht van 2Kamer. Hoge Raad heeft alleen bevoegdheid om rechtszaken in cassatie te behandelen. Rechters geven niet ongevraagd hun oordeel. En ze mogen NIET toetsen of wet tegenstrijdig is met grondwet. ALLEEN het parlement. (Amerikaanse gerechtshof mag dat wel). Het rechtssysteem: Amerika: naast rechters ook juryrechtspraak (jury). Zowel de officier van justitie als de verdediging mag juryleden weigeren. Jury doet alleen uitspraak over schuldvraag. Hoogte straf à rechter. VS is trots dat bevolking zo betrokken is. Nederland: voorstanders van juryrechtspraak. Toch vonnis overlaten aan deskundige rechters: gewone burgers zijn volgens hen te emotioneel en niet onpartijdig genoeg. De grondrechten: Amerika: nauwelijks sociale grondrechten. Overheid bemoeit zich minimaal met bv. volkshuisvesting etc. Klassieke grondrechten à religieuze vrijheid. Vrij wapenbezit? à eerst om snel een burgermilitie te kunnen vormen tegen indringers. Nu punt van discussie. Geweldsmonopolie van de overheid (eis om zich te verdedigen). Maar ook oorzaak voor vele moorden. Verdachten hebben minder grondrechten. Grondrechten niet voor iedereen in gelijke mate en even goed geregeld. Politie minder regels: uitlokking toegestaan: mag door undercover agent opgepakt worden. De Patriot Act toegestaan: bevoegdheden om burgers in de gaten te houden en terreurverdachten lang vast te houden. Nederland: nu ook terroristische bevoegdheden. De straffen: Amerika: doodstraf, 90% van de zaken plae bargaining : advocaat en aanklager deal à aanklager moet bekennen. Aanklager laat zwaardere aanklacht vallen als verdachte een lichtere aanklacht bekent. à soms verdachten onder druk akkoord gaan (ook als onschuldig zijn). Three Strikes and You re Out Law bestaat. Zwaar straffen als je 3de keer in de fout gaat. 4 chocolade repen à 26 jaar gevangenisstraf. Nederland: niet mogelijk. Het verschijnsel klassenjustitie: als mensen uit de hogere sociale klasse door justitie worden bevoordeeld boven mensen uit de lagere sociale klasse. Amerika: rassenjustitie à 3 keer hogere straf/eerder doodstraf Nederland: ook, met baan minder vaak gevangenisstraf. Overtreders van milieuwetten en fraudeurs minder streng gestraft. https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 11 van 12

In Nederland staat de rechtsstaat dus onder spanning en moet constant kritisch worden gevolgd. Paragraaf 9: Grenzen aan de rechtsstaat 9.1 Rechtsstaat onder druk bij: Het recht op gelijke behandeling Het recht je godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden. Het recht om gedachten of gevoelens te openbaren. Vrijheid van meningsuiting. Er zijn verschillende interpretaties. (geen haat zaaien, beledigen, discrimineren of oproepen tot geweld) Spinoza (1632-1677) was een belangrijk voorvechter van zowel de vrijheid van godsdienst als de vrijheid van meningsuiting. Pim Fortuyn (.. -2002): alles kunnen zeggen. Afschaffing niet discrimineren. 9.2 Strijd tegen georganiseerde misdaad. à De Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (wet BOB). Geeft de politie onder voorwaarden de bevoegdheid tot zogenoemde inkijkoperaties, waarbij de politie in het geheim een pand onderzoekt. Én om te infiltreren in misdaadorganisaties. à ruimere bevoegdheden voor politie en justitie is schending van het recht op privacy. 9.3 Terrorisme brengt de rechtszekerheid van burgers soms in gevaar. Wel hebben de EU-landen uitgebreidere opsporingsbevoegdheden toegekend aan organisaties. De wettelijke maatregelen bestaan vooral uit een verruiming van strafbepalingen en een verruiming van de mogelijkheden om terreurverdachten veel langer in voorarrest te houden dan gebruikelijk is. Bovendien is er verruiming van begrippen en termen. In NL: de Wet terroristische misdrijven. En nieuwe definitie van het begrip verdachte. Terreurverdachte: aanwijzingen kunnen voldoende zijn voor opsporingsonderzoek. de Wet afgeschermde getuigen: ruimere vervolgingsbevoegdheden. Oppaken dankzij geheime informatie. Lone wolfs. Veelgehoorde klacht: hulpverleningen zijn te terughouden. Actieve hulpverleners kunnen dat ook. In de strijd tegen criminaliteit en terreur moeten we voortdurend ruimere bevoegdheden voor politie en justitie afwegen tegen de belangen van burgers van wie de privacy wordt aangetast. Daarbij worden de grenzen van de rechtsstaat verkend en hier en daar opgerekt. https://www.scholieren.com/verslag/84893 Pagina 12 van 12