ANNEX Initiatiefnemers van het EBI Definitie van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen

Vergelijkbare documenten
Europees Burgerinitiatief (TEU: Art. 11, 4; TFEU: Art. 24, 1)

GRONDWET EN GELIJKHEID

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

Figuur 1: Arbeidsparticipatie per geslacht, 15- tot 64-jarigen, 2014

DE ESSENTIE VAN DE EUROPESE GRONDWET. Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en Europese Democraten in het Europees Parlement

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 548 C5-2002/ /0242(CNS))

Bijlage Bijlage 1 DE GRONDRECHTEN

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE

UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen:

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI

BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Ontwerp-handvest van de grondrechten van de Europese Unie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen.

ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

*** ONTWERPAANBEVELING

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

Krachtiger bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat

ING ENVIRONMENTAL APPROACH

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. over het Europese burgerinitiatief "Eén van ons"

HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

Wie komt in aanmerking voor de award

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting van de effectbeoordeling

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE VICE-VOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)/de Raad

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0176/9. Amendement. Morten Messerschmidt namens de EFD-Fractie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

TRACTATENBLAD VAN HET

Manifest voor de Rechten van het kind

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GECONSOLIDEERDE VERSIE

Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI))

Voorstel voor een. interinstitutionele afkondiging van de Europese pijler van sociale rechten

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN

HANDVEST VAN DE VOEDSELHULP

Gedragsregels van GEA AG

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

PVF vanuit mensenrechtenperspectief: de draagwijdte van art. 19 VRPH. Dr. Marijke De Pauw (VUB)

Diversiteitsvraagstukken: aanpassing van kledijvoorschriften

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND. Artikel 1 Definitie van het kind Ieder mens jonger dan achttien jaar is een kind.

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU

EUROPA: HET IS ONZE TOEKOMST

MEDEDELING AAN DE LEDEN

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2005 Nr. 46

Personen met een handicap hebben gelijke rechten

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Verklaring van Zweden

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Overwegende, dat het van het hoogste belang is om de ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen de naties te bevorderen;

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPA: HET IS ONZE TOEKOMST

Een nieuwe sociale Europese interne markt

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN

SUPPORTED BY THE RIGHTS, EQUALITY AND CITIZENSHIP (REC) PROGRAMME OF THE EUROPEAN UNION

Uw SOCIALE ZEKERHEID WANNEER U ZICH VERPLAATST IN DE EUROPESE UNIE. Een praktische gids

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

GENDERGELIJKHEID SOLIDARITEIT ACTIE. De werkzaamheden van GUE/NGL in de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid van het Europees Parlement

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE SOCIAAL-DEMOCRATEN: VOORSTANDER VAN DE EUROPESE GRONDWET

UNIVERSELE VERKLARING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

1 PB nr. C 24 van , blz PB nr. C 240 van , blz PB nr. C 159 van , blz. 32.

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Transcriptie:

ANNEX Initiatiefnemers van het EBI De personen, die het voorstel voor onze EBI indienen, zijn burgers uit 15 EU lidstaten (Oostenrijk, België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Polen, Slowakije, Slovenië, Spanje, Groot-Brittannië), divers wat betreft cultuur, taal, sociale belangen en politieke, religieuze en/of filosofische achtergrond, maar eensgezind wat betreft het standpunt dat hier als een duurzame oplossing wordt aangeboden. Definitie van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen Het Onvoorwaardelijk Basisinkomen (OBi) vervangt de welvaartsstaat niet, maar vult deze aan en transformeert hem van een welvaartsstaat gebaseerd op compensatie naar een emanciperende welvaartsstaat. Het emanciperend Onvoorwaardelijk Basisinkomen wordt gedefinieerd door de volgende vier criteria: universeel, individueel, onvoorwaardelijk en voldoende hoog om in waardigheid te leven en aan de samenleving deel te nemen. Universeel: Iedere persoon zal, ongeacht leeftijd, afkomst, woonplaats, beroep, enz. in principe het recht gegeven worden dit inkomen te ontvangen. Daarom dringen wij aan op een Europa-breed, gegarandeerd, onvoorwaardelijk basisinkomen. Individueel: Elke vrouw, iedere man en ieder kind heeft recht op een basisinkomen op individuele basis en zeker niet op basis van gezinssamenstelling of huishouden. Het Onvoorwaardelijk Basisinkomen staat los van condities als burgerlijke staat, samenwoning of gezinssamenstelling, of van het inkomen of vermogen van andere leden uit het huishouden of van familieleden. Alleen op deze manier kan privacy gewaarborgd worden en controle over anderen voorkomen. Dit stelt individuen in staat hun eigen beslissingen te nemen. Onvoorwaardelijk: We beschouwen het basisinkomen als een mensenrecht dat aan geen enkele randvoorwaarde gebonden is. Niet aan de verplichting een betaalde baan te aanvaarden, noch aan de verplichting maatschappelijk nuttig werk te verrichten of zich volgens bepaalde traditionele rolpatronen te gedragen. Het staat ook los van inkomen, spaartegoeden of andere bezittingen. Voldoende hoog: De hoogte van het basisinkomen moet borg staan voor een redelijke levensstandaard overeenkomstig de sociale en culturele normen die voor het land in kwestie gelden. Het basisinkomen moet materiële armoede voorkomen en deelname aan de samenleving mogelijk maken. Dit betekent dat het netto-inkomen tenminste gelijk moet zijn aan de armoedegrens, overeenkomstig EU-normen, wat overeenkomt met 60% van het zogenaamde nationaal mediane netto equivalent inkomen. Vooral in landen waar de meerderheid van de bevolking een laag inkomen heeft, met als gevolg een laag gemiddeld inkomen, moet een andere maatstaf (bijvoorbeeld een pakket goederen) gebruikt worden om de hoogte van het basisinkomen te bepalen, zodat een leven in waardigheid, materiële

zekerheid en volledige deelname aan de samenleving gewaarborgd is. Vanwege de huidige arbeidsmodellen en ontoereikende sociale zekerheidsstelsels (voorwaardelijk, afhankelijk van inkomsten en vermogen, niet hoog genoeg), achten wij de invoering van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen van essentieel belang om fundamentele rechten, met name een waardig leven, zoals beschreven in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, te garanderen. Het Onvoorwaardelijk Basisinkomen zal in de eerste plaats armoede helpen voorkomen en vrijheid bieden aan ieder individu, zodat deze zelf de richting van zijn of haar leven kan bepalen en ieder's deelname aan de samenleving versterkt wordt. Het Onvoorwaardelijk Basisinkomen zal helpen om sociale uitsluiting te voorkomen, evenals discussies gebaseerd op hebzucht en uitbuiting en de gevolgen ervan, en tevens de overmatig dure, repressieve en uitsluiting bevorderende bureaucratie, gericht op controle en inspectie, die daarbij hoort. Het Onvoorwaardelijk Basisinkomen, dat immers een overdrachtsinkomen is zonder discriminerende en stigmatiserende voorwaarden, voorkomt verborgen armoede en verschillende vormen van ziekte. Het Onvoorwaardelijk Basisinkomen zal sociale vrijheid brengen en burgers helpen zich te identificeren met de Europese Unie en ook hun politieke rechten zekerstellen. Het ondersteunt de verwezenlijking van fundamentele rechten. De waardigheid van de mens is niet alleen een fundamenteel recht op zich, maar is de werkelijke basis van de fundamentele rechten. (Officiële verklaring met betrekking tot artikel 1 van het Handvest van de Fundamentele Rechten van de Europese Unie). De invoering van het Onvoorwaardelijk Basisinkomen en de mogelijke stappen ter introductie ervan liggen binnen de respectievelijke verantwoordelijkheidsgebieden van de lidstaten van de Europese Unie. Er zijn een aantal studies die laten zien dat er verschillende manieren zijn om een Onvoorwaardelijk Basisinkomen te financiëren. Wij geven met dit EBI geen advies voor een specifiek financieringsmodel. Verdrag van de Europese Unie (VEU) "Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie." 2010/C83/01 (30 maart 2010) Artikel 2 De waarden waarop de Unie berust zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid,

democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen. Het onvoorwaardelijk basisinkomen, nader omschreven door de eerder genoemde vier criteria, realiseert alle van de hierboven vermelde waarden. Het biedt zonder randvoorwaarden materiële zekerheid en volwaardige deelname aan de samenleving met inbegrip van een gelijke behandeling voor ieder individu. Artikel 3 (oud artikel 2 VEU) 3. De Unie brengt een interne markt tot stand. Zij zet zich in voor de duurzame ontwikkeling van Europa, op basis van een evenwichtige economische groei en prijsstabiliteit, een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang, en van een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. De Unie bevordert de wetenschappelijke en technische vooruitgang. De Unie bestrijdt sociale uitsluiting en discriminatie, en bevordert sociale rechtvaardigheid en bescherming, de gelijkheid van vrouwen en mannen, de solidariteit tussen generaties en de bescherming van de rechten van het kind. De Unie bevordert de economische, sociale en territoriale samenhang, en de solidariteit tussen de lidstaten. De Unie eerbiedigt haar rijke verscheidenheid van cultuur en taal en ziet toe op de instandhouding en de ontwikkeling van het Europese culturele erfgoed. Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen, dat de verkorting en herverdeling van arbeidsuren stimuleert, maakt een nieuwe vorm van volledige werkgelegenheid mogelijk. Het Onvoorwaardelijk Basisinkomen bestrijdt de sociale uitsluiting en discriminatie die eigen zijn aan de bestaande sociale zekerheidsstelsels. We geloven dat een Onvoorwaardelijk Basisinkomen EU-doelstellingen, zoals realisatie van volledige werkgelegenheid, bestrijding van sociale uitsluiting en discriminatie en de bevordering van sociale rechtvaardigheid en sociale bescherming (Art. 3 Para 3 TEU), kan verwezenlijken. Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen bevordert ook de rechten van het kind en de solidariteit tussen generaties en lidstaten. Daarom hebben wij het initiatief genomen om de Europese Commissie te verzoeken actie te ondernemen op het gebied van het sociaal beleid dat binnen haar bevoegdheid ligt (Art. 151 ff TFEU) overeenkomstig Art. 156 TFEU, waarin de rechten van de lidstaten zijn vastgelegd. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) "Geconsolideerde versie van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie." 2010/C83/01 (30 maart 2010) Artikel 5 3. De Unie kan initiatieven nemen ter coördinatie van het sociaal beleid van de lidstaten.

De introductie van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen, gedefinieerd volgens de eerder geformuleerde vier criteria, is de beste gemeenschappelijke maatregel om sociale dumping te bestrijden. Op deze manier kan het sociale beleid van de lidstaten onderling op elkaar afgestemd worden. De verantwoordelijkheid voor de aanpassing van het bestaande nationale sociale zekerheidssysteem aan de invoering van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen berust bij de lidstaten. Artikel 156 (oud artikel 140 VEG) Ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 151 en onverminderd de andere bepalingen van de Verdragen, bevordert de Commissie de samenwerking tussen de lidstaten en vergemakkelijkt zij de coördinatie van hun optreden op alle onder dit hoofdstuk vallende gebieden van de sociale politiek, met name op het terrein van: de werkgelegenheid, het arbeidsrecht en de arbeidsvoorwaarden, de beroepsopleiding en de voortgezette vorming, de sociale zekerheid, de voorkoming van arbeidsongevallen en beroepsziekten, de arbeidshygiëne, het recht om zich te organiseren in vakverenigingen en van collectieve onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers. Te dien einde werkt de Commissie nauw samen met de lidstaten bij het verrichten van studies, het uitbrengen van adviezen en het organiseren van overleg zowel omtrent vraagstukken op nationaal niveau als omtrent vraagstukken die de internationale organisaties aangaan, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld. Alvorens de in dit artikel bedoelde adviezen uit te brengen, raadpleegt de Commissie het Economisch en Sociaal Comité. Volgens artikel 156 kan de Europese Commissie de samenwerking tussen de lidstaten stimuleren door het Onvoorwaardelijk Basisinkomen als instrument te gebruiken om de nationale stelsels van sociale zekerheid te verbeteren. Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie "Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie." 2010/C83/01 (30 maart 2010) Artikel 1 De menselijke waardigheid De menselijke waardigheid is onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd.

Onder 'de waardigheid van het individu' wordt de mogelijkheid verstaan om binnen een maatschappij in vrijheid en verantwoordelijkheid te leven. Het Onvoorwaardelijke Basisinkomen garandeert de vrijheid en autonomie van elke persoon door belemmeringen die het bestaan frustreren en bureaucratische beperkingen weg te halen, evenals oorzaken voor uitsluiting van het sociale leven. Artikel 2 Het recht op leven 1. Eenieder heeft recht op leven. Het recht op leven is onbetwist. Binnen ons huidige economische systeem heb je alleen materiële zekerheid als je over contant geld beschikt. Natuurlijk is het ook mogelijk om waardebonnen te introduceren. Gebruikers van deze waardebonnen kunnen gediscrimineerd worden ten opzichte van mensen die vrij zijn om te beslissen hoe ze hun financiële middelen, afkomstig uit verschillende inkomstenbronnen, benutten. Het wettelijk recht op een Onvoorwaardelijk Basisinkomen in de vorm van een overdrachtsinkomen staat garant voor een waardig leven met de mogelijkheid om deel te nemen aan de samenleving, waarbij tevens wordt voldaan aan het recht op een leven in gerechtigheid, vrij van discriminatie. Artikel 6 Het recht op vrijheid en veiligheid Eenieder heeft recht op vrijheid en veiligheid van zijn persoon. Het Onvoorwaardelijk Basisinkomen moedigt een vrije keuze voor een persoonlijke levensstijl aan, het arrangement van iemand's persoonlijke relaties en de beslissing om wel of niet sociale en economische samenwerking aan te gaan. Vrijheid gaat gepaard met verantwoordelijkheid en solidariteit. Naast de bescherming die het huidige stelsel van sociale verzekeringen biedt, geeft het Onvoorwaardelijk Basisinkomen de beste garantie op financiële zekerheid in tijden van ziekte en werkloosheid. Artikel 15 De vrijheid van beroep en het recht te werken 1. Eenieder heeft het recht te werken en een vrijelijk gekozen of aanvaard beroep uit te oefenen. Het Onvoorwaardelijk Basisinkomen maakt het gemakkelijker om een vrij gekozen of althans acceptabel beroep uit te oefenen. De behoefte aan materiële goederen en diensten nodig om te overleven en de verschillende bureaucratische verplichtingen onder veel van de huidige regelingen voor sociale zekerheid beperkt de individuele vrijheid van beroepskeuze en dwingt iemand slecht betaald werk te aanvaarden.

Artikel 21 Non-discriminatie 1. Iedere discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, is verboden. 2. Binnen de werkingssfeer van de Verdragen en onverminderd de bijzondere bepalingen ervan, is iedere discriminatie op grond van nationaliteit verboden Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen voorkomt discriminatie en bevordert zelfstandigheid door materiële en financiële zekerheid voor iedereen mogelijk te maken. Artikel 34 Sociale zekerheid en sociale bijstand 1. De Unie erkent en eerbiedigt onder de door het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken gestelde voorwaarden het recht op toegang tot sociale zekerheidsvoorzieningen en sociale diensten die bescherming bieden in omstandigheden zoals moederschap, ziekte, arbeidsongevallen, afhankelijkheid of ouderdom, alsmede bij verlies van arbeid. 2. Een ieder die legaal in de Unie verblijft en zich daar legaal verplaatst, heeft recht op sociale zekerheidsvoorzieningen en sociale voordelen overeenkomstig het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken. 3. Om sociale uitsluiting en armoede te bestrijden, erkent en eerbiedigt de Unie het recht op sociale bijstand en op bijstand voor huisvesting, teneinde eenieder die niet over voldoende middelen beschikt, onder de door het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken gestelde voorwaarden een waardig bestaan te verzekeren. Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen is de beste manier om, naast de sociale verzekeringen en sociale voorzieningen van het land in kwestie, het fundamentele recht op financiële zekerheid en sociale bijstand te verwezenlijken. Iedereen krijgt het en daardoor wordt niemand erom buitengesloten of gediscrimineerd. Dit in tegenstelling tot het stigmatiserende karakter van veel van de huidige regelingen voor sociale zekerheid, waardoor veel potentiële aanvragers die recht hebben op een uitkering ervan af zien, waardoor sociale uitsluiting weer toeneemt.