Herdenking 15 augustus 2007: Herdenkingstoespraak door Marguerite Hamer-Monod de Froideville op 15 augustus 2007 in het WFCC te Den Haag



Vergelijkbare documenten
G H E P E Y S E N K L O E K E D A E T

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

2 maart maart Leerlingen groep 7 en 8 De Meeander Heelweg


Nieuwsbrief. Augustus 2012

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

Achter gesloten ogen: Spencer

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes,

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Herdenking vanuit het oogpunt van Japanse Nakomelingen. Aya Ezawa, Universiteit Leiden

Interview protocol (NL)

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst

Toespraak Gerdi Verbeet bij de herdenking van de bevrijding van Dachau, Dachaumonument Amsterdamse Bos, april 2013

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

Voorbeelden van draaiboeken

Hoofdstuk 1. namelijk afschuwelijke dingen! Daders zijn soms zo creatief en geslepen, daar kunnen we ons maar amper een voorstelling bij maken.

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

ABN AMRO Risicoverzekering

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

Spreekbeurt Nederlands Amnesty International

Toespraak Gerdi Verbeet bij de Indiëherdenking 15 augustus 2014 in Den Haag

Toespraak 4 mei 2010 dodenherdenking Ds. A.J. Haak 1

Spreekpunten mw Bijleveld Nationale herdenking Slavernijverleden 1 juli

Toespraak Gerdi Verbeet Haarlem, 5 november Dames en heren,

4 mei Dodenherdenking. Wij zijn hier bijeen gekomen om doden te herdenken. Geschaard rondom het oorlogsmonument. Een monument ter herinnering.

COMPENSATIECOMMISSIE

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Speech van minister Van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie op de EU-dag tegen straffeloosheid op 23 mei 2016

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

Mevrouw [naam] geboren op [geboortedatum] wonende te [plaats] hierna te noemen: aanvraagster

TREFWOORDEN INDISCHE DVD S

Toespraak G. Verbeet Zwolle, 15 augustus 2016

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Speech tijdens opening tentoonstelling Oorlog! Van Indië tot Indonesië , Bronbeek.

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

In de stilte van ons herdenken, sprak de herinnering.

Naam KIDS FOR WARCHILD Oorlog en vrede in de wereld

Toespraak Gerdi Verbeet. Nationale Holocaust Herdenking Amsterdam, 31 januari Geachte aanwezigen, dames en heren,

Toespraak Gerdi Verbeet. Congres Vergeten slachtoffers tijdens WOII in de GGz De Basis Doorn, 10 juni Geachte aanwezigen,

Lesidee: Oorlog en verzet

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Herdenking Capitulaties Wageningen

Bijlage VMBO-GL en TL

Indonesian Times blz. 4 toch niet vrij? en spotprent

Het Rode Kruis kiest bij conflicten geen partij. Het kiest altijd voor de slachtoffers, tot welke zijde zij ook behoren.

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog

Mijn dochter; boulimia en borderline

DE MIDDELEEUWEN. Gemaakt Door: Amy van der Linden Leonardo Middenbouw groep 6

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940)

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Het mysterie: Moord op Lumumba

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017

Beoordeling. h2>klacht

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

We zijn 2 zusjes Leah en Dika, we komen uit een gezin van 10 kinderen. We zijn in Teuge geboren en opgegroeid, waar we een geweldige jeugd hebben

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen?

UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS

Hoe moeilijk had Jozef het in het begin in de gevangenis?

De Bijbel open (29-06)

Framing the Other. Opdrachtenblad

Dounia praat en overwint

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Kinderen in Nederland hebben het goed. Maar.., dat geldt nog niet voor alle kinderen.

WIJ HEBBEN RECHTEN SOLIDARITEIT 1. D3. KINDERRECHTENVERDRAG

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN

Toespraak door Kamervoorzitter Arib bij de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands Indië, in Den Haag op 14 augustus.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

En vandaag herdenken wij de mensen die voor onze veiligheid de hoogste prijs betaalden.

ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

Welkomstwoord bij de bijeenkomst met lokale organisatoren in het kader van 75 jaar vrijheid in Fort Voordorp te Groenekan, 24 november 2018

Platform Mensenrechteneducatie WERKBLADEN - 2

Wetboek van Strafrecht

China. - De geschiedenis en cultuur van Peking -

SVOZ onderscheidt twee soorten klachten en heeft hiervoor twee verschillende regelingen:

1. Toespraak burgemeester Dodenherdenking 4 mei 2017

Dames en heren, jongens en meisjes,

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2017

Als iemand slachtoffer is geworden van incest moet abortus ook kunnen worden gepleegd.

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174

Dierenmishandeling in gezinnen

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Meld. seksueel misbruik. aan de commissie-samson

Transcriptie:

Herdenking 15 augustus 2007: Herdenkingstoespraak door Marguerite Hamer-Monod de Froideville op 15 augustus 2007 in het WFCC te Den Haag DWANGPROSTITUTIE Vandaag herdenken wij, dat 62 jaar geleden met de capitulatie van Japan een einde kwam aan de Tweede wereldoorlog. En wij staan stil bij al onze dierbaren, die in oost Azië als gevolg van de oorlog het leven verloren: familie en vrienden, die gesneuveld zijn door het oorlogsgeweld of zijn omgekomen onder de terreur van de Japanse overheersing. Toen na de capitulatie de voor Nederlanders en Indische Nederlanders gevaarlijke Indonesische vrijheidsstrijd, de Bersiap, in volle hevigheid losbrandde, besloten velen Indië te verlaten om in Nederland of elders in de wereld een nieuw bestaan op te bouwen. Zij die achterbleven in Indië, kregen helaas nog te maken met de ellende van die Bersiap tijd. Maar uiteindelijk werd door iedereen toch de draad van het nieuwe leven in vrijheid weer opgepakt, zo goed en zo kwaad als dat ging. Langzaamaan raakten de verschrikkingen van de oorlog enigszins op de achtergrond. Bij de één natuurlijk in meerdere mate dan bij de ander. Maar toch, men moest door en men wilde door, de toekomst was nu belangrijk. Er zijn helaas ook mensen, bij wie de oorlog nooit echt voorbij ging. Daarvoor was hen te veel kwaad gedaan. Zelfs tot op de dag van vandaag worden velen nog gekweld door de fysieke en/of psychische pijnen, die zij hebben opgelopen door de afschuwelijke wreedheden, die zij onder de Japanse terreur hebben moeten doorstaan. Wreedheden, die vaak worden herbeleefd in nachtmerries. Tot die groep oorlogsslachtoffers behoren ook de vrouwen, die door de Japanners tot prostitutie zijn gedwongen. Minstens 200.000 vrouwen, vaak nog jonge meisjes, zijn gedurende de Japanse expansie in de jaren 30 en tijdens de Tweede Wereldoorlog slachtoffer geworden van de dwangprostitutie door Japanse militairen. Onder hen ook 200 à 300 vrouwen van Nederlandse afkomst. Het aantal 200.000 is een schatting, gemaakt door historici. Het exacte aantal is niet te achterhalen, omdat het merendeel van de documenten, waaruit de betrokkenheid van de Japanse militairen en de Japanse regering zou blijken, vlak vóór en direct ná 15 augustus 1945 door de Japanners vernietigd is. De vrouwen, die dit vreselijke lot hebben moeten ondergaan en het hebben overleefd, hebben zich een halve eeuw lang gehuld in stilzwijgen. Stilzwijgen uit schaamte. Want zeker voor Aziatische vrouwen gold, dat een verkrachte vrouw een schande was voor haar familie. Een vrouw, die vertelde wat haar was overkomen, werd uit haar familie verstoten en kwam in een isolement terecht.

Een groot aantal vrouwen heeft de gevangenschap in een Japans legerbordeel niet overleefd. Veel vrouwen zijn bezweken aan de gevolgen van het brute misbruik of zij hebben zelfmoord gepleegd, omdat zij de schande niet konden verdragen. En als een vrouw een seksueel overdraagbare aandoening en/of andere ziektes opliep, zoals t.b.c., werd zij afgeschreven. Het is dan ook regelmatig voorgekomen, dat er vrouwen vermoord werden, omdat zij niet meer bruikbaar waren. Op die manier was dan ook meteen het bewijsmateriaal uit de wereld verdwenen. Het is helaas een bekend fenomeen van alle tijden, dat overal in de wereld tijdens oorlogen en andere gewapende conflicten, vrouwen en meisjes door de vijandige soldaten seksueel misbruikt werden en nog steeds worden. De mate waarin dit gebeurde tijdens de Japanse expansie in China in de jaren 30 was uitzonderlijk groot. Het moreel en de discipline van de Japanse soldaten waren uitermate laag. Plunderingen, moordpartijen en verkrachtingen waren aan de orde van de dag. Door de vele verkrachtingen liepen de Japanse militairen vaak geslachtsziektes op, waardoor het leger aanzienlijk verzwakte. Dit was een bron van grote zorg voor de Japanse legerleiding. Al sinds 1932 had men besloten om legerbordelen op te richten en deze te bemannen met o.a. beroepsprostituees uit Japan, om de vele verkrachtingen tegen te gaan. In 1937 liep het echter totaal uit de hand. In Nanking werden tienduizenden vrouwen door de Japanse militairen verkracht en op zeer grote schaal werden mensen gemarteld en vermoord. De rape of Nanking was de aanleiding tot het grootscheeps oprichten van z.g. Comfort Stations, volgens de Japanse legerleiding nl. een noodzaak om te voorkomen, dat militairen besmet werden met een seksueel overdraagbare aandoening. Orders werden uitgevaardigd door Japanse commandanten tot het ronselen van vrouwen en meisjes. Merendeels particuliere ronselaars hebben zich van die taak gekweten. Uit onderzoek van de Japanse historicus Prof. Yoshiaki Yoshimi is echter ook de betrokkenheid van het Japanse militaire gezag uit die dagen hierbij gebleken, evenals de medewerking van de toenmalige Japanse regering in deze. Om de anti-houding van het Chinese volk niet nog meer te vergroten, werden de vrouwen voor deze bordelen veelal niet in China zelf gezocht, maar werden voornamelijk jonge, onschuldige Koreaanse, maar ook Taiwanese meisjes door misleiding en onder valse voorwendselen, en/of door gebruik te maken van dwang en geweld, gerekruteerd. Men ronselde expres zeer jonge meisjes, omdat zij vrij waren van geslachtsziektes. Aangemerkt op de ladingspapieren als oorlogsmateriaal werden zij verscheept naar China.

Tot hun grote ontsteltenis werden deze jonge meisjes en vrouwen als ianfu (hetgeen letterlijk troostmeisje betekent) geplaatst in bordelen. Of zij werden gedwongen met de Japanse troepen mee te trekken naar het front, waar de keizerlijke Japanse soldaat in gevechtsputjes zijn angsten op hen kon uitleven. Gedurende vele maanden (soms jaren) werden zij dagelijks vele malen misbruikt. Tijdens de 2e Wereldoorlog, toen de Japanners het Zuiden van Azië veroverden, werden ook steeds vaker locale vrouwen tot prostitutie gedwongen, bv. in de Filippijnen en Maleisië. In het voormalige Nederlands-Indië wilde men aanvankelijk de inheemse bevolking te vriend houden. Daarom werd in eerste instantie gebruik gemaakt van bestaande bordelen met beroepsprostituees. Maar al snel werden zowel de inheemse vrouwen als ook vrouwen met de Nederlandse nationaliteit, die buiten de interneringskampen verbleven, gedwongen zich in de legerbordelen te prostitueren. En uiteindelijk werden begin 1944 jonge meisjes en vrouwen in interneringskampen gerekruteerd. Soms lukte het een geïnterneerde vrouw, die voorheen beroepsprostituee was geweest, om de plaats in te nemen van een uitgezocht meisje. Dit was een zeer moedige en edelmoedige daad. In enkele kampen is het gelukt om de meisjes niet te laten vertrekken door het dappere verzet van de moeders, de kampleidsters en de overige kampbewoners. Dit dappere verzet heeft in sommige kampen echter niet mogen baten. De radeloze kampbevolking werd hard uit elkaar geslagen, soms met de bajonet op het geweer. Machteloos moest men dan aanschouwen hoe de meisjes op vrachtwagens afgevoerd werden. Nadat zij waren gedwongen om een in een voor hen onbegrijpelijke taal opgesteld, document van zg. vrijwilligheid te ondertekenen, werden zij weggevoerd naar de door het Japanse Militaire Gezag opgezette gesloten bordelen. Daaruit ontsnappen was niet mogelijk. Vervolgens werden zij meedogenloos en keer op keer werden verkracht. Een hoge Japanse officier werd uiteindelijk ingelicht door o.a. een moeder van één van de meisjes. Vanuit Tokio kwam toen onmiddellijk het bevel om deze specifieke bordelen te sluiten. Toch hebben de meisjes ongeveer 2 à 3 maanden in deze hel geleefd. Dit is een korte tijd vergeleken met hun Aziatische lotgenoten, maar de impact die het op hun verdere leven heeft gehad, is onbeschrijfelijk. Na de plotselinge sluiting van deze bordelen, werden de vrouwen en meisjes met hun families ondergebracht in kamp Kota Paris nabij Bogor, het voormalige Buitenzorg, en later in een apart gedeelte van het Kramat kamp. Dit was, zo mogelijk, nog erger, omdat zij

daar door onwetendheid over het bestaan van gedwongen prostitutie door hun eigen landgenoten uitgemaakt werden voor Jappenhoeren. Na de oorlog is in de Semarangse bordeel-zaak van het Bataviatribunaal onomstotelijk bewezen, dat het Hoofdkwartier van het Japanse Zestiende leger in Jakarta en het Japanse civiel-militaire bestuur in Semarang rechtstreeks betrokken waren bij het gedwongen wegvoeren van jonge meisjes en vrouwen uit de kampen naar omheinde bordelen om daar vervolgens tot prostitutie te worden gedwongen. Opmerkelijk is, dat de toenmalige Wet op de Japanse Krijgstucht in artikel 88 op het verkrachten van een vrouw op het slagveld of in bezet gebied minstens een jaar gevangenisstraf stelt, en hogere straffen op verkrachtingen, waarbij de vrouw gewond raakte of de dood vond. Ook het toenmalige Wetboek van Strafrecht van Japan stelde iemand strafbaar, die door gebruik te maken van geweld of intimidatie een vrouw verkrachtte. De daad van verkrachting moest door het slachtoffer zelf worden aangegeven, hetgeen door angst voor de vijand slechts zeer zelden werd gedaan. Een klein aantal daders werd aangegeven, waardoor zeer veel verkrachters hun straf zijn ontlopen. Maar zo kan men zich afvragen wie zijn nu feitelijk strafbaar? Zonder twijfel Japanse militairen, die buiten de bordelen vrouwen verkrachtten. Hoe zit dat met de soldaten, die de door het militaire gezag opgezette legerbordelen bezochten? Om de conditie van de militair te verhogen werden Japanse soldaten soms zelfs verplicht om, voorafgaand aan een gevechtshandeling, een legerbordeel te bezoeken. Mocht een Japanse soldaat er echter van uitgaan, dat een bezoek aan een militair legerbordeel legaal was? Kon hij er dus van uitgaan, dat er beroepsprostituees in deze bordelen werkzaam waren? Of had hij moeten begrijpen en zien, dat de vrouwen daar tegen hun wil zaten? Uit latere verklaringen van sommige Japanse soldaten blijkt dat het voor hen duidelijk was, dat het meisje daar tegen haar wil zat. Slechts een enkeling heeft er dan ook van afgezien om haar te verkrachten. Zij waren echter een grote uitzondering op de regel. Men bevond zich in een legerbordeel, dus had men recht op de vrouw. Zonder meer kan men stellen, dat het toenmalige Japanse militaire gezag strafbaar was. Het Japanse militaire gezag was immers de organisatie, die deze legerbordelen voorzag van vrouwen, die

daartoe door diezelfde organisatie waren gedwongen of door misleiding of door geweld in opdracht van die organisatie daar tegen hun wil terecht waren gekomen. Het Japanse militaire gezag uit die dagen heeft met medeweten van de toenmalige Japanse regering aan de Japanse militairen de gelegenheid verschaft tot het plegen van dit grove misdrijf. Als in het toen geldende Japanse wetboek van strafrecht en in de Japanse wet op de krijgstucht duidelijk een verbod op verkrachting staat, is het toch klip en klaar, dat het toenmalige Japanse militaire gezag en ook de toenmalige Japanse regering zelf strafbaar zijn, omdat zij het zijn geweest, die het willens en wetens mogelijk hebben gemaakt, dat Japanse militairen op grote schaal vrouwen hebben verkracht. Door het vlak vóór en direct ná de capitulatie vernietigen van het bewijsmateriaal betreffende deze oorlogsmisdaden door Japan, is het evident, dat men zich wel degelijk bewust is geweest van het overtreden van de genoemde rechtsregels én van het internationale recht, zoals dat op de Tweede Haagse Vredesconferentie in 1907 overeengekomen was. De schuldigen van toen zullen waarschijnlijk niet meer in leven zijn, maar hun erfenis verjaart niet. Door het onmiddellijk vernietigen van de betreffende documentatie, heeft Japan dus toen al willen verdoezelen, dat Japanse militairen onschuldige vrouwen en meisjes tegen hun wil hebben gedwongen tot het verstrekken van seksuele diensten in tot dat doel door het Japanse militaire gezag opgezette gesloten legerbordelen. In het San Francisco Vredesverdrag en de diverse na-oorlogse bilaterale akkoorden wordt met geen woord gesproken over dit misdrijf. De reparatiebetalingen werden op interstatelijk niveau afgehandeld in de jaren 50 en 60. Alle latere claims van individuen werden door Japanse rechters afgewezen. Zo ook de claims van de tot prostitutie gedwongen vrouwen. De kwestie van de gedwongen prostitutie werd door Japan tot in de jaren 90 zelfs stelselmatig ontkend, want er zou geen wettig bewijs voor zijn. In augustus 1991 heeft een dappere Koreaanse vrouw, Kim Hak Soon, zich als eerste openlijk uitgesproken over wat haar was aangedaan door Japan. Samen met 2 andere Koreaanse slachtoffers heeft zij een rechtszaak aangespannen tegen de Japanse regering. Zij eisten, dat Japan zijn verantwoordelijkheid zou nemen en hen zou compenseren, voor al de ellende die zij hadden moeten doorstaan. Wereldwijd zorgde het optreden van Kim Hak Soon voor een schok. Een maand later publiceerde de Asahi Shimbun (de grootste Japanse krant) enkele bewaard gebleven documenten, die bij toeval gevonden waren door de Japanse historicus, Professor Yoshiaki Yoshimi.

Met deze documenten werd onomstotelijk het bewijs geleverd van de betrokkenheid van het Japanse militaire gezag inzake de gedwongen prostitutie. Toen kon de Japanse regering er niet meer onderuit, en heeft eindelijk een volledig onderzoek gelast. Dit onderzoek leidde tot de zg. Kono-verklaring, van 1993, waarin erkend werd dat het toenmalige Japanse militaire gezag direct of indirect betrokken was geweest bij het oprichten van z.g. Comfort Stations en dat een groot aantal vrouwen tegen hun wil en onder dwang gerekruteerd was door of met toestemming van het toenmalige Japanse militaire gezag om tewerk gesteld te worden in deze Comfort Stations. Ook werd erkend, dat de eer en waardigheid van deze vrouwen hierdoor ernstig was geschaad. De Japanse regering bood hiervoor excuses aan en verklaarde lessen te zullen trekken uit de geschiedenis. Geen woord echter over compensatie. Men bleef volhouden, dat compensatie reeds was verstrekt met het uitvoeren van het Vredesverdrag en de bilaterale akkoorden. Maar hoe kan de kwestie van de gedwongen prostitutie met het uitvoeren in de jaren 50 en 60 van deze naoorlogse akkoorden afgedaan zijn, als dezelfde kwestie tot in het begin van de jaren 90 is ontkend en pas in 1993 officieel is erkend? Alleen met excuses maken wordt de kwestie niet opgelost. Overal in de beschaafde wereld geldt de rechtsregel dat elke onrechtmatige daad, waardoor aan een ander schade wordt toegebracht, aan degene door wiens schuld die schade is veroorzaakt, de verplichting oplegt deze schade te vergoeden. Dit is dus precies de reden, waarom de slachtoffers van gedwongen prostitutie tot op de dag van vandaag officiële excuses eisen, met daaraan gekoppeld een behoorlijke wettelijke compensatie. Het zou goed zijn als bij deze excuses het woord shazai zou worden gebruikt in plaats van het tot nu toe gebezigde woord owabi. Volgens Professor Yoshimi is owabi een uitdrukking van spijt voor zowel kleinere als grotere fouten, terwijl shazai een uitdrukking is, waarin men een excuus aanbiedt voor een begane zonde. In 1995 werd de heer Murayama premier van Japan. Deze sinds 1945 eerste en tevens laatste sociaal democratische premier was van goede wil en zocht naar een oplossing. Omdat hij geen fiat zou krijgen voor een wettelijke compensatie vanwege de liberaal democratische meerderheid in het parlement en omdat hij toch iets voor de slachtoffers van gedwongen prostitutie wilde doen, heeft hij het Asian Women s Fund (AWF) opgericht. Het was voor hem ook al vanwege de leeftijd van de vrouwen nu of nooit. Hij was van mening, dat wanneer er geen overeenstemming voor wettelijke compensatie bereikt kon worden, Japan in elk geval de morele verantwoordelijkheid moest nemen.

Dit gebeurde. De Japanse bevolking kon via donaties aan het AWF spijt betuigen aan de slachtoffers van gedwongen prostitutie. Uit deze donaties heeft het AWF getracht zg. boetegeld te verstrekken aan de Aziatische slachtoffers. De Aziatische slachtoffers waren verenigd in organisaties. Deze organisaties èn de publieke opinie aldaar waren sterk gekant tegen het AWF, omdat men dit boetegeld beschouwde als liefdadigheid. Daarom hebben de meeste Aziatische vrouwen het afgewezen. De Nederlandse vrouwen waren niet verenigd in dergelijke eigen organisaties en hadden dus wèl de vrije keus om al dan niet geld aan te nemen. In Nederland is via het zg. Life Improvement Project van het AWF Projectgeld uitgekeerd aan 79 slachtoffers van gedwongen prostitutie. Tegelijkertijd hebben deze slachtoffers een kopie ontvangen van de brief van de toenmalige premier van Japan, de heer Hashimoto, aan onze premier Kok, waarin de heer Hashimoto zijn excuses aanbood. Het Projectgeld werd door de Japanse regering gefinancierd en via het AWF aan de Nederlandse slachtoffers uitgekeerd. Omdat zij al op leeftijd waren, hebben zij dit morele projectgeld aanvaard. Ook voor hen was het nu of nooit. Bij mijn weten hebben drie Nederlandse vrouwen ervoor gekozen om het aangeboden geld te weigeren op principiële gronden. Onder hen was Jannie Ruff-O Herne. Mevrouw Ruff heeft, op uitnodiging van het Amerikaanse Congreslid Michael Honda, in februari van dit jaar samen met twee Koreaanse lotgenoten in een hoorzitting van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden haar vreselijke verhaal verteld, en geëist, dat Japan excuses maakt met daaraan gekoppeld een behoorlijke compensatie rechtstreeks van de Japanse regering. Zij komt dus alsnog op voor alle merendeels Aziatische vrouwen, die tot nu toe principieel geweigerd hebben om de morele compensatiegelden van het Asian Women s Fund te aanvaarden. De pas aangetreden Japanse premier Abe, die de bui van een Amerikaanse resolutie al zag hangen, reageerde op 1 maart van dit jaar met de uitspraak, dat hij eraan twijfelde of er sprake was geweest van dwang. Deze uitspraak maakte furieuze reacties los in de wereld. Korte tijd later liet premier Abe op een vraag vanuit het Japanse Parlement schriftelijk weten, dat er bij het onderzoek van documenten niet is gebleken, dat er sprake was van dwang. Opnieuw kwamen er woedende reacties uit het buitenland. De Nederlandse regering gaf als enig land een politiek signaal af door de Japanse ambassadeur op het matje te roepen. De kwestie werd gesust door de uitleg, dat Japan toch de z.g. Kono-verklaring uit 1993 blijft handhaven. De verklaring dus waarin de betrokkenheid van de Japanse regering en het Japanse leger wordt erkend.

De stemming over de Amerikaanse resolutie werd uitgesteld tot na het staatsbezoek van premier Abe aan de VS eind april van dit jaar. Tijdens dit staatsbezoek verklaarde de heer Abe, dat zijn woorden door de pers verkeerd waren uitgelegd en ook bood hij in vage bewoordingen excuses aan aan President Bush, die deze aanvaardde. Op 16 juni jl. verscheen in de Washington Post een paginagrote advertentie met de titel THE FACTS. De advertentie, met deze z.g. feiten, was opgesteld door een aantal Japanse hoogleraren, journalisten en parlementariërs; stond vol leugens en was weer uiterst kwetsend voor de slachtoffers. De voorzitter van onze Tweede Kamer, mevrouw Gerdi Verbeet, heeft in een officieel schrijven aan haar ambtgenoot in Japan namens het Nederlandse Parlement krachtig geprotesteerd tegen de inhoud van deze advertentie. Voorlopig echter doen de opstellers van deze advertentie ons met dit soort uitlatingen weer terugdenken aan de onaangename kant van Japan. En voorlopig worden de wonden van de slachtoffers van gedwongen prostitutie ook weer opengemaakt door de verklaringen van Premier Abe. Natuurlijk is er een net en beschaafd Japan. Maar de Eerste Minister van Japan dient het belang van dat nieuwe meer open Japan niet met zijn uitlatingen, zijn houding van zelfingenomen nationalisme en zijn hierdoor verdraaien van de ware geschiedenis van zijn land. Op 30 juli werd in Amerika in het Huis van Afgevaardigden de resolutie aangenomen, waarin Japan wordt opgeroepen om o.a. formeel excuses aan te bieden. Hoewel de resolutie niet bindend is, wordt hiermee toch grote druk uitgeoefend op Japan. Toch is het voor de Japanse regering ook 2 voor 12 om het respect van de wereld te herwinnen. Immers er zijn nu nog steeds slachtoffers van gedwongen prostitutie in leven, maar hun aantal wordt met de dag kleiner en over een paar jaar zullen zij er niet meer zijn. Ik wil Japan namens deze slachtoffers oproepen om nu het nog kan recht te doen aan deze zo zwaar getroffen groep vrouwen: Japan, erken ruiterlijk en op ondubbelzinnige wijze de gemaakte fouten, neem daarvoor de verantwoordelijkheid en handel deze kwestie zo gauw mogelijk af op de enig juiste manier: Officiële excuses met het woord shazai en gekoppeld aan die excuses een behoorlijke wettelijke compensatie.