PROJECT BIJ MIJ IN DE BUURT

Vergelijkbare documenten
INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT BIJ MIJ IN DE BUURT

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT IN RAP EN ROER

kunstwerken kritisch te beschouwen, te reflecteren op het thema kunst én is een creatief speelveld voor vele muzikale werkvormen.

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT DE WIJK IN Leerlijn Erfgoed Thema Identiteit Groep 3 en 4 februari 2018

ZINGEN BRAINSTORM MET DE KLAS BELANGRIJK BIJ DE KEUZE VAN EEN LIED

HUIS-, TUIN- EN KEUKENPERCUSSIE

PROJECT HISTORISCHE PLEKKEN

PROJECT NOODZAAK OF NIET

PROJECT INDUSTRIEEL ERFGOED

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek

» Oefening. Een voorbeeld van een idee: Ik ben soms graag alleen

Bekijk het introductiefilmpje op de homepagina en lees het onderstaande verhaal hierbij.

PROJECT EVEN VOORSTELLEN

PROJECT BIJ MIJ IN DE STRAAT

PROJECT BEREGOEIE VERHALEN

LES 23. GROEP: 3 t/m 8 Bewegen op muziek.

PROJECTBESCHRIJVING IN RAP EN ROER

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT DAT HAD JE GEDROOMD

In Evacuate the dancefloor van Cascada wordt een langer motief gebruikt. Meteen daarna wordt een variatie gespeeld.

Een goede muziekles bestaat meestal uit drie onderdelen uit de domeinen:

PROJECT WIJ ZIJN BIJZONDER

Muziek Singer Songwriter 1. Workshop Handleiding. Singer Songwriter 1. wat is jouw talent? 1. Singer Songwriter 1

Lesmateriaal. Waar slaat dat op! Basisonderwijs groep 5 groep 8

FHKE Pabo Veghel Floor van Uittert. Vakspecialist muziek

3. Delen oefenen: De groepjes van 2 verzinnen een eigen melodie en noteren deze op de melodiekaartjes. Ze oefenen dit op hun instrument.

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN IN DE MUZIEK

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

PROJECT SYMBOLISCHE VERHALEN

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT TOVEREN EN GAMES

PROJECT RECHT EN ONRECHT

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT PERSPECTIEF Leerlijn Literatuur Thema Onze Stad Groep 5 en 6 maart 2018

Cultuureducatie met Kwaliteit

PROJECTBESCHRIJVING MIJN SCHATKIST

Dieren deel 1 luisteren en noteren X Muziek noteren X Luisteren O Individueel X Duo 1. Inleiding: Oriëntatie: 3. Delen oefenen:

RIJMEN EN DICHTEN 1 GROEP 5

Algemene doelstellingen voor lessenreeks De Tijdmachine

PROJECT HAAGSE SKYLINE

PROJECT DANS EN SPORT

PROJECT BLIK OP DE TOEKOMST

1. UIT DE VIDEO. - Drumloop 80 bpm - Drumloop 100 bpm - Drumloop 120 bpm

Shake Song Fort van de Verbeelding. Bovenbouw Groep 7 en 8

Lesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen?

Hans en Grietje. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Start met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen.

PROJECT UTOPISCH DEN HAAG

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT LUCHTKASTELEN

Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT VERHALEN IN DE MUZIEK

1. Samen maken we muziek vandaag

Vrienden. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

De leerlingen kunnen een rap maken en uitvoeren met aandacht voor expressie en ritme.

Lesdoelen 1e les: Benodigd materiaal: Geluid maken op de pbone Lln leren met de juiste blaastechniek spelen

afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd voor is.

Van ik tot allemaal. Muziek. Mu1/2b. Mu1/2b.1. Algemene doelstellingen voor lessenreeks Van ik tot allemaal

OOSTENRIJK 1 GROEP 7. Muzikale elementen. Volksmuziek. Bron: Alma ten Bruin

PROJECTBESCHRIJVING DE WIJK IN

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

PROJECT HAGENAARS EN HAGENEZEN

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

oktober - december 2014 Damstede Nederlands Mentorles Engels Workshop Muziek JAAR VAK PROJECT TITEL Werkboek First ID

Lesideeën claves: onderbouw

Speak up! Wat is JA en wat NEE?

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

PROJECT TEKST IN BEELD

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

- Een voorwerp waarmee een tempo aangegeven kan worden. B.v. een stokje en een woodblock of blikje.

Bodyclap. Make the Music with your body

Verdeling vakinhoud leerlijn muziek groep 1-8

Co-creatie met basisschool De Ontdekking Groep 7-8

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT EVEN VOORSTELLEN

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Presenteren. Oriëntatie

Ben je boos. Lesbrief bij het project. een project voor groep 3 en 4 van de basisschool. Cultuurpalet Alphen aan den Rijn

PROJECT MIJN BOOMHUT

Draaiboek voor een gastles

Werkboek. Wij werken samen. Nederlands Mentorles Duits Geschiedenis Kunst Muziek Percussie. oktober - december 2015 Meridiaan College JAAR VAK

Workshop Handleiding. Boomwhackers 2. wat is jouw talent?

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Wij gaan bouwen, wij gaan bouwen, Doe je mee, doe je mee, Pak dan ook je spullen, pak dan ook je spullen Zaag, plank, schroef, zaag, plank, schroef.

Lessuggestie Opa En Oma

Liedbijlage. Groepen 3-5. Cd Pyramide 2008-II, track 41. Dit liedje is overgenomen met toestemming van Sesamstraat Company.

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

PROJECTBESCHRIJVING DAT HAD JE GEDROOMD

Reflectiegesprekken met kinderen

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN IN DE MUZIEK

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Lesbrief Dans en Taal

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Drukte bij de molen groep 5/6

FEEDBACK ARTISTIEKE COMPETENTIES. Erik Schrooten UCLL COMPETENT IN ARTISTIEKE COMPETENTIES. Feedback Erik Schrooten

Docent HET HOUTEN HUIS

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DANS & SPORT

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT PRIVACY, NOODZAKELIJK OF NIET?

Ontwikkelingsgebied: Muziek, taal. Lesdoelen voor de kinderen (Waarom ga je de activiteit doen, wat is je doel?)

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT TEKST IN BEELD

Transcriptie:

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT BIJ MIJ IN DE BUURT Leerlijn Muziek Thema Onze Stad Groep 5 en 6 Maart 2018 Klaar voor de start? Gebruik de digitale versie van dit project. Download dit document op je computer voor het beste gebruik. We gaan ervan uit dat je kennis hebt van de opzet van COH. Vraag bij de voorbereiding zo nodig hulp aan je interne cultuurcoördinator of je cultuurcoach (laat je informeren over de scholingsmogelijkheden). Bereid het project bij voorkeur samen met je collega s voor (vergeet de vakleerkrachten niet). Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is van grote meerwaarde. Zie CultuurSchakel voor het actuele aanbod. Nodig als dat lukt een kunstenaar uit die betrokken wordt bij de uitvoering van het project. Zie CultuurSchakel. Bedenk van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt inschakelen. Je mag het project op maat maken, mits je de fasen van het creatieve proces blijft doorlopen. Trek voor het hele project zes tot acht lesmomenten van 45 minuten uit. Kijk ook even op de Facebookpagina van Cultuuronderwijs op zijn Haags voor meer informatie en het gebruikersplatform. Inhoudsopgave 1. Informatie... 1 2. Introductie... 3 3. Oriëntatie... 3 4. Opdracht: Te laat... 7 5. Opdracht: In da hood... 10 6. Opdracht: Straight in da hood... 12 1. Informatie Lees ter voorbereiding van de COH-lessen onderstaande informatie over de invulling en het doel van het project en manieren om het project te promoten. Ook zijn hieronder de algemene benodigdheden en de begrippenlijst opgenomen. 1

Wat doen de leerlingen in dit project? Het thema van dit project binnen de leerlijn Muziek is Onze Stad. Onder de titel Bij mij in de buurt onderzoeken de leerlingen de onderwerpen rappen en hun wijk of buurt. Wat is een buurt? In welke songteksten komen (Haagse) wijken voor? Hoe rap je een tekst? Hoe overtuig je een ander met rap? Hoe voeg je een melodie samen met een rap? Een denkbeeldige schoolbus die de leerlingen thuis ophaalt en naar school brengt, vormt de partituur die de bijzonderheden in kaart brengt. De leerlingen experimenteren met rapteksten d.m.v. een lied over te laat op school komen. Ze passen de geleerde vaardigheden uiteindelijk toe in een eigen lied over de wijk. Dynamiek (hard en zacht), ritme, tempo en overtuigingskracht spelen hierbij een grote rol. Waarom dit project? De wijk is een belangrijk deel van de leefomgeving van een kind in deze leeftijd. Een rapsong is een populaire vorm om je eigen identiteit en die van jouw wijk (hood) tot uitdrukking te brengen. Het is belangrijk dat leerlingen ervaren wat het is om tot een groep te behoren. Positieve groepsvorming is een belangrijk doel in dit project. De leerlingen ervaren dat in groepsverband met een goede samenwerking veel bereikt kan worden. Doelen In dit project worden bij de Introductie, de Oriëntatie en de Opdrachten steeds twee kennisdoelen en twee vaardigheidsdoelen benoemd. De volgende houdingsdoelen gelden voor het project in het algemeen: De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief; Het kind kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en dat van anderen. Promotie Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is. Denk na over manieren om het project te promoten. Stel ouders op de hoogte van het museumbezoek of de komst van de kunstenaar in de klas. Maak foto s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen. Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen: klaslokaal of speellokaal muziekinstallatie en/of digibord digitaal foto- en filmtoestel (kleuren)printer Begrippenlijst Nederlandse taal Vaktaal Algemene woorden Werkwoorden het notenbeeld de begeleiding het couplet het refrein het klapspel het ritme, ritmisch de opmaat de musical de melodie de raptekst de dirigent de rapper de wijk de buurt het thema de bewoners de veiligheid de schoolbus de reistijd de reisafstand de mijlpaal de smoes het ochtendritueel de opwarming herkennen lokaliseren nazeggen doorgeven passeren aftellen onthouden aanleren rijmen instuderen voor- en nazeggen rappen 2

het tempo de beat strak in de maat de battle het intro de kunstenaar de volgorde de overgang de verstaanbaarheid de overeenkomst het verschil het beeld positief/negatief de route het onderscheid de reactie dirigeren inzetten articuleren aansluiten meezingen overtuigen 2. Introductie Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen De leerling kent Haagse wijken, de naambetekenis en de straatnaamthema s. onderzoekt een lied op uitvoering en tekstbetekenis door te luisteren en zingen; lokaliseert Haagse wijken op een plattegrond van Den Haag en naar aanleiding van het lied O, o, Den Haag. Benodigdheden Bijlage 1, refrein van het lied O, o, Den Haag notenbeeld Bijlage 2, lied (I Like to Be) in America begeleiding (mp3) Bijlage 3, wijken Den Haag postervellen stiften Aan de slag in de klas Het project kan op twee manieren geïntroduceerd worden: Zing (en beluister) O, O, Den Haag van Harrie Jekkers (zie de link de onderstreepte titel hierboven). De tekst van het lied is in de coupletten pittig. Zing daarom alleen het refrein en laat alleen het refrein horen. Wie praat er net zo Haags in de klas? Herkennen ze plekken in het lied? Welke wijken worden genoemd? Zing het refrein van America. Leer de leerlingen eerst het lied aan door het zelf voor te zingen (zoals het is, maar met herhaling van telkens dezelfde zin: I like to be in America ). Gebruik daarvoor eventueel de mp3. Maar de school staat niet in Amerika. In welke wijk zijn we? Vervang America door de naam van de wijk en zing het een aantal keren. Enkele voorbeelden: Beide liederen zijn alleen bedoeld als introductie en zijn geen doel op zich. Kies er daarom één en besteed er wat tijd aan, maar niet te veel. 3

Over de mp3 De mp3 is de begeleiding bij het lied America uit de musical West Side Story met muziek van Leonard Bernstein. Er wordt niet gezongen maar de zangmelodie wordt wel gespeeld en u pikt hem er vermoedelijk makkelijk uit (klarinetgeluid). De opname begint met vier maten intro (het harde gedeelte) en daarna volgt het lied (daar wordt het zachter). Daarna nog een keer het intro en het lied. U kunt het lied op de begeleiding dus twee keer zingen. Aansluitend: Projecteer (of hang) een kaart van Den Haag op het digibord (Bijlage 3). Waar ligt de wijk waar de school in staat? Welke wijken zijn er nog meer? In welke wijk woon jij? Waar is jouw plaats in de stad? (In het geval dat O, O, Den Haag is gezongen: waar zijn de in het lied genoemde wijken?). 3. Oriëntatie Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen kent Haagse wijken, de naambetekenis en de straatnaamthema s; kent transportvormen naar scholen in Den Haag en in andere landen; kent de afstand van zijn huis naar school en de behorende reistijd. benoemt kenmerken van zijn eigen wijk op het gebied van feesten, populatie, uiterlijke kenmerken, winkels, vriendengroepjes, veiligheid; benoemt mijlpalen van zijn reis van huis naar school; reageert in een cirkel snel en ritmisch op een ander. Benodigdheden n.v.t. Aan de slag in de klas Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht. Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen: Hoeveel wijken/buurten in Den Haag kan je opnoemen? In welke wijk/buurt woon jij? Wat is het thema van de straatnamen (zeehelden, uitvinders, vogels, bomen etc.)? Wat maakt jouw wijk bijzonder? Zijn er speciale kenmerken, feesten, bewoners? Andere invalshoek Ben je in jouw wijk geboren? Heb je geluk als je in deze wijk geboren bent? Voel je je er thuis? Wat zijn voor jou belangrijke dingen om je in een wijk thuis te voelen? Andere invalshoek 4

Is het een hechte wijk? Kennen mensen elkaar? Kent de winkelier (de bakker, slager, groenteman) je? Zou je dat juist fijn of niet fijn vinden? Leg eens uit waarom? (In het geval America is gezongen) De West Side Story speelt zich af in New York, een grote stad, net als Den Haag. En wel in een wijk die The West Side heet. De musical gaat over twee gangs die ruzie met elkaar hebben. Zijn er bij jou in de buurt gangs (groepen die samenscholen)? Hoe voelt dat? Wat betekent het voor jouw veiligheid? En die van je ouders/oudere mensen? Zijn er hier in de klas gangs? Wat betekent dat voor jou? [Dit onderwerp voert veel verder dan dit project maar mochten pesterijen een probleem zijn in de klas, dan is dit een aangrijpingspunt om het te bespreken]. Oriëntatieopdracht Inleidend gesprek Hoe kom jij naar school? In sommige landen is er een schoolbus die de kinderen ophaalt (Verwijs eventueel naar Amerika als America gezongen is.). Opdracht Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Stel, wij hebben ook een schoolbus. Wat zou de route zijn? 2. Vraag: wie woont het verste weg en moet als eerste opgehaald worden? 3. Laat de leerlingen in een kring staan. Links van u staat de leerling die als eerste wordt opgehaald, rechts van u (het einde van de kring) degene die als laatste wordt opgehaald. Optie Groepsvorming 1 Als leerlingen in een kring moeten gaan staan, doen ze dat eigenlijk altijd op dezelfde manier. Jongens staan bij de jongens, meisjes bij de meisjes. Of vriendengroepjes staan bij elkaar. Het is nooit een zomaar gemixte groep. Om wel tot een willekeurige kring te komen, kunt u het volgende doen. Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Vraag de leerlingen door het lokaal te lopen zonder te praten en zonder elkaar aan te raken. 2. Op een gegeven moment roept u een cijfer (van 0 tot 9). De leerlingen moeten dan zo snel mogelijk in dat cijfer gaan staan. Dat wil zeggen: als je er van boven op zou kijken, zou je het cijfer zien. Zonder te praten!! 3. Doe dit een paar keer en eindig met het cijfer 0. Ook die laatste keer zullen ze bezig zijn met zo snel mogelijk het cijfer te maken en niet meer letten op wie naast wie staat: u hebt een gemixte groep. Groepsvorming 2 U kunt het formeren van de kring in de route van de schoolbus gewoon mondeling doen, maar u kunt er ook een spelopdracht van maken: 1. De leerlingen staan in willekeurige volgorde, zij aan zij, op iets wat vrij smal is. Bijvoorbeeld op een gymbank of een (denkbeeldige) lijn. (Als er teveel leerlingen zijn, kunt u twee banken nemen en de oefening in twee groepen doen, eventueel als wedstrijd). 2. De leerlingen gaan op volgorde van afstand tot de school staan. Maar om zich te verplaatsen, zullen ze elkaar moeten passeren. Zonder van de bank te vallen of van de lijn te stappen! Dat betekent dat ze elkaar moeten vragen hoe lang ze over de weg naar school doen en dat ze elkaar moeten vasthouden om niet te vallen. 5

Deze oefening werkt positief op de groepsvorming: aandacht hebben voor elkaar en voorzichtig zijn met elkaar. 3. Na de vorming van de kring volgt een klapspel. U klapt één keer in uw handen en geeft de klap door naar de leerling links van u. Iedereen klapt om de beurt totdat de klap weer bij u is. Tips: o Probeer de klap steeds sneller door te geven. o Ga ook eens de andere kant op. o Geef een ssss -klank door in plaats van een klap. o Leg de volgorde van de leerlingen in de schoolbusroute vast door bijvoorbeeld een foto te nemen (de volgorde is in een latere opdracht van belang). Is er veel te doen in jouw buurt? Is er genoeg te doen? Wat zou je meer willen kunnen doen? Ben je tevreden over jouw buurt? Wat moet behouden blijven en wat zou je willen veranderen? Zou je daar zelf iets aan bij kunnen dragen? Ken je jouw eigen buurt? Weet je alles te vinden? Heb je veel vriendjes of vriendinnetjes in de buurt wonen? Hoe was jouw reactievermogen in het klapspel? 6

4. Opdracht: Te laat In deze opdracht onderzoeken de leerlingen redenen om te laat op school te komen. Ze bekijken de melodie van een lied op tekst en opmaat. Ook leren ze om tijdig een melodie in te zetten en om vooraf af te tellen. Vervolgens studeren ze een raptekst in en leren ze om deze tekst ritmisch uit te spreken. Ze zingen het lied Te laat en verwerken in het lied in rap-vorm allerlei smoezen in wisselzang. Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen kent het begrip opmaat; kent het verschil tussen couplet en refrein; kent de begrippen ritme en ritmisch; verkent spelenderwijs het dirigeren van een groep; ervaart de relatie tussen ritme en tekst(delen); kent het verschil tussen kort en lang, langzaam en snel, hard en zacht, hoog en laag. relateert zijn ochtendritueel aan de aankomsttijd op school; een melodie en rap op tijd in; spreekt een tekst ritmisch uit op begeleiding; presenteert overtuigend; fraseert het lied in de vorm die bij het lied past. Benodigdheden Bijlage 4, lied Te Laat notenbeeld van voor het digibord (eventueel) Eigenwijs-cd: track 183 (eventueel) Bijlage 5, Smoezen (eventueel) de teksten van de ritmes (zie projectbeschrijving) Bijlage 10, lied Te Laat begeleiding (mp3) voor uw eigen voorbereiding: de mp3 s van Bijlage 6-9 Aan de slag in de klas Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Onderzoek In deze opdracht zingen de leerlingen het lied Te laat van O. van der Jagt (uit Eigenwijs). Ze leren daarbij een tekst ritmisch uit te voeren (te rappen). Inleidend gesprek Hoe is het ochtendritueel bij jou thuis? Bij wie is het altijd haasten? Bij wie gaat alles rustig? Wie komt er wel eens te laat op school? Hoe komt dat dan? Heb je wel eens een smoes verzonnen als je te laat op school was? Verzin met de leerlingen een aantal smoezen. Hoe idioter, hoe leuker. Gebruik indien gewenst Bijlage 5 met de Loesjesmoezen. Het lied Te laat Leer de leerlingen het refrein van het lied Te laat. Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Projecteer het lied op het digibord (Bijlage 4). 2. Laat de cd horen of zing het lied voor (stop voor het rapgedeelte). 3. Bespreek de melodie. 7

o Welke twee zinnen zijn hetzelfde? (Zin 1 en 3.) o Welk woordje in regel 2 hoort eigenlijk bij regel 3? (Het woordje te.) o Hoe noem je zo n opstapje? (Een opmaat.) o Hebben de andere zinnen ook een opmaat? (Ja, elke zin heeft een opmaat.) 4. Laat de leerlingen eerst zin 1 en 3 meezingen. Daarna zin 2 en 4 ertussen. 5. Oefen het op tijd inzetten van de melodie. Tel daarvoor af (in gelijkmatig tempo): 1 2 3 4 Te (laat). Laat ook een leerling eens aftellen tot 4. 6. Zing de melodie mee met de cd of begeleid zelf op bijvoorbeeld gitaar. Vond je het makkelijk om smoezen te verzinnen? Hoe komt dat? Wat gaat er goed aan het zingen van het lied? Kun je het lied ook al uit het hoofd zingen? Uitvoeren Nu gaan de leerlingen de verschillende smoezen (de rapteksten) instuderen. Dat kunt u het beste in de kleine kring doen. Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Er zijn vier rapteksten. Verdeel de klas dus in vier groepjes. Iedere raptekst heeft twee regels die rijmen. 2. Studeer met de vier groepjes afzonderlijk hun tekst in. (Gebruik eventueel voor uw eigen voorbereiding de mp3 s met de ritmes). Over de mp3 s Ieder ritme is een mp3 (Bijlage 6-9). U hoort telkens eerst vier tikken, daarna het ritme met een claves-geluid. Bijlage 10 is een mp3 met de begeleiding van het hele lied. Het begint (net als op de Eigenwijscd) met vier maten intro. Daarna volgt: refrein rap 1 refrein rap 2 refrein rap 3 refrein rap 4 refrein. Ritme 1 (Bijlage 6) Ritme 2 (Bijlage 7) Ritme 3 (Bijlage 8) Ritme 4 (Bijlage 9) 3. De leerlingen hoeven de teksten niet te krijgen, die leren ze meteen uit het hoofd. Zeg het eerst één keer in zijn geheel (ritmisch) voor. Zeg daarna alleen de eerste helft een paar keer 8

terwijl de leerlingen het nazeggen. Daarna de tweede helft een paar keer. Voeg tenslotte samen. 4. Herhaal in elke kleine kring het gezongen gedeelte van het lied. 5. Plak daarna de raptekst er achteraan zodat de leerlingen weten dat ze meteen na het zingen moeten invallen met de raptekst. NB Mogelijk komt een groepje met een eigen smoes die ook heel leuk is. Geef dan de ruimte om die eigen smoes ook ritmisch uit te spreken, vergelijkbaar met de opdracht hierboven. Dat kan de volledige tekst zijn, maar ze kunnen ook een regel van een van de ritmes door een eigen tekst vervangen. (Bijvoorbeeld: M n voeten sliepen nog, want ze gingen laat naar bed en tot m n grote spijt kwam papa ook niet uit zijn bed ). Hoe verloopt het uitvoeren van de raptekst? Ken je de tekst uit het hoofd? Hoe verloopt de overgang van het zingen naar het rappen? Rapt iedereen in het groepje de tekst mooi gelijk? Presenteren De leerlingen uit de verschillende groepen kennen elkaars teksten niet. Dat is een verrassing bij de presentatie. Oefen eerst met de hele klas het gezongen gedeelte van het lied nog eens. Gebruik daarvoor Bijlage 10 met de begeleiding. Laat de groepjes bij elkaar staan en verdeel ze over het lokaal. Bijvoorbeeld in de vier hoeken. Of de klas staat als één groep, maar het groepje dat aan de beurt is, doet een stap naar voren. Spreek een volgorde van rappen af. Voer het hele lied uit. De refreinen met z n allen; de raps telkens door het groepje dat aan de beurt is. Bespreek na de eerste keer uitvoeren wat er goed ging en wat er beter kan. (Vaak wordt bijvoorbeeld het refrein steeds slapper gezongen). Stimuleer de leerlingen om heel kritisch te zijn en geef zelf geen (of nauwelijks) op- of aanmerkingen. Neem de laatste uitvoering op en luister na. Welke groepjes sprongen er in positieve zin uit? Waardoor waren die groepjes bijzonder? Sloot alles goed op elkaar aan? Welke belangrijke punten van deze uitvoering neem je mee naar de volgende opdracht? Evalueren Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen: Bespreek met de leerlingen wat ze geleerd hebben in deze opdracht. Dat kunnen muzikale dingen zijn (ritmisch praten/rappen, opmaat, goed verstaanbaar zingen) maar ook sociaalemotionele dingen. Zet bijvoorbeeld een leerling of een groep die voor zijn/haar doen goed (samen)gewerkt heeft in het zonnetje en benoem wat er goed aan was. 9

5. Opdracht: In da hood In deze opdracht onderzoeken de leerlingen in duo s kenmerkende elementen in hun wijk of buurt. Ze inventariseren deze gezamenlijk en dat vormt het uitgangspunt voor het schrijven van een tekst. De leerlingen ervaren het belang van het tempo bij het uitvoeren van een rap en onderzoeken hoe hun tekst ritmisch uitgesproken kan worden op muziek. Vervolgens leren ze elkaar raps aan en werken ze aan hun rapattitude om uiteindelijk in een groepje tot een couplet te komen. Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen maakt kennis met de relatie tussen dynamiek, beweging en overtuigingskracht; ervaart het verschil tussen rappen en zingen; kent de begrippen ritme en ritmisch; kent het begrip maat; ervaart de relatie tussen ritme en tekst(delen); kent het verschil tussen kort en lang, langzaam en snel, hard en zacht, hoog en laag. spreekt een tekst ritmisch uit op begeleiding; schakelt succesvol tussen rappen en zingen; schrijft rijmregels over zijn buurt op basis van een bestaand nummer en houdt rekening met de lengte, het tempo en het ritme; past zijn uitvoering aan het tempo van de muziek aan; voert overtuigend een eigen rap uit en let op articulatie, klank, dynamiek en attitude; overtreft en overtuigt anderen door te rappen in een rapbattle; presenteert overtuigend. Benodigdheden Bijlage 11, Gangsta s Paradise begeleiding (mp3) pen en papier voor de leerlingen verkleedspullen Aan de slag in de klas Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Onderzoek In deze opdracht gaan de leerlingen, eerst in tweetallen, daarna in viertallen, een couplet maken voor een rap over hun wijk. Dit couplet voeren ze uiteindelijk op een beat uit. In de opdracht hierna worden dit groepen van acht. Als een veelvoud van acht niet uitkomt in uw klas, moet u daar hier in het begin al rekening mee houden. Het format van de opdracht is: vier groepen van acht. Maak in het begin de duo s en viertallen groter als u meer kinderen in de klas hebt. Over de mp3 Bijlage 11 is de begeleiding van de rap van Gangsta s Paradise. Er komt in de derde opdracht een gezongen gedeelte, maar dat zit hier nog niet in. De mp3 is met opzet lang gemaakt (5 minuten) zodat hij niet zo vaak opnieuw gestart hoeft te worden. 10

Zelf een rap maken De leerlingen maken een rap op Gangsta s Paradise van Coolio. Beluister en bekijk eventueel bij aanvang van deze opdracht de originele versie op YouTube (zie link hierboven). Dit is voor de opdracht verder niet noodzakelijk. Het nummer is in de versie van Coolio tamelijk duister (qua beeld en tekst). U kunt ook meteen de mp3 Gangsta s Paradise laten horen. Herkennen leerlingen het nummer? Het tempo van dit nummer ligt lager dan dat van Te laat uit de vorige opdracht. Laat ze daarom hun raptekst van Te Laat nog een keer op deze begeleiding uitvoeren om aan dit nieuwe tempo te wennen. Let op: ze moeten de rapregels van Te laat dus langzamer uitvoeren dan eerst. Het kan namelijk in principe ook sneller, maar dat is voor het vervolg van de opdracht niet de bedoeling. Uitvoering Voer de volgende opdrachten in volgorde uit: 1. Maak duo s: telkens twee leerlingen die vlak bij elkaar wonen (bij voorkeur in dezelfde straat). 2. Elk duo maakt twee regels over de eigen straat of buurt. Die regels moeten rijmen. Het is leuk als de naam van de buurt of straat erin zit. (De lengte van de twee regels is even lang als de twee rapregels in Te Laat. Het is daarom zinvol om eerst die regels op de nieuwe begeleiding te hebben herhaald.) NB Het is aan te bevelen om de hele tijd de begeleiding te laten lopen, zodat de leerlingen met het tempo en ritme rekening blijven houden. Als de mp3 opgehouden is, is het ook tijd om te kijken hoever de leerlingen zijn. 3. Help leerlingen die niet op gang komen. Bijvoorbeeld: In de Beeklaan is ; In de zomer is mijn straat ; De mensen in mijn straat Help ze op weg door ze dingen te laten noemen die je ziet in hun straat (winkels, parkjes, een kerk, etc.) 4. Check de regels klassikaal of in de kleine kring en geef suggesties ter verbetering. Hoe verliep het de samenwerking tijdens het maken van de tekst? Zijn het pakkende teksten geworden? Licht je antwoord toe. Passen de regels op de beat? Blijft het verstaanbaar? Ken je de zinnen uit je hoofd? Welke dingen moet je niet vergeten bij het uitvoeren? Uitvoeren Voer de volgende opdrachten in volgorde uit: 1. De duo s oefenen de regels op de begeleiding, totdat ze de regels samen foutloos in het ritme kunnen uitvoeren. (De begeleiding moet de hele tijd aanstaan.) 2. Zet twee duo s bij elkaar zodat groepjes van vier ontstaan. Liefst twee duo s die geografisch gezien dicht bij elkaar liggen. 3. De leerlingen leren elkaar hun twee regels en oefenen op de begeleiding net zolang tot ze de vier regels foutloos met z n allen kunnen uitvoeren. Uiteraard uit het hoofd! 4. Laat de groepjes elkaar de rap voordoen en geef ruimte om feedback te geven aan elkaar. 5. Eventuele veranderingen worden in de groepjes geoefend. Geef hiervoor niet meer dan 5 minuten. 6. Nog een keer voor elkaar uitvoeren. 11

Sommige groepjes zullen strak zijn, andere niet. Het is wel belangrijk dat u afbreekt waar de tekst te lang is. Sommige groepjes zullen lef hebben, andere niet. Bespreek met de leerlingen hoe het moet klinken (duidelijk gearticuleerd, niet brommend of binnensmonds). Bespreek ook hoe het eruit moet zien. Hoe staan rappers erbij? (Met attitude.) Geef de leerlingen vervolgens de opdracht om hun couplet in het groepje te perfectioneren qua klank en qua looks. Waarom vormen jullie een eenheid (als viertal)? Wat hebben jullie bedacht over de uitvoering? Sluiten de zinnen goed op elkaar aan? Is het verstaanbaar? Waarom is het boeiend om ernaar te luisteren en te kijken? Wat zou er nog beter kunnen? Presenteren Spreek van te voren een volgorde af. Laat de leerlingen staan en verdeel ze eventueel over het lokaal. 1. Doe een oefenrondje. Aandachtspunt voor de leerlingen: probeer de andere groepjes te overtreffen! Laat het een battle zijn waarin je jouw gebied zo goed mogelijk voor het voetlicht krijgt. De leerlingen moeten dus heel goed naar elkaar kijken en luisteren en creatief zijn in hun uitvoering. 2. Geef de leerlingen na dit eerste oefenrondje vijf minuten de tijd om hun act te verbeteren. 3. Voer de complete rap in volgorde uit. Laat groepjes op elkaar aansluiten maar voeg ook een paar adempauzes in. Welke groepjes sprongen er in positieve zin uit? Waardoor waren die groepjes bijzonder? Sluiten de afzonderlijke raps op elkaar aan of is een andere volgorde wenselijk? Welke belangrijke punten van deze uitvoering neem je mee naar de volgende opdracht? Evalueren Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen: Was je tevreden over jouw inbreng? Hoe was de samenwerking met je duopartner en met de viertallen? Waar ben je tevreden over en waarover minder tevreden? Wat zou je een volgende keer precies zo doen? Wat zou je anders doen? Heb je voldoende tijd gehad? Vertelt het totaal van alle raps iets over de wijk? Komen de belangrijkste dingen aan de orde? Is de sfeer die uit de raps spreekt kloppend met de wijk? 12

6. Opdracht: Straight in da hood In deze opdracht staat de ontwikkeling van een compleet nummer centraal. De leerlingen leren het refrein van hun rapsong en onderzoeken hoe dat het beste uitgevoerd kan worden om een contrast met de rapcoupletten te vormen. Vervolgens voegen de leerlingen de coupletten en het refrein samen en onderzoeken ze welke volgorde en welke vorm het beste werkt. Uiteindelijk presenteren de leerlingen hun eigen song over hun wijk aan publiek. Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen kent het verschil tussen couplet en refrein; maakt kennis met de relatie tussen dynamiek, beweging en overtuigingskracht; ervaart het verschil tussen rappen en zingen; kent de begrippen ritme en ritmisch; kent het begrip maat; kent het begrip vorm en vormschema; ervaart de relatie tussen ritme en tekst(delen); kent het verschil tussen kort en lang, langzaam en snel, hard en zacht, hoog en laag. telt af en zet en zet een melodie en rap op tijd in; spreekt een tekst ritmisch uit op begeleiding; schakelt succesvol tussen rappen en zingen; past zijn uitvoering aan het tempo van de muziek aan; benoemt muzikale verschillen en overeenkomsten tussen muzieknummers; benoemt de emotionele lading van de boodschap van een muzieknummer en let op de toon; onderzoekt een bestaand refrein op dynamiek, ritme, gebaren en beweging; rapt in samenwerking met medeleerlingen twee bestaande coupletten en houdt rekening met beweging, uitvoering, begeleiding en uitstraling presenteert overtuigend; fraseert het lied in de vorm die bij het lied past. Benodigdheden Bijlage 12, refrein van In da Hood begeleiding (mp3) Bijlage 13, refrein van In da Hood notenbeeld Bijlage 14, In da Hood complete begeleiding (mp3) verkleedspullen tekenpapier zachte kleurpotloden zacht vetkrijt (bijvoorbeeld Pandakrijt) grijze tekenpotloden gummen schrijfgerei materialen voor het maken van een uitnodiging 13

Aan de slag in de klas Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Onderzoek Over de mp3 s Bijlage 12 is een mp3 van de begeleiding van het gezongen refrein van Gangsta s Paradise. Vier tikken (een cowbellgeluid) gaan aan het zingen vooraf. Het refrein moet altijd twee keer achter elkaar gezongen worden. Bijlage 13 is de complete begeleiding van In da Hood (de nieuwe titel van Gangsta s Paradise ). De vorm is als volgt: Intro (twee keer het stringsmelodietje) 2 rapcoupletten refrein (2 keer) 2 rapcoupletten refrein (2 keer) 2 rapcoupletten refrein (2 keer) 2 rapcoupletten refrein (2 keer) In de derde opdracht leren de leerlingen om het refrein te zingen en voegen ze het hele rapnummer samen. Het refrein is op de melodie van het refrein van Gangsta s Paradise, maar heeft een nieuwe tekst. Het complete nummer dat door de klas gemaakt is heet vanaf nu: In da Hood ( in de wijk ). 1. Luister naar de melodie van het refrein van Gangsta s Paradise (zie link hierboven). Of: zing de melodie voor. Of: gebruik meteen Bijlage 12. In Bijlage 2 hoor je de melodie vrij hard (pianogeluid). 2. Projecteer de tekst en het notenbeeld (Bijlage 13) op het digibord en laat de leerlingen meezingen. Herhaal een paar keer. Net zolang tot ze de tekst op het bord niet meer nodig hebben. Kun je het refrein goed meezingen? Hoe wil je het refrein zingen? (hard/zacht/met klap erbij) Uitvoeren Elk rapcouplet heeft vier regels (twee duo s met ieder twee regels). Voor het complete nummer moet de volgorde worden: couplet couplet refrein refrein (en dat een paar keer). Er moeten dus telkens twee coupletten (twee viertallen) op elkaar volgen. Bepaal met de leerlingen de volgorde. Gebruik eventueel de denkbeeldige busroute naar school uit de oriëntatieopdracht. Formeer groepjes van acht en zet die in het lokaal bij elkaar. Opdracht 1 1. Geef de leerlingen twee opties en laat ze kiezen: De viertallen leren elkaar hun teksten aan: ieder groepje van 8 voert samen twee coupletten uit, of: Het viertal doet zijn eigen couplet maar de andere vier zeggen het laatste woord van de zin mee (zoals vaak voorkomt in rap). In het volgende couplet vice versa. 2. Geef de leerlingen geruime tijd om samen te oefenen (laat de begeleiding uit de vorige opdracht bijlage 11 meelopen ). 3. Geef ook tijd om te werken aan de presentatie. Denk aan: bewegingen, hoe ze eruit willen zien (dezelfde cap/kleur etc.). Opdracht 2 14

Geef de ruimte om de rapcoupletten te oefenen in afwisseling met het refrein. Volg de volgende werkwijze: 1. Herhaal met de hele klas de melodie van het refrein. 2. Oefen het inzetten met Bijlage 14. Eerst het intro en dan begint de rap. 3. Oefen daarna het rappen (iedereen door elkaar heen), gevolgd door het refrein (met z n allen). 4. Spreek een volgorde af waarin de groepen van 8 gaan rappen. Laat ze ook in die volgorde in het lokaal staan. 5. Spreek de vorm door: intro couplet 1 en 2 (8 leerlingen) refrein 2x couplet 3 en 4 (de volgende 8 leerlingen) refrein 2x etc. 6. Als er minder dan 32 (4 groepen van 8) leerlingen in de klas zitten laat u een groep van 8 of een viertal twee keer uitvoeren. 7. Doe een oefenrondje en bespreek het na met behulp van de volgende aandachtspunten: Is het een logische volgorde of kan er beter ergens gewisseld worden? Sluit het allemaal goed aan? Is elk groepje overtuigend? Blijft iedereen zich goed concentreren? Wordt het refrein telkens overtuigend door iedereen meegezongen? Welke afspraken hebben jullie gemaakt over het uitvoeren van de rapcoupletten? Welke afspraken hebben jullie gemaakt over hoe het eruit gaat zien? Beheerst iedereen zijn eigen taak perfect? Is er iemand in het groepje die wat extra hulp nodig heeft? Hoe gaan jullie dat oplossen? Is iedereen in de groep van acht tevreden over hoe het klinkt, hoe het eruit ziet en hoe het oefenen gegaan is? Presenteren Geef eerst de ruimte om de rapcoupletten te oefenen in afwisseling met het refrein. Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 8. Herhaal met de hele klas de melodie van het refrein. 9. Oefen het inzetten met Bijlage 14. Eerst het intro en dan begint de rap. 10. Oefen daarna het rappen (iedereen door elkaar heen), gevolgd door het refrein (met z n allen). 11. Spreek een volgorde af waarin de groepen van acht gaan rappen. Laat ze ook in volgorde in het lokaal staan. 12. Spreek de vorm door: intro couplet 1 en 2 (acht leerlingen) refrein 2 keer couplet 3 en 4 (de volgende acht leerlingen) refrein 2 keer, etc. 13. Als er minder dan 32 (vier groepen van acht) leerlingen in de klas zitten laat u een groep van acht of een viertal twee keer uitvoeren. Doe een oefenrondje. Bespreek het na. Is het een logische volgorde of kan er beter ergens gewisseld worden? Sluit het allemaal goed aan? Is elk groepje overtuigend? Blijft iedereen zich goed concentreren? Wordt het refrein telkens overtuigend door iedereen meegezongen? Het is leuk om andere klassen of ouders uit te nodigen voor de finale uitvoering. Het is ook de moeite waard om het te filmen. Het nummer kan namelijk meegenomen worden naar groep 7-8 en een plaats krijgen in de uitvoering aan het einde van het jaar. Een filmpje kan dan een handige geheugensteun zijn. 15

Was het een boeiende en afwisselende uitvoering? Was het gelijkmatig van kwaliteit of sprong iets er in positieve of negatieve zin uit? Vond je het leuk om te doen? Was je tevreden over jezelf en over jouw groep? Evalueren Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen: Wat heb je geleerd op muzikaal gebied? (Een tekst schrijven, ritmisch zijn, overtuigend zingen, maat houden, afwisseling couplet/refrein, samen musiceren etc.) Wat heb je geleerd over jezelf? Wat vond je makkelijk, moeilijk, leuk, minder leuk, spannend, eng, uitdagend, etc. Heb je jezelf verrast? Hoe was je rol in de groep? Was je een voortrekker of een volger? Wat zou je een volgende keer anders willen? Vond je het fijn om met anderen samen te werken en een gezamenlijke prestatie neer te zetten? Of werk je liever alleen? 16