ZICH INZETTEN VOOR HET RELIGIEUS ERFGOED LOONT!

Vergelijkbare documenten
Werkplan en begroting

Kerkgebouwen zijn vaak karakteristiek, beeldbepalend en staan op de mooiste plekken. Vrijwel iedereen wil deze betekenisvolle gebouwen behouden.

Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw - Kerkenbeleidsplannen - Werking

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

Wanneer is er sprake van verwaarlozing? Platform Monumententoezicht Marc Berends 11 mei 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsplan Stichting ter behoud van de kerkelijke gebouwen van Oudehaske en Haskerhorne

Parochiekerkenplan: klus of kans? Ervaringen uit enkele pilootprojecten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Beleidsplan Stichting ter behoud van de kerkelijke gebouwen van Oudehaske en Haskerhorne

BAOZW/U Lbr. 08/191

Er is steeds meer oog voor de culturele waarde van oude kerken, maar vooral het kerkinterieur loopt nog altijd groot gevaar.

ONDERSTEUNINGSTRAJECT BEWUSTWORDING KANSEN RELIGIEUS ERFGOED VOOR DE TOEKOMST

De toekomst van kerken in Utrecht: bestendig gebruik, behoud en herontwikkeling

Waarderen en herbestemmen van roerend religieus erfgoed een stappenplan

Raadsstuk. Onderwerp: Bijdrage aan restauratie Kathedrale basiliek Sint Bavo BBV nr: 2016/439713

Reactie op Geloof in de toekomst! Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed van de Stichting 2008 Jaar van het Religieus Erfgoed

Zorg voor kloostererfgoed. Wat doet het CRKC voor de kloosters?

John Dagevos (Telos/UvT) Tilburg, 27 november Heilige huisjes in de knel

Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT Portefeuillehouder : A.

1 VERSLAG VAN HET BESTUUR Terugblik jaar 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 mei 2019 Voortgang moties en toezeggingen erfgoed

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ruimtelijke Ontwikkeling en Economische Zaken

NETWERKBIJEENKOMST Herbestemmingsagenda Religieus Erfgoed. 3 juli 2012

De bevraging van de Vlaamse parochiekerken. Een stand van zaken: ontsluiting en toekomstperspectieven. Open Kerken 16 mei 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Herbestemmingsteam Monumenten s-hertogenbosch

Beleidsplan Vereniging Vrienden Walburgiskerk Zutphen

Expertmeeting herbestemming religieus erfgoed Arnhem, 21 januari 2011

saam. Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties no AUS Datum 12 augustus 2013

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 26 januari november De raad wordt voorgesteld te besluiten:

6) Cultuur en erfgoed


Investeren in monumenten: Verdieping financieel kader

VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

Naar een gedragen toekomstvisie in het kerkenbeleidsplan

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden.

Aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mevrouw mr. drs. I.K. van Engelshoven Postbus BJ DEN HAAG. Amsterdam, 6 september 2018

VISIEDOCUMENT VERENIGING HENDRICK DE KEYSER Periode

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2013 NR: 75

Informatieblad (aangepaste regeling m.i.v. 1 oktober 2012) Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten

Onderwerp: Aanwijzing voormalig synagogegebouwtje als gemeentelijk monument.

Nationale Monumentenorganisatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum. Geachte Voorzitter,

Algemene Monumenten informatie

Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling. Raadsinformatiebijeenkomst Utrechtse visie religieus erfgoed 24 november 2016

Een toekomst voor kerkgebouwen!

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 september 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 SEPTEMBER Nota Cultuurhistorie Doetinchem 2017

PROVINCIAAL BLAD. Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland

Telefoonnummer Monumentenstichting voor gemeentelijke monumentale eigendommen

Wij willen de waarde van kerken intact houden of zelfs vermeerderen :20

Centraal kerkenbeleid redt kerkgebouwen uitgebreide versie datum van indiening 7 april 2009

Stichting Fonds ter bevordering ener Liberale Protestantsche Godsdienstprediking te Oosterbeek. Beleidsplan

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: minister van OCW,

Notitie Stand van zaken Brabantse monumenten

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: OORES01. Tuinmuren vesting Heusden

Erfgoedloket Groningen. voor eigenaren en bewoners van monumentale gebouwen in het aardbevingsgebied

Beleidsplan 2015 en volgende jaren

Persmap. Kerkbalans Wat is de kerk jou waard?

Onderzoek Gemeenteambtenaren 2013

Verbindend erfgoed, een Erfgoedvisie en uitvoeringsagenda voor de gemeente Katwijk. CONCEPT Verspreid ter bespreking op participatieavond 6 juni 2017

De toekomst van kerkgebouwen in Noord-Brabant

Algemene informatie Restauratiefinanciering

Parochiekerkenplan Antwerpen

Brim Toelichting op de nieuwe regeling. Renate Pekaar SCEZ 17 oktober 2012

B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen

SML NGEKOMEN 0 3 DEC Paraaf Provinciesecretaris

Jaarverslag mei stipe fan:

RESTAURATIEPLAN REMONSTRANTSE KERK

Beleidsplan Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum

Bijlagen bij het cultuurconvenant

Onderzoek draagvlak voor monumenten Nationaal Restauratiefonds 4 september 2014

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 24 Cultureel erfgoed

Leegstand en erfgoed. Erfgoedcafé 26 mei 2016 Holwerd. Hans Magdelijns Senior adviseur erfgoed / Herbestemming als gebiedsopgave

Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling restauratiesubsidiesrijksmonumenten Noord-Holland 2015.

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

RAADSVOORSTEL Hart van Austerlitz, garantstelling voor de te sluiten hypotheek voor de koop van acht woningen bestemd voor ouderen

HERBESTEMMINGSINFORMATIE PROFESSIONALS

Monitor. Erfgoedinspectie. Monumenten en Archeologie

Proces WWZ-nieuwbouw projecten WWZsupport- Wonen Welbevinden Zorg

Subsidieregeling restauratie monumenten

Stichting Vrienden van de oude kerk Diever BELEIDSPLAN

Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing (34556) Aukje de Vries - VVD

u u R RAA De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De heer drs. H. Zijlstra Postbus BJ Den Haag

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

De conceptnota Een toekomst voor de Vlaamse parochiekerk en de toekomst van de parochie

KERKENBELEIDSPLAN MECHELEN OPMAAK EN IMPLEMENTATIE. Raadscommissie stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening en openbare werken 25/01/2018

TOEKOMST VAN DE PAROCHIEKERKEN STAPPENPLAN VOOR DE PASTORALE BELEIDSGROEPEN 12/03/2012

13 juni Monumenten: Aanwijzingscriteria

Zorg voor monumentale kerkgebouwen

Stichting Fonds 1819 Met het oog op lokale en regionale belangen. Beleidsplan

Kennisnemen van Informatie over voortgang proces Oorlogsmuseum Overloon en erfgoed van de Tweede Wereldoorlog

Onderzoek Federatie van Diaconieën en Kerk in Actie naar toekomstgericht diaconaal beleid

Handreiking herbestemming cultureel erfgoed

Inventaris van het roerend religieus patrimonium in de kerk van Serskamp. Waarom en hoe?

Onderwerp: Herbestemming kerk

6) Cultuur en erfgoed

Transcriptie:

Persbericht Embargo tot 18 december 2018 ZICH INZETTEN VOOR HET RELIGIEUS ERFGOED LOONT! De lotgevallen van het religieus erfgoed zijn tot het maatschappelijk bewustzijn doorgedrongen. De maatschappij (en niet alleen de kerkgenootschappen) heeft ingezien dat het religieus erfgoed voor het aanzien, de beleving en het functioneren van steden, dorpen en wijken van uitermate groot belang is. Het verdwijnen van een kerk of klooster wordt als een groot verlies gezien! Het religieus erfgoed staat momenteel met stip op de politieke en bestuurlijke agenda van Rijk, provincies en gemeenten, als ook van andere met de thematiek verbonden particuliere instellingen. In 2008 verscheen bij de afsluiting van het Jaar van het Religieus Erfgoed, de studie Geloof in de Toekomst (opsteller Prof. dr. Nico Nelissen), beter bekend onder de naam Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed. Daarin werd beweerd dat per week twee kerken aan de eredienst zouden worden onttrokken. Nu, tien jaar later, kan worden geconstateerd dat niet twee, maar één kerk per week gesloten werd. Er is gedurende de afgelopen jaren gelukkig veel gedaan om het religieus erfgoed te behouden! Er zijn prachtige voorbeelden van de wijze waarop kerken en kloosters nieuw leven is ingeblazen door er een nevenbestemming aan te geven. Ook de leeggekomen kerken en kloosters verheugen zich tegenwoordig in een (passende) herbestemming. Bisdommen, PKN, kerkbesturen en dergelijke gaan tegenwoordig minder krampachtig om met nevenbestemmingen en het herbestemmen van het religieus erfgoed. Ondanks deze positieve ontwikkelingen blijven er nog de nodige punten van zorg. Er ligt voor de toekomst van het religieus erfgoed namelijk nog een hele opgave te wachten als men bedenkt dat het aantal kerken dat in de komende jaren aan de eredienst zal worden onttrokken, naar alle waarschijnlijkheid groter zal zijn dan in de afgelopen jaren het geval was. Een van de zorgpunten is het gebrek aan financiële middelen om het religieus erfgoed in stand te houden en verantwoord door te laten functioneren, c.q. her te bestemmen. De kosten verbonden aan het behoud en instandhouding van kerken en kloosters kunnen en mogen (vanwege de maatschappelijke betekenis van kerken en kloosters) niet puur afgewenteld worden op de kerk- en kloostergemeenschappen. Het al eens eerder geopperde idee om een Nationaal Fonds Religieus Erfgoed in het leven te roepen, verdient nadere studie.

Een ander punt van zorg is dat het religieus erfgoed momenteel ook van binnenuit wordt bedreigd. Door het dalend aantal leden van de grote kerkgenootschappen zijn de kerkbesturen veelal in de ban van fusies en van een puur financieel-economische kijk op de materie. Het belang van de kerk als waardevol cultureel erfgoed komt daardoor in de verdrukking. Het is voor de toekomst van het religieus erfgoed van belang dat er een mindreset plaatsvindt bij deze besturen : fusies zijn geen panacee en religieus erfgoed is meer dan alleen maar commercieel onroerend goed. Tegelijkertijd moet in de gehele samenleving het besef groeien dat de verantwoordelijkheid voor het behoud van religieus erfgoed niet alleen door de huidige eigenaren (diezelfde kerkbesturen) gedragen kan worden. Die verantwoordelijkheid moet meer dan nu het geval is, worden gedeeld. Dat zijn de kernbevindingen nu, tien jaar later, van de deskundigen die destijds direct betrokken waren bij het Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed. In een retrospectief hebben zij bekeken wat er van de aanbevelingen uit dit plan daadwerkelijk terecht is gekomen. Wat is er gedaan met de aanbevelingen uit 2008? Hieronder een overzicht van hun bevindingen, zowel ten aanzien van het onroerend, als wat betreft het roerend religieus erfgoed. ONROEREND RELIGIEUS ERFGOED 1. Er moet uitvoering worden gegeven aan de passages over het religieus erfgoed uit het regeerakkoord van Balkenende IV. De zinsnede uit het toenmalige regeerakkoord De overheid draagt daadwerkelijk zorg voor behoud van (religieus-) cultureel erfgoed heeft een vervolg gekregen. Het huidige kabinet heeft namelijk extra middelen beschikbaar gesteld voor de restauratie en herbestemming van rijksmonumenten in het algemeen, voor de restauratie en verduurzaming van (grote) monumenten, waaronder kerken, en ook voor de bestrijding van leegstand van religieus erfgoed. Daarmee wordt het geloof in de toekomst van het religieus erfgoed een hart onder de riem gestoken! 2. Het is van belang om de positie en rol van religie in de samenleving op de voet te volgen. Gedurende de afgelopen jaren is meer beweging gekomen in de samenspraak tussen betrokken partijen wat betreft het behoud, nevenbestemming en herbestemming van het religieus erfgoed. In tegenstelling tot 10 jaar geleden wordt duidelijk creatiever omgegaan met kerkgebouwen. Een combinatie van deels kerk deels andere maatschappelijke functies komt nu regelmatig voor, terwijl dat tien jaar geleden nog een enorm discussiepunt was.

3. Het religieus erfgoed is kwetsbaar en dient met zorg aan volgende generaties te worden overgedragen. Dit besef is sterk toegenomen en eigenlijk vrijwel volledig geaccepteerd. Een aantal kerkgenootschappen neemt tegenwoordig genoegen met minder opbrengsten bij verkoop, indien sprake is van het behoud van het monument en het garanderen van een maatschappelijke functie. Al decennia lang zijn instellingen als de Oude Groninger en Friese Kerken daarmee bezig, maar ook restaurerende instellingen als Stadsherstel en Boei bewegen zich in toenemende mate op dit terrein. 4. Continu inzicht in omvang en aard van het religieus erfgoed is noodzakelijk. Het tijdens het Jaar van het Religieus Erfgoed opgerichte digitale platform Reliwiki wordt nog steeds door particulieren aangevuld en bewerkt. Er is mede daardoor een veel beter inzicht in de omvang, aard, toestand en ontwikkeling van kerken, dan vroeger het geval was. Zo blijft inzicht bestaan in welke kerken zijn of worden gesloten en bij welke kerken dit dreigt. Bovendien is er ook veel meer kennis en ervaring opgebouwd op het gebied van het geheel of gedeeltelijk herbestemmen. Een punt van zorg is de mate van betrouwbaarheid en volledigheid van de data. De gang van zaken dient tegen het licht te worden gehouden en er dient een inhaalslag te worden gemaakt van het na-oorlogse religieuze erfgoed waarin veel belangwekkende kerken zijn gebouwd, bijvoorbeeld in de stijl van de Bossche School. 5. De verworvenheden van het Jaar van het religieus Erfgoed moeten geborgd worden. De stichting die het Jaar van het Religieus Erfgoed in 2008 organiseerde, heeft zich een jaar later omgevormd tot de Stichting Behoud en Herbestemming Religieus Erfgoed (BHRE). Belangrijkste doelen waren: 1. het bijeenbrengen van maatschappelijk kapitaal voor her- en nevenbestemming van kerken en 2. zorgen voor een landelijke dekking van ideële organisaties die de feitelijke herbestemmingsopgave ten uitvoer zouden kunnen brengen. Het eerste doel is tot op zekere hoogte geslaagd. Loterijgelden en een groot legaat, bij elkaar ruim 1 miljoen euro, zijn geworven. In samenwerking met BOEi zijn hiermee enkele kerken gered. Echt grote resultaten zijn echter uitgebleven omdat eigen middelen om te matchen ontbraken. Een belangrijk resultaat ten aanzien van het tweede doel was de verbreding van de landelijk opererende ontwikkelingsmaatschappij BOEi (uitsluitend gericht op industrieel erfgoed) tot een ontwikkelingsmaatschappij voor al het culturele erfgoed. BOEi heeft inmiddels meerdere kerken aangekocht, gerestaureerd en een nieuwe bestemming gegeven. Daarnaast zijn op provinciaal niveau enkele stichtingen al sinds jaar en dag actief, zoals de Stichting Oude Groninger Kerken, Stichting Alde Fryske Tsjerken en Stichting Oude Gelderse Kerken. Ook de Stadsherstellen hebben zich zich niet onbetuigd gelaten. Inmiddels heeft ook de Nationale Monumenten Organisatie (NMo) haar eerste kerk aangekocht. In deze gevallen gaat met het eigendom, ook het beheer en onderhoud naar de betreffende instelling over. Wanneer men het eigendom niet wil afstoten, dan is een andere optie om de kerk in erfpacht uit te geven (bijvoorbeeld de Pieterskerk in Leiden) of naast de kerkelijke instantie een stichting voor het beheer en onderhoud op te richten (bijvoorbeeld de Kathedrale Basiliek Sint Bavo), dan wel het beheer en onderhoud onder te brengen bij een bestaande monumentenorganisatie (zo zijn de katholieke kerken van het bisdom Groningen voor wat betreft het beheer en onderhoud ondergebracht bij de Stichting Oude Groninger Kerken).

In 2014 werd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed het initiatief genomen om te komen tot een Agenda Toekomst Religieus Erfgoed. Deze agenda is gericht op een verkenning samen met kerkelijke, bestuurlijke en maatschappelijke partijen over de aard en omvang van de religieus erfgoed-problematiek. Dit heeft geleid tot een slotverklaring op 8 december 2016, waarin onder meer het volgende werd opgenomen: De rijksoverheid neemt samen met de eigenaren en met Museum Catharijne Convent het voortouw om te komen tot deling, bundeling, en fundering van kennis en expertise in een kenniscentrum/expertisenetwerk (on-)roerend religieus erfgoed. Gezamenlijk ontwikkelen partners nieuwe en noodzakelijk kennis voor het behoud van religieus erfgoed. 6. Er moet een gezamenlijke agenda komen voor de toekomst van het religieus erfgoed. Een ander belangrijk actiepunt uit de genoemde slotverklaring was: Gemeentelijke overheden zetten zich in om lokale scenario s vroegtijdig in beeld te brengen en ontwikkelen in samenwerking met de lokale partners kennis van en visie op het lokale religieus erfgoed. Daarnaast maken gemeenten hun wet- en regelgeving nog beter toegankelijk en stellen die dienstbaar aan het voortgezet gebruik of de herbestemming van religieus erfgoed. Op 10 november 2018 werd op initiatief van het Rijk de Nationale Kerkenaanpak ondertekend, een samenwerkingsverband tussen Rijk, provincies, gemeenten, kerkeigenaren en erfgoedorganisaties. Deze Kerkenaanpak telt vijf programmalijnen, te weten: het opstellen van kerkenvisies door gemeenten, de ontwikkeling van kennis, aandacht voor duurzaamheid, het verbeteren van de toegankelijkheid en het vergroten van het maatschappelijk draagvlak. Deze Nationale Kerkenaanpak is volledig in lijn met wat in het Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed werd gesteld. 7. Er moet gewerkt worden aan een gezamenlijke strategie voor de toekomst van het religieus erfgoed. De dialoog tussen de verschillende kerkgenootschappen onderling, als ook die tussen kerkgenootschappen, overheden en particuliere organisaties, om te komen tot een gezamenlijke strategie voor de toekomst van het religieus erfgoed dient geïntensiveerd te worden. In de praktijk wordt er in concrete gevallen wel degelijk aan een gezamenlijke strategie gewerkt. Die strategie richt zich ten eerste op de vraag welke kerken hun oorspronkelijke functie kunnen blijven behouden en ten tweede in welke kerken culturele en maatschappelijke functies kunnen worden ondergebracht. 8. Partijen moeten helder stellen, wat hun preferabele strategie is voor de toekomst van het religieus erfgoed. Dit gebeurt in toenemende mate. Daarbij is in het algemeen het uitgangspunt dat allereerst gedacht moet worden aan het behoud van de religieuze functie en wanneer dit niet mogelijk blijkt, te streven naar passende herbestemming en respectvolle aanpassing. In de praktijk is het van belang dat kerken die worden bedreigd in ruimtelijke plannen de status krijgen van maatschappelijke functie, zodat herbestemmingen ook in juridisch opzicht mogelijk zijn. 9. Het beschikbare instrumentarium op het gebied van het religieus erfgoed moet worden geperfectioneerd.

Een uitermate belangrijk instrument betreft uiteraard de financiële middelen ten behoeve van het onroerend religieus erfgoed. De instandhoudingssubsidies zijn verlaagd van 70% naar 50% en het totale beschikbare budget is afgenomen. Het subsidiepercentage voor restauraties is gehandhaafd op 70%. Als men geen Professionele Organisatie op Monumentenzorggebied (POM) is, en dat zijn de meeste kerken niet, dan krijgt men geen prioriteit bij de verdeling van het rijkssubsidiebudget, die thans via de provincies loopt. Om toch te kunnen gaan restaureren, neemt men dan soms genoegen met een lager percentage met als gevolg, dat de restauratie maar gedeeltelijk wordt uitgevoerd en verder naar de toekomst wordt verschoven. De meeste kerkgenootschappen hebben geen of nauwelijks financiële buffers meer. Moeten alle buffers worden ingezet bij de restauratie, dan blijft er weinig of geen geld meer over voor het onderhoud. In het Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed werd ook gepleit voor een ondersteunend flankerend beleid bij de instrumenten op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw, monumentenzorg, welstandszorg, vergunningenstelsel, onderhoudskosten en financiering. Deze aanbeveling blijft van betekenis. Het is zaak om het bestaande instrumentarium nog eens tegen het licht te houden en te bekijken waar dit kan worden verbeterd of uitgebreid ten behoeve van het behoud van het religieus erfgoed. 10. De minister van OCW dient de regie te voeren ten aanzien van de toekomst van het religieus erfgoed. Hij kan zich hierbij laten adviseren door een stuurgroep voor het religieus erfgoed. Er is nog altijd behoefte aan regievoering en sturing van de toekomst van het religieus erfgoed. De Minister is actief om alle relevante partijen bij elkaar brengen, de strategie vast te stellen en aan te dringen op operationele plannen als uitvloeisel van de gekozen strategie. Dat blijkt onder andere uit de onlangs door betrokken partijen ondertekende Nationale Kerkenaanpak en het daadwerkelijk tot stand laten komen van Kerkenvisies. ROEREND RELIGIEUS ERFGOED 1. Het roerend goed religieus erfgoed moet met voortvarendheid worden vastgelegd. Na opheffing van de Stichting Kerkelijke Kunst Nederland (SKKN) is de taak voor de inventarisatie neergelegd bij Museum Catharijne Convent. Die beschikt inmiddels over een database van ongeveer 300.000 voorwerpen. Maar nog niet alles is geïnventariseerd. Dat geldt met name voor een groot aantal Protestantse kerken. Het is van belang dat dit systematisch blijft gebeuren, dus los van het feit of een kerk in zijn voortbestaan wordt bedreigd. De verdeelsleutel van een bijdrage van het Rijk van 50% van de kosten en 50% door de betreffende kerkgenootschap is een effectieve gebleken. Deze regeling geldt indien Museum Catharijne Convent die inventarisatie uitvoert.

2. Het bedreigde roerend religieuze erfgoed moet met voorrang worden geïnventariseerd. De noodzaak van zo n inventarisatie is actueel, zeker, wanneer het roerend erfgoed van de betreffende kerk niet eerder is geïnventariseerd. Op termijn wordt dit behalve voor de Christelijke kerken en kloosters ook actueel voor moskeeën en tempels. 3. De samenwerking en taakverdeling tussen partijen op het gebied van het roerend religieus erfgoed moeten verder worden uitgewerkt. Een dergelijke samenwerking moet nog van de grond gekomen. In 2008 werden als belangrijkste partijen genoemd: SKKN (nu: Museum Catharijne Convent), ICN (nu: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed), RACM (nu: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed), (religieuze) musea, stedelijke musea, Stichting Erfgoed Nederlands Kloosterleven, kerk- en kloosterarchieven. Weliswaar is er incidenteel contact; de vraag is echter of een intensievere samenwerking geboden is. 4. Er moet gewerkt worden aan een uniform waardestellend kader voor roerende religieuze objecten. Dat kader is in 2011 daadwerkelijk gereed gekomen onder de naam Handreiking Roerend Religieus Erfgoed. Vanwege de grote buitenlandse belangstelling is er zelfs in 2012 een Engelse versie gekomen. 5. Er moet in gezamenlijkheid een Leidraad voor het afstoten van roerende religieuze objecten worden opgesteld. In 2012 verscheen de Leidraad Afstoting Museale objecten (LAMO), die ook gehanteerd kan worden voor religieuze objecten. Meestal gaat het bij het sluiten van kerken om belangrijke nietmuseale objecten. Tot nu toe wordt er overigens beperkt afgestoten. Veelal gaan de roerende religieuze objecten naar de fusiekerk, waar zij meestal in een (niet geconditioneerde) opslag belanden. Grotere objecten als banken en orgels plegen vaak naar het buitenland te verhuizen, meestal naar Oost-Europese landen, maar ook naar Afrika en Amerika. Voor objecten, die op de Rijkslijst van beschermde monumenten voorkomen, wordt meestal wel een goede bestemming in Nederland gezocht en gevonden. Juist voor de niet beschermde religieuze objecten is de leidraad van belang bij het nemen van beslissingen ter zake. 6. De preferabele strategie van omgaan met roerende religieuze objecten dient geëxpliciteerd te worden. De volgorde van die strategie is: behoud in de oorspronkelijke functie, vervolgens behoud in musea en depots en als dat niet mogelijk is: afstoten. Bovendien moet getracht worden om organische ensembles en Gesamtkunstwerke van gebouwd en roerend religieus erfgoed bij elkaar te houden. In dit kader is de motie van belang, die op 27 november 2018 in de Tweede Kamer werd aangenomen, waarin de Minister gevraagd wordt een beperkt aanwijzingsprogramma mogelijk te maken voor Rijksmonumentale kerkinterieurs. 7. Het is goed om werkbare voorzieningen te treffen voor beschikbaar komende religieuze objecten. In 2008 werd gepleit voor het in het leven roepen van overdrachtprocedures, depotruimtes en een centraal veilingsysteem voor het roerend religieus erfgoed. Aan deze aanbeveling moet nog gevolg worden gegeven. De verwachting is dat de urgentie daarvan in de komende jaren alleen maar zal toenemen, zeker als ook de huidige, zogenaamde fusiekerken opgegeven worden. Een optie zou kunnen zijn om naast het Museum Catharijne Convent enkele locaties verspreid over het land hiervoor aan te wijzen.

8. Er dient een fonds te worden vrijgemaakt voor het behoud van het roerend religieus erfgoed. Dit fonds is er (nog) niet. De urgentie daarvan bestaat nog altijd. Het gaat niet alleen om voorwerpen van hout, goud of zilver, maar ook van belangwekkende textilia. Er bestaan nu nauwelijks fondsen, die subsidie verstrekken voor het behoud en instandhouding van het roerende erfgoed. 9. Roerend religieus erfgoed moet zo veel mogelijk aan het publiek getoond kunnen worden. Op dit vlak zijn inmiddels meerdere initiatieven genomen. Inspanningen op dit gebied zijn wenselijk, mede in het kader van het stimuleren van de publieke interesse voor dit erfgoed. 10. Aanvullende scholing van vrijwilligers moet met spoed ter hand worden genomen. Inmiddels is een aantal cursussen ontwikkeld om vrijwilligers bij te scholen om het juiste onderhoud te verrichten aan de verschillende soorten roerend religieus erfgoed. Gegeven de grote rol die vrijwilligers in deze spelen, is en blijft aanvullende scholing van deze groep een absolute noodzaak. DE (TUSSEN)BALANS OPGEMAAKT Als we de (tussen)balans opmaken, dan kan - tien jaar na het verschijnen van Geloof in de toekomst ( Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed ) - met genoegen en dankbaarheid worden vastgesteld dat de problematiek van het religieus erfgoed daadwerkelijk op de maatschappelijke, politieke en bestuurlijke agenda staat. Dankzij de inspanning van velen is het aantal kerken dat aan de eredienst is onttrokken maar de helft van wat destijds werd gedacht. Toch blijft het feit dat ook de komende jaren per week minstens een kerk dit lot zal ondergaan een punt van permanente zorg. Recente initiatieven, waaronder de Nationale Kerkenaanpak en Kerkenvisies zijn duidelijke signs of hope voor een toekomst waarin het religieus erfgoed een significante rol blijft spelen in het leven en aanzien van steden en dorpen. Ook ten aanzien van het roerend religieus erfgoed zijn (de eerste) stappen gezet. Essentieel voor de toekomst van het religieus erfgoed zijn: 1. een mindreset van besturen betrokken bij de toekomst van het religieus erfgoed waarbij behoud en (gedeeltelijk) herbestemmen centraal staat; 2. versterkte inzet van ideële organisaties die de feitelijke herbestemmingsopgave uitvoeren, zoals Stichting Oude Groninger Kerken, Alde Fryske Tsjerken, Oude Gelderse Kerken, Stadsherstellen, BOEi en NMo; 3. Bij het niet afstoten van het religieus erfgoed, moet men streven naar het onderbrengen van beheer en onderhoud bij een voor dit doel bestaande of op te richten stichting; 4. een nadere verkenning van de vorming van een Nationaal Fonds Religieus Erfgoed. Indien deze vier aanbevelingen serieus worden genomen, dan kan volgens de ondertekenaars met recht gesteld worden: GELOOF (MET ONS) IN DE TOEKOMST VAN HET (ONROEREND EN ROEREND) RELIGIEUS ERFGOED!

Nederland, 18 december 2018. De direct betrokkenen bij het Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed (2008) Mr. Wim Eggenkamp (wmn.eggenkamp.gmail.com) Prof. dr. Eduard Kimman SJ (kimman@prov.jezuieten.org) Prof. dr. Nico Nelissen (n.nelissen@xs4all.nl) Drs. Ab Welgraven (ab.welgraven@gmail.com) Nadere informatie: via e-mail bij bovengenoemde personen.