Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 5,6 15 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 1 stoffen bij elkaar 1.1 waar gaat dit hoofdstuk over? Als je 2 stoffen bij elkaar doet is er kans dat de stoffen mengen. Er kan ook een chemische reactie optreden. Bij een chemische reactie verdwijnen er stoffen en komen er andere stoffen voor in de plaats. Oplosbaarheid = De oplosbaarheid van een stof is het aantal gram stof dat maximaal in een liter oplosmiddel oplost. Verzadiging = Een verzadigde oplossing bevat de maximale hoeveelheid opgeloste stof. Concentratie = De concentratie ( ook wel het gehalte) = de hoeveelheid van een stof per hoeveelheid mengsel. 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Als iets oplost in iets, bijvoorbeeld suiker in water dan ontstaat er een oplossing. Het water noem je een oplosmiddel. Als iets niet oplost, bijvoorbeeld krijt in water dan ontstaat er een suspensie. Een oplossing is een voorbeeld van een homogeen mengsel. De stoffen zijn door en door (moleculair) gemengd. Een suspensie is een voorbeeld van een heterogeen mengsel. De stoffen zijn niet door en door gemengd. Sommige heldere oplossingen kun je niet met het oog onderscheiden. Niet alle stoffen hebben water als oplosmiddel. In olieverf bijvoorbeeld is terpentine het oplosmiddel. niets heterogeen mengsel Stof a + stof b mengen Homogeen mengsel Chemische reactie Mengsels en moleculen Bijna alle stoffen zijn opgebouwd uit hele kleine deeltjes; moleculen. Als je een oplossing tekent teken je elk molecuul als een bolletje. Als de stoffen door en door moleculair gemengd zijn. Een oplossing is een homogeen mengsel. Een oplossing is altijd helder; je kunt erdoorheen kijken. Oplossing https://www.scholieren.com/verslag/36132 Pagina 1 van 5
Niet alle vaste stoffen lossen goed op in water. Zo blijft krijtpoeder als vaste deeltjes in water zweven. Krijt en water vormen een suspensie. De stoffen zijn niet door en door gemengd. Een suspensie is een heterogeen mengsel. Een suspensie is altijd troebel; je kunt er niet of moeilijk doorheen kijken. Een suspensie is een heterogeen mengsel. Suspensie Alle gassen mengen homogeen met elkaar. Dat komt door de enorm grote ruimte tussen de gasmoleculen. lucht is een voorbeeld van een gasmengsel. Mengen van vaste stoffen geeft nooit een homogeen mengsel. Maar je kunt soms wel verrassende resultaten krijgen. Een oplossing is een homogeen mengsel van een stof en een oplosmiddel, meestal water. De stoffen zijn door en door(moleculair) gemengd. Een oplossing is altijd helder. Een suspensie is een heterogeen mengsel van een vaste stof en een vloeistof. De stoffen zijn niet door en door gemengd. Een suspensie is altijd troebel. 1.3 nog meer heterogene mengsels onthouden naam heterogeen mengsel van: rook een vaste stof in gas emulsie twee vloeistoffen nevel een vloeistof in een gas schuim een gas in een vloeistof of in een vaste stof Uitleg bovenstaande. - Emulsie is een vloeistof in een vloeistof. Hierbij krijg je 2 vloeistoflagen, zoals bijvoorbeeld bij water en olie. Bij een crème of bij mayonaise moeten de stoffen door elkaar blijven. De stof die hiervoor zorgt noem je de emulgator. Bij mayonaise word eigeel als emulgator gebruikt. - mist is ook nevel, die bestaat uit kleine waterdruppeltjes in de lucht. - Bij het schenken van bier of andere koolstofdioxidehoudende drankjes ontsnappen er belletjes koolstofdioxide uit de vloeistof. Een deel van deze belletjes blijft ingesloten door het bier en vormt schuim.soms vormen algen in zeewater ook schuim. (gas in een vloeistof) - Een heterogeen mengsel van een gas dat opgesloten zit in een vaste stof, noem je schuim. Voorbeelden zijn piepschuim en schuimrubber.(gas in een vaste stof) 1.4 concentratie mengsels kunnen allerlei concentraties hebben. De concentratie ( ook wel het gehalte) = de hoeveelheid van een stof per hoeveelheid mengsel. Je spreekt bijvoorbeeld over de concentratie suiker in jam of de concentratie alcohol in drank. De concentratie bepaalt hoe zoet de jam smaakt en hoe sterk de drank is. De concentratie heeft dus een bepaalde waarde en een eenheid. Vaak wordt de concentratie uitgedrukt in https://www.scholieren.com/verslag/36132 Pagina 2 van 5
gram per liter (g/l). Behalve gram per liter zijn er nog andere eenheden van concentratie, bijvoorbeeld procent. - Op een wijnfles staat bijv. 12 vol%(volumeprocent). Dit betekend 100 ml van die wijn 12 ml alcohol bevat. - Als op een kuipje halvarine 40%(massaprocent) vet staat, betekenti dit dat 100 gram van die halvarine 40 gram vet bevat. Een concentratie wordt dus aangegeven in gram per liter, volumeprocent of in massaprocent. 1.5 rekenen met concentraties je kunt op verschillende manieren met concentraties rekenen: met de concentratieformule, met verhoudingen en met diagrammethode. Voordat je gaat rekenen moeten de volume-eenheden gelijk zijn. Limonadesiroop bevat 196 gram suiker per liter. Hoeveel gram suiker bevind zich in 300 ml van die siroop? Er gaat 1000 ml in een liter. De limonadesiroop bevat dus 196 gram suiker per 1000 ml. 1 met de concentratieformule. Concentratie = massa : volume De massa word gevraagd dus je schrijf de formule iets anders: Massa = concentratie x volume Invullen = massa suiker = 196gram : 1000ml x 300 ml = 58.8 gram 2 met verhoudingen de massa van de suiker is evenredig met het volume van de limonade. Met als tussenstap 1 ml limonade stel je een verhoudingstabel samen: : 1000 x 300 Massa suiker 196 g 0,19 58, 8 Volume limonade 1000 ml 1 ml 300 ml : 1000 x 300 Je kunt deze bewerkingen ook zonder tabel opschrijven: In 1000 ml limonade is 196 g suiker opgelost. In 1 ml is 0.196 g suiker opgelost. In 300 ml is 300 x 0.196 g = 58.8 Je gaat dus eerst naar eerst 1 ml uitrekenen en dan dat keer 300. 3 met de diagrammethode maak een diagram met op de horizontale as het volume van de limonade en op de verticale as de massa van de suiker. Je krijgt als grafiek een rechte lijn door de oorsprong: in 0 ml limonade bevindt zich immer 0 ml suiker. Verder is concentratie constant: in tweemaal zoveel limonade zit ook tweemaal zoveel suiker. Met een punt (bijv. 1000 ml; 196) kun je dus de grafiek tekenen. Nadeel van de grafiek is dat je een cijfer achter de komma niet kunt aflezen. LOPUC In een fles wijn van 0.75 L zit 75 ml alcohol. Hoeveel volumeprocent alcohol is dat? Lezen Lees de vraag goed door wat wordt er gevraagd? https://www.scholieren.com/verslag/36132 Pagina 3 van 5
Ordenen In 0.75 l wijn zit 75 ml alcohol. Het volumepercentage alcohol is het aantal milliliters alcohol in 100 ml wijn. Plan Maak eerst de eenheden gelijk en bereken daarna met verhoudingen hoeveel milliliter alcohol in 100 ml wijn zit Uitwerken 0.75 L wijn komt overeen met 0.75 x 1000 ml = 750 ml wijn :750 x 100 Volume alcohol 75 ml 0.1 ml 10 ml Volume wijn 750 ml 1 ml 100 ml :750 x 100 In 100 ml wijn zit 10 ml alcohol. De wijn bevat dus 10 volumeprocent alcohol. Controle De vraag is in de juiste eenheid beantwoord. 1.6 meer over oplossen - De oplosbaarheid van een stof is het aantal gram stof dat maximaal in een liter oplosmiddel oplost. - De oplosbaarheid is afhankelijk van: - de soort stof - het soort oplosmiddel - de temperatuur - Een onverzadigde oplossing is een oplossing waarin je nog meer stof kunt oplossen. - Een verzadigde oplossing bevat de maximale hoeveelheid opgeloste stof. onthouden De oplosbaarheid van een stof zegt niets over de snelheid waarmee een stof oplost, de oplossnelheid. Je kunt het versnellen van een vaste stof versnellen door: - te roeren - de stof te verpoederen - door te verwarmen, alleen bij verwarmen veranderd ook de oplosbaarheid. 1.7 Rekenen met kleine concentraties Bij stoffen die in heel kleine hoeveelheden voorkomen, is het niet handig om de concentratie te geven in gram per liter of in procent. Je gebruikt dan de concentratie eenheden als mg/m3, massa-ppm en volume- ppm. De afkorting ppm betekent parts per million(delen per honderd). Zo betekent 6 massa-ppm chloor in zwembadwater dat er 6 gram chloor in een miljoen gram zwembadwater zit. Mac- waarde = maximaal aanvaardbare concentratie. Stof MAC-waarde(ml/m3) MAC-waarde (mg/m3) Ammoniak 25 18 Chloor 1 3 Koolstofmono-oxide 25 31 https://www.scholieren.com/verslag/36132 Pagina 4 van 5
zwaveldioxide 10 25 https://www.scholieren.com/verslag/36132 Pagina 5 van 5