Scheidingsmethoden en mengsels

Transcriptie

1 Je speelt dit spel door het blokje met het opgavenummer te leggen op het vakje met het juiste antwoordnummer. Het blokje leg je met het opgavenummer naar boven zodat je dat blijft zien. 1 Hoe heet de scheidingsmethode op deze afbeelding? 3= bezinken 7= filtreren 18= destilleren 4= afschenken/decanteren 2 Als je thee zet met een theezakje, gebruik je de volgende scheidingsmethoden: 14= filtreren, extraheren, 1= adsorberen, filtreren 23= extraheren, filtreren 3= filtreren, adsorberen 3 Op welke stofeigenschap berust de scheidingsmethode extraheren? 7= kookpunt 2= aanhechtingsvermogen 22= oplosbaarheid 24= deeltjesgrootte 4 Waarom filtreer je na adsorptie? 3= om de eventuele vaste deeltjes te verwijderen 20= om het adsorptiemiddel te verwijderen 17=om het oplosmiddel te verwijderen 6= om het extractiemiddel te verwijderen 5 Welk soort mengsel zie je hier? 16= emulsie 15= suspensie 21= oplossing 23= schuim

2 6 Bij welke scheidingsmethode gebruik je koelwater? 5= extraheren 11= adsorberen 13=indampen 12= destilleren 7 Hoe noemen we dit glaswerk? 8= destillatiekolom 4= erlenmeyer 17= rondbodemkolf 19= koeler 8 Welke 2 faseovergangen vinden plaats tijdens het destilleren? 16= smelten, verdampen 1= verdampen, condenseren 11= condenseren, stollen 21= smelten, condenseren 9 Welk soort mengsel zie je hier? 21= suspensie 23= emulsie 17=schuim 19=oplossing 10 Hoe noem je de stof die ervoor zorgt dat olie en water wel kunnen mengen? 15=emulgator 9=suspensator 19=defibrillator 24=condensator 11 Van welke scheidingsmethode maak je gebruik bij DNA-analyse? 14= chromatografie 17= filtratie 3= adsorptie 12= destillatie

3 12 Bekijk de volgende beweringen I= Bezinken en afgieten is nauwkeuriger dan filtreren II=filtreren berust op verschil in deeltjesgrootte 9= beide beweringen zijn juist 11= bewering I is juist 6= bewering II is juist 14= beide beweringen zijn onjuist 13 Bij welke methode maak je gebruik van actieve kool? 17= extraheren 19= adsorberen 23= destilleren 8= filtreren 14 Welk mengsel kun je scheiden dmv filtreren? 9= alle onderstaande antwoorden zijn juist 5= emulsie 7= oplossing 11= suspensie 15 Henk heeft een glas met water en suiker. Per ongeluk laat hij krijtpoeder in zijn glas vallen. Om dit krijt te verwijderen, filtreert hij het geheel. Welke stof(fen) heeft hij in zijn filtraat zitten? 7= krijtpoeder 19= krijtpoeder en suiker 17= krijtpoeder en water 10= suiker en water 16 Rafael heeft een mengsel van 3 vloeistoffen. Na destillatie bestaat zijn residu uit water en alcohol en zijn destillaat uit methanol. Welke stof heeft het laagste kookpunt? 10= alcohol 23= water 8= methanol 14= om dit te zeggen heb je meer gegevens nodig. 17 Een gasmasker bestaat uit verschillende lagen die allemaal hun eigen functie hebben. Wat is de functie van het filter met de actieve kool? 16= vaste deeltjes uit de lucht filtreren 5= verwijderen van giftige gassen 19= het tegenhouden van de lucht 21= de lucht voor te verwarmen als het koud is

4 18 Waarom moeten geurvreters om de zweetlucht uit de schoenen te halen regelmatig vervangen worden? 15= omdat ze schimmelen 9= omdat de actieve kool verzadigd is met de zweetgeur 11= omdat de zweetlucht op is 21= omdat je grotere voeten hebt gekregen 19 Geef de naam van de scheidingsmethode die in de tent plaatsvindt. 18= destilleren 21= filtreren 7= indampen 1= extraheren 20 Als je wodka wilt maken, moet je de alcoholoplossing destilleren. Waarom mag je geen gasbrander gebruiken? 15= omdat dan de smaak van de wodka niet meer lekker is 16= omdat de alcohol dan niet verdampen kan 13= omdat alcohol licht ontvlambaar is. 7= omdat de wodka dan giftig wordt. 21 Waarom mag de stip op het papiertje bij papierchromatografie, niet in de loopvloeistof staan? 24= de loopvloeistof kan dan exploderen 3= de stip lost dan op in de loopvloeistof 17= de loopvloeistof verkleurt 1= de stip wordt groter 22 Met welke scheidingsmethode onderzoek je of je kraanwater of demiwater hebt? 19= centrifugeren 7= filtreren 13=adsorberen 14= indampen

5 23 Pieter werkt op het Sophianum en krijgt een suspensie van kalkmelk; de kalk lost deels op in water. Hij wil deze suspensie zodanig scheiden dat hij alle stoffen van het mengsel weer kan gebruiken. In welke volgorde past hij de scheidingsmethoden toe? 7= filtreren en het residu destilleren 2= filtreren en het filtraat destilleren 19= destilleren en destillaat filtreren 4 = destilleren en het residu filtreren 24 Bietsuiker wordt uit suikerbieten gemaakt. Welke scheidingsmethoden worden daarbij gebruikt? 12= eerst extraheren, dan destilleren, dan adsorberen 17= eerst adsorberen, dan filtreren, dan destilleren 4= eerst extraheren, dan filtreren, dan indampen 18= eerst afschenken, dan adsorberen, dan filtreren