1. Start. Thema onderw erp. op (datum)



Vergelijkbare documenten
Feest. Herfst. Thema onderw erp. op (datum)

-Feest ½: De boot van Sinterklaas -Water ¾: De botenrace 3 Voorspelt en onderzoekt of voorwerpen blijven -Water ¾: De botenrace

Leesboekje de seizoenen

ORIENTATIE OP TIJD. Kerndoel 1: De leerlingen leren zich oriënteren op de dagindeling en de tijdsindeling.

ZML SO Leerlijn Oriëntatie op Tijd

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

ZML SO Leerlijn Oriëntatie op Tijd

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

Vind de schat van Het Vinne!

ZML SO Leerlijn Oriëntatie op Natuur en Techniek

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Dieren in de winter 3

Loof-en naaldbomen. Naam :

de lente het voorjaar de dag de nacht de wind

Het begin van de winter

Mondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

QUIZ: HOE KOM IK DE WINTER DOOR????

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Eekhoorn. Kids for Animals Eekhoorn spreekbeurt. Eekhoorn kennis. Woonplaats

antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8)

Auditieve oefeningen bij het thema:

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Tussendoelen Ontluikende gecijferdheid (inclusief logisch denken vanaf 3;6 jaar)

Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Opdracht EDUKIT 3

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen.

KLEE JENNE ILYANO KARA ROZELIEN QUINN NIENE FLEUR V. NOAH JULES NINA. Project Bomen

herkent dagelijkse routines en weet dat er een activiteit volgt (bijv. het zien van de slaapzak: het is tijd om te slapen, pakt de knuffel)

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron!

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

Herfstwerkboekje van

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Naam:...

Lente. groep 3, 4 en 5

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

De familie schaap. Praat eens zoals een schaap Welke dierengeluiden ken je nog? Doe ze eens na?

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Werkblad Natuurlijk water in de Kwebben

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi

De lente! Werkboekje leeftijd: 10+

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

over DE KOE Een koe heeft grote oren die in alle richtingen kunnen draaien. Zo horen ze goed als er gevaar dreigt.

Natuurtentoonstelling

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

NAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin.

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1

Samenvatting Mensen ABC

Rode bosmier SOORTEN MIEREN

Les 1. de top. De berg. Het dal. De beek

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

Thema 1 De wereld om je heen

Het is woensdagmiddag. Hij heeft alle tijd. Wat zal hij

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk

Informatieles Vleermuizen

NME-leerroute Kabouters in het Westerpark

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

begrijpend lezen werkboek

SPEURTOCHT. Groep 7 en 8

Handleiding Leskist bomen groep 7

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

Jaarkalender 2012 van KinderCentrumAlmere

Filmlinks. Voorbereiding op de lessen

Auditieve oefeningen thema het bos

Naam: TIJD EN SEIZOENEN

Mamma vliegt steeds hoger.

Lesbrief. De vis op het droge. Laros & de Jong beeldmakerij. De vis op het droge. spreekwoorden en spelen met woorden

weer: regen, wind, onweer en zon ander soort kleding aantrekt dat je het niet koud krijgt weer vaker voorkomen in bepaalde seizoenen

uitga uitg v a e v 2013

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

Augustus 2018 Welkom Een foto voor de fotodeur. Logeerkoffer mee

Bloeiend plantje Spoor van een dier

Auditieve oefeningen over het weer

Dieren in de winter. Kids for Animals winter spreekbeurt. Brrr. Honden

Opening Bierkade Joris Komen Fotografie

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

WESTELIJKE LAAGLANDGORILLA

Lespakket Zomerzon. Instructieblad groep 1 & 2. Inhoud pakket - Achtergrondinformatie. Lessuggesties:

Materiaal Groen. Deel 2: Groen in de stad

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

1. Geheimen. 2. Zwammen

Een boom voor Sophie Donderdag 17 november 2011

Opdrachtkaarten Lente

Flora en fauna. Flora

Lente. Zomer. Winter. Herfst. Winter

Dit werkboekje maakt onderdeel uit van en

Sa Ta Na Ma Snatam Kaur Feeling Good Today Nr. 7

Transcriptie:

WO schema niveau 1 en 2 Volg 2014-2015 Thema onderw erp 1. Start kerndoel 1.1.1 Vraagt uit zichzelf om een pleister of een andere medische handeling voor een medeleerling 1.1.2 Geeft bij ziekte aan waar hij pijn heeft en wat hij voelt 1.1.3 Blijft rustig bij kleine ongelukjes 1.2.1 Vertelt wat er gebeurt als je heel veel snoept 6.2.1 Vertelt waarom er prullenbakken in een park of op straat staan 1.1.1 Vraagt uit zichzelf om een pleister of een andere medische handeling 1.1.2 Roept om hulp bij een ongeluk 1.2.1 Benoemt wat gezonde tussendoortjes en broodbeleg zijn 1.2.2 Geeft verschil aan tussen eigen eten en eten van klasgenoten 6.2.1 Gooit afval op het speelplein/in de klas in de vuilnisbak of bewaart het afval 10.1.1 Benoemt dat sommige apparaten elektriciteit nodig hebben 10.1.2 Benoemt hoe je voorzichtig met elektriciteit omgaat (geen vingers in stopcontact, uitkijken met water) 10.1.3 Vertelt dat sommige voorwerpen blijven drijven en anderen zullen zinken 10.1.4 Plaatst materialen tussen magneet en voorwerp om te ontdekken door welke materialen de magneetkracht heen gaat 10.2.1 Onderzoekt dat de afstand tussen twee blokjes bepaalt of een plankje of karton er stevig op blijft liggen (constructies) 10.2.2. Ontdekt hoe de hefboomwerking (notenkraker) een kracht kan vergroten (overbrengingen) 10.2.3 Onderzoekt dat een zwaar voorwerp met behulp van wielen makkelijker te verplaatsen is dan door te schuiven (overbrengingen) 10.2.4 Ontdekt dat aan- en uitgaan van bepaalde dingen met elkaar samenhangen (als dat Gedaan op (datum)

2. Uitvindingen verkeerslicht op groen gaat, gaat de ander op rood) (besturing) 10.2.5 Ontdekt dat apparaten het niet doen wanneer er geen batterijen inzitten of de batterijen op zijn (energie) 10.2.6 Ontdekt dat voorwerpen kunnen bewegen door de wind (zeilboot) of stromend water (watermolen) (energie) 13.1.3 Bestuurt apparaten op afstand (tv met afstandsbediening, bestuurbare auto) (besturing) 13.1.4 Houdt een windmolentje in de wind om het te laten draaien (energie) 10.1.1 Benoemt dat lucht kan bewegen (wind, blazen 10.1.2 Zet met een parasol een voorwerp in de schaduw 10.1.3 Laat zien dat druppels samen een plasje vormen 10.1.4 Houdt een magneet tegen verschillende materialen om te ontdekken welke aan de magneet blijven hangen 10.2.1 Onderzoekt hoe hoog een blokkentoren kan zijn voordat hij omvalt (constructies) 10.2.2. Laat een wipwap bewegen door verschillende gewichten erop te plaatsen (overbrengingen) 10.2.3 Ontdekt verschillende knoppen (lichtknopje,koffiezetapparaat) om apparaten aan en uit te zetten (besturing) 10.2.4 Ontdekt dat apparaten het niet doen wanneer de stekker niet in het stopcontact zit (energie) 13.1.3 Zet apparaten aan- en uit door gebruik van de aan- en uitknop (besturing) 13.1.4 Doet de stekker in een stopcontact om een apparaat aan te doen (energie) 3.Fees t

8.1.5 Benoemt dat planten mest en water nodig hebben om te kunnen groeien 8.1.6 Vertelt dat sommige bomen en planten in de winter groen blijven (dennenboom, hulst) 11.1.1 Benoemt sneeuw, wind en onweer 4. Herfst 5. Sint 11.1.2 Benoemt het globale weertype bij het seizoen (lente/ zomer- warm en zon, herfstwind en regen, winter- koud, sneeuw) 14.1.1 Benoemt het huidige seizoen 14.1.2 Benoemt de vier seizoenen op volgorde 14.1.3 Benoemt de duidelijke kenmerken van de vier seizoenen 8.1.3 Wijst de stam en takken aan bij een boom en de steel bij een plant en vertelt dat voedsel en water door de steel/stam naar de bladeren gaat 8.1.4 Benoemt dat uit zaden en vruchten nieuwe planten kunnen groeien 8.1.5 Vertelt dat bomen bladeren verliezen en weer nieuwe bladeren krijgen 11.1.1 Begrijpt het woord weer 11.1.2 Benoemt de regen en de zon 13.1.1 Maakt een bouwwerk van blokken waarbij hij de basis breder maakt dan de top (constructies) 13.1.2 Lanceert een voorwerp door gebruik van een wipwap (overbrengingen) 13.1.1 Maakt een bouwwerk van blokken door deze te stapelen (constructies) 13.1.2 Maakt een wipwap van een plank en een blokje (overbrengingen) 6.Kerst

7Muziek 8. Pasen 8.2.1 Benoemt specifiekere lichaamsdelen bij zichzelf (schouder, pink, grote teen) 8.2.2. Benoemt verschillen in uiterlijke kenmerken van mensen (lichaamsbouw, haren) 8.2.1 Benoemt basale lichaamsdelen bij zichzelf ( bene, arm, buik, neus) 14.1.1. Vertelt dat in de herfst de bomen hun bladeren verliezen en in de lente ze weer uitgroeien 14.1.2 Vertelt dat sommige dieren in de lente jongen krijgen (vogels, kikkers) 14.1.3. Vertelt wat het verschil is tussen dag en nacht 6.1.1 Plukt geen bloemen uit de natuur omdat ze dan langer mooi blijven 9. Biotoop 6.1.2 Bekijkt en voelt verschillen tussen bladeren (geribbeld, glad) 6.1.3 Gaat zorgvuldig om met planten en dieren in de klas (planten water geven, vissen eten geven) 8.1.1 Vertelt waarom mensen boerderijdieren houden (koe geeft melk en vlees) 8.1.2 Vertelt van bekende dieren wat ze eten en drinken en waar ze wonen 8.1.3 Benoemt bij bekende dieren onderdelen van hun lijf en de functie daarvan (vleugels, poten, staart, snavel) 8.1.4 Benoemt dat mensen en dieren geboren worden, opgroeien en dood gaan 6.1.1 Benoemt leuke activiteiten die hij in het bos, park of strand kan doen 6.1.2 Gaat niet op planten staan om de planten heel te houden

6.1.3 Doet dieren niet opzettelijk pijn (kat aan staart trekken, spin doodmaken) 8.1.1 Wijst kop, staart en poten aan van dieren 8.1.2 Plaatst vreemde onbekende dieren in de categorie dier (slang, vleermuis, zeepaardje) 10. Verkeer 11. Vrij 2.1.1 Kijkt links, rechts, links bij het oversteken 2.1.2 Kent de regels van het oversteken in verschillende situaties (stoplicht) 2.1.3 Kijkt extra uit bij waarschuwingssignalen zoals bel, toeter, zwaailichten en sirenes 2.1.4 Kent de begrippen verkeerslicht, zebra, brigadier, links en rechts 2.2.1 Weet op welke plekken hij veilig kan buitenspelen 2.2.2. Houdt zich aan regels en afspraken van het meerijden op de fiets, auto en bus 2.2.3 Houdt zich in het verkeer aan afspraken gemaakt met de groep/een volwassene 2.1.1 Kent de kleuren van het stoplicht en hun betekenis 2.1.2 Benoemt verschillende vervoersmiddelen 2.1.3 Geeft op plaatjes aan of gedrag wel of niet passend is in het verkeer 2.2.1 Wacht bij de stoep voor het oversteken (steekt samen over) 2.2.2 Blijft op de stoep lopen 2.2.3 Benoemt verschillende vervoersmiddelen 2.2.4 Zoekt een volwassene op in drukke verkeerssituaties 2.2.5 Geeft op plaatjes aan of gedrag wel of niet passend is in het verkeer 15.1 Benoemt de functie van verschillende ruimtes in huis 15.2 Vertelt welke manier handig is om ergens naar toe te gaan (lange afstand met de auto, lopend naar de winkel) 19.1.1 Gebruikt de begrippeneergisteren, overmorgen, nu,straks en meteen 19.1.2 Begrijpt de begrippen dag, nacht, ochtend, middag, avond 19.1.3 Begrijpt de begrippen vandaag,morgen, overmorgen, gisteren, eergisteren 19.1.4 Begrijpt de begrippen een hele dag, een halve dag 19.1.5 Begrijpt de begrippen een week, meer weken, deze week, volgende week, vorige week

15.1 Benoemt verschillende ruimtes in een huis ( keuken, wonkamer, slaapkamer) 15.2 Noemt verschillende manieren om ergens naar toe te gaan (met de auto, te voet) 19.1.1 Gebruikt de begrippen, gisteren, vandaag en morgen 19.1.2 Begrijpt begrippen lang, kort, even, een poos, een hele tijd 19.1.3 Begrijpt de begrippen nu, straks, vroeg, laat, eerder, later