ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

Vergelijkbare documenten
GRONDRECHTEN : HET HART VAN EUROPA

ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

EUROPEES PARLEMENT COMMISSIE VRIJHEDEN EN RECHTEN VAN DE BURGER, JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

Handvest van de grondrechten van de EU

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPESE RAAD 15 en 16 maart 2002 BARCELONA

EUROPESE SOCIAAL-DEMOCRATEN: VOORSTANDER VAN DE EUROPESE GRONDWET

ONTWERP-HANDVEST VAN DE FUNDAMENTELE RECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen *

Ontwerp-handvest van de grondrechten van de Europese Unie

ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

ING ENVIRONMENTAL APPROACH

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

GRONDWET EN GELIJKHEID

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2254(INL) van de Commissie constitutionele zaken

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

TRACTATENBLAD VAN HET

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI

*** ONTWERPAANBEVELING

UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen:

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE VICE-VOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE

(2000/C 177 E/07) COM(1999) 565 def. 1999/0225(CNS) (Door de Commissie ingediend op 6 januari 2000)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Verklaring van Zweden

Hearing LIBE-Commissie

EUROPEES PARLEMENT. Recht en Criminaliteit in cyberspace

DE VERDRAGEN VAN MAASTRICHT EN VAN AMSTERDAM

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 februari

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

Ethische Code van Compass Group

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004)

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nieuwe regels voor Europese ondernemingsraden. Inzicht in Richtlijn 2009/38/EG

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Gedragscode. Inhoudsopgave RESPECT VOOR COLLEGA'S, HANDELSPARTNERS EN DE GEMEENSCHAP... 4

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

1 PB nr. C 24 van , blz PB nr. C 240 van , blz PB nr. C 159 van , blz. 32.

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien de Verdragen, en in het bijzonder de artikelen 2, 3, 4 en 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Datum van inontvangstneming : 13/07/2012

Krachtiger bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat

ANNEX Initiatiefnemers van het EBI Definitie van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Wat is een constitutie?

Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting

Wat is een constitutie?

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

NICOSIA 2 EN 3 DECEMBER 2012

Overwegende, dat het van het hoogste belang is om de ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen de naties te bevorderen;

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

XT 21004/18 ADD 1 REV 2 mou/asd/ev 1 UKTF

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

4. Wat zijn de rechten en plichten van een asielzoeker in België?

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0176/9. Amendement. Morten Messerschmidt namens de EFD-Fractie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Datum van inontvangstneming : 09/09/2013

Een nieuwe sociale Europese interne markt

Lijst van rechtsgrondslagen waarop de gewone wetgevingsprocedure van toepassing is, zoals voorzien in het Verdrag van Lissabon 1

Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen.

Instelling. Onderwerp. Datum

Waar sta jij? (Uit: Kompas)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Manifest voor de Rechten van het kind

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

Voorstel voor een. interinstitutionele afkondiging van de Europese pijler van sociale rechten

Gedragscode. Looops B.V. Januari Gedragscode algemeen/60/004 Pagina! 1 van! 5

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Transcriptie:

ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE fundamental.rights@consilium.eu.int Brussel, 28 april 2000 (03.05) (OR. fr) CHARTE 4194/1/00 REV 1 CONTRIB 75 INGEKOMEN DOCUMENT Betreft: Ontwerp-handvest van de grondrechten van de Europese Unie Hierbij gaat een bijdrage van het Platform van Europese NGO's uit de sociale sector en het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV). 1 1 Deze tekst is in 11 talen ingediend. CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 1

CES ETUC Platform of European Social NGOs Platform van Europese NGO's uit de sociale sector GRONDRECHTEN : HET HART VAN EUROPA Campagnetekst Opneming van de grondrechten in de verdragen van de Europese Unie en van de Europese Gemeenschap Voorwoord I. Inleiding 1. Algemene beginselen 2. Expliciete grondrechten 3. Bindende politieke doelstellingen 4. Mensenrechten en het buitenlands beleid van de Unie. CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 2

Grondrechten: het hart van Europa Het Europees Verbond van Vakverenigingen en het Platform van Europese NGO's uit de sociale sector hebben dit campagnedocument opgesteld om het debat onder hun leden op gang te brengen. In de vijftien landen van de Unie lanceren wij een gezamenlijke campagne om onze achterban te raadplegen en bij de zaak te betrekken, zodat wij onze leden zaakkundig kunnen vertegenwoordigen op de EU Conventie waar het Europese Handvest van de Grondrechten voor Europa zal worden geschreven. De sociale gevolgen van de totstandkoming van de EMU en de invoering van de EURO hebben de noodzaak om de grondrechten op Europees niveau te waarborgen duidelijk naar voren doen komen. Wij beschouwen de grondrechten als onmisbaar om de sociale dimensie van de Europese Unie te versterken en om het Europese sociale model te vrijwaren en tot ontwikkeling te brengen. De opneming van die rechten is in het vooruitzicht van de komende uitbreiding van de Unie van groot belang. Naleving van de grondrechten is noodzakelijk om van het 'Europa van de burger' een realiteit te maken. Het is tijd voor actie. Een Handvest dat de civiele, sociale, economische, politieke en culturele rechten waarborgt, zal de toenemende apathie en scepticisme tegengaan. Het is tijd om Europa weer idealen mee te geven. Volgens sommigen is een nieuw Handvest niet nodig, omdat er reeds een Europees verdrag van de rechten van de mens en een Europees sociaal handvest bestaan. Maar die documenten zijn ofwel niet omvattend genoeg of onvoldoende wettelijk afdwingbaar om daadwerkelijk alle civiele, politieke, sociale en economische rechten te waarborgen. Een Handvest van de Grondrechten voor Europa zal voor het eerst al wie in de EU leeft een gemeenschappelijk kader aanreiken van afdwingbare en omvattende rechten. Dit campagnedocument beoogt niet een definitieve tekst te zijn. Het wil in de eerste plaats informeren en het debat inspireren. De komende maanden zullen wij in alle Europese Lidstaten conferenties, seminaries en vergaderingen houden waarop besproken zal worden welke rechten in het Handvest van de Grondrechten voor Europa moeten worden opgenomen, en hoe die rechten bij wet kunnen worden afgedwongen. Europa's welvaart steunt op ons vermogen om een evenwicht te vinden tussen de noodzaak van economische competitiviteit en de verzekering dat wij in een op solidariteit gebaseerde maatschappij leven waar iedereen toegang heeft tot de sociale basisrechten. Dat evenwicht wordt nu door de globalisering bedreigd en moet worden hersteld door voor iedereen het hele gamma van civiele, politieke, sociale, economische en culturele rechten te waarborgen. Het is tijd om van de grondrechten het hart van Europa te maken. CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 3

INLEIDING Op de Europese Top in juni 1999 werd beslist dat er een Europees 'Handvest van Grondrechten' moest worden opgesteld. De steun aan het Europese integratieproject was immers in het gedrang gekomen door de sociale gevolgen van de invoering van de eenheidsmunt en van de eenheidsmarkt. De burger had zijn vertrouwen in Europa verloren. Het was bijgevolg een noodzaak om de sociale dimensie van de Europese eenmaking te benadrukken door het belang van de bescherming van de grondrechten op Europees niveau te onderstrepen. Het kapitale punt was de aard van het Handvest dat zou worden opgesteld. Moest het een gewone verklaring worden of een wettelijk bindend geheel van rechten dat de mensenrechten in de Unie zou beschermen en bevorderen? De Europese leiders verschilden daaromtrent van mening met als gevolg dat de Top besliste pas later over het delicate punt van de aard van het Handvest te beslissen. In oktober van datzelfde jaar besliste de Europese Raad, die in het Finse Tampere was bijeengekomen, om een Conventie samen te stellen, bestaande uit nationale en Europese parlementsleden en uit regeringsvertegenwoordigers. Zij zouden samen het Handvest van de Grondrechten opstellen. Die Conventie zal in de loop van het jaar 2000 regelmatig vergaderen en overleg plegen met een brede waaier van organisaties uit de civiele samenleving om in oktober 2000 het Handvest op te stellen en goed te keuren. Het Handvest kan daarna door het Europese Parlement en de Commissie worden bekrachtigd vóór de Europese Top in december 2000 in de Franse stad Nice bijeenkomt. De laatste jaren werd opmerkelijke vooruitgang geboekt in de erkenning van het belang van grondrechten binnen de Unie. Het Verdrag van Amsterdam bepaalt dat «de Unie gegrondvest is op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en van de rechtsstaat, welke beginselen de lidstaten gemeen hebben» 1. Het stipuleert ook dat «de Unie de grondrechten eerbiedigt, zoals die worden gewaarborgd door het op 4 november 1950 te Rome ondertekende Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten voortvloeien als algemene beginselen van het gemeenschapsrecht». 2 In Artikel 46 van het VEU betreffende de bevoegdheden van het Europese Hof van Justitie, wordt de bevoegdheid toegekend om zich uit te spreken over de handelingen van de instellingen van de Europese Unie met betrekking tot de Europese conventie voor de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Volgens het Verdrag van Amsterdam is de eerbiediging van de Europese Conventie over de mensenrechten voor de Unie een bindende verplichting 3. De lidstaten moeten eveneens de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en van de rechtsstaat" eerbiedigen waarop de Unie is gegrondvest. 4 1 Art 6.1 VEU 2 Art 6.2 VEU 3 Art 6.2 VEU 4 Art 6.1 VEU CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 4

Het Verdrag van Amsterdam voorziet een eerder politieke dan juridische handhavingsprocedure voor het geval een lidstaat een van de grondbeginselen van de Unie schendt. 1 Volgens artikel 7 heeft de Raad de mogelijkheid om bepaalde rechten van een lidstaat, bijvoorbeeld het stemrecht in de Raad, tijdelijk in te trekken. Het Europese Hof van Justitie heeft de bevoegdheid om recht te spreken in aangelegenheden die betrekking hebben op de eerbiediging van de mensenrechten, maar alleen in verband met de activiteiten van de Unie of haar instellingen. De Verdragen van Maastricht en Amsterdam maakten vooruitgang in de bescherming van de grondrechten binnen de Europese Unie. De meest significante bepalingen op dat vlak waren: Artikel 13 van het Verdrag van de Europese Gemeenschap (EG-Verdrag) betreffende de nietdiscriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid De opneming in de Verdragen van verwijzingen naar het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden uit 1989 en naar het Europees sociaal handvest (Turijn, 1961). (Artikel 136 van het EG-Verdrag). Artikel 137 van het EG-Verdrag dat de Unie de bevoegdheid geeft om programma's voor armoedebestrijding en bevordering van sociale integratie op te zetten. De erkenning van het Europees burgerschap en de verzekering van rechten zoals vrijheid van verkeer, stemrecht in lokale en Europese verkiezingen en het petitierecht. (Artikels 17-22 van het EG-Verdrag). Ondanks deze vorderingen vereist het Europese integratieproces, met zijn duidelijke gevolgen voor de mensenrechten, dat een daadwerkelijke en effectieve bescherming van de grondrechten voor alle burgers en werkenden in Europa wordt voorzien en dat die rechten expliciet in één enkele coherente tekst worden uiteengezet. Grondrechten zijn onmisbaar om de sociale dimensie binnen de Europese Unie te versterken en om het Europese sociale model te vrijwaren en tot ontwikkeling te brengen. De opneming van het Handvest in de Verdragen is in het vooruitzicht van de komende uitbreiding van de Unie van het allergrootste belang. De Europese Unie profileert zich als één van de belangrijkste actoren in het wereldgebeuren. De Raad, het Parlement en de Commissie dringen vaak aan op de noodzaak om de mensenrechten algemeen ingang te doen vinden en te doen eerbiedigen zoals werd overeengekomen in Verklaringen, Convenanten en Overeenkomsten van de Verenigde Naties en zijn instellingen. De Europese Raad heeft gesteld dat Europa de mensenrechten luid en duidelijk moet verdedigen. De eerbiediging van de grondrechten moet een onlosmakelijk en coherent onderdeel worden van de verbintenissen en eisen die de Europese Unie en haar lidstaten in hun handels- en buitenlandse betrekkingen stellen. 1 Art 6.1 VEU CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 5

Mensenrechten vormen één ondeelbaar geheel. De volledige reeks burgerlijke, politieke, economische, sociale, culturele en vakbondsrechten moet bindend in het Verdrag worden opgenomen. Een Europees Handvest van Grondrechten dat zich beperkt tot een plechtige politieke verklaring zou ontoereikend zijn en niet tegemoetkomen aan wat nodig is om Europa op te bouwen, en om de Unie uit te breiden en op het wereldtoneel een rol te spelen. Wat meer is, het zou bij onze Europese medeburgers niet het geloof herstellen dat wij niet alleen de economische en monetaire unie belangrijk achten, maar evenveel belang hechten aan de sociale dimensie van de Europese integratie die het individu ten goede moet komen. Eerbiediging van de grondrechten is een kernvoorwaarde om een Europa van de burger te creëren. CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 6

HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VOOR EUROPA 1. ALGEMENE BEGINSELEN De opneming van de rechten in het Verdrag moet coherent en subsidiair blijven met de grondrechten zoals zij worden gedefinieerd in: - de Universele verklaring van de rechten van de mens (VN 1948) en relevante Convenanten (ICCPR & ICESCR,1966); - het Europese verdrag van de rechten van de mens (Europese Raad, 1950) - het Herziene Europese sociaal handvest (Raad van Europa, 1996) - het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden (Europese Unie, 1989) - de ILO-overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in de Verklaring over de grondbeginselen en -rechten op het werk (1998) - de Overeenkomst over de afschaffing van alle vormen van discriminatie tegenover vrouwen (VN, 1979) - de Overeenkomst over de rechten van het kind (VN, 1989) - De Conventie over het vreemdelingenstatuut (VN, 1951) en aangehecht protocol (VN, 1967) De algemene beginselen die voor alle lidstaten gelden, zijn een afspiegeling van de verplichtingen die zij in deze instrumenten aangaan en verbinden de lidstaten formeel tot een aantal verplichtingen. De lidstaten en de Unie moeten bijgevolg samen de verantwoordelijkheid opnemen voor de naleving van de rechten die in deze instrumenten worden afgekondigd. De rechten die in het Verdrag moeten worden opgenomen, moeten op het hele grondgebied van de Europese Unie verzekerd zijn. Zij moeten worden beschouwd als een minimale vorm van bescherming en houden dus een minimumgarantie in. Zij mogen niet worden gebruikt om de rechten te ondergraven die in de Europese Unie of de lidstaten reeds van kracht zijn en voortvloeien uit wetgevingen of collectieve overeenkomsten. Het Handvest mag geen rechten bevatten die afbreuk doen aan de rechten die reeds via de VN werd en zijn instellingen of via de Raad van Europa werden overeengekomen. De rechten mogen niet beneden het peil van de internationale normen liggen. De rechten in het Verdrag moeten in principe gelden voor alle burgers van de lidstaten en voor de onderdanen van derde landen die op wettelijke wijze in een lidstaat van de Unie verblijven. Een apart hoofdstuk van onderhavig document behandelt de rechten die gelden voor andere individuen die zich op het grondgebied van de Unie bevinden. CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 7

Om de ondeelbaarheid van de mensenrechten te benadrukken en de geest van pan-europese politieke samenhang te bevorderen, zal de Europese Unie er zich ook toe verbinden het Europees verdrag van de rechten van de mens en aangehechte protocollen en het Herziene Europese sociaal handvest te onderschrijven. Wettelijke implicaties: tenuitvoerlegging en jurisdictie Alle rechten die in de Verdragen van de EU en de EG moeten worden opgenomen, moeten individueel of collectief kunnen worden afgedwongen, in overeenstemming met onderstaande beginselen: a) Het rechtssysteem binnen elke lidstaat zal bevoegd zijn betreffende de afdwingbaarheid van de grondrechten die niet door een specifieke Europese bepaling worden beschermd. Dat sluit echter het gebruik van politieke sancties niet uit wanneer de mensenrechten ernstig worden geschonden. b) het Europese Hof van Justitie zal, in overeenstemming met de bestaande procedures, bevoegd zijn voor de afdwingbaarheid van de EU-bepalingen op het niveau van de Unie en voor de uitvoering van de Europese Unie en Gemeenschapsrecht in de lidstaten. c) Het Europese Hof van Justitie zal bevoegd zijn inzake grensoverschrijdende rechten zoals de vrijheid van personenverkeer en transnationale vakbondsrechten. In zijn rechtspraak zal het Europese Hof van Justitie rekening houden met de hele van toepassing zijnde praktijk en rechtspraak, vastgelegd door andere bevoegde internationale instellingen van de VN, de ILO en de Raad van Europa, teneinde te vermijden dat het Europese Hof van Justitie de uitspraken bepaal die een beperking van de door die organen reeds geboden bescherming tot gevolg zou hebben. Elk recours voor de uitlegging en/of handhaving van deze rechten bij bevoegde instanties, opgericht door andere internationale mensenrechteninstanties dan deze van de EU, zal niet in eerste aanleg of in beroep opnieuw voor het Europese Hof van Justitie kunnen worden gebracht. De EU kan maatregelen aannemen die bedoeld zijn om de uitvoering door de lidstaten van de bindende politieke doelstellingen of van de programmarechten, opgesomd in dit document. Na verplicht overleg met de andere Europese instellingen en sociale partners en Europese NGO's moet de Raad een vijfjarenplan goedkeuren over de tenuitvoerlegging van de sociale rechten volgens het programma. Dat plan zal de uiterste termijnen, de procedures en de mechanismen van handhaving vastleggen. De Commissie moet het ontwerpplan aan de Raad voorleggen binnen het jaar dat volgt op de ratificering van het Verdrag. De Commissie zal regelmatig de stand van zaken voorleggen en er zal een follow-up-plan worden uitgewerkt dat aan het einde van de eerste vijf jaar moet worden aangenomen. CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 8

2. EXPLICIETE GRONDRECHTEN 2. 1 Civiele en politieke rechten De naleving van de civiele en politieke rechten die in de Universele verklaring van de rechten van de mens, de Internationale convenant over de civiele en politieke rechten (VN) en het Europees verdrag van de rechten van de mens (Raad van Europa) zijn vastgelegd, moet in de hele Europese Unie worden gewaarborgd. De volgende civiele en politieke rechten zullen gelden voor alle burgers van de Europese Unie en voor onderdanen van derde landen die wettelijk in een van de lidstaten van de Unie verblijven: Niemand zal ter dood worden veroordeeld. Niemand zal worden onderworpen aan foltering of aan onmenselijke of vernederende behandelingen. Vrijheid van denken, van overtuiging en religie, vrije meningsuiting en vrije mededeling van informatie en ideeën, en vrijheid van bezit. Vrijheid van vereniging, van vertegenwoordiging en actie op lokaal, nationaal en Europees niveau. Het recht op leven en op bescherming van de persoonlijke levenssfeer Iedereen is gelijk voor de wet en moet daadwerkelijk en zonder enige discriminatie kunnen genieten van alle rechten die in dit Verdrag worden opgesomd. Iedereen heeft het recht op een gelijke behandeling en kansen, zonder discriminatie op grond van geslacht, sociale, raciale of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Rechten in verband met burgerschap In de Verdragen wordt een burger van de Europese Unie omschreven als elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit en er wordt gesteld dat het burgerschap van de Unie het burgerschap van een natie aanvult maar niet vervangt (Art. 17, EGV). De volgende rechten moeten worden gewaarborgd: Elke burger zal het recht hebben om zich vrij te verplaatsen, vrij te verblijven en te werken op het hele grondgebied van de Unie. Het Europees burgerschap behelst ook daadwerkelijk rechtstreeks en onrechtstreeks medezeggenschap via de representatieve Europese instellingen (Europees Parlement, Economisch en Sociaal Comité, Comité van de Regio's). Onderdanen van derde landen moeten, na een wettelijk verblijf van een bepaalde duur, stemrecht in de lokale en Europese verkiezingen verwerven. Het recht op burgerschap vereist transparante besluitvormingsprocedures en vrijheid van informatie. Iedereen heeft het recht op inzage en correctie van de administratieve documenten en andere data die op hem betrekking hebben (Uitzonderingen op deze regel moeten bij wet worden bepaald). Het recht om een petitie te richten tot het Europese Parlement. Het individuele en collectieve recht om, met mogelijkheid tot recours bij de rechtbanken, de handelingen en tekortkomingen van de Europese instellingen aan te klagen. CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 9

Het Verdrag erkent het belang van de sociale dialoog met organisaties van werkgevers en werknemers, zowel sectoraal als interprofessioneel, en die dialoog kan worden uitgebreid tot grensoverschrijdende overeenkomsten. Het recht op Europese Collectieve Overeenkomsten moet nu worden vastgelegd. Het recht op overleg voor Europese NGO's moet worden erkend en moet leiden tot een gestructureerde dialoog met de burger. Rechten van onderdanen van derde landen die wettelijk in de Europese Unie verblijven Onderdanen van derde landen die wettelijk in de EU verblijven, moeten op dezelfde manier worden behandeld als EU-burgers wat hun civiele, politieke, economische, sociale en culturele rechten betreft, met inbegrip van de vrijheid van personenverkeer. De Unie en de lidstaten zullen gecoördineerde maatregelen treffen om elke vorm van discriminatie te bestrijden en gelijke behandeling te bevorderen. Rechten van onderdanen van derde landen die zich op het grondgebied van de Unie bevinden, zonder er te verblijven. De Unie zal erop toezien dat het asielrecht, zoals bepaald door de Conventie van Genève uit 1951 en aangehecht protocol, wordt nageleefd. De lidstaten moeten gecoördineerde maatregelen treffen om dat recht ten volle van kracht te doen zijn. Elke persoon op het grondgebied van de Unie zal verzekerd zijn van de volgende rechten, zonder onderscheid op grond van geslacht, ras, sociale of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid: Het recht op leven en op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Niemand zal ter dood worden veroordeeld. Niemand zal worden onderworpen aan foltering of aan onmenselijke of vernederende behandelingen. Het recht op medische, wettelijke en sociale bijstand (voedsel en onderdak). Het recht op onderwijs voor kinderen van schoolgaande leeftijd, op grond van gelijke behandeling met de onderdanen van de Staat waar zij verblijven. Het recht op gelijkberechtiging door de wet, op transparantie en duidelijkheid van de beslissingen die hen aanbelangen, en het recht om beroep aan te tekenen. Het recht om verenigingen te vormen en deel te nemen aan acties die hen aanbelangen. 2.2. Sociale en economische rechten De volgende sociale en economische rechten moeten worden gewaarborgd: Iedereen heeft recht op gelijke behandeling en gelijke kansen op alle levens- of arbeidsdomeinen, ongeacht geslacht, ras, sociale of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid; Iedereen heeft recht op sociale, wettelijke en economische bescherming: CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 10

Elk individu heeft, ongeacht zijn maatschappelijke positie, recht op een behoorlijk minimuminkomen dat hem en zijn familie in staat stelt om menswaardig te leven en dat zijn gezondheid en welzijn verzekert; Het recht op sociale bescherming ingeval van werkloosheid; Het recht op sociale en medische bijstand; Iedereen heeft recht op privacy en op bescherming van de persoonlijke gegevens; Alle kinderen moeten de rechten hebben die in de Internationale conventie over de rechten van het kind zijn bepaald ; Alle kinderen hebben recht op bescherming van hun integriteit en persoonlijke ontwikkeling, evenals op veiligheid, onderwijs en gezondheid. De Unie en de lidstaten zullen alle noodzakelijke en effectieve maatregelen nemen om elke vorm van kinderarbeid te weren die hun gezondheid, veiligheid of zedelijkheid kan bedreigen, en om de eerbiediging van de twee ILO-conventies over kinderarbeid te respecteren (ILO 138 en ILO 182); Rechten in verband met arbeid : Werknemers hebben nationaal en transnationaal het recht op vrijheid van vereniging, collectieve onderhandeling en vakbondsacties, met inbegrip van grensoverschrijdende solidariteit acties en staking; Iedereen heeft het recht om door zijn werk in zijn levensonderhoud te voorzien en om zijn beroepsactiviteit vrij te kiezen, en heeft recht op rechtvaardige en bevredigende arbeidsomstandigheden en op bescherming ingeval van werkloosheid; Iedereen heeft recht op gelijk loon voor gelijk werk, zonder discriminatie; Werknemers hebben recht op doelmatige, gezonde arbeidsomstandigheden en op veiligheid op het werk; Werknemers hebben recht op informatie, overleg en medezeggenschap op het werk, op alle niveaus, zowel nationaal als transnationaal. Het vereiste beleid en de noodzakelijke programma's en maatregelen moeten worden ingevoerd om deze directe sociale rechten voor iedereen te waarborgen. CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 11

3. BINDENDE POLITIEKE DOELSTELLINGEN (PROGRAMMATISCHE RECHTEN) Programmatische rechten zijn rechten die afhangen van de invoering van politieke programma's. Bevordering, toegang, handhaving en doeltreffendheid van dergelijke rechten moeten worden verzekerd door een goed beleid, aangepaste programma's en maatregelen. De volgende programmatische rechten zullen worden gewaarborgd: Het recht op werk en volledige werkgelegenheid moet worden verzekerd door gezamenlijke acties van de Europese Unie en haar lidstaten; Het recht op bescherming tegen willekeurig en onwettelijk ontslag; Het recht op onderwijs en levenslang leren; Het recht op vrije keuze van onderwijs moet op het hele grondgebied van de Unie gewaarborgd zijn; Het recht op equivalentie van diploma's; Het recht op effectieve sociale bescherming en op goede gezondheidszorg; Het recht op behoorlijke huisvesting; Het recht van personen met een handicap op programma's en maatregelen die hun professionele en sociale integratie ten goede komen; Het recht van ouderen op een menswaardig leven, met een aanvaardbaar inkomen, gezondheidszorg en sociale bescherming; Het recht van elke werknemer om bij zijn pensionering te beschikken over de nodige middelen die hem een behoorlijke levensstandaard bezorgen; Het recht op een minimumpensioen dat regelmatig opnieuw moet worden bepaald en herzien; Het recht, voor individuen en gezinnen, op bescherming tegen armoede en sociale uitsluiting; Het recht voor elk individu, als lid van de samenleving, op economische, sociale en culturele rechten die van wezenlijk belang zijn voor ieders waardigheid en vrijheid om zijn persoonlijkheid te ontwikkelen; Consumentenrechten (eerlijke kredietverlening, financiële diensten, algemene diensten, gezonde en milieuvriendelijke producten); Het recht van de burger om geïnformeerd en geraadpleegd te worden op het relevante bevoegdheidsniveau (Europees, nationaal en lokaal), bijvoorbeeld over aangelegenheden betreffende volksgezondheid, ruimtelijke ordening en beheer, leefmilieu en de kwaliteit van het leven; Recht op toegang tot diensten van algemeen belang, zonder discriminatie. Na verplicht overleg met de andere Europese instellingen en sociale partners en Europese NGO's moet de Raad een vijfjarenplan goedkeuren over de tenuitvoerlegging van de sociale rechten volgens het programma. Dat plan zal de uiterste termijnen, de procedures en de mechanismen van handhaving vastleggen. De Commissie moet het ontwerpplan aan de Raad voorleggen binnen het jaar dat volgt op de ratificering van het Verdrag. De Commissie zal regelmatig de stand van zaken voorleggen en er zal een follow-up-plan worden uitgewerkt dat aan het einde van de eerste vijf jaar moet worden aangenomen. CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 12

4. DE RECHTEN IN HET BUITENLANDS BELEID VAN DE UNIE De Verdragen omschrijven een van de doelstellingen van het buitenlands beleid van de Unie en de Gemeenschap als het uitbouwen en versterken van democratie en van de rechtsstaat, en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. 1 " Het buitenlands beleid van de Unie moet, in navolging van dat van de Gemeenschap, gedefinieerd in artikel 177 en 178 (EGV), de grondrechten bevorderen zoals zij zijn vervat in de instrumenten van de Verenigde Naties en andere bevoegde organisaties. Met dat oogmerk zal in de overeenkomsten tussen de Unie en derde landen een clausule met de eis tot eerbiediging van de grondrechten worden opgenomen, zoals meer bepaald beschreven in de Universele verklaring van de rechten van de mens en in de Verklaring van de sociale grondrechten van de ILO. Die clausule zal ook bindend zijn in de internationale betrekkingen en in de onderhandelingen tussen multilaterale instellingen waarin de Europese Unie of de Europese Gemeenschap is betrokken. De Unie zal zich baseren op de sociale waarborgen van het Algemeen Preferentiesysteem om in derde landen de afschaffing van dwangarbeid en van de ergste vormen van kinderarbeid te bewerkstelligen. In dat verband zal de Unie ook de belangrijkste Conventies van het ILO steunen met betrekking tot het recht op vereniging, collectieve onderhandeling, kinderarbeid, arbeid als slaaf of lijfeigene, niet-discriminatie en gelijk loon. De Unie zal erop toezien dat de lidstaten en de kandidaat-leden de instrumenten van de Raad van Europa in verband met de grondrechten (Europees verdrag van de rechten van de mens en het Herziene Europees sociaal handvest) ratificeren en handhaven, evenals de internationale normen zoals zij in de Algemene beginselen tot dit document werden gespecificeerd. De Unie zal het ontstaan en uitbouw van een civiele samenleving in deze kandidaat-lidstaten steunen. * * * 1 Art 11 VEU & Art. 177 en 178 EGV CHARTE 4194/1/00 REV 1 aad/ew/mm 13

New.eu Domain Changed Web and E-Mail Addresses The introduction of the.eu domain also required the web and e-mail addresses of the European institutions to be adapted. Below please find a list of addresses found in the document at hand which have been changed after the document was created. The list shows the old and new address, a reference to the page where the address was found and the type of address: http: and https: for web addresses, mailto: for e-mail addresses etc. Page: 1 Type: mailto Old: mailto:fundamental.rights@consilium.eu.int New: mailto:fundamental.rights@consilium.europa.eu Addendum: 1