Werkboekje Efteling Opdrachten en puzzels
Naam
SCHOOLREISJE Elk jaar is het weer spannend voor de kinderen van de Regenboogschool in Leiden waar de schoolreis naar toe gaat. Ieder jaar mag namelijk een groep beslissen waar ze naartoe gaan. Dit jaar zijn de leerlingen van groep 6 aan de beurt. Groep 6 is een leuke groep van 24 leerlingen. De meester verdeelt de kinderen in groepjes en met elkaar gaan ze beslissen waar ze met het schoolreisje naartoe zouden kunnen gaan. Ieder groepje mag 3 parken opschrijven, ook moeten ze erbij vermelden in welke provincie het attractiepark ligt. Op het internet vinden ze een kaartje met alle pretparken in Nederland. Kan jij van de volgende parken opschrijven in welke provincie het ligt? Efteling
Bobbejaanland verland To uinrell D Archeon Dippie doe codrome E Aan het eind van de ochtend mag ieder groepje zijn lijstje met 3 parken aan de meester geven en wordt er gekeken voor welk park het meest is gekozen. Er zitten. Leerlingen in groep 6. 1/8 van de leerlingen heeft gekozen voor Dippie Doe. Dit zijn leerlingen. 3/8 van de leerlingen heeft gekozen voor Duinrell. Dit zijn leerlingen. 4/8 van de leerlingen heeft gekozen voor de Efteling. Dit zijn leerlingen. Met meerderheid van stemmen is dus gekozen voor:
De beslissing is dus gevallen op de Efteling. De leerlingen hebben er nu al zin in. Een aantal kinderen zijn nog nooit in de Efteling geweest. Dus besluit de meester wat meer over de geschiedenis van de Efteling te vertellen. In 1933 richten Kapelaan Rietra en Pastoor De Klijn een sportcomplex op. Het waren eigenlijk maar een paar trapveldjes en een speeltuin, maar de jeugd van Kaatsheuvel was er blij mee. In de loop der jaren wordt het park verder uitgebreid. In 1950 word dat de STICHTING NATUURPARK DE EFTELING. De naam komt van de herberg "De Eersteling" die 3 eeuwen daarvoor daar stond. In 1951 bracht de zwager van de burgemeester de burgemeester op het idee van het Sprookjesbos. Dat idee had hij niet zelfbedacht maar afgekeken van Philips die ter ere van hun 60 jarig jubileum een Eindhovens stadswandelpark voor even hadden omgetoverd in een sprookjespark. In 1952 word het sprookjesbos dan ook officieel geopend. Door Anton Pieck werden de sprookjes en de sprookjesfiguren bedacht en Peter Reijnders zette ze technisch in elkaar. Het park kreeg vanaf het begin af aan veel belangstelling. In het eerste echte seizoen komen er wel 240.000 bezoekers. Vanaf dan groeit het park flink, en wordt steeds populairder. In 1958 komt holle bolle Gijs. De vrolijke parkschoonhoudende pop wordt over de hele wereld bekend. Zelfs de Japanners komen kijken. In 1977 viert de Efteling haar 25 jaar bestaan, daarvoor komt een echt spookslot. In 1981 word de Phyton geopend omdat het park meer wil worden dan alleen het sprookjesbos. In 1982 is het piratenschip van gigantische afmetingen alweer een groot succes. Aan het eind van het seizoen telde het park ongeveer 1,5 miljoen bezoekers. Er worden weer attracties bijgemaakt zoals de carnavalfestival, Polka Marina en de oude Tuffer. In het seizoen van 1984 komen er zeker 2 miljoen bezoekers. In 1987, als de Efteling 35 jaar bestaat wordt de Fata Morgana geopend, omdat de Efteling er de laatste tijd veel spectaculaire attracties erbij heeft gekregen, maar haar sprookjesachtige sfeer niet wil kwijt raken. In 1987 gaat ook de Pagode vliegen. Een leuke attractie waarbij je de Efteling en omstreken van een hoogte van 45 meter kan bekijken. staat in het teken van het volkje heeft een eigen kreeg een hoge minder dan 2,5 miljoen kwamen dat seizoen. In houten achtbaan, de Het jaar 1990 volk van laaf. Het dorp. Het volkje waardering. Niet bezoekers 1991 komt de Pegasus. In dit
jaar word ook de 50 miljoenste bezoeker verwelkomt, en wordt er een begin gemaakt aan het hotel van de Efteling. Het 40 jarige bestaan wordt gevierd. Anton Pieck word in het zonnetje gezet door een expositie. Er word ook een tijdelijke ijsbaan aangelegd voor een ijsshow. Aan het eind van het jaar word de Efteling nog verrast door het krijgen van een Applause Award. Met die onderscheiding mag de Efteling zich 2 jaar lang het beste park ter wereld noemen. In 1996 word de 60 miljoenste bezoekers feestelijk ontvangen. In 1997 bestaat de Efteling 45 jaar en in 98 en 99 komen er weer nieuwe spoorattracties en attracties om de mensen te vermaken. In 2000 loopt Pardijntje, het vriendinnetje van Pardoes, de tovenaar van de Efteling, ook door het park. Kortom de Efteling is in al die jaren heel veel veranderd. Het park is uitgegroeid van sportcomplex tot een bekend en groot attractiepark, met hotels, golfbanen en een theater. Nadat de meester is uitverteld mogen de kinderen wat vragen beantwoorden. 1 De Efteling was oorspronkelijk een..? A: Sportcomplex B: Herberg C: Natuurpark 2 Wie bracht de burgermeester op het idee van een sprookjesbos? A: De broer van de burgermeester. B: De man van de zus van de burgermeester C: Een oom van de burgermeester 3 Door wie werden de sprookjes en sprookjesfiguren bedacht?.. 4 In welk jaar viert de Efteling haar 25-jarig bestaan? 5 Wat is de Pagode?
6 Wat is de hoofdgedachte van dit verhaal?.. Een pretpark met verschillende nieuwe attracties, de kinderen hebben er zin in. Alle kinderen van groep 1 t/m groep 8 gaan mee. Er zitten 276 leerlingen op school. Er gaan 23 begeleiders mee. 1. Hoeveel personen gaan er in totaal mee? 2. Alle kinderen hebben 19,-- betaald voor het schoolreisje. Hoeveel is dat bij elkaar? 3. Er moet vervoer geregeld worden. De huur van een bus is 310,-- per dag. Ook het benzineverbruik moet betaald worden. A. Er kunnen 52 mensen in een bus. Hoeveel bussen moet de school huren?. B. Hoeveel kost de huur van de bussen in totaal? C. De afstand van de school naar de Efteling is 110 kilometer. Een bus kan 10 kilometer rijden op 1 liter benzine. Hoeveel liter heeft de bus nodig om de kinderen te vervoeren van de school naar Efteling en weer terug?
.. D. Hoeveel liter is er nodig voor alle bussen?.. E. Een liter benzine kost 1,45 Hoeveel euro moet de school betalen voor de benzine?. F. Hoeveel euro moet de school bij elkaar betalen aan de busmaatschappij? (huur van de bussen + bezine)
Daan uit groep 6 droomt van het schoolreisje. Elke moment van de dag praat hij erover. Op een ochtend, tijdens het ontbijt, zegt zijn vader: Daan, jongen, je praat alleen nog maar over het schoolreisje. Hou nou eens op. Het is vandaag 25 mei. Je moet dus nog 15 nachtjes slapen voor het zover is. Het komt echt niet dichterbij als je er steeds over blijft kletsen! (bij deze opdrachten mag je een agenda/ kalender gebruiken) 1A: Wanneer is het schoolreisje?
1B: Precies twee weken later is Daan jarig. Wanneer is dat?.. 2. 1 dag voor het schoolreisje belt de directeur van de Efteling op. Er zijn problemen met een paar grote attracties. De directeur stelt voor om de schoolreis 3 weken uit te stellen. Dan is alles weer gemaakt en kunnen alle attracties gebruikt worden. De directeur is bereid om korting te geven op de entreekaartjes. Op welke dag gaan de leerlingen nu? 3. Voor Daan betekent het dat hij nog langer moet wachten. Het is nu 8 mei. Hoeveel nachten moet hij nog slapen?.. He, he. Eindelijk is het zover! Het is een prachtige dag en al vroeg zijn alle kinderen en de begeleiders op school. In de klas worden de afspraken met de leerlingen doorgenomen. Ook wordt gekeken of iedereen een lunchpakket heeft en iets te drinken. De kinderen zijn best een beetje zenuwachtig, maar ze hebben ook erg veel zin in de schoolreis. De kinderen nemen op het schoolplein afscheid van hun ouders, broertjes en zusjes en ze gaan de bus in. De reis kan beginnen. 1. De bus vertrekt om 8.50 uur. Er zijn geen files en de buschauffeur rijdt er precies 1 uur en 15 minuten over. Hoe laat komt de bus aan bij de Efteling?. Tijdens de busreis vinden de kinderen het leuk om puzzels te maken.
Ook Sudoku s zijn erg in trek bij de kinderen.
Eindelijk zijn de kinderen dan bij het park aangekomen. Snel lopen ze met elkaar naar de ingang, waar ze al opgewacht worden door Pardoes. 1. Als de kinderen en de begeleiders bij het park zijn, blijkt dat de school een flinke korting krijgt op de entreekaartjes. Tot 100 kinderen is de entree 10,-- per kind Daarboven kost een kaartje 8,-- per kind. Per volwassene moet 22,50 betaald worden. a. De 100 kaartjes van 10,00 zijn snel gekocht. Die kaartjes kosten in totaal duizend euro. Hoeveel kaartjes van 8,-- moeten er nog gekocht worden? En hoeveel kaartjes van 22,50? b. Hoeveel kosten de kaartjes van de kinderen samen? c. Hoeveel kosten de kaartjes voor de begeleiders? d. Hoeveel moet de school betalen voor alle entreekaartjes bij elkaar?