NABESTAANDEN. Ineke, Dennis en Robin: Het was bij hem nooit gespreksonderwerp geweest

Vergelijkbare documenten
Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Donor. Inleiding. Hoofdstukken. Wat is een donor?

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Moeder worden, moeder zijn

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

Bent u al donor? Ja Nee

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

wens Dit was haar Mama leefde heel gezond. Romy en Maxime s moeder was donor

Informatie voor nabestaanden. Dit is een uitgave van NTS-Donorvoorlichting Orgaandonatie

Verhaal: Jozef en Maria

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

De epilepsie van Annemarie Als je hersens soms op hol slaan

HOEVEEL DONOREN TELT GELDERLAND NA DEZE DONORWEEK?

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

INFORMATIE VOOR NABESTAANDEN. Dit is een uitgave van de Nederlandse Transplantatie Stichting transplantatiestichting.nl.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Meer weten? Ga naar

Borstkanker ''Angst voor het onbekende''

Neus correctie Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Elke miskraam is anders (deel 2)

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Inhoud. Woord vooraf Ik haat de dood 11 Overdenking bij 1 Korintiërs 15:

Een therapeutisch voorleesverhaal voor jonge kinderen van gescheiden ouders. Via-Art. Door Shantella de Visser, Via-Art.nl

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Het huis Anubis - Hoofdstuk 1

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar

wil ik het wensen rond overlijden

Auke van Westreenen werd geboren met een moedervlek op zijn hoofd. Een mooi, bruin plekje, zo groot als het topje van mijn pink, vertelt zijn moeder.

Een gelukkige huisvrouw

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

De kerker met de vijf sloten. Crista Hendriks

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Orgaandonatie. Informatie voor nabestaanden

Iris marrink Klas 3A.

Wat doen jongeren op internet?

Alles over de ambulance Lesboekje voor groep 5 & 6

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

orgaan DONATIE DONATIE informatie voor nabestaanden

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Op bezoek. bij Sam op de Intensive Care

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag.

Tips voor een goede spreekbeurt

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Eerste druk, september Tiny Rutten

Het verhaal op reis. groep 1-2. melle de muis. Bijlagen Les 1. media. spoor

OP ZOEK NAAR DE VERBINDING TUSSEN PRAKTIJK, ONDERZOEK EN ONDERWIJS

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

1. Hoeveel uur per week zaten jongeren op internet in 2009?

Beeldend - tekst resi lankester fotografie merel verspuij. Blijf

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Wij zijn twee vrienden... jij en ik

Ik ben maar een eenvoudige ezel, maar ik wil je graag een mooi verhaal vertellen

HET VERHAAL VAN KATRIN

Nieuwsbrief SHIB december 2013

Een buik van wol. Tom! Tom! Cato kwam hard aan rennen. En zei: vandaag word mevr. Catharina. 90 jaar en ik wil haar een heel mooi cadeau

EEN DIERBARE VERLIEZEN

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

Vlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI

DONOR IN HART EN NIEREN

Ik ben ook donor, hoor!

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja


Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Donoren zijn van levensbelang Inclusief donorformulier

een dierbare verliezen

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Weefseldonatie. Informatie voor nabestaanden

Marcus 10, Kleine en grote kinderen: iedereen is welkom bij Jezus

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1

Mijn mond zat vol aarde

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Heilig Jaar van Barmhartigheid

1. Ben jij één van de 5,8 miljoen donoren?

ISABEL EN BAS VAN RHIENEN (6)

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Transcriptie:

NABESTAANDEN Nummer 26 jaargang 13 December 2014 Dit is een uitgave van de NTS, transplantatiestichting.nl Contact Informatie van en voor nabestaanden van orgaan- en weefseldonoren In dit nummer weer drie bijzondere verhalen. Nabestaanden Ineke en haar zonen Dennis en Robin vertellen over het plotselinge overlijden van man en vader Jan, die na zijn dood z n nieren en lever kon doneren. Marianne denkt terug aan het overlijden van haar moeder, die door een ongeluk om het leven kwam. Haar gemis wordt een klein beetje verzacht door de nieuwe kans die anderen daardoor kregen. René hield een internetdagboek bij over zijn levertransplantatie en beschrijft zijn snelle herstel na 10 jaar ziek zijn. Ineke, Dennis en Robin: Het was bij hem nooit gespreksonderwerp geweest Op een ochtend in het najaar van 2003 ging Jan Hartman, toen 61, nietsvermoedend naar zijn werk. De volgende nacht werd hij orgaandonor. Zijn vrouw Ineke en zonen Dennis en Robin vertellen wat er die dagen gebeurde en hoe blij ze zijn met hun besluit voor donatie. Ineke: Hij vertrok op zijn scooter, net als altijd. Ik hoorde zijn vertrouwde hoestje nog. Daarna ben ik in huis aan het werk gegaan. Om 9 uur werd hij thuisgebracht. Verbaasd vroeg ik: wat kom jij doen? Hij was niet lekker geworden. Dus zei ik: ga maar naar bed. En ik ging verder met ramen zemen. Kort daarna hoorde ik hem in de badkamer overgeven. Ik ging naar hem toe, en hij keek me verdwaasd aan. Maar nee, ik hoefde geen dokter te bellen. Ik zei dat hij de rest van de week maar niet meer moest gaan werken. Daarom wilde ik zijn kleren in de was doen, en toen ik zijn broek pakte, voelde ik dat die nat was. Hij had zijn urine laten lopen, maar wist dat niet meer. Kort daarna ging hij heel gek doen, met zijn handen over de muren wrijven en raar praten in de telefoon. Toen heb ik de dokter gebeld. Ik vermoedde dat hij een TIA had gehad en wilde dat de huisarts tijdens zijn ronde langskwam. En ik heb de jongens gebeld. Dennis kon ik niet bereiken, en toen ik Robin belde, nam zijn vrouw Wilma op. Zij is ambulancehulpverlener en herkende de ernst van het verhaal. Ze belde meteen 112. Heel kort daarna kwam de ambulance. Woordenboek Robin: Ik was voor mijn werk in Amsterdam aan het vergaderen. Toen ik het bericht kreeg, heb ik alles uit mijn handen laten vallen en ben vertrokken. In het ziekenhuis wilden ze een gesprek met ons drieën en ze zaten op mij te wachten. Ineke: Wilma had gezegd: ik denk dat het over or- Tekst: Ellen Segeren Foto s: Gerard Vellekoop

gaandonatie gaat. Dat bleek inderdaad het onderwerp van het gesprek. Ik vond dat helemaal geen probleem. Dennis: Daar hadden we het eigenlijk nooit over gehad, maar voor iedereen stond als een paal boven water dat we ja zouden zeggen. Die vraag kwam ook niet als een schok. Ineke: Bij Jan was het nooit een gespreksonderwerp geweest. Orgaandonatie kwam in zijn woordenboek niet voor. Niet dat hij ertegen zou zijn geweest, maar hij was daar niet mee bezig. Dennis: Nee, we hebben het eigenlijk vanuit onszelf benaderd. Wij zouden zelf donor willen zijn, we zijn ook allemaal als donor geregistreerd. Ineke: Robin heeft al vanaf zijn vijftiende diabetes, een ziekte waarbij in sommige gevallen ook een transplantatie nodig is. Als ik Jan had verteld dat dat al reden genoeg was om donor te worden, had hij beslist ja gezegd. Piepjes Ineke: De vraag of hij donor kon zijn kwam heel snel, want hij was niet meer te redden. Hij had een aneurysma in zijn hoofd, een zwakke plek in een ader, die gesprongen was. Het bloed is in zijn hersenen verspreid. Kort daarna kwamen ze vragen of ze hem aan de beademing mochten leggen, omdat hij snel achteruit ging. Zo konden ze zorgen dat de organen doorbloed bleven. Dennis: Daarna begon het wachten. Ik heb het gevoel dat we wel vier uur naar die piepjes hebben zitten kijken. Ineke: Ik zei tegen hem: ga maar, Jan. Maar als er dan een dip in de piepjes kwam, dacht ik: nee, nee! Robin: Er kwam die avond meer familie, ook mijn opa en oma. Ik zie ze nog staan aan het bed. Hun verdriet was nog groter dan dat van ons. Ze waren 88 en hadden twee jaar daarvoor hun andere zoon verloren, die was 55. Ineke: Later, dat was s nachts, werd hij hersendood verklaard. Robin: Ja, door een neuroloog die binnenkwam in zijn motorjack. Hij was opgeroepen. Ze zaten dus echt niet te wachten tot mijn vader overleden was. Ik ben erbij gebleven toen ze de testen uitvoerden. Dat interesseerde me, ook omdat ik beroepsmatig bezig was met onderzoek naar een kunstlever voor mensen die op de wachtlijst staan voor een donor-

inderdaad wit, maar zag er goed uit. Samen met Robin heb ik hem gewassen. Robin: Dat wilde ik graag. Ik had hem niet meer aanspreekbaar meegemaakt en dit was nog een moment met hem samen. Hij had een grote pleister over zijn borst, en ik zei tegen mijn moeder: pas op dat die pleister niet nat wordt. Lachend: Alsof dat er dan nog toe doet. Ineke: Ik vond dat zelf wassen erg mooi. En ik heb geen moment gedacht: dit lichaam is niet compleet. We hadden besproken wat ze mochten weghalen: alles behalve de ogen en de huid. Dennis: De ogen vonden we te persoonlijk, daar heeft hij iedereen mee aangekeken. Dus hebben we gekozen voor zijn organen, omdat daarmee levensbedreigende situaties kunnen worden verholpen. Ik heb wel eens gelezen dat iemand zei dat er in die organen een ziel zit. Dat vond ik onzinnig. Het is maar een klompje cellen. Robin: Zijn nieren en lever waren geschikt voor donatie. Later hebben we gehoord dat de transplantaties geslaagd waren. lever. Heel toevallig dat ik nu op een andere manier met orgaandonatie in aanraking kwam. Heel wit Ineke: De organen zijn s ochtends vroeg uitgenomen, dus we namen afscheid van een warm lichaam. De transplantatiecoördinator, die ons ontzettend goed heeft begeleid, had gezegd dat hij na de operatie heel wit zou zijn. Dat weet ik nog wel, maar het was niet tot me doorgedrongen. Toen ik de volgende ochtend bij hem kwam, was alles anders. Heel stil. Geen piepjes meer. En hij was Kleinkinderen Ineke: Het is een fijn idee dat Jans organen mensen hebben geholpen. Ik stond kort na de begrafenis een keer bij zijn graf en dacht: zijn organen hadden hier ook kunnen liggen. Nu zijn een paar anderen daar zielsgelukkig mee. Het is niet voor niets geweest. Zijn lichaam had hem in de steek gelaten, er was geen redden meer aan. Dat klinkt misschien wel nuchter, maar zo voel ik dat. Robin: Dat komt waarschijnlijk ook doordat we niet hoefden te beslissen om de behandeling te stoppen. Dat lijkt me veel moeilijker. Dennis: Ik kan me de blijdschap van de ontvangers goed voorstellen. Mijn vader heeft mijn kinderen, zijn kleinkinderen, nog gekend. Misschien dat iemand die een orgaan van hem heeft ontvangen daardoor ook zijn of haar kleinkinderen kan meemaken. Ineke: Daar had Dennis vrouw Yolanda een mooie uitspraak over. Ze zei: wij hebben veel verdriet, maar iemand anders is nu heel gelukkig. Dat heb ik nog naar de Libelle gestuurd en het kwam erin. Daarna kreeg ik via Libelle een brief van een mevrouw van wie de broer een donororgaan had gekregen. Die was net overleden, en zij schreef: mijn broer heeft nog zeven vette jaren gehad. Mooi, toch? Ik heb geen moment gedacht: dit lichaam is niet compleet

René Peter: Ik zat in een kooitje, maar nu is alles weer open Tekst: Ellen Segeren Foto: Ton van Vliet Sinds de zomer van 2013 heeft René Peter (30) uit Silvolde zijn energie weer terug. Hij had een leveraandoening vanwege een auto-immuunziekte. Sinds hij een donorlever heeft, merkt hij pas hoe moe hij jarenlang is geweest. Over die belangrijke ommezwaai in zijn leven heeft hij een internetdagboek bijgehouden. En hij vertelt hoe het nu gaat. juni 2013: In 2003 is bij mij een chronische leverontsteking geconstateerd, genaamd AIH. Maar ach, ook met een zieke lever zou ik het wel kunnen uitzingen, dacht ik destijds. In de afgelopen jaren is er in veel opzichten veel veranderd. Ik heb ongeveer anderhalf jaar op de wachtlijst gestaan totdat ik een nieuwe lever kreeg. Hier ging een periode aan vooraf van 10 jaar ziek zijn. Toen René de diagnose kreeg, werd erbij gezegd dat hij ooit een nieuwe lever nodig zou hebben. Ik dacht: welnee, het stelt niks voor, met ontstekingsremmers gaat het best. Ik stopte het weg, wilde niks te maken hebben met die ziekte. Ik ging een opleiding doen als graficus die ik zonder problemen heb afgerond, maar daarna wilde ik journalistiek studeren en toen kreeg ik moeilijkheden. René kreeg last van pijnscheuten in zijn buik, en na onderzoek bleek zijn poortader dichtgeslibd te zijn.

Ook werd duidelijk dat zijn lever erg slecht was. Hij kwam op de wachtlijst. Toen drong pas tot me door dat ik nu echt op weg was naar een transplantatie en werd ik gedwongen om met die ziekte bezig te zijn. Het was een spannende periode. juli 2013: Fysiek merk ik dan ook dat ik steeds meer achteruit ga. Geleidelijk, maar gestaag, typerend voor veel leverziektes overigens. Het is confronterend om te merken dat een ritje op de fiets al vermoeiend wordt. Toch ben ik er erg blij mee dat het nog redelijk gaat en ik in deze gesteldheid nummer 1 sta, in plaats van honderdste. Ik denk dat mijn fysiotherapie, welke vooral bestaat uit krachttraining, daar zeker positief aan bijgedragen heeft. Midden in de zomer van 2013 kwam er bericht. Ik ging met mijn vriendin naar mijn ouders toen de telefoon ging. Er was een donorlever. Ik schrok heel erg, maar was tegelijkertijd blij. In een taxi moest ik naar Groningen, want ik mocht niet zelf rijden. Het was een lange rit, die nog langer werd door opgebroken wegen. Veel tijd om na te denken dus. Ik was in alle staten. Eenmaal in het ziekenhuis ging het heel snel. Vanaf dat moment heb ik me er helemaal aan overgegeven. Na de transplantatie herstelde hij vlug, maar hij veranderde ook. Ik werd heel emotioneel om alles. Ik was ontzettend dankbaar, en ik moest overal om huilen. Als ik zag dat een verpleegkundige iemand anders verzorgde, raakte me dat diep. Dat was nieuw voor me. Ik voelde me anders. Ook doordat iemand ja tegen orgaandonatie had gezegd. Je wilt dat het goed gaat, en dan gáát het ook nog eens goed. En muziek kwam ineens heel heftig bij me aan. oktober 2013: Zoals ik al eerder schreef is muziek voor mij meer dan een smeersel voor de ziel geworden. Loepzuivere tunes dansen linea recta mijn frontale kwab binnen. En laten andere kwabjes niet onberoerd. In de prille periode van herstel was het bijna therapeutisch. Muziek bracht emoties op gang die er blijkbaar uit moesten. Noem me een zwever, maar ik kan niet anders concluderen dan dat ik mentaal in een andere state of mind lijk te zijn geraakt. Fijngevoeliger afgestemd op prikkels van buiten. anders een tweede leven gegund. Althans, ik hoop dat mijn donor ooit zelf een registratieformulier heeft ingevuld, dat de nabestaanden die beslissing niet hebben hoeven nemen. De transplantatie is een ontzettend belangrijke gebeurtenis in mijn leven. Ik zat in een kooitje, maar nu is alles weer open. Hij beschrijft zijn herstel als een pijlsnel stijgende lijn die daarna wel even een knikje maakte. Na drie maanden kreeg ik een soort terugval. Ik denk dat mijn lichaam zo snel vooruit ging dat mijn hoofd het niet bij kon houden. Het leven in die roes was voorbij, met al die aandacht van iedereen, en het oppakken van school en het gewone leven viel me zwaar. Dat is gelukkig wel beter geworden. oktober 2013: Dit is de allereerste Donorweek die ik beleef met een nieuwe lever! Vorig jaar werd ik tijdens de donorweek nog even geïnterviewd. Het spreekt voor zich dat ik natuurlijk meedoe aan de strijd voor meer donorregistraties en bewustwording rondom orgaandonatie. Volgens mij is onbekendheid een groot struikelblok. Vragen over wat er precies met je lichaam gebeurt, of je nog wel toonbaar bent voor nabestaanden, etc. Elke vraag waarop het onbekende antwoord je mogelijk nog tegenhoudt om een JA te registreren, kun je gemakkelijk terugvinden op de site van de Transplantatiestichting. René wil er alles aan doen om mensen te laten zien wat een registratie als donor betekent. Dit jaar heb ik voor het eerst meegelopen in de Donorrun, dat ging prima. En ik heb een keer meegeholpen in de voorlichtingsstand van de NTS. Ik wil heel graag iets terugdoen. En ik wil niemand iets opdringen, maar er zijn gelukkig mensen die zich door mijn verhaal hebben ingeschreven in het donorregister. Heel lief, twee achternichtjes van mij maakten een tekening voor me en zeiden: als ik 12 ben, ga ik me ook registreren. En een paar mensen vertelden dat ze het registratieformulier dat ze ergens hadden liggen toch eindelijk maar eens gingen invullen. Dat vind ik mooi, maar het is jammer dat daar mijn transplantatie voor nodig was. Regelmatig denkt René aan de donor. Ik zou vooral de nabestaanden willen laten weten dat het goed met me gaat, dat die lever goed terecht is gekomen. Iemand heeft ja gezegd en iemand

Marianne van den Berg-Moerman: Ik zie haar overal fietsen Op een ochtend eind 2013 verongelukte de moeder van Marianne van den Berg-Moerman uit Kwintsheul. Het gebeurde op de plek die ze altijd gevaarlijk noemde. Dat ze donor wilde zijn, was kort daarvoor nog ter sprake gekomen. Ondanks haar verdriet vindt Marianne het mooi dat haar moeder anderen heeft kunnen helpen. Tekst: Ellen Segeren Foto: Jeroen Bouman Toen ik mijn zoontje naar school had gebracht, belde mijn zusje: de politie had contact met haar opgenomen, want mama had een ongeluk gehad en was bewusteloos. Pas een paar dagen later kwam ik erachter dat de politie eerst mij had gebeld. Onze nummers hadden ze uit haar telefoon gehaald. Ik schrok, maar we wisten nog niet wat er aan de hand was. Maar ik wist meteen waar het gebeurd was, want ze zei altijd dat dat kruispunt heel gevaarlijk was. Daar fietste ze altijd langs onderweg naar school, waar ze als leerkracht werkte. Ze had met de fiets willen oversteken op de plek waar het stoplicht voor drie kanten groen is. Daar is ze aangereden door een bedrijfsbusje en met haar hoofd tegen een paal gevallen. Mijn zusje was eerder in het ziekenhuis, en toen ik daar aankwam zag ik meteen aan haar: dit is mis. De arts vertelde dat het heel zorge- lijk was, dat de kans heel klein was dat het goed zou komen. We hebben iedereen gebeld. Mijn stiefvader, mijn oudste zus, mijn broer die in Marokko op vakantie was. Intussen deden ze neurologische onderzoeken. Mijn moeder reageerde nog wel, maar werd in slaap gehouden om de druk in haar hoofd zo laag mogelijk te houden. Haar warme hand Achteraf ontdekten we dat er allerlei toevalligheden bij elkaar kwamen. Mijn nichtje werkt bijvoorbeeld op de eerste hulp, maar was die ochtend net met haar dochter naar de huisarts. Mijn man had op Twitter gelezen dat er een ongeluk was gebeurd, zonder te weten dat het over mijn moeder ging. En mijn schoonmoeder had haar op straat zien liggen, maar wist niet dat zij het was. Heel raar allemaal.

Ze lag op de IC en we mochten bij haar. Het was fijn dat we haar hand konden vasthouden, haar warme hand. Hoe waardevol dat was, besefte ik later eigenlijk pas goed. We zijn de hele dag bij haar gebleven. Mijn man was ook gekomen. Aan het begin van de avond gingen we even naar huis om het de kinderen te vertellen, en net toen we de straat in reden ging de telefoon: we moesten direct terugkomen, want mijn moeders bloeddruk werd ineens heel hoog. Toen we aankwamen mochten we niet meteen naar haar toe, omdat ze weer neurologische onderzoeken deden. Het wachten duurde lang, maar uiteindelijk werd ons verteld dat ze nergens meer op reageerde, ze was overleden. Ze was pas 62 jaar. Een gewoon leven Toevallig hadden we het er pas nog over gehad dat ze graag donor wilde zijn als haar iets zou overkomen. Ze wilde alles doneren, behalve haar huid, omdat ze eczeem had. Dat wilde ze niemand aandoen, had ze gezegd. Omdat we wisten van haar wens, wilden we graag dat die vervuld zou worden. We waren nog even bang dat er tijdens de onderzoeken iets zou worden gevonden. Ze had ooit een plekje gehad, waardoor we nu dachten: o nee, het zal daar toch niet op afketsen? Maar ze bleek voor haar leeftijd een heel gezonde vrouw te zijn. Ik was eigenlijk heel benieuwd hoe dat doneren zou gaan. Ik vond het heel mooi. Dankzij haar longen en nieren kunnen drie mensen weer een gewoon leven leiden. Haar hart was niet bruikbaar en haar lever had een blauwe plek van het ongeluk, dus die konden ze ook niet transplanteren. Maar ze waren heel blij met de eilandjes van Langerhans, want daar konden ze onderzoek mee doen. Dat vind ik ook heel positief. s Avonds hebben we afscheid van haar genomen. De volgende ochtend ging mijn jongste zoontje ineens heel hard huilen, en dat bleek het moment te zijn geweest waarop ze is geopereerd. Daarna zijn we nog een keer afscheid gaan nemen, maar toen zag ze er heel anders uit, daar schrok ik wel van. Toen besefte ik dat ze de vorige dag gevoelsmatig nog bij ons was geweest, al was ze toen al hersendood en lag ze aan de beademing. De dagen erna zijn we herinneringen over haar gaan vertellen. Die hebben we ook tijdens de kerkdienst verteld. Bij- voorbeeld dat ze na de geboorte van mijn zoon twee minuten later op de stoep stond, om iets te komen brengen. En dat ze steeds zei: zorg áltijd dat je voldoende benzine in je tank hebt, je weet nooit of je onverwachts ergens naar toe moet. Die dag had ik inderdaad een volle tank. Het waren van die kleine dingen die haar typeerden. Bespreekbaar De begrafenisondernemer die we hadden gebeld, maakte enorme haast. Dat was heel vervelend, en de transplantatiecoördinator zei: dat is nergens voor nodig, bel iemand anders die wil komen als het jullie uitkomt. Dat hebben we gedaan. Toen hebben we in alle rust de begrafenis geregeld. Tijdens de begrafenisdienst heeft de dominee iets verteld over de orgaandonatie. Daarna hoorden we van veel mensen dat ze het mooi vonden hoe we ermee om waren gegaan. Verschillende mensen hebben het er met ons over gehad. Een collega vertelde dat haar nicht een nieuwe nier had gekregen, en er was iemand van wie de moeder donor was geweest. Er waren ook vragen. Mensen die zeiden: dat zou ik nooit doen, want dan kun je niet thuis opgebaard worden. Toen kon ik vertellen dat dat helemaal niet zo was. En bij veel familieleden kwam de vraag naar boven: ben jij ook als donor geregistreerd? En ook: wil je begraven of gecremeerd worden? Dat soort dingen werden daardoor bespreekbaar. Ik wil zelf ook donor zijn, maar ik laat mijn familie beslissen. Ze weten wel dat ik het wil. Liedje op tv Met de dood van mijn moeder heb ik het nu moeilijker dan in het begin. Het overvalt me soms. Als ik een liedje op tv hoor of zo. Het is soms net alsof het niet echt is, ik zie haar bijvoorbeeld overal fietsen. Iedereen zegt dat dat nog wel een tijd kan duren. Je gaat gewoon door, maar soms zou ik wel eens een dagje in bed willen blijven. Het zit ook in dingen die je zo gewend bent. Als de kinderen ziek waren, kon ik mijn moeder bellen. Vroeger woonden we heel dichtbij elkaar, dan fietste ze hier altijd langs. Als dat ten tijde van het ongeluk nog zo was geweest, zou ik haar nog veel meer gemist hebben. Het is vreselijk dat het is gebeurd, maar dat de mensen die haar organen hebben gekregen weer kunnen traplopen en geen dialyse meer nodig hebben, vind ik wel heel mooi. Die heeft ze toch geholpen. Dankzij haar longen en nieren kunnen drie mensen weer een gewoon leven leiden

Waar was jij toen.? In deze terugkerende rubriek vertellen mensen die een orgaan hebben ontvangen waar ze waren toen ze hoorden dat er een donororgaan voor hen beschikbaar was. Hierbij de verhalen van de mensen die reageerden op een Facebook-oproep eerder dit jaar. Willy Omstreeks half 11, ging de telefoon. Ik liep in mijn pyama een beetje te rommelen. om 11 uur was de ambulance er, waar ik zelf ingestapt ben. Dat had ik me altijd zo voorgenomen en ook gedaan. Eenmaal op het bed, kreeg ik een rustgevend middel via het infuus toegediend en vanaf dat moment kan ik me niets meer herinneren. Die nacht heb ik twee donorlongen ontvangen. Ik ben ontzettend dankbaar en blij en zal altijd aan mijn donor denken. Ik heb een groot geschenk gekregen!!!!! Liesanne In de Openbare Bibliotheek mijn scriptie aan het schrijven voor de deadline die binnen 3 dagen zou zijn. De endocrinoloog belde zelf dat er een nier en een alvleesklier voor mij waren. Vervolgens nog 2,5 dag in het LUMC moeten wachten, heel spannend allemaal! Susan We lagen in bed, het was 2 uur `s nachts toen na 3 jaar wachten het telefoontje kwam: er is een lever voor jullie dochter. Ze was toen 15 jaar we zijn alweer een paar jaar verder: dochter stuitert door het leven; ze doet alles en nog meer...ze geniet, ze leeft in plaats van overleeft. Wilma Ik was in het ziekenhuis en lag te slapen... Het was 4.00u in de morgen. Ik werd wakker gemaakt door de verpleegkundige en kon het bijna niet geloven. Ik mocht mijn kinderen en moeder bellen! Ik lag helemaal te trillen. De verpleegkundige was ook helemaal opgewonden en mijn familie ook...de arts kwam nog om te zeggen dat het écht zo was... eindelijk ging het dan gebeuren. antwoordkaart Wilt u Nabestaanden Contact twee keer per jaar ontvangen, dan kunt u de antwoordkaart naar ons toesturen. U krijgt dan een abonnement tot wederopzegging. Als u uw abonnement wilt opzeggen, kunt u dat eveneens met deze kaart doen. U kunt natuurlijk ook altijd bellen. Naam: Ja, ik wil Nabestaanden Contact gratis ontvangen Nee, u mag toezending stopzetten Organisatienaam: Straat: heer/mevrouw: Postcode en plaats: Ik ben*: nabestaande belangstellende (* s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) De antwoordkaart kunt u (zonder postzegel) sturen naar: NTS Antwoordnummer 10282 2300 VB Leiden Colofon Nabestaanden Contact is een uitgave van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) en verschijnt twee keer per jaar. Meningen verwoord in bijdragen hoeven niet overeen te komen met opvattingen van de NTS. Overname van artikelen uit Nabestaanden Contact is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de NTS. NTS Postbus 2304, 2301 CH Leiden Tel: (071) 57 98 442 vragen@transplantatiestichting.nl transplantatiestichting.nl Redactie: Marije Huijgen, Elise van Hees, Michèle van Beek, Ellen Segeren Vormgeving: i-matic, Leiden Druk: Drukkerij Domstad bv