Paardenkracht In Nederland gefokte spring- en dressuurpaarden doen het al jaren goed op internationale concoursen. Waaraan danken de warmbloeden hun succes? Een reportage over het belang van een zorgvuldig gekoesterd stamboek. Na vele internationale titels te hebben behaald werd schimmelhengst Berlin in 2008 uit de sport teruggetrokken, om zich als stamboekwarmbloed te wijden aan het doorgeven van zijn uitzonderlijke sprongkracht. 32 Dekgeld: national 3250 geographic euro. maart 2010 nederlandse paarden 33
Tekst: Maartje de Gruyter Fotografie: Arnd Bronkhorst Amazone Angelique Hoorn springt met O Brien over een sloot op het internationale concours van Aken. Zowel vader als grootvader van de hengst sprong op topniveau, maar voeding en gezondheid zijn belangrijker dan afkomst, zeggen kenners. Met kloppend hart en stijgende bewondering zagen dressuurliefhebbers afgelopen najaar hoe Totilas een vrijwel perfecte kür aflegde. Bereden door ruiter Edward Gal behaalde de gitzwarte hengst op de Europese kampioenschappen de hoogste score aller tijden. Totilas is een van de toppaarden uit de stallen van het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland (KWPN), dat vorig jaar voor het eerst tot s werelds beste stamboek voor dressuurpaarden werd uitgeroepen. De springpaarden met KWPN-keurmerk behalen al sinds halverwege de jaren negentig de beste score van alle stamboeken. Het KWPN-paard lijkt het gerenommeerde Hannoveraanse stamboek voorgoed voorbijgestreefd. Misschien bleek het succes van het Nederlandse stamboekpaard nog wel het duidelijkst op de Olympische Spelen van 2008, toen vrijwel alle winnende paarden van Nederlandsen bloede waren. Hoe is het succes te verklaren? Zeker is dat de oorsprong kort na de Tweede Wereldoorlog ligt. Boeren fokten in de achtertuin met hun overbodig geworden werkpaarden, tot ze het ideale sportpaard hadden. De beste fokpaarden komen in aanmerking voor het prestigieuze KWPNkeurmerk. Van de ongeveer zevenduizend hengsten die jaarlijks in Nederland worden geboren, nemen er zo n zevenhonderd deel aan de eerste selectieronde. Slechts enkele tientallen worden toegelaten tot een soort Idols-klasje waarin ze gedurende zeventig dagen worden onderworpen aan diverse tests en keuringen. Ze verblijven dan in de comfortabele stallen van de Hippische Sportfederatie te Ermelo. Ik bezoek het terrein op een keuringsdag van het KWPN. Een testruiter komt de bak binnen op een schimmel die afstamt van Silverstone, een bekende kampioen in de hengstencompetitie. Een attent dier zo te zien, zegt Daan Nanning, lid van de keuringscommissie, voormalig olym- nederlandse paarden 35
Je koopt altijd een verwachting. Een paard is net een staatslot. pisch ruiter en tegenwoordig paardenhandelaar. Hij merkt de fotograaf op, maar laat zich niet van de wijs brengen. De commissieleden staan rond een hoge tafel midden in het zand van de bak en maken driftig aantekeningen op hun evaluatie- en beoordelingsformulieren. Een volgende hengst loopt sierlijk en krachtig, trekt de benen mooi in tijdens de sprong, alleen heeft hij de neiging aan de hand van de ruiter te trekken. Een puntje van aandacht. Dat wordt spannend voor de eigenaar. Het door paardenhouders felbegeerde dekbrevet is in 2009 voor slechts 25 hengsten weggelegd. Johan Knaap, directeur van het KWPN, vertelt over het verrichtingsonderzoek waaraan de dieren worden onderworpen. Voor merries, zegt hij, is de keuring niet zo streng. Hengsten kunnen veel meer nageslacht produceren en dus zijn de selectiecriteria juist scherper. Als Knaap me voorgaat vanaf de overdekte ring naar een open rijveld, houdt hij ineens stil. We staan oog in oog met een bronzen borstbeeld. Ach, Ramiro, verzucht hij, dat was pas een geweldig paard. Dat Knaaps hart sneller gaat kloppen van de soepele sprong die een hengst zojuist ten beste gaf, daar kan ik me iets bij voorstellen. De mentale en fysieke kracht van dat dampende dier wekte zonder meer ontzag. Maar aan welke emoties dit koude brons appelleert, is mij een raadsel. Knaap barst los in een lofzang. Als dekhengst stond Ramiro rond 1985 aan de wieg van het ene toppaard na het andere. Na een glansrijke sportcarrière ging Ramiro de dekdienst in bij het Proefbedrijf Paarden. Daar werd geëxperimenteerd met diepvriessperma voor kunstmatige inseminatie. Nog steeds presteert Ramiro s nageslacht op olympisch niveau, zoals kleinkinderen Olaf en Orestes en achterkleinkind Sinatra. Alle drie verwekt ná Ramiro s dood in 1995. In de tijd dat Knaap werkzaam was voor het Proefbedrijf Paarden, onderdeel van de Wageningen Universiteit, beleefde hij van nabij hoe de Arnd Bronkhorst is gespecialiseerd in paardenfotografie. Maartje de Gruyter schreef eerder voor onder meer NRC Handelsblad en Quest. dekhengst het symbool werd van het succes van de Nederlandse paardenfokkerij. Ramiro had gewoon wereldzaad. Dat gaf eigenlijk een vertekend beeld van de successen van kunstmatige inseminatie toen. Sindsdien zijn het kruisen van bloedlijnen en het samenbrengen van merries en hengsten met exact de gewenste eigenschappen eenvoudig geworden. De dieren hoeven niet meer te reizen en het nageslacht lijkt verzekerd van een even succesvolle sportcarrière als vader en moeder. Numero Uno behoort tot de top van de Nederlandse dekhengsten. Hij leidt een luxeleventje in het Twentse Ootmarsum. Zoals veel stallen ligt ook stoeterij de Wiemselbach op een schilderachtig erf omringd door weilanden en bomenlanen. Eens per dag wordt Numero Uno naar een fantoombok geleid, waar hij met zicht op een mooie maar onbereikbare merrie zijn lozing doet. Het opgevangen zaad wordt direct routineus verwerkt en verzonden. Een hengstige merrie in het buitenland kan een dag later al worden bediend. Passie en vakkennis worden in paardenland vaak met de paplepel ingegoten. Daan Horn runt de Wiemselbach, maar het waren zijn ouders die de stoeterij oprichtten. Vader Hans was daarnaast onder meer coach van het Nederlands springteam dat goud won op de Olympische Spelen van Barcelona in 1992. Zoon Daan draagt rijkleding en rijlaarzen, straks gaat hij weer te paard. Numero Uno is onze hengst met de beste papieren. 46 van zijn nakomelingen boekten al wedstrijdsuccessen, meldt hij droogjes. Pas als een hengst goed vererft, kunnen we de marketing starten. Een paard laten presteren als sporter en daarna naam laten maken in de dekdienst is een beproefde methode van de Wiemselbach, die tot de beste van de 150 hengstenstations in ons land wordt gerekend. Maar Horn zal er niet omheen draaien: Het is heel moeilijk te zeggen welk paard goed is. Wij volgen veel paarden op de voet, maar soms zie je er een waarvan je nog nooit hebt gehoord een wedstrijd winnen. Veulens die voortkomen uit gunstig gekruiste bloedlijnen worden soms twee dagen na de geboorte al verkocht, aan grote stallen die over veel (sponsor)kapitaal beschikken of aan een Op de Twentse stoeterij De Wiemselbach (boven) wacht een hengst tot hij het fantoom (kunstpaard) mag bestijgen. Een medewerker vangt het sperma op in een kunstschede. Ook dit veulen op Het Haarbosch (onder) is het product van kunstmatige inseminatie. nederlandse paarden 37
buitenlandse partij. Horn houdt zich bezig met de sporttak van het bedrijf, collega Koen Brinkman verzorgt de hengstenhouderij. Beiden zijn altijd op zoek naar jong talent. Veulens mogen na vier maanden van hun moeder af, vertelt Brinkman, alleen kun je op die leeftijd nog weinig zeggen over hun talent. Wij proberen nieuwe beloften aan te kopen vóór de eerste keuring door het KWPN. Dat scheelt flink in prijs. Als een paard talentvol lijkt, laten we het grondig keuren. Bij gebleken goede gezondheid kopen we het aan om het dier zelf verder te trainen. Maar je koopt altijd een verwachting. Vader en moeder kunnen goed zijn, maar een veulen kan toch een slechte bouw hebben of niet goed genoeg springen. Het is net een staatslot, vertelt Brinkman terwijl hij in het laboratorium een paar miljoen zaadcellen van dekhengst Vincenzo met tweeduizend toeren per minuut laat centrifugeren om ze van het vocht te ontdoen. Met handgebaar en lamp worden bieders opgemerkt op de sportpaardenveiling op het Concours Hippique van Eindhoven. Het economische belang van de paardenhandel is enorm: alleen al aan dekgelden worden jaarlijks vele miljoenen verdiend. In hun poging overerfbare eigenschappen te sturen bij nieuwe generaties paarden, dienen fokkers er rekening mee te houden dat het twintig jaar duurt eer eigenschappen zijn ingesleten of uitgebannen. 20 procent van de eigenschappen van een paard is overerfbaar via de genen, de overige 80 procent wordt bepaald door niet overerfbare zaken als voeding, training en gezondheid. Het KWPN stimuleert dergelijk onderzoek. Om te blijven fokken voor de markt moeten we inspelen op veranderende behoeften, zoals de toename van amazones en de opkomst van de Chinese markt, zegt Johan Knaap. Een heel andere ontwikkeling zijn de lichtshows tijdens wedstrijden, die steeds spectaculairder worden en die van paarden schrikbestendigheid vragen. Het is bovendien zaak om de concurrentie van andere stamboeken voor te blijven. Knaap: Het KWPN heeft de maatschappelijke plicht om gezonde toppaarden af te leveren. Universiteiten werken mee. In onder meer Utrecht en Wageningen verdiepen wetenschappers zich in gewrichtsziekten, kraakbeenaandoeningen en andere aandoeningen bij paarden die een succesvolle fok kunnen belemmeren. 38 national geographic maart 2010 nederlandse paarden 39
Het fascineert me hoe alle paardenmensen met grote passie het beste paard willen creëren. Terwijl juist de experts maar al te goed beseffen in een loterij mee te draaien, geloven ze heilig in het verbeteren en veranderen van soorten. We spelen voor Darwin, zegt Paul Brüger van Indoor Brabant, een hoogtepunt van het hippische jaar dat deze maand voor de 43 ste keer plaatsvindt. Klonen is een mogelijkheid, vertelt Knaap. Een gekloond paard zou mogen meelopen, maar het KWPN stimuleert klonen niet. Wij verwachten er niet veel van, het is toch een herhaling van eigenschappen. Op zijn beurt is Koen Brinkman niet enthousiast over de praktijk waarbij een foetus uit een topmerrie wordt weggenomen en overgeplaatst naar een andere merrie die de zwangerschap voldraagt. Dan kan de topmerrie vaker worden geïnsemineerd en dus meer veelbelovend nageslacht opleveren. Dan gaan we wel erg op de stoel van God zitten, zegt Brinkman. Het op wetenschappelijke leest geschoeide, alom erkende selectiesysteem van de KWPN is een van de beste ter wereld, zegt de Deense voorzitter Jan Pedersen van de overkoepelende World Breeding Federation for Sport Horses (WBFSH). Als er iemand is die kan verklaren waarom Nederlandse dekhengsten zo veel succes hebben, is hij het: zijn federatie bepaalt jaarlijks welk stamboek het beste is. Het KWPN geeft fokkers bovendien toegang tot de beste bloedlijnen van andere stamboeken, aldus Pedersen. Het resultaat: uitzonderlijk sterke, lang levende warmbloeden, stelt hij. Het staat buiten kijf dat de sector ambitieus is en goed presteert op het gebied van fokken, trainen, verzorgen en het verhandelen van paarden. Maar voor een deel is het ook beeldvorming: een zorgvuldig opgebouwd imago van kracht, kwaliteit en betrouwbaarheid onder paardenminners in binnen- en buitenland zorgt voor de rest. Fokken is gokken, de kenners zeggen het zelf. Het economische belang is groot. In ons land wordt bijna evenveel geld uitgegeven in de paarden- als in de fietsenhandel. Met een relatief stabiele jaaromzet van zo n anderhalf miljard euro gaat er zelfs drie keer zoveel geld om in paarden als in bloembollen. Hoewel ook in de stoeterijen de gevolgen van de economische tegenspoed worden gevoeld, lopen de schattingen over de waarde van de nieuwe belofte Totilas hoog op. Het dressuurwonder zou tien tot zelfs vijftien miljoen euro waard zijn, terwijl een duur toppaard van olympisch kaliber normaalgesproken één tot twee miljoen euro doet. Het paard blijft als economisch product goud waard. Paardenhandelaar Norbert Gieling kan zichzelf en zijn buitenlandse klanten niet meer door een chauffeur laten rondrijden. Maar de zaken gaan door. Ik ontmoet Gieling op een dinsdagmorgen op luchthaven Schiphol. Voor de schuifdeuren van de aankomsthal schetst hij het profiel van zijn klant. Ik verwacht een verzorgde, slanke dame. Mijn klandizie bestaat uit rijke, vaak verwende Amerikaanse vrouwen die voor het beste van het beste gaan. Ze zijn amateur, maar willen een paard van olympisch niveau. Behalve de goede naam van de fokkerijen is het kleine oppervlak een van de attracties van Nederland-paardenland. Een groot voordeel ten opzichte van de Amerikaanse paardenmarkt. Trainster Bre Dorsett reist mee als adviseur van Jacky Pisani die een KWPN-warmbloed wil aanschaffen. De Texaanse dames hebben drie dagen uitgetrokken voor horse shopping. Vandaag staat de bezichtiging van zeven paarden bij diverse stallen op het programma. We doorkruisen het hele land en wippen ook nog even de grens met Duitsland over de eeuwenoude aantrekkingskracht van de Hannoveraan. Met toegeknepen ogen beoordelen Pisani en Dorsett de stijl van hun potentiële aankopen en proberen ze in één oogopslag een juiste indruk te krijgen. Zoet, braaf, gewillig en hanteerbaar zijn woorden die veelvuldig vallen. Pisani s budget is 85.000 euro, maar het zal Gieling niet verbazen als dat oploopt tot 125.000 euro mocht er zoveel nodig zijn om haar droompaardje te bemachtigen. Steeds meer zakenlieden tellen zo driehonderdduizend euro neer voor een paard met KWPN-keurmerk heeft. Er bestaat geen paardenindex, het is wat de gek ervoor geeft erger dan de autohandel, zeggen betrokkenen. Maar bij de KWPN-selectie gaat het wel om de Ferrari s onder de paarden. De galop (boven) vormt een van de onderdelen van de hengstenkeuring in het Ermelose hippische centrum, waar een commissie van experts (onder) cijfers geeft. Alleen de allerbeste hengsten krijgen het felbegeerde KWPN-keurmerk. 40 national geographic maart 2010 nederlandse paarden 41
Vanuit springstal Hendrix in Baarlo vertrekt laat in de middag een paardentransport. Vaak heeft de kostbare lading Schiphol als bestemming, vanwaar de Nederlandse warmbloeden de wereld 42 national geographic maart 2010 over vliegen. nederlandse j paarden 43