De Vlaamse arbeidsmarkt: trends en verwachtingen

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 2 DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT: TRENDS EN. Caroline Vermandere VERWACHTINGEN. 1 It s the economy...

WERKZAAM VLAANDEREN IN DE TOEKOMST DRAAGVLAK WORDT HELLEND VLAK Hoofdstuk 3

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Terug naar af? Trendrapport. Toestand en ontwikkelingen op de Vlaamse arbeidsmarkt. Mieke Booghmans Wim Herremans. Augustus 2003

De Vlaamse arbeidsmarkt uit het dal? Luc Sels

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

Diagnose van de Vlaamse Arbeidsmarkt

EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID Hoofdstuk 4

EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID Hoofdstuk 3

EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID Hoofdstuk 5

Het jaar van de ommezwaai

Trendrapport Vlaamse Arbeidsmarkt

Statistieken Statistieksprokkels

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 :

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Oktober 2017

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt April april 2017

EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID Hoofdstuk 7

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Augustus augustus 2018

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Juni juni 2016

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt April april 2018

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Januari januari 2018

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen Opmaak augustus 2011

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Juli juli 2017

Langdurige werkloosheid in Vlaanderen

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt November november 2016

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog

Arbeidsmarkt Onderwijs

In het oog van de storm

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Januari februari 2019

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

TRENDS OP DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT WAAR DE STERRE BLEEF STILLE STAAN... Hoofdstuk 2

Arbeidsmarkt Onderwijs

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt November november 2018

Arbeidsmarkt Onderwijs

Statistieken. Toestand en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

De vruchten van het hoger onderwijs

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt April mei 2019

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004

Laaggeschoolde mannen het hardst getroffen door de crisis

De Belgische arbeidsmarkt Diagnose anno 2012

! """# $$ %#&'(( )#* +, (-(.( /0 &/ 1 (-( /0 2. ($

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak mei 2017

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Augustus 2019

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

De Vlaamse werkloosheid bereikt haar kantelpunt

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

Arbeidsmarkt Antwerpen JUNI 2018

Arbeidsmarkt West-Vlaanderen JUNI 2018

Economie hapert, arbeidsmarktherstel onzeker

Arbeidsmarkt Onderwijs

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9

Socio-economische blik op de Kempen

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak maart 2017

Arbeidsmarkt Vlaams-Brabant JUNI 2018

Socio-economische blik op de Kempen

De Vlaamse arbeidsmarkt in goeden doen

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Hoofdstuk 11 DE ARBEIDSMARKT IN DE NIEUWE LIDSTATEN. Eef Stevens & Seppe Van Gils VAN DE EUROPESE UNIE. Kort samengevat

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

Duurzame inzetbaarheid Op de arbeidsmarkt van morgen. Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

Statistisch Bulletin. Jaargang

Uitdagingen op de Arbeidsmarkt

De Vlaamse arbeidsmarkt Een terugblik

Regionale economische vooruitzichten

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

Crisismonitor Drechtsteden

Gepubliceerd Arbeidsmarkt

Uitdagingen op de arbeidsmarkt van morgen Chemie, kunststoffen en life sciences. Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

Arbeidsmarkt Limburg JUNI 2018

Een rigide arbeidsmarkt, volop in beweging. Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

Regionale economische vooruitzichten

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak juni 2016

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Arbeidsmarkt Onderwijs

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak juni 2015

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

Omschrijving: De werkzaamheidsgraad is het aandeel werkenden ( volgens IAB-statuut) in de bevolking.

Vlaanderen binnen Europa

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN - OPMAAK MAART 2018

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21

Persbericht. Werkloosheid blijft dalen in januari Centraal Bureau voor de Statistiek. Trend werkloosheid blijft dalend

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

Transcriptie:

De Vlaamse arbeidsmarkt: trends en verwachtingen Caroline Vermandere December 2005 Trendrapport Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming Interuniversitair samenwerkingsverband E. Van Evenstraat 2 blok C 3000 Leuven T:32(0)16 32 32 39 F:32(0)16 32 32 40 steunpunt@wav.kuleuven.be www.steunpuntwav.be

1. It s the economy... Nadat de eerste jaren van het nieuwe millennium te lijden hadden onder een kwakkelende economische groei, kan 2004 de banvloek eindelijk doorbreken en komen er voor het eerst sinds het recordjaar 2000 nog eens groeicijfers van meer dan 2% op het scorebord. De Belgische en Vlaamse economie groeien met respectievelijk 2,6% en 2,8%, wat nog een stuk beter is dan de eveneens opverende gemiddelde groei van EU-15 (2,3%). Dat de Belgische en Vlaamse economie krachtiger opleeft dan de Europese, mag niet verbazen. Op figuur 1 is duidelijk af te lezen dat de conjunctuurschommelingen in ons land meestal meer uitgesproken zijn dan gemiddeld in Europa. 1 Deze mooie groeiprestaties zijn goed nieuws voor de arbeidsmarkt. Opnieuw geldt dit meer voor de Vlaamse situatie dan voor de Europese. Figuur 1 illustreert de nadrukkelijke samenhang tussen economische groei en arbeidsmarkt in het Vlaams Gewest en gemiddeld voor EU-15. Tijdens de economisch magere periode 2001-2003 schommelde de groei van het aantal werkenden in het Vlaams Gewest rond het nulpunt, of was zelfs negatief. Op Europees niveau nam de groei van het aantal werkenden eveneens sterk af, maar het niveau kon zich handhaven en de groei bleef uit de negatieve cijfers. Wanneer het tij keert in 2004, blijft de reactie op de Vlaamse arbeidsmarkt niet uit en krijgt het aantal werkenden een fikse groeistoot. In Europa daarentegen blijft de groei van het aantal werkenden op een bescheiden niveau. Hiermee belanden we in een vergelijkbaar scenario als bij de economische heropleving van 2000. Ook toen kwam de Vlaamse groei van het aantal werkenden in één klap terug hoger uit dan de Europese, ook toen groeide het aantal werkenden in het Vlaams Gewest een jaar eerder een stuk trager dan gemiddeld in Europa. Figuur 1. Economische groei en evolutie van het aantal werkenden (Vlaams Gewest en EU-15; 1997-2005) 5 4 3 2 1 0 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005-1 bbp Vlaams Gew est bbp EU-15 Werkenden Vlaams Gew est Werkenden EU-15 NIS EAK, Eurostat, Federaal Planbureau (Bewerking Steunpunt WAV) 1 Omdat de cijferreeks voor EU-25 niet ver in de tijd teruggaat, maken we voor het Europese cijfer gebruik van de cijferreeks voor EU-15. TRENDRAPPORT / 2

Met de werkzaamheidgraden erbij krijgen we een iets ander verhaal. In 2000 kon het Vlaams Gewest met 63,5% werkenden nog vlot aansluiten bij de gemiddelde Europese werkzaamheidgraad (63,2%). Vervolgens komen echter de drie jaren van mindere groei. In 2003 was de Vlaamse werkzaamheid gezakt tot 62,9%, terwijl het Europese gemiddelde nog beperkt kon toenemen tot 64,3%. In 2003 bedroeg het verschil tussen de Vlaamse en de Europese werkzaamheid dus al 1,4 procentpunten. Dan breekt het jaar 2004 aan, met een opmerkelijk gezondere economische omgeving. Het Vlaams Gewest kan hiervan optimaal profiteren en krikt haar werkzaamheidgraad in de loop van het jaar op tot 64,3%. Gemiddeld kunnen de landen van de EU-15 de heropleving nog niet echt verzilveren,waardoor het aandeel werkenden in de bevolking op arbeidsleeftijd blijft hangen op 64,5%. Het Vlaams Gewest kan de geleidelijk opgebouwde achterstand ten opzichte van het Europese gemiddelde weer goedmaken. De werkgelegenheidscijfers ondersteunen dit verhaal. In de loop van 2004 neemt de jobgroei in België kwartaal na kwartaal toe. In het vierde kwartaal ligt het aantal jobs al 1,5% hoger dan een jaar voordien. Ook de raming voor de werkgelegenheid in het eerste kwartaal 2005 past nog in het plaatje: de groei zal er op jaarbasis om en bij de 1,6% bedragen. De sterkste motoren achter de werkgelegenheidsevolutie moeten we zoeken in de zakelijke diensten en de social profit. De zakelijke diensten, met ondermeer de uitzendbranche, zijn als geen ander gevoelig voor conjuncturele heroplevingen. De sector kan bovendien, net als de social profit, profiteren van het succes van de dienstencheques. Dat de social profit een sterkhouder is van de werkgelegenheidsgroei, is mooi meegenomen in het licht van de hierboven vastgestelde gevoeligheid van de Vlaamse arbeidsmarkt voor conjunctuurschommelingen. De quartaire sector is minder afhankelijk van economische groei en vormt dus tot op zekere hoogte een buffer voor economische invloeden. De bijgekomen jobs en de toename van het aantal werkenden in 2004 hebben een verdere toename van het aantal niet-werkenden werkzoekenden (nwwz) in 2004-2005 niet kunnen verhinderen. Al sinds 2001 neemt het aantal nwwz jaar na jaar toe. Maar er is licht aan het eind van de tunnel. Het groeitempo van de werkloosheid is in 2005 al sterk afgezwakt ten opzichte van het jaar voordien. In oktober 2005 zakt het aantal nwwz zelfs voor het eerst opnieuw onder het niveau van het jaar voordien! Bovendien is de werkloosheidsstijging tussen 2004 en 2005 in belangrijke mate beïnvloed door een herziening van de reglementering, waarbij oudere werklozen en PWA-vrijgestelden zich blijvend beschikbaar moeten stellen voor de arbeidsmarkt. Verontrustender is de vaststelling dat de groeivertraging van de werkloosheid zich niet laat zien bij de langdurig werkzoekenden. De verbetering van het economische klimaat en de arbeidsmarkt kunnen de structureel werklozen blijkbaar (nog) niet bereiken. Sinds de eeuwwisseling neemt het risico op langdurige werkloosheid voor elke nieuwe cohorte van ingestroomde werklozen jaar na jaar toe. Toch is het probleem niet voor alle groepen op de arbeidsmarkt even prangend. Het risico op langdurige werkloosheid is vooral reëel bij ouderen, laaggeschoolden en personen met een niet-europese nationaliteit. Niet toevallig worden net deze groepen naar voor geschoven als de prioritaire doelgroepen van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid in 2006. 2 2. Verkoop het vel van de beer niet te vroeg... Stellen dat het opnieuw hoogtij is op de arbeidsmarkt, is misschien nog wat voorbarig. Het jaar 2004 heeft wel een mooie economische groei neergezet, maar de gemiddelde economische groeiverwachting voor 2005 werd al meermaals neerwaarts herzien. 2 Figuur 2 illustreert dit. Op de hori- 2 Via www.steunpuntwav.be, cijfers, via bron: trendindicatoren krijgt u een overzicht van de voornaamste conjunctuurindicatoren voor België en het Vlaams Gewest. Het Steunpunt WAV werkt voor de meeste van die indicatoren met TRENDRAPPORT / 3

zontale as vinden we de momenten waarop de groeiverwachtingen werden aangepast. In mei 2004 werd nog uitgegaan van een economische groei van 2,6% voor 2005. Geregeld kwam er een herziening, waarvan de jongste in oktober 2005 geen hogere groei voorspelde dan 1,5%. 3 Vanaf 2006 zou de economische groei wel weer hernemen, maar ook deze groeiraming werd ondertussen al eens neerwaarts bijgesteld. Momenteel wordt voor 2006 een groei van om en bij 2,3% verwacht. In de economische vooruitzichten 2005-2010 gaat het Federaal Planbureau ervan uit dat de Belgische economische groei vanaf 2007 opnieuw licht terugvalt en tot 2010 niet meer dan 2% zal bedragen (Federaal Planbureau, 2005). Figuur 2. Gemiddelde economische groeiverwachting (België; 2005) 2,8 2,6 2,4 2,2 2,0 1,8 1,6 1,4 mei/04 okt/04 apr/04 jun-05 okt-05 Federaal Planbureau (Bewerking Steunpunt WAV) Voor de arbeidsmarkt zijn deze berichten over de aarzelende conjunctuur geen goed nieuws. Toch zijn er ook een aantal eerder optimistische conjunctuurindicatoren. Oktober 2005 bijvoorbeeld bracht een herstel van zowel het consumentenvertrouwen als de conjunctuurbarometer. Eén zwaluw maakt natuurlijk de lente nog niet en het is afwachten of het herstel zich in de verdere maanden kan doorzetten. Ook de meeste arbeidsmarktgerelateerde indicatoren hebben vertrouwen in de toekomst (figuur 3). De trend van de bedrijfsfalingen heeft begin 2005 haar maximum bereikt en is sindsdien gestabiliseerd. De Federgon-index, die de uitzendactiviteit meet en op die manier als een indicator voor de stand van de conjunctuur functioneert, is in 2004 al aan haar opmars begonnen en registreert ook in 2005 een steeds omvangrijkere uitzendactiviteit. Ook de trendlijn van de openstaande vacatures illustreert de hernieuwde rekruteringsactiviteit op de Vlaamse arbeidsmarkt. Het aantal vacatures neemt zelfs sterker toe dan het aantal nwwz, waarvan de trend de laatste maanden is gestabiliseerd. Vanaf het najaar 2005 duikt de trendlijn van de krapte (de verhouding van het aantal nwwz tot het aantal openstaande vacatures) voor het eerst sinds midden 2002 opnieuw onder de 6, wat erop duidt dat er minder dan 6 nwwz zijn per vacature. Het moet wel gezegd, dit kraptecijfer komt nog lang niet in de buurt van het kraptecijfer van 4 nwwz per vacature dat werd geregistreerd in het topjaar 2000. een voortschrijdend gemiddelde op jaarbasis, zodat ad hoc schommelingen grotendeels worden uitgezuiverd en de trend van de indicator in een oogopslag kan worden afgelezen. 3 De groeiramingen gelden voor België,maar de economische groeiraming van APS voor het Vlaams Gewest spreekt eveneens over niet meer dan 1,4% in 2005. TRENDRAPPORT / 4

Figuur 3. Trendlijn van de bedrijfsfalingen, nwwz en openstaande vacatures (Vlaams Gewest) en de uitzendactiviteit (België) (januari 2001 =100) 3 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 mrt-01 aug-01 jan-02 jun-02 nov-02 apr-03 sep-03 feb-04 jul-04 dec-04 mei-05 okt-05 Ecodata, VDAB, Federgon (Bewerking Steunpunt WAV) 3. Het oude zwaard van Damocles Bedrijfsfalingen Openstaande vacatures Federgon-index Nwwz De economische ontwikkelingen zijn niet de enige externe factor met verregaande implicaties voor het aantal werkenden op de Vlaamse arbeidsmarkt. Demografische veranderingen verlopen trager en zijn dus minder opvallend,maar de gevolgen zijn des te onherroepelijker. Zeker in het Vlaams Gewest hangt de vergrijzing ons als een zwaard van Damocles boven het hoofd. De bevolkingsvooruitzichten tonen het duidelijk aan: de bevolking vergrijst, in het Vlaams Gewest zelfs in die mate dat de grijze druk toeneemt van 30 ouderen per 100 personen op arbeidsleeftijd in 2005 tot meer dan 50 in 2035 (Pelfrene, 2005). Een en ander heeft ook gevolgen voor het draagvlak van de sociale zekerheid. Zelfs bij (onrealistisch) hoge verwachtingen omtrent de toekomstige werkzaamheidsgraden, neemt het aantal niet-werkenden heel sterk toe in verhouding tot het aantal werkenden. Welke beleidsinspanningen er ook zullen gedaan worden om de werkzaamheid te verhogen, de demografische evolutie lijkt deze te achterhalen (Van Gils, 2002). De vergelijking met een sluipend gif is snel gemaakt. Veroudering is immers niet alleen een zaak van 65-plussers. Ook binnen de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) eist het proces haar tol. De leeftijdspiramide van de Vlaamse bevolking heeft in 2004 een dikke buik ter hoogte van de 35-49-jarigen. De bevolkingsprognoses tonen dat de dikbuikige piramide uit 2004 transformeert naar rondborstig (50-64-jarigen) in 2020. Of: in 2020 zal de (beperkt werkzame) groep 50-64-jarigen veel zwaarder doorwegen in het globale plaatje, dit ten koste van de (zeer werkzame) groep 35-49- jarigen. Mocht de vergrijzing de enige factor met invloed op de werkzaamheid zijn, dan zou dit proces per saldo leiden tot een daling van de werkzaamheidsgraad in de totale bevolking op arbeidsleeftijd. Niet voor niets vormt het verhogen van de werkzaamheid in deze oudste leeftijdscategorie dé prioriteit van het huidige beleid. Het recent afgesloten Generatiepact is hiervan de kroongetuige. Scenario 1: veroudering Om het vergrijzingseffect op de Vlaamse werkzaamheidsgraad af te zonderen, gaan we even uit van het (louter theoretische) scenario dat de werkzaamheidsgraad in elke 5-jarige leeftijdsgroep (15-19, 20-24, 25-29,...) bevriest op het niveau van 2004. De populatie laten we evolueren volgens de meest recente bevolkingsvooruitzichten van het NIS (NIS, 2001). De stippellijn in figuur 4 TRENDRAPPORT / 5

illustreert hoe ingrijpend de gevolgen van de veroudering zouden zijn op de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen. Het aandeel werkenden zou in de loop van de komende jaren dalen van 64,3% in 2004 naar 61,1% in 2020. Daarna is het verouderingseffect op de bevolking op arbeidsleeftijd zo goed als uitgespeeld en stabiliseert de werkzaamheidsgraad op dit niveau. Figuur 4. Evolutie van de werkzaamheidsgraad volgens scenario 1 (veroudering) en scenario 2 (veroudering én vervrouwelijking) (Vlaams Gewest; 2004-2025) 65,0 64,5 64,0 63,5 63,0 62,5 62,0 61,5 61,0 60,5 60,0 2004 2010 2015 2020 2025 scenario 1 scenario 2 NIS Bevolkingsprognoses 2000-2050, NIS EAK (Bewerking Steunpunt WAV) Scenario 2: veroudering én vervrouwelijking Gelukkig hoeft het zover niet te komen. Dezelfde babyboomgeneratie die nu aan het vergrijzen is, is immers ook de spil van die andere grote maatschappelijke ontwikkeling: de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt. Deze generatie is de eerste van een lange rij generaties met telkens meer vrouwen die buitenshuis gingen werken én zelfs na de geboorte van de kinderen aan de slag bleven. Deze evolutie heeft een opwaarts effect op de vrouwelijke én globale werkzaamheidsgraad in het Vlaams Gewest. We brengen de cohortegewijze toename van de werkzaamheid in beeld in een tweede scenario. Voor elke 5-jarige cohorte bevriezen we het procentuele verschil tussen de werkzaamheidsgraad in 1999 en de werkzaamheidsgraad in 2004. Aldus maken we de (opnieuw louter theoretische) veronderstelling dat elke nieuwe generatie vrouwen dezelfde werkzaamheidsevolutie volgt als haar voorgangsters (zij het natuurlijk op een hoger niveau). 4 Voor de werkzaamheidsgraad van de mannen behouden we de evolutie zoals in scenario 1. De volle lijn op figuur 4 illustreert het resultaat van deze oefening. De lijn is de som van het verouderings- en het vervrouwelijkingseffect en toont duidelijk hoe de toenemende arbeidsdeelname van de vrouwen de gevolgen van de veroudering heeft kunnen overcompenseren. Enkel tussen 2004 en 2010, wanneer de vergrijzing zich het hardst laat voelen, kan de vervrouwelijking het neerwaartse effect van de veroudering niet helemaal neutraliseren. Vanaf 2010 spreken we niet langer over een dalende werkzaamheidsgraad, maar integendeel over een gestage toename tot bijna 65% in 2025. We benadrukken dat dit cijfer enkel het effect van vergrijzing en vervrouwelij- 4 De cijfermatige uitwerking van deze veronderstelling vindt u in de methodologische bijlage op www.steunpuntwav.be, publicaties. TRENDRAPPORT / 6

king meet. Andere factoren, zoals beleidsmaatregelen om de arbeidsdeelname te stimuleren, of het effect van toenemende scholarisatie op de werkzaamheid, zijn in dit cijfer niet verwerkt. Toch is euforie hier niet op z n plaats. De vervrouwelijking mag dan wel een positieve invloed hebben op de werkzaamheidsgraad, de neerwaartse trend van het aantal werkenden is onstuitbaar. Figuur 5. Evolutie van de afhankelijkheidsgraad volgens scenario 1 (veroudering) en scenario 2 (veroudering én vervrouwelijking) (Vlaams Gewest; 2004-2025) 180 170 160 150 140 130 120 110 100 2004 2010 2015 2020 2025 scenario 1 scenario 2 NIs Bevolkingsprognoses 2000-2050, NIS EAK (Bewerking Steunpunt WAV) Na 2020 is de babyboomgeneratie de pensioenleeftijd voorbij en het effect ervan op de arbeidsmarkt uitgespeeld. Voortaan bepaalt deze generatie eerder het debat over de financiering van onze welvaartsstaat dan het arbeidsmarktdebat. Figuur 5 toont de evolutie van de afhankelijkheidsgraad, de verhouding tussen het aantal niet-werkenden en het aantal werkenden in de bevolking, in de hierboven beschreven scenario s. Opnieuw benadrukken we dat andere invloedrijke factoren niet in de analyse zijn opgenomen. In 2004 zijn er in het Vlaams Gewest 136 niet-werkende personen per 100 werkenden. De veroudering doet deze ongunstige verhouding pijlsnel toenemen. Vanaf 2015 zouden er voor elke 100 werkenden al 150 niet-werkenden zijn en in 2025 heeft de vergrijzing de ratio al doen oplopen tot 175. Dit doemscenario zal zich gelukkig niet voltrekken. Ook hier kan de vervrouwelijking op de arbeidsmarkt de scherpste kantjes bijvijlen: de eerste jaren blijft de afhankelijkheidsratio zelfs vrij stabiel. Vanaf 2015 gaat de verhouding echter onverbiddelijk de hoogte in. In 2015 wordt de kaap van 140 niet-werkenden per 100 werkenden nog net niet gerond, maar in 2020 is de psychologische drempel al ruimschoots overschreden en in 2025 staan er volgens scenario 2 tegenover elke 100 werkenden maar liefst 152 niet-werkende personen. De beleidsinspanningen ter verhoging van de werkzaamheid lijken niet te kunnen vermijden dat de steunpilaar voor de sociale zekerheid (de werkende groep) verder afslankt. De groei van de steunafhankelijke groep (de niet-werkenden) daarentegen gaat onverminderd verder. De vraag die we ons in 2002 al stelden, of alleen arbeid in de toekomst zal kunnen blijven instaan voor de financiering van de sociale zekerheid (Van Gils, 2002) heeft aan relevantie nog niet ingeboet. TRENDRAPPORT / 7

Bibliografie Federaal Planbureau (2005). Economische vooruitzichten 2005-2010. Brussel. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ESF-Agentschap, Administratie Werkgelegenheid en Steunpunt WAV (2005), Genderzakboekje. Zij en hij op de arbeidsmarkt. Editie 2005. Brussel. NIS (2001). Mathematische Demografie. Bevolkingsvooruitzichten per arrondissement 2000-2050. Brussel. Pelfrene, E. (2005). Ontgroening en vergrijzing in Vlaanderen 1990-2050. Stativaria 36, oktober 2005. Van Gils, S. (2002). Werkzaam Vlaanderen in de toekomst. Draagvlak wordt hellend vlak. In Steunpunt WAV SSA, Reeks De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarboek, editie 2002. Leuven. TRENDRAPPORT / 8