Praktische-opdracht door een scholier 2851 woorden 21 april 2001 4,8 31 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoud. Inleiding. Hoofdstuk 1; Henry Dunant. Hoofdstuk 2; Het ontstaan van het Rode Kruis. Hoofdstuk 3; Henry Dunant in zijn laatste levensjaren. Hoofdstuk 4; Het werk van het Rode Kruis. Conclusie. Literatuurlijst. Inleiding In 1859 is er een gruwelijke veldslag tussen het Franse leger onder leiding van keizer Napoleon en het Oostenrijkse leger. Deze veldslag wordt uitgevochten in het Italiaanse Solferino. Bij deze veldslag is Jean Henry Dunant per toeval aanwezig. De beelden die hij ziet, choqueren hem erg. Henry Dunant was erg begaan met het lot van andere mensen en vond het overbodig dat er zoveel mensen stierven tijdens deze veldslag. Volgens hem kwam dat doordat er geen georganiseerde hulpverlening was. Daarom heeft hij het Rode Kruis opgericht. Ik heb in deze praktische opdracht onderzocht waarom Henry Dunant van belang voor de geschiedenis was. Om tot een antwoord op deze vraag te komen, heb ik eerst gekeken wie Henry Dunant was, waarom hij het Rode Kruis heeft opgericht, wat hij in zijn verdere leven heeft gedaan en ik heb gekeken wat het Rode Kruis nu precies doet. Ik heb dit onderwerp gekozen op aanraden van u, maar het sprak mij erg aan omdat het mij interesseert hoe mensen wat voor anderen kunnen betekenen. Ik ben erachter gekomen dat Henry Dunant een persoon was die erg veel voor anderen heeft betekend. Henry Dunant Op 8 mei 1828 wordt Jean Henri Dunant in Genève ( Zwitserland ) geboren. Op latere leeftijd laat hij zijn naam op de Engelse schrijfwijze schrijven. Het wordt dan Henry. Hij was de oudste van 5 kinderen van welgestelde ouders, die in hoog aanzien stonden. Henry was trots op zijn afkomst. De vader van Henry, Jean-Jacques Dunant, was erg begaan met het welzijn van gevangenen en zieken. Zo nam hij Henry een keer mee op reis naar Toulon in Zwitserland. Daar bezochten ze een gevangenis met zware misdadigers. Het beeld van deze mensen, vastgeketend aan elkaar en zonder enige vrijheid, maakte zo n indruk op https://www.scholieren.com/verslag/1072 Pagina 1 van 7
Henry, dat hij hier nog vaak aan terug dacht. Hij wou wat voor deze mensen betekenen als hij groot was. Op achttienjarige leeftijd ging hij dan ook iedere zondag de staatsgevangenis bezoeken om de gevangenen voor te lezen en zo stelde hij een wereld voor ze open. Als Henry Dunant bijna 30 jaar is vertrekt hij naar Algerije in Noord-Afrika. Hij besluit daar een boerderij en een graanmolen op te starten. Maar hij heeft niet veel geluk. Dat komt doordat Algerije een Franse kolonie was en Henry was geen Fransman. Daardoor heeft hij telkens problemen om een vergunning te krijgen voor het bouwen van een tweede waterbron om de graanmolen te laten draaien. Hij ziet als enige oplossing om keizer Napoleon rechtstreeks te benaderen. Maar keizer Napoleon was er niet. Hij voerde met zijn leger oorlog in Italië. Dunant, strevend naar een vergunning, besloot om het Franse leger te volgen. Hij was net op tijd voor de Slag bij Solferino. Henry was geschokt door het geweld wat hij daar zag. Zo n 40.000 mensen lagen gewond op het slagveld en nergens was water te bekennen. En de medische hulp was ook minimaal. De gewonden werden op primitieve brancards overgebracht naar een soort veldhospitalen. Deze werden aangeduid met een zwarte vlag en was dus duidelijk herkenbaar, maar in het heetst van de strijd werden deze vaak genoeg beschoten. Ook de hulp die er geboden kon worden, was primitief. Men wist weinig over het voorkomen van ontstekingen en over pijnstillers. Daarom werden en veel te vaak onnodig lichaamsdelen geamputeerd. Dunant kon niet werkloos toezien en ging helpen. Hij ging werken in Castiglione, één van de dorpen die in de strijd verwoest was. Hij zorgde voor water en verbanden, maar vaak kon hij niet meer doen dan de stervenden troosten. Maar Henry bleef aandringen; er moest water, voedsel en verband voor deze mensen komen. Hij koos een kerk als hoofdkwartier uit. Dat werd de Chiesa Maggiore. Hij organiseerde vanuit de kerk een steeds groter wordende groep hulpverleners. Deze hulpverleners waren veelal ongeschoolde Italiaanse vrouwen. Zij moesten de vreemdelingen waarvoor ze vreesden verzorgen. Maar Henry Dunant bleef volhouden; Tutti fratelli. ( dat betekent: Ze zijn allen broeders. ) Dunant en zijn helpers deden wat ze konden, maar ze zagen allen de uitzichtloosheid ervan in. Maar toch gingen ze door. Na een tijd was er een stadsziekenhuis in Brescia. Als de gewonden sterk genoeg waren, werden ze daarheen vervoerd. Er was daar betere verzorging en medische hulp. Maar toch stierven er nog honderden. Volgens Dunant kwam dat doordat er geen organisatie was. Alles liep door elkaar heen en niemand wist precies wat hij moest doen. Na lange tijd had Henry Dunant rust nodig om zijn gedachten te ordenen. Hij vertrok naar de bergen om die stilte te vinden. Later vertok hij naar Parijs in de hoop invloedrijke personen te ontmoeten en de hulp te krijgen die hij nog steeds nodig had voor een tweede waterbron. Maar de beelden uit Solferino bleven hem achtervolgen. In januari 1860 kreeg hij zijn eerste onderscheiding voor zijn werk in Solferino; de Orde van Sint-Maurits en Sint-Lazarus van Italië. Maar hij kwam zijn depressie niet te boven. Hij kon er alleen mee leven door alles op te schrijven. Hij schreef een boek, genaamd: Un souvenir de Solferino. ( dat betekent: Een herinnering aan Solferino. ) Hij vertelde helder en zonder iets te verzwijgen, over de gruwelijke beelden die hij had gezien, de zinloze afslachtingen en de schreeuwende kreten om hulp. In zijn boek stelde hij de vraag of het niet mogelijk zou zijn om in vredestijd hulporganisaties op te richten van enthousiaste, toegewijde en https://www.scholieren.com/verslag/1072 Pagina 2 van 7
degelijk geschoolde vrijwilligers om in oorlogstijd hulp te beiden aan gewonden. Het ontstaan van het Rode Kruis Het boek van Henry Dunant werd door velen gelezen en velen dachten na over de hamvraag van het boek. Zijn ideeën sloegen aan, maar nu begon het lange, slopende werk om zijn standpunt in een praktisch, bruikbaar systeem te zetten. Een oude kennis van Dunant, de advocaat Gustave Moynier, wou hem helpen om zijn droom te realiseren. Ze vonden allebei dat er niet zo veel soldaten en gewone burgers mochten sterven, doordat er geen georganiseerde hulp was. Naar hun mening konden er veel meer mensen gered worden als er maar een geregeld systeem was. Als er in Solferino getrainde hulpverleners waren geweest, zouden die erover hebben kunnen waken dat de dode lichamen niet in massagraven werden gegooid. Als er goed uitgeruste ziekenwagens waren geweest, zouden deze de gewonden van hun ondraaglijke lijden hebben kunnen verlossen. Als er een grote groep actieve en dappere helpers was geweest, hadden deze gemakkelijk de kwelling van Solferino kunnen verzachten door het slagveld rond te trekken op zoek naar gewonden vóór die verzwakt waren door honger, dorst en gebrek aan beschutting. Maar doordat dit alles bij de Slag van Solferino niet aanwezig was, zijn er veel te veel mensen onnodig gestorven. Advocaat Moynier was voorzitter van het Geneefse Genootschap tot Nut van het Algemeen. Samen met Dunant tekende hij de hoofdlijnen van de nieuwe organisatie uit. Op 9 februari 1863 vergaderde het Genootschap als gewoonlijk. Alleen stond dit keer een punt op de agenda dat de wereld zou veranderen. Het was Het voorstel tot oprichting van permanente hulpverleningen ten behoeve van de gewonden op de slagvelden zoals deze in Een herinnering aan Solferino stond beschreven. Op de vergadering was ook Dr. Louis Appia aanwezig. Een internationaal erkende krijgsarts voor de oorlogsgewonden. Deze man had tijdens de Slag bij Solferino ook al gewerkt aan een handiger brancard voor op de slagvelden. Verder waren Dr. Theodore Maunoir en Generaal G.H. Dufour aanwezig. Generaal Dufour was een menslievend en gerespecteerde soldaat en één van Zwitserlands grootste mannen. Allemaal waren ze erg begaan met het lot van anderen. En allemaal waren ze er over eens dat er georganiseerde hulpverlening moest komen. Ze werden, samen met Dunant het Comité van Vijf genoemd. In de notulen van die vergadering op 9 februari 1863, stonden dingen die later de basis van het Rode Kruis zouden vormen. Er stond dat niet alleen dat vrijwillige verpleegsters naar de slagvelden moesten worden gestuurd, maar ook dat het vervoer, de ziekenhuizen en de verzorging verbeterd moest worden. In die tijd werden nog vaak geneeskundige hulpverleners neergeschoten doordat ze gewoon militaire uniformen droegen. Er moest daarom een officieel uniform komen, zodat de hulpverleners herkenbaar waren. Als herkenbaar hulpverlener mochten ze niet aangevallen of beschoten worden. Dunant reisde door Europa om meer mensen op te roepen om deel te nemen aan de hulpverlening. Het was een hele onderneming, maar door zijn enthousiaste en aanstekelijke techniek, sloten velen zich aan. Op 23 oktober 1863 was er weer en vergadering in Genève. Gustave Moynier leidde de vergadering. Ze https://www.scholieren.com/verslag/1072 Pagina 3 van 7
kregen toestemming voor de aanbeveling dat ziekenwagens, ziekenhuizen, doktoren en hun helpers, een neutrale positie moesten hebben. Een wereldwijd symbool, een rood kruis op witte achtergrond, moest een kenteken worden voor oorlogsziekenwagens, ziekenhuizen en natuurlijk voor medisch personeel. In Islamitische landen is het symbool een rode halve maan, maar de betekenis is gewoon hetzelfde. De goedkeuring van deze principes vormde het begin van het Rode Kruis. Een organisatie die nu is uitgegroeid tot s werelds grootste humanitaire hulpverleningsorganisatie. Op 8 augustus 1864 kwamen afgevaardigden uit zestien verschillende landen bij elkaar om te overleggen over de organisatie van het Rode Kruis. Na heel wat discussies, tekenden twaalf landen op 22 augustus de tien artikelen die de eerste Conventie van Genève vormden. Dit was een officiële, internationale overeenkomst. Nu moesten alleen de regeringen van de desbetreffende landen de overeenkomst nog goedkeuren. Aan het eind van 1864 gaven de bewinden van tien landen hun goedkeuring. Tegen het eind van 1867 liep dat aantal op tot 21 landen. Henry Dunant in zijn laatste levensjaren Ongeacht het succes van het Rode Kruis, ging het met Henry Dunant persoonlijk wat minder goed. Zijn zaak boerderij en graanmolen gingen failliet en hij had enorme schulden. Hij raakte al zijn geld kwijt. De oorzaak hiervan was dat hij te veel in beslag werd genomen door het Rode Kruis. Op 39-jarige leeftijd verloor hij ook nog zijn positie in het Rode Kruis van Genève. Ook al was hij de bedenker van deze organisatie. Vernederd verliet Dunant Genève. Hij ging in Parijs wonen. Ondertussen kreeg hij steeds meer bekroningen voor zijn werk. Ieder bekroning gaf hem weer wat meer hoop en hij ging een plan bedenken om zijn schulden te boven te komen. Ook werd hij weer tot vice-president van het Rode Kruisorganisaties benoemd. Toen Dunant 59 jaar was, was hij alles een beetje zat. Hij ging zijn rust zoeken in Heiden, in het oosten van Zwitserland. Hij vergat beetje bij beetje zijn idealistische ideeën en werd weer een gewoon mens. Hij woonde 5 jaar in Heiden, toen hij op 64-jarige leeftijd opgenomen moest worden in het ziekenhuis. In dat ziekenhuis zou hij de laatste 18 jaar van zijn leven doorbrengen. De jaren dat hij in het ziekenhuis verbleef, schreef hij oude kennissen en vrienden om weer waardering te krijgen voor het werk wat hij had gedaan. Er werd heel minimaal op gereageerd. Tot op een dag een journalist te horen kreeg van Jean Henry Dunant. Hij rook een goed verhaal en verzocht om een interview. Dunant zag een gelegenheid om zijn ideeën te verkondigen en ontving Georg Baumberger, de journalist, enthousiast. Het artikel dat de oprecht geïnteresseerde journalist schreef, lokte een enorme respons uit bij het publiek. Dunant kreeg duizenden brieven en mensen kwamen hem massaal bezoeken en schonken hem geld. Er kwamen eerbetuigingen van Rode Kruisbewegingen van de hele wereld. Opeens kreeg hij geld en erkenning voor zijn werk en werd hij bedolven onder de prijzen en bekroningen. Zijn hele leven veranderde. Dunant begon weer te schrijven en nieuwe projecten op te starten. Hij schreef een betoog voor de vrede. Verschillende van zijn vroegere ideeën werden nu uitgevoerd. In 1901 volgde de ultieme internationale bekroning voor zijn werk; hij ontving de Nobelprijs voor de Vrede. Hij kreeg duizenden guldens. Dit geld raakte hij niet aan en toen hij zijn testament op maakte, vroeg hij, https://www.scholieren.com/verslag/1072 Pagina 4 van 7
wanneer alle schulden waren afbetaald, het overige geld aan liefdadigheidsinstellingen te schenken. Jean Henry Dunant stierf op zondag 30 oktober 1910, in een leeftijd van 82 jaar. Het werk van het Rode Kruis Het Rode Kruis is nu, 137 jaar na de oprichting, nog steeds de grootste humanitaire hulpverleningsorganisatie van de wereld. De basis ervan bestaat uit de 7 grondbeginselen. Deze zijn: Mensenlievendheid Het Rode Kruis wil lijden van mensen voorkomen en verzachten, vanuit respect voor de mensheid. De organisatie streeft naar vriendschap, samenwerking en blijvende vrede tussen mensen. Onpartijdigheid Mensen in de hoogste nood worden het eerst door het Rode Kruis geholpen. Ongeacht nationaliteit, ras, geloof, afkomst of politieke mening. Neutraliteit Het Rode Kruis kiest bij conflicten geen partij. Het kiest altijd voor de slachtoffers. Bij welke partij deze behoort, speelt geen rol. Onafhankelijkheid Het Rode Kruis neemt beslissingen onafhankelijk van de overheid. Zodat de organisatie altijd volgens de grondbeginselen kan handelen. Vrijwilligheid Het Rode Kruis werkt alleen met mensen die zich vrijwillig inzetten en die niet meedoen uit persoonlijk belang. Eenheid In ieder land kan maar één Rode Kruis- of Rode Halve Maan-vereniging zijn. Deze is werkzaam in het hele land. Algemeenheid Het Rode Kruis is een wereldwijde organisatie. Alle nationale verenigingen zijn gelijk en helpen elkaar. Het Rode Kruis zet zich ook in voor de naleving van het humanitair oorlogsrecht. Het Humanitair Oorlogsrecht is een verzameling regels die bedoeld zijn om mensen in oorlog te beschermen en om het leed, dat oorlogen veroorzaken, zoveel mogelijk te beperken. Er zijn regels ter bescherming van mensen die niet, of niet meer, meevechten: burgers - vooral ouderen, vrouwen en kinderen -, maar ook krijgsgevangenen en gewonde of zieke soldaten. Daarnaast zijn er regels die beperkingen stellen aan het gebruik van wapens, zoals chemische wapens of verblindende laserwapens en aan manieren van oorlogvoering. Zoals het verbod op aanvallen van de burgerbevolking. Hieronder vallen ook regels ter bescherming van cultuur en van de natuur. Maar Het Rode Kruis zet zich niet alleen in bij oorlogen en rampen. De organisatie zet zich ook in voor maatschappelijke dienstverlening. Het organiseert bijvoorbeeld vakanties voor gehandicapten of https://www.scholieren.com/verslag/1072 Pagina 5 van 7
chronisch zieke mensen. Deze mensen hebben veel verzorging nodig en daarom is het vaak moeilijk om op vakantie te gaan. Het Rode Kruis heeft verschillende vakantiehuizen en zelfs een aangepaste vakantieboot. Deze is genoemd naar de oprichter van het Rode Kruis; Jean Henry Dunant. Met vrijwilligers kunnen er zo ieder jaar circa 5500 mensen op vakantie. [plaatje- De vakantieboot, genaamd: J. Henry Dunant] Het verzorgt ook vrijwillig welfarewerk. Dat houdt in dat vrijwilligers activiteiten, zoals handwerken of schilderen, organiseren zodat mensen weer in contact komen met anderen. Want er zijn genoeg redenen waarom mensen erg huisgebonden raken en het contact met de buitenwereld verliezen. Vrijwilligers van het Rode Kruis bezoeken zo wekelijks duizenden mensen, die daar behoefte aan hebben. Het Rode Kruis zorgt ook voor sociaal vervoer. Omdat niet iedereen even makkelijk gebruik kan maken van het openbaar vervoer, heeft de hulporganisatie aangepaste busjes, zodat ouderen of gehandicapten naar familie, vrienden, musea of vakantieadressen kunnen worden gebracht. Dit zijn enkele werkzaamheden van het Rode Kruis. Mensen kunnen simpelweg niet zonder deze hulpverleningsorganisatie. Conclusie Jean Henry Dunant is een Zwitserse zakenman, die per toeval in de Slag bij Solferino terecht kwam. De dingen die hij daar zag grepen hem zo aan dat hij ging helpen om mensen te redden. Naar zijn mening liepen er te veel dingen fout, doordat er geen georganiseerde hulp was. Hij maakte plannen om wel zo n hulpverleningsorganisatie te maken. Samen met 4 andere belangrijke personen, braamden ze de grondbeginselen van het Rode Kruis. Dat Rode Kruis moest een neutrale organisatie worden, die hielp voorkomen dat er nog meer mensen stierven. Gewonde mensen kregen medische hulp. Al het werk moest gedaan worden door vrijwilligers. Na lange tijd nam Jean Henry Dunant wat meer afstand van de organisatie, omdat hij persoonlijke problemen had. Hij raakte steeds meer op de achtergrond en veel mensen vergaten hem. Tot op een dag er een artikel over hem verscheen in de krant. De bekroningen en prijzen voor zijn werk stroomden binnen. In 1901 kreeg hij zelfs de Nobelprijs voor de Vrede. Negen jaar later stierf hij op 82-jarige leeftijd. Nu nog steeds bestaat het Rode kruis. Het is zelfs s werelds grootste humanitaire hulpverleningsorganisatie geworden. Maar het Rode Kruis helpt niet alleen bij oorlogen en rampen. De organisatie zet zich ook in voor maatschappelijke dienstverlening. Dit alles is begonnen bij Henry Dunant. Ik ben er achter gekomen dat Henry Dunant een erg humanitair persoon was en dat hij erg veel voor de https://www.scholieren.com/verslag/1072 Pagina 6 van 7
mensheid heeft betekent. Ik heb erg veel bewondering voor mensen zoals Jean Henry Dunant. Zonder hem was er nu misschien nog steeds geen georganiseerde hulpverlening. En gingen er misschien nog steeds veel te veel mensen onnodig dood. In oorlogen of bij rampen sterven er uiteraard nu nog steeds wel veel te veel mensen onnodig, maar nu worden er tenminste dingen aan gedaan om dat te voorkomen. Hij is dus wel degelijk van belang geweest voor de geschiedenis. Literatuurlijst Ø Pam Brown Henry Dunant: de stichter van het rode kruis, hij redde miljoenen levens. Den Haag, 1989. Ø (schrijver onbekend) Het Rode Kruis: een wereld van hulp. Den Haag, 1986. Ø (Auteur(s) onbekend) thematische knipselkrant: Rode Kruis. 18e jaargang 1993 uitgave nummer: 93/28. Ø Internetpagina: www.rodekruis.nl/htdocs/wiewijzijn/achtergronden/ontstaan.html. Ø Internetpagina: www.redcross.int/en/history/not_dunant.asp https://www.scholieren.com/verslag/1072 Pagina 7 van 7