De diamantslijperij van Soep / Gassan



Vergelijkbare documenten
Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

BIJDRAGE HERDENKING 12 april 2015

24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad van Suriname. Hij verzocht me jou te schrijven

Interview met meneer Micha Schliesser

Welk Bijbelboek gaat over dit hoofdstuk? Waarheen trok Abraham en zijn gevolg?

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Lesbrief bij het boek Kiezen in de oorlog. Marte Jongbloed Roelof van der Schans

WERKBLAD WANDA VERDUIN

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

De tijd die ik nooit meer

Marie Anne Tellegen overleefde de oorlog. Zij werd na de oorlog benoemd tot directeur van het Kabinet der Koningin ( ).

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

Lieve broer! Je liefste zus!!! Camille Vandenbussche oktober

Wij wilden naar de toekomst kijken

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

De erfenis. Notaris. Snif, ik mis opa zo! Daniël, Mijn vader was jouw opa helemaal niet! Gerrie

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

Wie is Wie? Zet het nummer van het bijschrift bij de goede foto.

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Beste Janien, familie, vrienden, allen hier aanwezig, Het is goed om vanavond bijeen te zijn in deze Sint-Joriskerk.

Niet in slaap vallen hoor!

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Wat rest is een foto

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Luisteren: muziek (B1 nr. 4)

De kerker met de vijf sloten. Crista Hendriks

Bij wie vroeg Jakob hulp toen zijn zonen de tweede reis naar Egypte gingen maken?

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

'Geheime' kunstcollectie Imtech komt in de verkoop

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden,

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Enkele vragen aan Kristin Harmel

Verhaal: Jozef en Maria

SAMUEL VAN DER MEER. De Ontsnapte Joden

Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

EEN SNIKHETE ZOMERMIDDAG. Het was een snikhete zat op KANTOOR en O, sorry, ik heb me nog niet eens voorgesteld: mijn naam is Stilton,

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Durf jij Afrika te ontdekken?

Waar in de Bijbel vraagt God aan Abraham om een opmerkelijk offer? Genesis 22. Abraham wordt door God op de proef gesteld!

Vlucht uit Sint-Petersburg

Ik ben maar een eenvoudige ezel, maar ik wil je graag een mooi verhaal vertellen

Actie Schoenenmaatjes

Bijbel voor Kinderen. presenteert JACOB DE BEDRIEGER

Groningen Matthias Sulin K3a

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Hoe gaat het met jullie?

De WC s op De Geldershof.

IK WAS TOE AAN VAKANTIE

was het echt veel werk! Want Omie werd steeds waziger en ze werd incontinent. Ze moest luiers dragen en s nachts bond mijn tante haar vast in bed,

Borstkanker ''Angst voor het onbekende''

Stichting Kinderpostzegels

Almelo, 8 juli En dat is niet zo makkelijk voor iedereen want de meeste kinderen zijn gewend aan school, vrienden, azc, enz, enz.

LES 10. Sluipaanval. Doe Lees 1 Samuël 24.


KIDmail Januari 2013

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van.

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Maurits de Leeuw, mijn grootvader, werd in 1887 in Steenwijk geboren als oudste zoon van Simon de Leeuw en Kaatje Kan.

H E T V E R L O R E N G E L D

6. wat is de boodschap van de plaatsers aan de eigenaars? Aan de voorbijgangers? Proficiat, reden tot feesten. (Er is geen plakkaat)

Ria Massy. De taart van Tamid

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

Koos en Cilie Noordermeer

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Welkom in de Open Hof

Het. riet- en gevestigd. Wilgenhorst. kopen. Sliebewust. zijn van drie. was

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Lesbrief Van Papa, voor Sammie

ONTMOETEN KENNY KOKEN

Maria, de moeder van Jezus

Zeesteen. Janneke Holwarda. roman

Mijn dochter; boulimia en borderline

Dit ben ik Naam: juf Alma van den Bergh School: o.b.s. de Torenuil Groep: 7a Datum: juni 2015

Het was één groot feest!

Hoofdstuk 1: De Tweede Wereldoorlog: Hitler

Klee. en Cobra. Opnieuw beginnen

Werkblad 3: Gravenfeest China

Mijn mond zat vol aarde

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

Nick Bouwmeesters. Klas 3T3. Inleverdatum:

Verteld door Schulp en Tuffer

MAATWERKHOEKEN LESACTIVITEIT ROLLEN KIEZEN Luisterteksten

Transcriptie:

De diamantslijperij van Soep / Gassan Interview met Ina Polak-Soep en Anita Leeser-Gassan Daniël Metz

Daniël Metz De diamantslijperij van Soep / Gassan* In 1906 is langs de Nieuwe Achtergracht een voor die tijd zeer moderne diamantslijperij verrezen. Het was de geheel op elektriciteit aangedreven slijperij van Benjamin A. Soep. Het gebouw valt op door de helder gele bakstenen en subtiele jugendstil elementen, een ontwerp van architect Gerrit van Arkel. Oprichter Benjamin A. Soep werd als directeur opgevolgd door zijn zoon Abraham Soep, die begin jaren 50 is overleden. Daarna is de slijperij overgenomen door Samuel Gassan. Naast het slijpen van diamanten, ontving Gassan ook groepen bezoekers; een populair uitje voor toeristen. In dit artikel komen een kleindochter en dochter van respectievelijk Benjamin Soep en Samuel Gassan aan het woord. Ina Soep is de kleindochter van de oprichter van de fabriek. Ook haar vader is daar directeur geweest. En Anita Gassan vertelt over haar vader Samuel Gassan. Haar zoons hebben het bedrijf, Gassan Diamonds, voortgezet. Interview met Ina Polak-Soep, kleindochter van diamantair en fabrieksdirecteur Benjamin A. Soep Uw grootvader Benjamin Soep is begonnen met de slijperij aan de Nieuwe Achtergracht. Heeft u herinneringen aan uw grootvader? Ik weet niet zo heel veel van mijn grootvader. Ik was nog heel klein toen hij is overleden. Wel had ik het gevoel dat hij van heel sobere afkomst was, want ik heb gehoord dat zijn vader sigarenmaker is geweest. Wat ik weet is dat mijn grootvader de slijperij heeft opgericht samen met een partner. Hij had verstand van diamanten, en was mogelijk zelf al slijper geweest. Zij partner, meneer Muzikant, was de financier. Dat herinner ik mij goed, want hun telegramadres was Soepmuz, een samentrekking van de twee namen. Muzikant was vermoedelijk een stille partner. Grootvader zal niet zelf het geld hebben gehad om een fabriek te bouwen. Waar grootvader zijn opleiding heeft gehad weet ik niet, maar hij moet verstand van het vak hebben gehad, anders had hij zoiets niet kunnen beginnen. Benjamin Soep stierf in 1927 toen ik 4 jaar was. Daarna nam mijn vader Abraham (Bram) Soep het bedrijf over, later bijgestaan door zijn, veel jongere broer Henri (Hans). Mijn broer Benjamin (Benno) werkte er ook voor korte tijd.

Toen Samuel Gassan in de slijperij is gegaan [rond 1958; DM] heeft hij twee schilderijen en een pentekening gevonden. Die heeft hij aan het JHM geschonken. Vele jaren later heeft het museum contact met ons opgenomen. De schilderijen in olieverf zijn van mijn grootouders. De pentekening is een afbeelding van mijn overgrootvader, die ook Abraham heette. Hij ziet er uit als een heel gedistingeerde man. We hebben de schilderijen van het JHM teruggekregen. Was u zich ervan bewust dat uw vader een diamantfabriek had? Voor de oorlog werd thuis over zaken nauwelijks gesproken. Dat deed men niet. Ik weet wel dat het altijd slecht was in het diamantvak. Ik heb niet anders gehoord. Ik denk dat het kenmerkend is voor het diamantvak. Volgens diamantairs waren het altijd slechte tijden. Maar we hebben heel goed geleefd. Tot mij 14 e woonden we in de Nicolaas Maesstraat. En van mijn 14 e tot dat we zijn weggehaald, woonden we in de Viottastraat. Ik wist eigenlijk nooit dat mijn vader vermogend was. Hij was wat streng, maar wel met veel gevoel voor humor. We mochten niet onnodig uitgeven. Mijn vader zei bijvoorbeeld: Heb je nu weer getelefoneerd? Je ziet ze toch morgen. Later legde ik 2½ cent bij de telefoon. Dat kostte toen een telefoongesprek. En er waren munten van 2½ cent. De leiding van de fabriek bestond voor de oorlog uit mijn vader (Abraham), zijn jongere broer Hans en Moos Vaz Dias. Die deed het sorteren en waarschijnlijk ook een deel van de administratie. Vaz Dias was getrouwd met Esther Wijnschenk, een nicht van mijn vader, die door zijn ouders als een dochter was opgevoed. Chef de bureau was Bernard Ludel. En Soesan was voorman op de fabriek. V.l.n.r. Moos Vaz Dias, Bernard Ludel, Henri (Hans) Soep en Abraham (Bram) Soep. Aan de muur een portret van Benjamin A. Soep. [Coll. Ina Polak-Soep]

En toen kwam de oorlog... Mijn vader, moeder, mijn jongere zus en ik kwamen in Bergen-Belsen terecht en overleefden dat avontuur. In 1941 werd mijn broer Benno tijdens de 2 e grote razzia van 11 juni opgepakt en kwam om in Mauthausen. Hans stierf in Bergen-Belsen in februari 1945. Hij was toen 41 of 42. In Bergen-Belsen zaten alle diamantairs en de arbeiders in één barak. Ze hoefden niet te werken om hun handen te sparen. De Duitsers wilden namelijk een diamantindustrie opzetten. Dat is allemaal misgelopen. Ik ben zelf in mei 1944 naar Bergen-Belsen gekomen. Mijn ouders kwamen later. Omdat mijn moeder ziek was, bleven zij en mijn vader achter. In die tussentijd zijn ze officieel begonnen met vergaderingen met de fabrikanten om te zien wat er nodig was om een industrie op te zetten. De machineonderdelen stonden al op treinwagons buiten het kamp te wachten. Ik was secretaresse van die groep. Dat was omdat ik kon stenograferen in het Duits. Zij hebben een hele tijd aan die voorbereidingen gewerkt. Opeens zagen ze waarschijnlijk dat ze de oorlog gingen verliezen en dat ze geen diamanten konden krijgen. Alle diamantairs zijn weggestuurd. De mannen naar Buchenwald, en de vrouwen naar de zoutmijnen. Behalve twee families: de Briefkaart van de diamantslijperij van Benjamin A. Soep & Co. In het telegramadres, Soepmuz, zit de naam van de stille partner verstopt. [Coll. Ina Polak-Soep] Asschers en wij. We hebben nooit precies geweten waarom dat was. Dat vond plaats in oktober 1944. Nou had mijn vader (dat heb ik pas na de dood van mijn moeder in 1980 ontdekt) in Westerbork papieren ontvangen met verklaringen dat onze hele familie burger was van El Salvador. Wij zaten daar in een kleiner deel van het kamp, het Schneebaum Lager, met allemaal Zuid-Amerikanen en met de familie Asscher.

Hoe ging de voortzetting van de fabriek na WO II? Volgens mij had mijn vader het eigendom van de fabriek laten overschrijven op de naam van zijn niet-joodse accountant. Die heette Van Duijkeren. De fabriek is daardoor buiten de handen van de Duitsers gebleven en is bovendien in tact gebleven. Direct na de oorlog kon mijn vader daar weer zijn intrek nemen. Hij kreeg weer sights [het recht om ruw te kopen; DM] in Londen. Zo kon hij weer beginnen. Mijn vader heeft ook nog veel gedaan voor de regering. Het evalueren en taxeren van diamant, die ze hadden teruggevonden bij de Duitsers. Daar heeft hij toen een lintje voor gekregen. Hij moest bijvoorbeeld de diamanten onderzoeken die de Duitsers hadden geïnkasseerd voor het 20.000- stempel. Het 20.000-nummer bood bescherming aan mensen uit het diamantvak, en ook aan mensen die voor 20.000 gulden in diamant hadden ingeleverd. Dat was voor protectie. Al die mensen van de 20.000-stempel zijn naar Bergen-Belsen gegaan, in plaats van naar Auschwitz. In 1953 is mijn vader overleden. Jacques Cardozo was ooit een partner van mijn vader geweest en nam nu de zaken waar. Hij had een kleine groothandel in New York en kwam ettelijke keren per jaar over uit Amerika. En mijn man, Jaap Polak, deed de administratie en de boekhouding. Cardozo had een kantoortje boven in het gebouw. Er moesten nog dingen afgewikkeld worden. Hij had, meen ik, geen slijpers in dienst. Toen Cardozo niet meer tot reizen in staat was, werd de fabriek verkocht aan Gassan. Dat was volgens mij in 1958 of 1959. De overdracht is geregeld door de zoon van Van Duijkeren. Die was ook accountant. Interview met Anita Leeser-Gassan, dochter van diamantair Samuel Gassan Uw vader, Samuel Gassan, heeft de slijperij aan de Nieuwe Achtergracht overgenomen van de familie Soep. Wat herinnert u zich daarvan? Na de oorlog was Cardozo de bedrijfsleider voor de familie Soep. Hij is later naar Amerika gegaan. Mijn vader heeft op gegeven moment die fabriek overgenomen. Het was niet zo n groot bedrijf. Toen ik van school kwam heb ik daar nog als gids gewerkt. Op de eerste verdieping zaten de slijpers. Daar konden de groepen rondkijken. De chefs Meents en Lakmaker hadden daar een kantoortje, waar het werk werd uitgegeven. Na het slijpen werden de stenen teruggebracht en bekeken.

Hoe is uw vader bij het diamantvak gekomen? Mijn vader was begonnen als diamantsnijder. Dat deed hij heel goed. Men heeft mij verteld dat hij met een tarieflijstje naast zich zat. Dan had hij een mooie das gezien. Hij moest dan heel hard werken om dat te halen, om te produceren. Hij was toen nog een jonge jongen. Dat was op de fabriek bij Boas in de Nieuwe Uilenburgerstraat, waar nu Gassan Diamonds zit. Daarna is hij gaan werken als advertentiereiziger bij Willem Boas. Hij verkocht ANWB-bordjes en advertenties in de Kampioen. Vroeger had je bij restaurants zo n bordje op de gevel: Lid van de ANWB. We reisden vooral veel in Zwitserland om te verkopen. Mijn moeder en ik gingen mee. Mijn vader was een fantastische verkoper. Hij wist heel goed dat je als verkoper niet met een koffertje langs moest komen en zeggen: Hallo, ik ben Gassan van de Kampioen. Wilt u hier een advertentie plaatsen? Maar dan ging hij naar het Amstel Hotel. Daar gaf hij de telefoniste een tientje en zei: Hier heb ik een lijstje met telefoonnummers. Wilt u die misschien even voor mij bellen? Die telefoniste belden dan: U spreekt met het Amstel Hotel, ik verbind u even door met de heer Gassan. Nou, dan maakte hij een afspraak. Dat is toch iets anders dan dat je met je koffertje voor de deur staat. Advertenties of diamant, dat maakte eigenlijk niet uit. Hij was heel inventief als verkoper. Andere produkten zou hij net zo goed verkocht hebben. Samuel Gassan bekijkt een diamant samen met zijn kleinzoon Benno Leeser (eind jaren 50) [Coll. Gassan Diamonds] Mijn vader was echt een selfmade man. School had hij niet afgemaakt. Hij riep altijd: Het enige diploma dat ik heb is mijn zwemdiploma. Hij sprak voortreffelijk zijn talen, was ontzettend charmant en hij was heel sociaal vaardig. Was uw familie al eerder werkzaam in de diamantvak? De familiegeschiedenis gaat verder terug. Mijn grootvader Eliazer Gassan was ook diamantslijper. Ik heb nog een foto van hem. En mijn grootmoeder was weer de zuster van David Smit, secretaris van het Koperen Stelenfonds. Zij woonden in de Smaragdstraat. Bij mijn grootouders hing een portret van Henri Polak. Dat was God zelf.

En mijn grootvader Biet van moederskant handelde in industriediamant. Hij had eerst een pianohandel en is later in de diamant gegaan. Hij zat ook op de Diamantbeurs. En op zeker moment werd Samuel toch weer aangetrokken door het diamantvak? Vanwege de oorlog kon mijn vader niet meer reizen. Hij moest ander werk zoeken en kwam toen weer in de diamant. Met Maurits Aandagt en Ies Rabbie werkte hij samen op de Diamantbeurs. In 1942 is hij met wat diamant naar Zwitserland gevlucht. Daar heeft hij zich aangemeld bij het Britse leger. Hij is toen repatriëringsofficier geworden. Mijn moeder en ik zaten in Bergen-Belsen. Tegen het einde van de oorlog is mijn vader ons gaan zoeken. Toen hij in Bergen-Belsen aankwam waren wij al weg. Maar in de kinderbarak trof hij de kinderen van zijn collega s aan. Toen heeft hij op eigen gezag een vliegtuig gecharterd om die kinderen naar Nederland te vervoeren. Mijn tante was zijn luitenant. Zij is met die kinderen in het vliegtuig naar Nederland gevlogen. Samuel, mijn vader, is daarvoor gedegradeerd, want dat had hij niet mogen doen op eigen gezag. Terug in Nederland is mijn vader weer verder gegaan in de diamanthandel. Hij is op de beurs gaan werken. Je kunt al met een heel klein pakje diamant op reis gaan. Dus ging hij naar Frankrijk, maar vooral naar Zweden. En dat is steeds groter geworden. Op een goed moment is hij op het idee gekomen om ook met toeristen te gaan werken. Slijpen en toerisme, dat ging goed samen. Hij is daarmee begonnen in de Zwanenburgerstraat. Daar heeft hij een aantal jaar gezeten. Meents en Lakmaker waren daar chef. Beneden zat een diamantzagerij van Herman Slijper. Die zagerij was niet van mijn vader, maar daar gingen we wel met toeristen naartoe. Meents heeft later zijn eigen bedrijf opgezet, samen met Slijper, Meijer en Cohen. Dat werd Coster Diamonds. Klopt het dat Gassan met zijn bedrijf naar de Nieuwe Uilenburgerstraat is verhuisd, omdat de toeristenbussen op de Nieuwe Achtergracht voor te veel overlast zorgden? Ja, dat klopt. Mijn vader had eerst nog een garage overgenomen in de Lepelstraat, direct achter de fabriek. Ze noemden mijn vader ook wel de Landlord of the Spoonstreet. Maar op de nieuwe locatie waren de faciliteiten natuurlijk ook veel beter. Mijn vader was een heel sociale baas. De mensen die aan de Nieuwe Achtergracht voor hem werkten, werken vaak nog steeds voor het bedrijf. Niet alleen Stoeltie, ook Alblas en zijn vrouw en de broers Leeda. En de echtgenote van mijn zoon heeft daar ook nog op kantoor gewerkt. Het was

een andere tijd. Er was niemand die s avonds bij het naar huis gaan niet even mijn vader gedag kwam zeggen. Had uw vader gewild dat u het vak van hem zou overnemen? Emaille wandbord van de firma Gassan. [Foto D. Metz] Nou, we hadden min of meer de afspraak dat als hij zo hard gewerkt heeft om mij te laten studeren, dan mag ik wel kiezen wat ik het liefste zou willen. En toen mijn vader stierf was het fiscaal ook niet mogelijk dat ik het overnam. Toen ben ik de advocatuur in gegaan en vervolgens rechter geworden. Ik had mijn kantoor in de Diamantbeurs. Dat had verder niets met de diamant te maken. Dat waren gewoon gehuurde kantoren. Ik keek vanuit mijn kantoor zo over de gracht bij mijn vaders gebouw naar binnen. Bovenop stond de naam Gassan. Als ik dan keek zat er precies op iedere letter een meeuw. En hoe vond uw vader het dat uw zonen de zaak hebben overgenomen? Dat vond hij wel heel mooi. Maar het gaf ook een zekere spanning. Hij wilde het nog wel allemaal leiden, maar hij was hart- en nierpatient en kon het niet meer alleen aan. Mijn zoon, Benno, is daar in de zaak gekomen toen hij 18 was. Hij was nog heel jong toen mijn vader in 1983 stierf. Mijn andere zoon, Guy, zit in New York, met een kantoor op 5th Avenue. Hij koopt in en doet de after sales service. De zaak is van mijn beide zoons samen. Gassan is nu ook voor een belangrijk deel gericht op de verkoop van horloges. Dat heeft natuurlijk ook een hele sprong gemaakt in trendgevoeligheid. Vroeger had je aan één horloge genoeg. Nu is het een verzamelobject. Horloges zijn toch interessanter voor mannen, en die dragen traditioneel gezien nog altijd de portefeuille. Een man koopt nu eenmaal niet zo snel een diamanten ring voor zichzelf. * Dit artikel is eerder verschenen in Misjpoge [jaargang 23 (2010), nummer 4], tijdschrift van de Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie