Pensioenreglement van. Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro



Vergelijkbare documenten
Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Stichting Pensioenfonds HAL

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Pensioenbijspaarreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Reglement. Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen. Stichting Metro Pensioenfonds

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de

Reglement Anw-hiaatpensioen

Reglement Anw-hiaatpensioen

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

Aanvullend reglement

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT voor Anw-hiatenpensioen. van. Stichting Pensioenfonds Haskoning. Nijmegen. Reglement ANW-hiatenpensioen, versie januari 2012

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

PENSIOENREGLEMENT. Gewijzigd per: 1 januari 2014 Goedkeuringsdatum : 17 december 2013 Definitieve versie

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement

HAGEMEYER REGELING 2015

Progress. Pensioenreglement 2002

REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

ANW- Hiaat Reglement 2015

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen)

REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8

Bijlage 1 bij de pensioenovereenkomst

Pensioenreglement 2008

Reglement ANW-hiaatverzekering. van. Pensioenfonds Deloitte

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS HAGEMEYER REGELING 2018

Pensioenreglement 67 jaar

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

HAGEMEYER REGELING 2014

Progress. Pensioenreglement 2002

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

Oudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35

Stichting Pensioenfonds Citco Nederland

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen 2. Artikel 2 Voorwaarden deelneming 3. Artikel 3 Aanvang ANW-hiaatpensioenreglement, einde dekking, nietige dekking 3

Stichting Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel

PENSIOENREGLEMENT III

PENSIOENREGLEMENT III

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2011

REXEL NEDERLAND REGELING 2014

PENSIOENREGLEMENT III

Inhoudsopgave. Rexel Nederland Regeling

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006

Reglement Prepensioenregeling. 01/01/2008 (laatstelijk gewijzigd per 25/02/2014; in werking getreden per 01/01/2012)

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

REGLEMENT ANW-PENSIOEN PENSIOENFONDS RECREATIE

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

STICHTING HEINEKEN PENSIOENFONDS REGLEMENT AANVULLEND PARTNERPENSIOEN

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 juli 2015 pagina 1 van 47

Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Blue Sky Group. (Versie 1.0 van 1 januari 2014)

Pensioenreglement III Abbott. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland. Vroegpensioenreglement

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Pensioenreglement 2015 Stichting Pensioenfonds Coram

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

Reglement Versleepregeling

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r.

STICHTING PENSIOENFONDS DUPONT NEDERLAND. Pensioenreglement voor de Eindloonregeling

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

van Stichting Pensioenfonds Fresenius Nederland

STICHTING PENSIOENFONDS FORBO PREPENSIOENREGLEMENT FORBO FLOORING B.V. laatste aanpassing januari 2013

Aanvullend reglement

PENSIOENREGLEMENT D. Pensioenreglement D van Stichting Pensioenfonds Protector per 1 jan 2017 pagina 1 van 47

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Pensioenreglement 2002

Uw pensioen bij Shell

REGLEMENT FLEXIBELE AANVULLINGSREGELING (FAR)

Stichting Pensioenfonds Citco Nederland. Pensioenreglement. Januari 2007

Transcriptie:

Pensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro

ii Inhoudsopgave Artikel 1: Begripsomschrijvingen... 1 Artikel 2: Karakter pensioenregeling 3 Artikel 3: Deelnemerschap en pensioenaanspraken... 3 Artikel 4: Aanpassing van pensioenaanspraken en pensioenrechten... 4 Artikel 5: Ingangsdatum pensioenen... 6 Artikel 6: Hoogte ouderdomspensioenuitkering... 7 Artikel 7: Keuzemogelijkheden op pensioendatum... 8 Artikel 8: Arbeidsongeschiktheidspensioen: WIA-excedentverzekering... 9 Artikel 9: Partnerpensioen... 10 Artikel 10: Wezenpensioen... 11 Artikel 11: Verevening en conversie van pensioen bij scheiding en geregistreerd partnerschap... 12 Artikel 12: Bijzonder partnerpensioen... 12 Artikel 13: Beëindiging van het deelnemerschap voor de pensioendatum... 13 Artikel 14: Voortzetting van de pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid... 14 Artikel 15: Voortzetting pensioenopbouw tijdens werkloosheid... 14 Artikel 16: Waardeoverdracht... 15 Artikel 17: Toeslag van de pensioenen... 15 Artikel 18: Uitbetaling van de pensioenen... 16 Artikel 19: Afkoop kleine pensioenen... 16

iii Artikel 20: Pensioenopbouw tijdens onbetaald verlof / levensloopverlof... 17 Artikel 21: Verplichtingen van de belanghebbenden... 17 Artikel 22: Verstrekken van informatie door het Fonds... 17 Artikel 23: Beslag, overdracht, inpandgeving... 18 Artikel 24: Overgangsbepalingen... 19 Artikel 25: Bijzondere gevallen... 21 Artikel 26: Werkingssfeer en inwerkingtreding... 21 Bijlage 1: Factoren Keuzemogelijkheden Bijlage 2. Afkoopfactoren

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 1 Artikel 1: Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. Het Fonds: De Stichting "Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro b. De vennootschap: Solar Nederland B.V. c. Het Bestuur: Het bestuur van het Fonds. d. De werkgever: Solar Nederland B.V. e. De deelnemer: De werknemer die op grond van de pensioenovereenkomst en/of het pensioenreglement pensioenaanspraken verwerft. f. De partner: De echtgenoot, de geregistreerde partner dan wel de partner waarmee de deelnemer reeds minimaal 6 maanden, en op grond van een notarieel verleden samenlevingscontract samenwoont, en van welke relatie hij het Bestuur schriftelijk op de hoogte heeft gesteld. g. De kinderen: De kinderen tot wie de deelnemer of gepensioneerde als ouder in familierechtelijke betrekking staat, alsmede zijn pleegkinderen, indien deze door hem als eigen kinderen worden opgevoed, alles voor zover deze kinderen de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Wordt voor of door deze kinderen ook na de 18e verjaardag kinderbijslag, een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet of een uitkering krachtens de Wet op de Studiefinanciering genoten, dan blijven zij als kinderen gelden tot de leeftijd van 27 jaar is bereikt dan wel tot het tijdstip waarop vóór de 27ste verjaardag de uitbetaling van de kinderbijslag c.q. de uitkering als vorenbedoeld wordt gestaakt. h. Gewezen deelnemer: De persoon door wie op grond van de pensioenovereenkomst en/of het pensioenreglement geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens het fonds.. i. Pensioengerechtigde: De persoon die krachtens de bepalingen van dit reglement een pensioen van het Fonds ontvangt. j. Pensioendatum: De eerste dag van de maand waarin de 65ste verjaardag valt, dan wel de feitelijke ingangsdatum van het pensioen. k. Partnerpensioen: Het pensioen ten behoeve van de nagelaten partner. l. W.A.O.: Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering. m. Herverzekeraar: De verzekeraar in het bezit van de vergunning als bedoeld in artikel 24 WTV 1993.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 2 n. W.I.A.: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. o. Arbeidsongeschikt(heid): Arbeidsongeschikt(heid) in de zin van de WIA p. Mate van arbeidsongeschiktheid: het arbeidsongeschiktheidspercentage zoals dat door het UWV wordt vastgesteld en blijkt uit een WIA-beschikking. Ingeval het UWV geen arbeidsongeschiktheidspercentage vaststelt wordt de volgende formule gehanteerd om de mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen: Maatmansalaris -/-salaris dat volgens het UWV nog verdiend kan worden Maatmansalaris Als maatmansalaris wordt aangemerkt het salaris dat als zodanig door het UWV wordt opgegeven. q. Werknemer: Degene die krachtens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht voor Solar Nederland B.V. en daarvoor een arbeidsovereenkomst had met Groothandel Vegro B.V. of Holding Vegro B.V. r. Pensioenaanspraak: de aanspraak op een nog niet ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening s. Pensioenrecht: het recht op een ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening t. Pensioenovereenkomst: de overeenkomst tussen de werkgever en een werknemer betreffende pensioen X100% u. Uitvoeringsovereenkomst:de overeenkomst tussen de werkgever en het Fonds betreffende de uitvoering van de pensioenovereenkomst

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 3 Artikel 2: Karakter pensioenregeling De pensioenovereenkomst die omschreven wordt in dit pensioenreglement is een uitkeringsovereenkomst, in de vorm van een middelloonregeling. Artikel 3: Deelnemerschap en pensioenaanspraken 1. Deelnemers zijn de werknemers in dienst van de werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek, die op grond van de pensioenovereenkomst en dit pensioenreglement pensioenaanspraken verwerven. 2. De deelneming eindigt: a. door het ingaan van ouderdomspensioen; b. bij beëindiging van het dienstverband met de werkgever; c. door overlijden vóór het ingaan van het ouderdomspensioen. d. door beëindiging van de pensioenovereenkomst 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt het deelnemerschap geacht geheel of gedeeltelijk voort te duren na beëindiging van het dienstverband zolang de persoon: a. recht heeft op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid; b. recht heeft op voortzetting van de pensioenopbouw tijdens werkloosheid; c. van het Bestuur toestemming heeft gekregen om de pensioen-opbouw op eigen kosten voort te zetten. Het Bestuur zal daarbij de fiscale regels in acht nemen en kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden; d. gebruik maakt van de bedrijfstak VUT-regeling. 4. Het deelnemerschap aan deze regeling verschaft aanspraken op pensioen, zoals vastgelegd in dit reglement. De totale premie bedraagt op jaarbasis 24,3% van de som van de pensioengrondslagen. 5. De deelnemers dragen bij in de kosten van de pensioenregeling. De bijdrage bestaat uit een bedrag ter grootte van 10% van de pensioengrondslag over een jaar. In geval de overgangsregeling van artikel 24 van toepassing is, betaalt de deelnemer ook over dit bedrag een bijdrage van 10%. De deelnemersbijdragen zijn in 12 gelijke delen verschuldigd en worden voldaan door middel van inhouding door de werkgever op het salaris of op de uitkering die het salaris vervangt. 6. De werkgever verstrekt jaarlijks een vaste bijdrage aan het Fonds waarvan de hoogte is afgeleid van de leden 4 en 5. De werkgever heeft derhalve geen verplichting om extra middelen ter beschikking te stellen indien de vaste premie als gevolg van de beleggingsperformance of andere oorzaken ontoereikend is om de aanspraken van de (gewezen) deelnemers en de rechten van pensioengerechtigden in stand te houden.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 4 7. De werkgever draagt de verschuldigde vaste premie af overeenkomstig hetgeen hierover tussen de vennootschap en het Fonds in de daartoe gesloten uitvoeringsovereenkomst is bepaald. De premie wordt door het Fonds aangewend voor de volgende bestedingsdoeleinden, in volgorde van prioriteit: vergoedingen aan de herverzekeraar ter veiligstelling van in het verleden opgebouwde aanspraken en rechten, rekening houdend met opslagen om de door DNB geëiste noodzakelijke reserves te vormen of in stand te houden; vergoeding voor de uitvoeringskosten van het Fonds, waaronder worden verstaan de kosten in verband met de administratie, het beheer en de belegging van het vermogen, adviseurs, bestuur en overige zaken die met de uitvoering van de pensioenregeling verband houden; betaling aan de herverzekeraar van de premies voor de WIAexcedentverzekeringen zoals omschreven in de artikel 8; betaling van de risicopremies ter dekking van partner- en wezenpensioen; jaarlijkse opbouw van ouderdoms-, partner- en wezenpensioen; toevoeging aan de middelen van het Fonds. Artikel 4: Aanpassing van pensioenaanspraken en pensioenrechten 1. Indien de premie in enig jaar niet voldoende is om de in artikel 3 lid 7 genoemde bestedingen volledig te realiseren, zal het Bestuur besluiten tot het geheel of gedeeltelijk afzien van één of meer bestedingsdoelen, waarbij de prioriteitsvolgorde van het genoemde lid wordt aangehouden. 2. Indien op enig moment de middelen van het Fonds ontoereikend zijn om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te indexeren, en/of de opgebouwde aanspraken en rechten in stand te houden, kunnen deze aanspraken en rechten in overeenstemming met artikel 134 van de pensioenwet worden aangepast op de wijze en in de volgorde zoals omschreven in het derde lid, dit uitsluitend ter beoordeling van het Bestuur. 3. De aanpassing van de pensioenaanspraken zal plaatsvinden op de wijze en volgorde zoals hierna aangegeven: a. De (voorwaardelijke) toeslag voor de opgebouwde pensioen-aanspraken van deelnemers, de ingegane pensioenen van pensioengerechtigden, de bijzonder partnerpensioenen, en de premievrije aanspraken van gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, kunnen geheel of ten dele niet worden toegekend; b. Vervolgens kunnen de reeds opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers, de ingegane pensioenen van pensioengerechtigden, de bijzondere partnerpensioenen, en de premievrije aanspraken voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden worden gekort.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 5 4. De aanpassing van reeds opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten zoals genoemd in lid 3b is slechts mogelijk onder voorwaarde dat de technische voorziening en het Minimaal Vereist Eigen Vermogen niet meer volledig door waarden gedekt zijn en a. Het fonds is niet in staat om binnen een redelijke termijn de technische voorziening en het Minimaal Vereist Eigen Vermogen door waarden te dekken zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, gepensioneerden, andere aanspraak-gerechtigden en de werkgever onevenredig worden geschaad b. Alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet om uiterlijk binnen een jaar te voldoen aan een vermogen dat tenminste gelijk is aan de technische voorziening en het Minimaal Vereist Eigen Vermogen. c. Het fonds de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioen-gerechtigden en werkgever schriftelijk heeft geïnformeerd over het besluit tot vermindering van de pensioenaanspraken en pensioenrechten. De vermindering kan op zijn vroegst gerealiseerd worden 1 maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, werkgever en De Nederlandsche Bank hierover geïnformeerd zijn.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 6 Artikel 5: Ingangsdatum pensioenen 1. Indien het in de leden 2 en 3 van dit artikel gestelde geen toepassing vindt gaat het ouderdomspensioen in op de eerste dag van de maand, waarin de 65ste verjaardag valt en eindigt op de laatste dag van de maand, waarin het overlijden plaatsvindt. 2. Het Bestuur kan op verzoek van de deelnemer na instemming van de werkgever op een tijdstip gelegen tussen de 55ste en 70ste verjaardag of op verzoek van de gewezen deelnemer op een tijdstip gelegen tussen de 55ste en 65ste verjaardag het recht op ouderdomspensioen geheel of ten dele doen ingaan. Artikel 7 lid 3 is van toepassing. 3. De deelnemer die het ouderdomspensioen later dan op de 65 jarige leeftijd wenst in te laten gaan dient dit verzoek ten minste één jaar vóór het bereiken van de 65 jarige leeftijd in. De deelnemer die het ouderdoms-pensioen eerder dan op 65 jarige leeftijd wenst in te laten gaan, dient dit verzoek ten minste een jaar vóór de gewenste ingangsdatum in. Voor de gewezen deelnemer geldt dat hij het tenminste drie maanden voor de gewenste ingangsdatum moet verzoeken. 4. Indien de pensioenopbouw wordt voortgezet na de 65-jarige leeftijd gaat het pensioen onmiddellijk in op het moment dat het pensioen met inbegrip van een bedrag van de voor dat jaar geldende uitkeringen voor een gehuwde persoon als bedoeld in artikel 9, lid 1 letter b juncto lid 5 letter b van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantie-uitkering, 100% van het laatst verdiende salaris bedraagt. 5. Indien het pensioen wordt vervroegd of uitgesteld na de 65-jarige leeftijd, wordt het pensioen op actuarieel neutrale wijze herrekend. De herrekening vindt plaats met inachtneming van door het bestuur in een bestuursbesluit vastgestelde sexeneutrale ruilvoeten. Dit bestuursbesluit wordt als bijlage bij dit reglement gevoegd. 6. Indien de (gewezen) deelnemer het pensioen later wenst in te laten gaan dan de 65-jarige leeftijd, dient sprake te zijn van een dienstverband. Het fonds toetst alsdan ten minste jaarlijks of een dienstverband aanwezig is bij de werkgever of een andere werkgever. Indien na de 65-jarige leeftijd geen dienstbetrekking aanwezig is, dient het pensioen onmiddellijk in te gaan.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 7 Artikel 6: Hoogte ouderdomspensioenuitkering 1. Het pensioen wordt opgebouwd over de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het salaris minus de franchise en wordt jaarlijks per 1 januari vastgesteld. Indien en zolang het salaris van de deelnemer hoger is dan 261 maal het op 1 januari van het betrokken jaar geldende maximum dagloon ingevolge de WIA, hierna de WIA-grens genoemd of stijgt boven de WIA-grens, wordt een verhoging van het pensioen in aanmerking genomen voor zover de verhoging van de pensioengrondslag niet meer bedraagt dan 30% van de pensioengrondslag in het voorgaande jaar. Indien het salaris stijgt boven de WIA-grens, zal echter bij vaststelling van de pensioengrondslag tenminste de salarisstijging tot de WIA-grens in aanmerking worden genomen. 2. Het salaris dat voor de pensioenopbouw in een jaar in aanmerking wordt genomen bestaat uit: a. 12 maal het vaste maandsalaris in dat jaar, b. de vakantietoeslag in dat jaar, en c. voorzover van toepassing: de bonus die genoten is in de maand december van het jaar ervoor, met een maximum van 15% van het vaste jaarsalaris in het jaar van pensioenopbouw, zijnde 12 maal het vaste maandsalaris van het jaar vermeerderd met vakantiegeld. Voor nieuwe deelnemers geldt dat in het eerste jaar van pensioenopbouw de bonus in aanmerking wordt genomen die in dit eerste jaar wordt genoten, met inachtneming van het onder c. genoemd maximum van 15%. 3. De franchise bedraagt per januari 2007 15.030,-. Het Bestuur van het Fonds besluit in welke mate dit bedrag wordt aangepast. Hierbij is het uitgangspunt de algemene loonstijgingen ingevolge de voor de werkgever geldende CAO. De franchise bedraagt in enig jaar nimmer minder dan 10/7 van de AOW-uitkering die geldt voor een gehuwde persoon, zonder toeslag, inclusief vakantieuitkering. Voor deelnemers die niet voltijds werken geldt een franchise naar evenredigheid van het aantal gewerkte uren. 4. Elk jaar dat de deelnemer aan het Fonds deelneemt, bouwt hij een jaarlijkse levenslange pensioenuitkering op, gebaseerd op pensioenleeftijd 65, ter grootte van 1,75% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag, tenzij het bepaalde in artikel 4 in combinatie met artikel 3 lid 7 met betrekking tot aanpassing van de opbouw van pensioenaanspraken toepassing vindt. Een eventuele toepassing van artikel 4 lid 1 heeft slechts betrekking op de pensioenopbouw in het jaar waarop de premie betrekking heeft. Aanpassing van reeds opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten op de wijze en volgorde zoals bepaald in de leden 2 en 3 van artikel 4, zal plaatsvinden indien er onvoldoende middelen in het Fonds aanwezig zijn om de pensioenaanspraken en pensioenrechten in stand te houden, dit uitsluitend ter beoordeling van het bestuur.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 8 5. Indien er sprake is van een vervroeging van de pensioendatum overeenkomstig artikel 5 lid 2 en de deelnemer in het genot is van: a. een loondoorbetaling bij ziekte krachtens artikel 629 van het Burgerlijk Wetboek (uitkering tijdens de eerste twee ziektejaren), of b. een uitkering krachtens de WAO, WIA of enige andere wettelijke arbeidsongeschiktheidsverzekering welke voortvloeit uit of aansluit op het dienstverband met de werkgever, dan wel c. een uitkering ingevolge een daarmee gelijk te stellen regeling, wordt deze op het ouderdomspensioen krachtens dit reglement in mindering gebracht. Wordt deze uitkering op het ouderdomspensioen krachtens dit reglement in mindering gebracht. 6. Het ouderdomspensioen van een (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde kan zonder toestemming van diens echtgenoot of geregistreerde partner niet bij overeenkomst tussen die (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde en het pensioenfonds of de werkgever worden verminderd. Dit is anders indien er sprake is van afkoop als voorzien in de Pensioenwet, of als de echtgenoten of geregistreerd partners het recht op verevening, als opgenomen in artikel 11 lid 1, hebben uitgesloten. Artikel 7: Keuzemogelijkheden op pensioendatum en bij beëindiging van het deelnemerschap 1. Op de pensioendatum en bij beëindiging van het deelnemerschap heeft de (gewezen) deelnemer, ongeacht burgerlijke staat, de mogelijkheid om de verhouding tussen het partnerpensioen en het ouderdomspensioen te wijzigen binnen de fiscaal toelaatbare grenzen. Bij aanpassing van de hoogte van het partnerpensioen in negatieve zin is de schriftelijke instemming van de partner vereist. 2. Op de pensioendatum heeft de (gewezen) deelnemer de mogelijkheid om de hoogte van het ouderdomspensioen over de periode van de pensioendatum tot de 70ste verjaardag te variëren binnen de fiscaal toelaatbare grenzen. De laagste ouderdomspensioenuitkering moet echter tenminste 75% van de verhoogde ouderdomspensioenuitkering bedragen. 3. De uitkomsten van de hiervoor genoemde keuzemogelijkheden worden bepaald op basis van collectieve (sexe-neutrale) actuariële factoren, die worden vastgelegd in een bestuursbesluit. Dit bestuursbesluit wordt als bijlage bij dit reglement gevoegd.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 9 Artikel 8: Arbeidsongeschiktheidspensioen: WIA-excedentverzekering 1. Een deelnemer die tijdens het dienstverband arbeidsongeschikt wordt en een uitkering ontvangt ingevolge de WIA, heeft recht op een WIA-excedent uitkering over zijn salaris. Onder salaris op grond van dit artikel wordt verstaan het vaste jaarsalaris, als genoemd in artikel 6 lid 2 onder a. en b. direct voorafgaand aan de eerste ziektedag met in achtneming van de bepaling inzake de maximale pensioengrondslagverhoging als bedoeld in artikel 6 lid 1. 2. Voor de deelnemers met een salaris tot maximaal de WIA-uitkeringsgrens (in 2007: 45.017) wordt de uitkering uit hoofde van de WIA verhoogd tot maximaal 80% van het salaris ingeval van volledige arbeidsongeschiktheid. a1. Voor arbeidsongeschikten met een uitkering op grond van de Inkomensverzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVAuitkering) bedraagt de WIA-excedent uitkering 80% van het salaris minus de IVA-uitkering a2. Voor arbeidsongeschikten met een uitkering op grond van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA-uitkering) bedraagt de WIA-excedent uitkering een percentage van 10% van het salaris Bij een mate van arbeidsongeschiktheid van: bedraagt de WIA-excedent uitkering: 80% of meer 100 % van het in lid 2a2 genoemde % 65% - 80% 72,5 % 55% - 65% 60% 45% - 55% 50% 35% - 45% 40% 0% - 35% 0% 3. Voor de deelnemers met een salaris hoger dan de WIA-uitkeringsgrens (in 2007: 45.017) bestaat de jaarlijkse WIA-excedent uitkering uit twee delen. Het eerste deel van de WIA-excedent uitkering is gelijk aan het bepaalde in lid 2, waarbij als salaris geldt het salarisdeel tot de WIA-uitkeringsgrens. De tweede WIA-excedent uitkering bedraagt een percentage (van maximaal 80%) van het salaris voor zover dat salarisdeel hoger is dan de WIA-uitkeringsgrens. Bij een WIA-vaststelling van: bedraagt de tweede WIA-excedent uitkering: 80% of meer 100% van 80% van het salaris boven de WIA-uitkeringsgrens 65% - 80% 72,5% 55% - 65% 60% 45% - 55% 50% 35% - 45% 40% 0% - 35% 0% 3. De uitkering resp. uitkeringen gaat resp. gaan in op het moment dat een gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid ingevolge de WIA is vastgesteld, maar in ieder geval niet eerder dan 2 jaar na de eerste ziektedag.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 10 4. Het recht op (een) WIA-excedent pensioen(en) vervalt resp. vervallen geheel resp. ten dele indien de deelnemer geheel respectievelijk ten dele ophoudt arbeidsongeschikt te zijn, danwel vervalt geheel uiterlijk op de pensioendatum - onafhankelijk van een eventuele keuze voor een vroegere pensioendatum - of bij overlijden vóór die datum. 5. Op het recht op (een) WIA-excedent pensioen(en) zijn de verzekeringsvoorwaarden, zoals overeengekomen tussen de werkgever en de herverzekeraar van toepassing. Deze voorwaarden liggen ter inzage bij de werkgever. 6. De totale verstrekkingen aan de (gewezen) deelnemer, onder welke naam dan ook uit hoofde van het dienstverband met de werkgever, kunnen nooit meer bedragen dan 100% van het salaris, als genoemd in artikel 6 lid 2, onder a. en b. Artikel 9: Partnerpensioen 1. Ten behoeve van elke deelnemer wordt, ongeacht burgerlijke staat, partnerpensioen opgebouwd. 2. Tenzij de (gewezen) deelnemer op grond van artikel 7 lid 1 zijn gehele partnerpensioen heeft omgezet in ouderdomspensioen, heeft de partner van de overleden (gewezen) deelnemer dan wel van de pensioengerechtigde, die, voordat de ouderdomspensioenuitkering is ingegaan voldeed aan de definitie van partner in de zin van dit reglement, recht op partnerpensioen. 3. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer dan wel de gepensioneerde overlijdt. Het partnerpensioen wordt uitgekeerd tot en met de maand van overlijden van de partner. 4. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen vóór de eventuele toepassing van artikel 7 lid 1 of 2. 5. Indien de deelnemer vóór het bereiken van de pensioendatum overlijdt, wordt bij de berekening van de hoogte van het partnerpensioen de fictie aangenomen alsof het deelnemerschap van de overledene ongewijzigd zou hebben voortgeduurd tot de dag waarop deze deelnemer de pensioendatum zou hebben bereikt. Het partnerpensioen bedraagt 1,225% per (fictief) dienstjaar over de pensioengrondslag, waarbij het salaris als omschreven onder artikel 6 lid 2 onderdelen a en b van toepassing is, onverminderd het bepaalde in artikel 4 met betrekking tot aanpassing van pensioenaanspraken. 6. Het volgens dit artikel berekende partnerpensioen wordt verminderd met de eventuele eerder toegekende aanspraak op bijzonder partnerpensioen aan een eerdere huwelijks- of geregistreerde partner, onverminderd het bepaalde in lid 5. 7. Er bestaat geen recht op partnerpensioen indien de ingang van bedoeld pensioen het gevolg is van enig misdrijf, gepleegd door de begunstigde of waaraan de begunstigde medeplichtig is geweest, een en ander voorzover het pensioen die begunstigde ten goede zou komen.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 11 8. Een aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de partner van een (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde kan zonder toestemming van die partner niet bij overeenkomst tussen die (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde en het pensioenfonds of de werkgever worden verminderd. Dit is anders indien er sprake is van afkoop als voorzien in de Pensioenwet. Artikel 10: Wezenpensioen 1. Recht op wezenpensioen hebben de nagelaten kinderen van de (gewezen) deelnemer dan wel de gepensioneerde, onverminderd het bepaalde in lid 6 van dit artikel. 2. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin het overlijden van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde valt en eindigt op de eerste dag van de maand waarin het betrokken kind niet meer aan de omschrijving voor kind in de zin van artikel 1 voldoet. Wordt het kind geboren na het overlijden van de (gewezen) deelnemer, dan gaat het wezenpensioen in op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de geboorte valt. 3. Het wezenpensioen bedraagt voor elk gerechtigd kind 14% van het ouderdomspensioen, onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel en vóór de eventuele toepassing van artikel 7 lid 1 en 2. 4. Indien de deelnemer vóór het bereiken van de pensioendatum overlijdt, wordt bij de berekening van de hoogte van het wezenpensioen de fictie aangenomen alsof het deelnemerschap van de overleden deelnemer ongewijzigd zou hebben voortgeduurd tot de dag waarop deze deelnemer de pensioendatum zou hebben bereikt. Het wezenpensioen bedraagt 0,245% per (fictief) dienstjaar over de pensioengrondslag waarbij het salaris als omschreven in artikel 6, lid 2, onderdelen a en b van toepassing is, onverminderd het bepaalde in artikel 4 met betrekking tot aanpassing van pensioenaanspraken. 5. Vanaf het moment dat er geen gerechtigde is op een (bijzonder) partnerpensioen in de zin van artikel 9 anders dan door het gebruik maken van het keuzerecht van artikel 7, heeft het kind recht op een uitkering die twee keer zo hoog is als het percentage genoemd in het voorgaande lid. Lid 6 van dit artikel geldt echter onverminderd. 6. Het totale bedrag aan (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen dat jaarlijks wordt uitgekeerd bedraagt op het moment van ontstaan van het recht maximaal 100% van het laatste salaris van de (gewezen) deelnemer, zoals gedefinieerd in artikel 6 lid 2 van de (gewezen) deelnemer. 7. Er bestaat geen recht op wezenpensioen indien de ingang van bedoeld pensioen het gevolg is van enig misdrijf, gepleegd door de begunstigde of waaraan de begunstigde medeplichtig is geweest, een en ander voor zover het pensioen die begunstigde ten goede zou komen.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 12 Artikel 11: Verevening en conversie van pensioen bij scheiding en geregistreerd partnerschap 1. In geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed dan wel beëindiging van het geregistreerd partnerschap op of na 1 mei 1995 heeft de ex-partner van de (gewezen) deelnemer danwel gepensioneerde op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling van de helft van het ouderdomspensioen dat de (gewezen) deelnemer danwel gepensioneerde tijdens het bestaan van het huwelijk respectievelijk het geregistreerd partnerschap heeft opgebouwd. Dit recht ontstaat alleen in het geval dat één van beide (ex-) partners binnen twee jaar na de wettelijke beëindigingsdatum van het huwelijk respectievelijk geregistreerde partnerschap hiervan op een bij wet voorgeschreven formulier mededeling heeft gedaan aan het Fonds. 2. Het bepaalde in lid 1 van dit artikel vindt geen toepassing, indien de (gewezen) deelnemer danwel gepensioneerde en de (ex-)partner de toepassing van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding respectievelijk beëindiging. 3. Op verzoek van de (gewezen) deelnemer en diens ex-partner kan het bestuur besluiten mee te werken aan conversie van het in lid 1 genoemde pensioen als bedoeld in artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Hierbij dient te zijn voldaan aan de door deze wet en eventueel door het bestuur gestelde eisen. 4. Het Bestuur is bevoegd om de kosten van de pensioenverevening bij de (ex-) partners in rekening te brengen dan wel te verrekenen met het pensioen. 5. Aan de ex-partners wordt schriftelijk mededeling gedaan van de verleende aanspraak of het verleende recht. De andere ex-partner ontvangt daarvan een afschrift. Artikel 12: Bijzonder partnerpensioen 1. De voormalige partner van de (gewezen) deelnemer danwel gepensioneerde verkrijgt in geval van echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerd partnerschap danwel de beëindiging van de partnerrelatie door melding daarvan aan het Bestuur, aanspraak op een bijzonder partnerpensioen, mits de in de voorgaande zin omschreven relatie met de partner reeds bestond bij beëindiging van het deelnemerschap cq pensionering. 2. Het bijzonder partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer danwel de gepensioneerde overlijdt. Het bijzonder partnerpensioen wordt uitgekeerd tot en met de maand van overlijden van de partner, als genoemd in lid 1. 3. Het bijzonder partnerpensioen is gelijk aan de premievrije aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van die partner die zou zijn verkregen indien het deelnemerschap op de datum van echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerd partnerschap dan

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 13 wel beëindiging van de partnerrelatie door melding daarvan aan het Bestuur anders dan door overlijden was geëindigd. 4. Er bestaat geen aanspraak op bijzonder partnerpensioen indien de (gewezen) deelnemer danwel gepensioneerde en de (voormalige) partner bij huwelijkse voorwaarden of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding respectievelijk beëindiging van de relatie anders overeenkomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het Fonds is gehecht, dat het bereid is een eventueel uit de afwijking voortvloeiend pensioenrisico te dekken. 5. Er bestaat geen aanspraak op bijzonder partnerpensioen indien de ingang van bedoeld pensioen een gevolg is van enig misdrijf, gepleegd door de begunstigde of waaraan de begunstigde medeplichtig is geweest, een en ander voor zover het pensioen die begunstigde ten goede zou komen. 6. Aan de betrokkenen wordt schriftelijk mededeling gedaan van de verleende aanspraak. Artikel 13: Beëindiging van het deelnemerschap voor de pensioendatum 1. Indien het deelnemerschap anders dan door overlijden, arbeids-ongeschiktheid of pensionering eindigt, heeft de gewezen deelnemer aanspraak op een premievrij ouderdomspensioen en ten behoeve van de partner en kinderen een aanspraak op een premievrij partnerpensioen en een premievrij wezenpensioen. De aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen vervalt. 2. Het premievrije ouderdomspensioen is gelijk aan het verschil tussen het ouderdomspensioen dat de gewezen deelnemer zou hebben gekregen als hij zou hebben deelgenomen tot de pensioendatum en het ouderdoms-pensioen dat hij zou hebben gekregen als hij zou hebben deelgenomen vanaf het tijdstip waarop zijn deelneming eindigde tot de pensioendatum, behoudens de mogelijkheid tot aanpassing van artikel 4. 3. Aan de gewezen deelnemer wordt schriftelijk mededeling gedaan van de verleende aanspraken.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 14 Artikel 14: Voortzetting van de pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid 1. Een deelnemer is geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt in de zin van dit artikel indien en op het moment dat geheel of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van 35% of meer ingevolge de WIA is vastgesteld. 2. Tijdens een tijdvak van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, maar in ieder geval niet eerder dan 2 jaar na de eerste ziektedag, wordt de opbouw van de pensioenen in de mate dat de betrokkene arbeidsongeschikt is, premievrij voortgezet tot aan de 65ste verjaardag, een en ander met inachtneming van de verzekeringsvoorwaarden van de herverzekeraar. Ingeval van een keuze tot vervroeging van de pensioenleeftijd komt een einde aan de premievrijstelling wanneer de daadwerkelijke pensioendatum wordt bereikt. 3. De pensioenen voor betrokkenen worden opgebouwd over de pensioengrondslag, zoals die gold voor betrokkene tijdens het jaar vóór intreden van de eerste ziektedag. De pensioengrondslag wordt elk jaar aangepast overeenkomstig artikel 17. 4. Geen recht op de in dit artikel omschreven voortzetting van deelnemerschap tijdens arbeidsongeschiktheid bestaat, indien deze arbeidsongeschiktheid ontstaan is door opzet of grove roekeloosheid van de deelnemer. Artikel 15: Voortzetting pensioenopbouw tijdens werkloosheid 1. Tijdens een tijdvak van werkloosheid dat direct aansluit op een tijdvak van deelnemerschap en waarin betrokkene recht heeft op een pensioenpremie uit de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering, wordt de opbouw van het ouderdomspensioen en partnerpensioen voor betrokkene gecontinueerd. 2. Bij de aanvang van het betrokken tijdvak van werkloosheid wordt de pensioengrondslag in aanmerking genomen die gold onmiddellijk voorafgaand aan dit tijdvak. 3. Indien de premie uit de Stichting Financiering Voortzetting Pensioen-verzekering slechts een gedeeltelijke voortzetting van de pensioenopbouw mogelijk maakt, zal de opbouw van de pensioenen gedurende het tijdvak van werkloosheid worden voortgezet voor zover de premie uit deze Stichting dat mogelijk maakt.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 15 Artikel 16: Waardeoverdracht 1. Bij opname in de pensioenregeling heeft de deelnemer het recht de waarde van pensioenen die opgebouwd zijn in één of meer vorige dienstverbanden over te laten dragen naar het pensioenfonds. Aan de hand van de beschikbare overdrachtswaarde bepaalt het pensioenfonds de extra aanspraken op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen. De extra aanspraken die in deze pensioenregeling zijn opgebouwd. Het recht op waardeoverdracht bestaat niet als de deelnemer de procedure later opstart dan zes maanden na opname in deze pensioenregeling op als de pensioenopbouw in het desbetreffende vorige dienstverband is beëindigd vóór 8 juli 1994. Waardeoverdracht is in deze gevallen alleen mogelijk wanneer de betrokken werkgevers en de betrokken pensioenuitvoerders bereid zijn aan de waardeoverdracht mee te werken. 2. Als de gewezen deelnemer gaat deelnemen in de pensioenregeling van een volgende werkgever, heeft hij/zij het recht de waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken over te laten dragen naar de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever. Door de overdracht vervallen de aanspraken die opgrond van dit reglement zijn verkregen. Als de deelnemer de procedure tot waardeoverdracht later opstart dan zes maanden na opname in de nieuwe pensioenregeling, bestaat geen recht op waardeoverdracht. Waardeoverdracht is in dat geval alleen mogelijk wanneer de betrokken werkgevers en de betrokken pensioenuitvoerders bereid zijn aan de waardeoverdracht mee te werken. Artikel 17: Toeslag van de pensioenen 1. Op de pensioenaanspraken van deelnemers wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de algemene loonstijgingen ingevolge de voor de werkgever geldende CAO. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten van gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en (ex-)partners wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de stijging van de consumentenprijsindex (CPI), reeks voor alle huishoudens, afgeleid over de voorafgaande aaneengesloten periode van 1 oktober tot 1 oktober, zoals vastgesteld door het CBS. Het bestuur van het Fonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Er is derhalve geen recht op toeslag en het is ook voor de lange termijn niet zeker of en in hoeverre toeslag zal plaatsvinden. 2. Indien de middelen van het Fonds het toelaten kan het Bestuur besluiten de aanpassing in enig jaar hoger te stellen dan de aanpassing zoals omschreven in lid 1.

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 16 Artikel 18: Uitbetaling van de pensioenen 1. De uitkering van pensioen ten laste van het Fonds heeft als regel plaats in maandelijkse termijnen en wel in de tweede helft van elke maand. Het bestuur is echter bevoegd in bepaalde gevallen een betaling in andere termijnen vast te stellen. 2. De pensioenen worden door of namens het Fonds aan de rechthebbende of diens wettelijke vertegenwoordiger op een door hem aan te wijzen bankrekening uitgekeerd onder inhouding van de verschuldigde belasting en eventuele andere wettelijke heffingen. Ingeval van aanwijzing door de rechthebbende of diens wettelijke vertegenwoordiger van een niet in Nederland gevestigde bankrekening, is het Fonds bevoegd de kosten van de uitkeringen bij de rechthebbende in rekening te brengen. Dit kan geschieden door het in mindering brengen van de kosten op de uit te keren pensioenen. 3. Ten onrechte ontvangen uitkeringen dienen te worden terugbetaald. Artikel 19: Afkoop kleine pensioenen 1. Indien de opgebouwde pensioenaanspraken op het tijdstip van beëindiging van de deelneming het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag niet te boven gaan, kan het Bestuur deze pensioenaanspraken twee jaar na beëindiging van de deelneming vervangen door een uitkering ineens, een en ander met in achtneming van artikel 66 van de Pensioenwet. Indien het partnerpensioen op de ingangsdatum het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag niet te boven gaat, kan het Bestuur dit partnerpensioen op de ingangsdatum vervangen door een uitkering ineens, een en ander met in achtneming van artikel 67 van de Pensioenwet. Indien het wezenpensioen op de ingangsdatum het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag niet te boven gaat, kan het Bestuur dit wezenpensioen op de ingangsdatum vervangen door een uitkering ineens. Indien het bijzonder partnerpensioen op het moment van scheiding het in artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag niet te boven gaat, kan het bestuur dit bijzonder partnerpensioen na de scheiding vervangen door een uitkering ineens, een en ander met in achtneming van artikel 68 van de Pensioenwet. 2. De uitkering ineens, bedoeld in dit artikel, wordt berekend naar door het Bestuur - gehoord de actuaris - vastgestelde grondslagen zoals opgenomen in bijlage 2..

Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 17 Artikel 20: Pensioenopbouw tijdens onbetaald verlof / levensloopverlof 1. Tijdens een periode van onbetaald verlof wordt geen pensioen opgebouwd. 2. De verzekering van het partnerpensioen als bedoeld in artikel 9 lid 5 van dit reglement wordt tijdens de periode van onbetaald verlof/ levensloopverlof voortgezet. 3. Indien de werknemers tijdens een periode van onbetaald verlof / levensloopverlof ziek wordt, wordt de verlofperiode niet afgebroken. Wanneer de werknemer na afloop van de verlofperiode nog ziek is, dan geldt de eerste werkdag na afloop van de verlofperiode als eerste ziektedag en vanaf die datum start wederom de pensioenopbouw ingevolge het pensioenreglement. Artikel 21: Verplichtingen van de belanghebbenden 1. Degene die op grond van de bepalingen van dit reglement aanspraak c.q. recht op uitkering van enig pensioen heeft, dan wel voor zo'n uitkering in aanmerking kan komen, is verplicht aan de goede uitvoering van de bepalingen van dit reglement mee te werken. Bovendien dienen alle gegevens en bewijsstukken te worden overlegd die het Bestuur in het belang van een juiste toepassing van de statuten en dit reglement noodzakelijk acht. 2. Indien de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde een inlichting heeft verstrekt of achterwege gelaten waardoor een aanspraak of recht op pensioen niet juist is vastgesteld, dan wel geen medewerking heeft verleend tot de verkrijging van een uitkering krachtens sociale verzekering, waarop betrokkene recht had kunnen doen gelden, stelt het Bestuur de aanspraak of het recht op pensioen resp. uitkering krachtens sociale verzekering nader vast op grond van de juiste dan wel - bij ontbreken daarvan -naar beste weten door het Bestuur te bepalen gegevens. Het inmiddels te veel of te weinig betaalde wordt met de betrokkene verrekend. Deze bepalingen gelden voor zover mogelijk ook ten aanzien van de (gewezen) partner en kinderen van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde. Artikel 22: Verstrekken van informatie door het Fonds 1. Het Fonds verstrekt binnen 3 maanden na de toetreding tot het Fonds een startbrief aan de deelnemer. Jaarlijks wordt aan de deelnemer een opgave verstrekt van de hoogte van de verworven en bereikbare pensioenaanspraken alsmede een opgave van de aan het desbetreffende of voorgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen. Tevens wordt informatie verstrekt over de toeslagverlening. 2. Het Fonds verstrekt bij beëindiging dienstverband en vervolgens tenminste eenmaal in de vijf jaar een opgave van de opgebouwde pensioenaanspraken en informatie over de toeslagverlening aan de gewezen deelnemer. Tevens informeert het Fonds de deelnemer binnen 3 maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over die wijziging. Op verzoek van de gewezen deelnemer wordt door het Pensioenfonds binnen drie maanden een opgave verstrekt van de hoogte van de opgebouwde