Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België



Vergelijkbare documenten
Oerwoud. Inleiding: Het Oerwoud Minka Dumont Vaardigheden: Onderzoeksvaardigheden.

Oerwoud. Inleiding: Het Oerwoud Minka Dumont Vaardigheden: Onderzoeksvaardigheden.

Stokstaartje. Inhoud. 1. Wat is een stokstaartje. 2. Mijn familie onder de grond

Panter. Ook wel luipaard genoemd

DE MELKSLANG. Na-aap slang

Ordening. Groep 4 en 5 van het basisonderwijs

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

De kolibrie. Lievelingsbloemen

Flora en fauna. Flora

Naam: REPTIELEN. Vraag 1. Noem vier kenmerken van een reptiel. Vraag 1b. Welke (soorten) reptielen ken je al? pagina 1 van 8

ONTDEKKINGSTOCHT. Veel plezier! Deze speurtocht is voor de hele familie! De sterretjes geven aan hoe moeilijk de vragen zijn. makkelijk moeilijk

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

dieren in de dierentuin

Thema 3 Dieren en planten

Werkstuk Biologie Slangen

ONTDEKKINGSTOCHT. Deze speurtocht is voor de hele familie! Er zijn kennisvragen en doe-opdrachten. kennisvragen. doe-opdrachten

dieren Werkstuk Arianne van der Graaf dieren

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin

Reptielen. Les 1 Kenmerken reptielen

SPEURTOCHT THEMA BUSH. voor groep 8 / brugklas VO

1. Mensapen (mensapengebouw, binnen en buiten) Welke ledematen zijn het langst bij de chimpansee?

SPEURTOCHT. Groep 5 en 6. Veel plezier!

KOMODOVARAAN. Door: Jade Boezer

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Auditieve oefeningen - dierentuin. Hakken en plakken

Werkstuk Aardrijkskunde Regenwoud

Veel bezoekers van de dierentuin blijven geboeid voor het verblijf van één van de

Kaartenset gewervelde dieren

Adam geeft de dieren namen

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

* makkelijk (voor kleine kinderen) ** normaal (voor kinderen) *** moeilijk (voor volwassenen)

De kleine beestjesclub

Adam geeft de dieren namen

Opdrachten Jaar van de Bever voor groep 3,4,5 van de basisschool

5.9. Keuzeopdracht door een scholier 1425 woorden 31 mei keer beoordeeld. Inhoud

SPEURTOCHT. Groep 7 en 8

DE GEWONE ZEEHOND. Huiler

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen.

GEWONE ZEEHOND. Huiler

Zintuigen. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

de aap hoe ziet het jong van het dier eruit en hoeveel jongen krijgt het dier? wat is er speciaal aan het dier?

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

WOLF. Huilend roofdier

Werkstuk Biologie Nijlpaarden

NATUUR EN TECHNIEK V OOR HET BASISONDERWIJS

SPEURTOCHT. Groep 7 en 8. Met deze speurtocht loop je door de hele dierentuin. Beantwoord de vragen, verzamel alle letters en raad het geheime woord!

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Dit werkboekje maakt onderdeel uit van en en

Een kreeft in de klas

Deze mooi gekleurde vogels hebben een grote snavel. Niemand weet precies waarom, maar hij lijkt handig om noten open te breken.

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i


Eekhoorn. Kids for Animals Eekhoorn spreekbeurt. Eekhoorn kennis. Woonplaats

Kortom, iedere gifkikker heeft zo zijn eigen middeltjes om te zorgen dat hij genoeg te eten krijgt, zonder zelf opgegeten te worden.

Slang. Door Pamela & Eliza

HET STOKSTAARTJE. Aardmannetje

Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi

DE WOLF. Huilend roofdier

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen.

Biblioteca Nacional Aruba BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA. Yuwana

6,1. Werkstuk door een scholier 2042 woorden 19 november keer beoordeeld. De Arend. Hoofdvraag: Wat is het jachtvermogen van de arend?

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

Popolino. Beste ouders! Een regelrechte giller! Turbulent dieren raad spel voor 2 en meer dierenexperts vanaf 3 jaar, met één spelvariant.

Werkstuk Biologie De Pandabeer

NAAR DE HAAIEN! SPEURBLAD VAN:... GROEP 7 & 8 DOE-HET-ZELF LES. Opdracht - voorbeeldvraag VOORBEELDVRAAG

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Adam geeft de dieren namen

!!! "# $ %!!!!! ( " %!!+!! " # +

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

Werkstuk door M woorden 15 juni keer beoordeeld. Wat zijn Pterosauriërs Inleiding:

Dieren in de winter 3

SPREEKBEURT GROENE BOOMKIKKER

Chinchilla. Kids for Animals chinchilla spreekbeurt. Chinchilla kennis. Wilde chinchilla s. Als huisdier

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Tijger. Een machtige streepjeskat

Noach. moest een ark gaan bouwen Ans Heij - de Boer /

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Lente. groep 3, 4 en 5

Slangen hebben allerlei vormen, maten en kleuren en komen over de hele wereld voor.

Lid van de maand 2 De eekhoorn 3 Wat vinden jullie? 4 Wat vind jij? 5 Doe het zelf 6. Kleurplaat. Leer tekenen 8 Spelletjes 9 Dierenproeven?

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

HOOFDSTUK 1 HET ONTSTAAN VAN HET LEVEN OP AARDE BLZ 3. HOOFDSTUK 3 DE VELOCIRAPTOR BLZ 5. HOOFDSTUK 4 DE SPINOSAURUS BLZ 6.

Voeding. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Mondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

LEVEN IN HET DONKER LES 1. Dagdieren en nachtdieren

Oele de uil vertelt over hoe de verschillende dieren de winter doorkomen

1 De tropische regenwouden liggen.. de evenaar. 2 Nederland ligt.de evenaar. 3 Het Amazone gebied ligt. de evenaar.

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

Transcriptie:

Kijk je mee? Oerwoud 2006, Parasol N.V. België

Pag. 2 Inhoudsopgave In het oerwoud 3 De luiaard 4 De toekan 5 De jaguar 6 De leguaan 7 De tapir 8 De papegaai 9 De aap 10 De adder 11 Lianen 12 Woordenlijst 13

Pag. 3 In het oerwoud In het oerwoud is altijd wat te zien, van apen die aan lianen slingeren tot roofdieren die zich in het kreupelhout verstoppen. Wat kun je in het oerwoud zien? jaguar luiaard toekan tapir papegaai leguaan lianen adder aap

Pag. 4 De luiaard De luiaard is, net zoals zijn naam al zegt, heel lui. Hij beweegt heel, heel langzaam, in 1 minuut komt hij maar 2 meter vooruit! Hij slaapt wel 20 uur per dag. De luiaard zit zo lang stil dat er algen in zijn pels groeien. De luiaard heeft aan elke poot 3 grote klauwen. Daarmee houdt hij zich aan de takken vast.

Pag. 5 De toekan De toekan herken je heel gemakkelijk aan zijn reusachtige bek. Hij zit vaak in hoge bomen. Het gele, zwarte en rode verenkleed van de toekan helpt hem bij het herkennen van soortgenoten. De bek kan wel 20 centimeter lang zijn. De toekan haalt met zijn bek voedsel uit een boom. Toekans vliegen meestal niet ver. Ze vliegen omhoog en duiken weer naar beneden, alsof ze in een achtbaan zitten.

Pag. 6 De jaguar De jaguar behoort tot de familie van de katachtigen. De meeste hebben een gele vacht met zwarte ringen erop, maar er bestaan ook witte en zwarte jaguars. Het patroon op de vacht is bij elke jaguar anders. Jaguars leven in het wild in Zuid en Midden Amerika en in het zuiden van de Verenigde Staten. Jaguars kunnen heel goed zwemmen en lusten af en toe een vis.

Pag. 7 De leguaan Er bestaan ongeveer 650 soorten leguanen. Sommige zijn heel klein, andere kunnen wel meer dan 2 meter lang worden. Jonge leguanen zijn lichtgroen. Ze vallen daarom bijna niet op in het oerwoud. Een leguaan houdt van zonnebaden, zodat zijn lichaam warm wordt. Leguanen kunnen heel goed klimmen, omdat ze scherpe klauwen aan hun poten hebben.

Pag. 8 De tapir De tapir is een heel vreemd dier met een grote kop. Zijn neus lijkt een beetje op een korte slurf. Tapirs zien slecht. Ze zoeken hun voedsel dan ook vooral door te ruiken. Tapirs zijn goede zwemmers. Als ze bang zijn, verstoppen ze zich in het water. Tapirs verstoppen zich overdag voor roofdieren. s Nachts gaan ze op zoek naar voedsel. De tapir heeft aan zijn achterpoten drie tenen en aan zijn voorpoten vier.

Pag. 9 De papegaai Papegaaien zijn lawaaierige vogels met een felgekleurd verenkleed en een sterke bek. Ze leven hoog in de bomen. Papegaaien maken hun veren schoon door ze een voor een door hun bek te halen. Papegaaien halen met de scherpe haak vooraan op hun bek de zachte delen uit vruchten. Met de onderkant van hun bek openen ze noten en zaden. De papegaai heeft sterke vleugels. Hij kan heel snel korte afstanden afleggen.

Pag. 10 De aap Er leven in het oerwoud heel veel verschillende apen. Op deze bladzijde zie je leeuwaapjes die goudgele manen en een lange staart hebben. Leeuwaapjes leven in families. Zowel vader als moeder zorgen voor de jongen. Apen slingeren graag van tak naar tak, hoog in de bomen. Met hun lange dunne vingers kunnen ze goed aan takken blijven hangen. Apen eten zoete vruchten, insecten en kleine hagedissen. Apen kunnen hun lange staarten als een soort extra hand gebruiken.

Pag. 11 De adder Adders zijn gifslangen. Hun giftanden zitten in de mond geklapt en komen pas tevoorschijn als ze willen bijten. Deze groefkopadder herken je aan de kleine schubben boven zijn ogen. Met de groef tussen zijn ogen kan deze adder verschillen in warmte opmerken. Zo spoort hij zijn prooien op. Adders eten kleine zoogdieren, hagedissen, kikkers en vogels. Ze jagen s nachts.

Pag. 12 Lianen In het oerwoud zie je overal lianen hangen, zowel hele dunne als hele dikke. Lianen groeien als slierten om een boom heen en geven die boom steun. Maar als de lianen te dik worden verstikken ze de boom, zodat die sterft. Lianen groeien heel snel. Bijna de helft van de bladeren die in het oerwoud hangen, zijn van lianen.

Pag. 13 Woordenlijst Algen: hele kleine plantjes. Gifslangen: slangen die tijdens het bijten een stof vrijgeven die hun prooi kan verlammen of doden. Giftanden: holle tanden waardoor gif kan worden vrijgegeven. Klauwen: scherpe nagels van bepaalde dieren, zoals luiaards en leguanen. Kreupelhout: lage stammen en takken die net boven de grond door elkaar groeien. Manen: lang haar in de nek van bepaalde dieren. Pels: de dichtbehaarde huid van bepaalde dieren, zoals luiaards. Prooien: dieren die worden gedood en opgegeten door andere dieren. Roofdieren: dieren die andere dieren opeten. Soortgenoten: dieren die tot dezelfde soort behoren. Vacht: het haarkleed van bepaalde dieren, zoals bijvoorbeeld de jaguar. Verenkleed: de veren van een vogel. Zoogdieren: dieren die hun jongen levend ter wereld brengen en zogen (melk geven).