De relatie tussen interlandelijke adoptie en kinderhandel:



Vergelijkbare documenten
Interlandelijke adoptie

Interlandelijke adoptie

Aanmelding adoptie intrafamiliaal Pagina 1 van 10

Adoptie Stap voor stap

Portugal (update 02/2015)

INFORMATIEBROCHURE BINNENLANDSE

Adoptie Stap voor stap

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v DEEL I. GRONDVOORWAARDEN VOOR ADOPTIE CHRISTOPH CASTELEIN...1 HOOFDSTUK 1. AFBAKENING...3 HOOFDSTUK 2. ALGEMEEN...

DR Congo (update 12/2012)

VLAAMS PARLEMENT DECREET. inzake interlandelijke adoptie HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Corruptie in Kameroen is wijdverspreid. De Belgische ambassade meldt dat niet-reglementaire adopties niet uitgesloten kunnen worden.

Beste, De hervorming van de adoptie is op 1 september 2005 in werking getreden. Deze hervorming was nodig om België de mogelijkheid te bieden het

wegwijs in adoptie procedures in Vlaanderen

Haïti (update 05/2013)

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen

Elke adoptiedienst heeft een werking uitgebouwd in verschillende herkomstlanden: Overzicht in landenschema per dienst:

1. Het adres van inschrijving in de bevolkingsregisters van een niet-ontvoogde minderjarige:

MEMORIE VAN TOELICHTING

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Hof van Cassatie van België

10 MEI Wet betreffende de transseksualiteit

Omzendbrief van 24 augustus 2005 betreffende de tenuitvoerlegging van de hervorming van de adoptie

Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen.

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

Honduras is het tweede armste land van Centraal-Amerika met bijna 8 miljoen inwoners waarvan meer dan 3 miljoen kinderen (onder 18 jaar).

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

Eerste Kamer der Staten Generaal

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Datum 29 juni 2009 Onderwerp Beantwoording vragen van het lid Langkamp (SP) over adopties uit Nigeria en Malawi

ZUID_AFRIKA THAILAND. Gewone verdragsland. Volle verdragsland. Min. 1 jaar Enkel hetero. Geen voorwaarde (zowel hetero als holibi)

DE JUSTITIEHUIZEN. Het maatschappelijk onderzoek bij een adoptieprocedure

De informatiesessie Raadgevend Comité van het Vlaams Centrum voor Adoptie 7 oktober 2013

VOORSTEL VAN DECREET HOUDENDE DE REGELING VAN DE BINNENLANDSE ADOPTIE VAN KINDEREN

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980)

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie

Subsidiëring van de bezoekruimtes. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

Rolnummer Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T

Info avond Ray of Hope: Stand van zaken.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr.

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Adoptie van een kind in Nederland

nr. 124 van LORIN PARYS datum: 13 november 2015 aan JO VANDEURZEN Interlandelijke adoptie - Oeganda

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

a) Door welke adoptiedienst werd dit kanaalonderzoek ingediend bij het VCA? b) Wat is de begin- en einddatum van het onderzoek door het VCA?

Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie

Adoptie van kinderen door paren van gelijk geslacht

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/ FA RK ; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt

Basisopleiding gezinshereniging

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Rolnummer Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

CIRCULAIRE NOTA SPECIAAL STATUUT VAN DE GEZINSLEDEN VAN HET PERSONEEL VAN INTERNATIONATIONALE INSTELLINGEN. (10 januari 2013)

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

VOLGT HET VONNIS: -het inleidend verzoekschrift opgesteld in toepassing van artikel Ger.W. en ter griffie neergelegd op

Rolnummer Arrest nr. 117/2001 van 3 oktober 2001 A R R E S T

Aanvraag adoptie-uitkering*

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

DE INHOUD, VOORWAARDEN EN DE PROCEDURE OM DE MEDISCHE KOSTEN VIA DE ZIEKTEVERZEKERING TE LATEN BETALEN

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken

Rolnummer Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Activiteitenverslag Adoptie

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Familierechtbank Brussel (Ned.), vonnis van 26 oktober 2015

HOOFDSTUK 22 HERNIEUWING, NIETIGHEID-TERUGGAVE

NIETIGHEID TERUGGAVE DUPLICAAT OMWISSELING VAN EEN OUD

DEEL I. HET VERBLIJFSCO-OUDERSCHAP ALS PRIORITAIR TE ONDERZOEKEN VERBLIJFSREGELING ILSE MARTENS... 1

Internationale illegale adoptie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

Aanvraag Belgische nationaliteit

Bij het toepassen van het nieuwe naamrecht komen steeds dezelfde vragen terug:

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

Rolnummer Arrest nr. 94/2012 van 12 juli 2012 A R R E S T

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Gew. bij S.B no. 104.

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

13581/17 WST/sht/bb DGD 2

Wettelijk kader interlandelijke adoptie

Transcriptie:

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011 2012 De relatie tussen interlandelijke adoptie en kinderhandel: De fijne scheidingslijn Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Astrid Standaert Stamnummer: 00701844 Promotor: Professor Dr. Vermeulen, Gert Commissaris: Professor Dr. Vander Beken, Tom

II

WOORD VOORAF Deze masterproef is geschreven als sluitstuk van de masteropleiding Rechten aan de Universiteit Gent in het academiejaar 2011-2012. Gezien het tijdrovende karakter van een masterproef, was ik erop gebrand zelf een onderwerp te bedenken. Zoals mijn familie en vrienden wel weten, ben ik veel bezig met kinderen. De keuze van het onderwerp is mede bepaald door mijn affiniteit en activiteiten met kinderen. Er kwam niet onmiddellijk iets in mij op en ik raakte de wanhoop nabij, toen interlandelijke adoptie mij te binnen schoot. De opleiding besteedt hier weinig tijd aan wegens complex en vooral divers. Na wat preliminair onderzoek ontstond langzaam de vraag of een interlandelijke adoptie waar ergens iets aan schort gelijk te stellen is met kinderhandel. Waarom verschilde de kostprijs van een adoptie in verschillende landen? Met een onderwerp in gedachte begon ik aan mijn zoektocht naar een promotor. Alzo kom ik tot de personen die ik wens te bedanken. Als eerste wil ik mijn promotor Gert Vermeulen bedanken. Zonder hem had ik deze masterproef nooit kunnen schrijven en ik wil hem ten zeerste bedanken voor het aanvaarden van mijn zelf voorgedragen onderwerp. Hij was degene die mij steunde van in het begin en met enthousiasme mij onmiddellijk één van zijn boeken in PDF door mailde zodat ik alvast van start kon. Ook mijn papa verdient een bedanking voor de levensreddende oplossingen in het kader van mijn masterproef. Toen mijn laptop het begin april begaf werd in de afwachting van een nieuwe laptop een extern scherm stante pede naar Gent gebracht en werd een nieuwe laptop met spoed besteld. Mijn ouders in het algemeen verdienen een woordje van dank beginnende met de financiële steun. Zonder hen had ik nooit kunnen beginnen aan eender welke universitaire opleiding en zou ik bijgevolg ook geen masterproef hebben kunnen schrijven. Ook voor het naleeswerk ben ik hun dankbaar. Als laatste wil ik iedereen en in het bijzonder Thalassa Vandriessche, Dorien Gorteman, Caroline Lemmens en Tom De Smedt bedanken voor de vele uren aan geklaag, gezaag en de occasionele paniek die zij verduurd hebben over deze laatste maanden en voor het brainstormen over synoniemen of correcte vertalingen. III

INHOUD WOORD VOORAF... III INHOUD... IV GEBRUIKTE AFKORTINGEN... VII LIJST GEBRUIKTE TABELLEN... VIII INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1: SITUERING... 2 A. ADOPTIE IN BELGIË... 2 1. Een snelle schets... 2 2. Soorten en onderscheid... 2 I. Gewone en volle adoptie... 2 II. Interne, interlandelijke en internationale adoptie.... 3 a) Interne adoptie... 3 b) Interlandelijke adoptie... 3 c) Internationale adoptie... 4 3. Toepasselijk IPR... 4 I. Bevoegde rechter... 4 II. Toepasselijk recht... 4 d) Grondvoorwaarden... 4 e) Toestemmingen... 5 f) Wijze van de totstandkoming... 6 4. Grondvoorwaarden voor alle adopties in België... 6 I. Wettige redenen... 6 II. Het hoger belang van het kind... 7 III. Bekwaamheid en geschiktheid voor adoptie... 7 IV. Wettige belangen... 7 5. Belgische interlandelijke adoptieprocedure... 8 I. Preliminair: Leeftijdsvereisten en burgerlijke staat... 8 II. Fase 0: De voorbereiding tot adoptie... 8 III. Fase 1: De geschiktheidsprocedure (maatschappelijk onderzoek)... 9 IV. Fase 2: Adoptiebemiddeling- adopteerbaarheid van het kind... 12 a) Via een erkende adoptiedienst... 13 b) Zelfstandige adoptie... 14 V. Tussenfase: De overbrenging van het kind naar België... 15 VI. Fase 3: De eigenlijke adoptieprocedure na overbrenging in België... 16 VII. Uitwerking van buitenlandse beslissingen inzake adoptie in België... 16 a) Adopties beheerst door het Haags Adoptieverdrag... 16 b) Adopties die niet beheerst zijn door het Haags Adoptieverdrag... 17 VIII. Nazorg... 18 6. Recente ontwikkelingen... 18 I. Regularisatie... 18 II. Nieuw decreet van 20 januari 2012... 20 B. KORT BESLUIT... 22 C. ILLEGALE ADOPTIE: MAAKT DAT KINDERHANDEL UIT?... 22 1. Mensenhandel en kinderhandel: begripsbepaling... 22 I. Nationaal... 22 II. Internationaal... 24 2. Kinderhandel en interlandelijke adoptie... 29 I. Adopteerbare kinderen... 29 II. Adoptiekosten... 31 III. Corruptie en omkoping van autoriteiten... 33 IV. Kopen en ontvoeren van kinderen (illegaal verkrijgen van kinderen)... 34 IV

V. Onrechtmatige verkrijging van toestemming door oorspronkelijke ouders... 35 VI. Onderschuiving, valse erkenning en draagmoederschap... 36 HOOFDSTUK 2: INTERNATIONALE REGELGEVING... 38 A. EU... 38 1. Advies over adoptie van het Economisch en Sociaal comité van de Europese Gemeenschap (1 juli 1992)... 38 2. Resolutie van het Europees parlement over de verbetering van het recht en de samenwerking tussen lidstaten op het gebied van de adoptie van minderjarigen... 39 3. Europees Handvest van de Grondrechten... 39 B. RAAD VAN EUROPA... 39 1. EVRM... 39 2. Europese overeenkomst inzake adoptie van kinderen (24 april 1967; ETS No. 58) en de he ervan (27 november 2008; ETS Nr. 202)... 40 3. Aanbeveling 1065 (1987) van parlementaire vergadering van de raad van Europa over de kinderhandel en andere vormen van kinderuitbuiting... 41 4. Aanbeveling 1371 (1998) van de parlementaire vergadering van de raad van Europa over het misbruik en de verwaarlozing van kinderen... 42 5. Aanbeveling 1443 (2000) van de parlementaire vergadering van de raad van Europa: internationale adoptie: het respecteren van de rechten van kinderen... 42 6. Ontwerp van het verdrag inzake adoptie van kinderen... 43 C. VERENIGDE NATIES... 45 1. VN verklaring van 3 december 1986 over de sociale en wettelijke beginselen met betrekking tot de bescherming en het welzijn van kinderen, met speciale verwijzing naar de plaatsing in een pleeggezin en de nationale en internationale adoptie... 45 2. Internationaal Verdrag van 20 november 1989 betreffende de rechten van het kind (IVRK)... 46 3. Facultatief protocol van 25 mei 2000 inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het IVRK... 47 D. CONFERENTIE VAN DEN HAAG VOOR IPR... 48 1. Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de internationale samenwerking en de bescherming van kinderen op het gebied van de interlandelijke adoptie... 48 E. BESLUIT... 59 HOOFDSTUK 3: PROBLEMATISCHE ZENDSTATEN... 60 A. ROEMENIË... 61 B. ETHIOPIË... 64 C. CAMBODJA... 67 D. REACTIE OP CRISISSITUATIES - HAÏTI... 69 E. BESLUIT... 72 HOOFDSTUK 4: ONTVANGSTSTATEN... 74 A. BELGIË... 76 1. Beleid interlandelijke adoptie... 76 2. De schandvlekken... 81 I. Baby Donna... 81 II. Baby J.... 81 III. Ray of hope... 82 VII. Besluit... 83 B. NEDERLAND... 83 C. VERGELIJKENDE STUDIE... 84 D. VERENIGDE STATEN... 86 E. BESLUIT... 89 V

HOOFDSTUK 5: GEVOLGEN VAN EEN ILLEGALE ADOPTIE... 91 A. BELGIË... 91 1. Adoptiekind zelf... 92 2. Adoptieouders... 94 3. Oorspronkelijke ouders... 95 4. Tussenpersonen... 97 B. RECHTSVERGELIJKING... 98 1. Nederland... 98 2. VS... 99 HOOFDSTUK 6: PREVENTIE, OPLOSSINGEN EN ALTERNATIEVEN... 101 A. NATIONAAL... 101 1. Leen- en draagmoederschap regulariseren (in België)... 101 B. INTERNATIONAAL... 102 1. Hervorming Haags Adoptieverdrag... 102 2. Centraal toezicht... 104 3. Aannemen van internationale standaarden... 106 4. Europees kwaliteitslabel (G. VERMEULEN)... 107 HOOFDSTUK 7: ALGEMEEN BESLUIT... 111 BIBLIOGRAFIE... 114 A. WETGEVING... 114 1. Internationaal... 114 2. Europese Unie... 116 3. Nationaal... 117 B. RECHTSPRAAK... 121 1. Internationaal... 121 2. Nationaal... 121 C. RECHTSLEER... 121 1. Boeken... 121 2. Tijdschriften en artikels... 123 D. WEBSITES... 127 E. MEDIA... 127 F. ANDERE... 127 VI

GEBRUIKTE AFKORTINGEN Afrikaans Handvest: Afrikaans Handvestinzake de rechten en het welzijn van het kind DMO: Dienst voor maatschappelijk onderzoek EHRM: Europees Hof voor de Rechten van de Mens EVRM: Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Facultatief Protocol: Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind, inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie, aangenomen te New York op 25 mei 2000, zoals het op 14 november 2000 door de Secretaris-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties is verbeterd Haags Adoptieverdrag: Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie IAA: Inter-country Adoption Act van 2000 IVRK: Verdrag van New York van 20 november 1989 inzake de Rechten van het Kind Kinderontvoeringsverdrag: Verdrag betreffende burgerrechtelijke aspecten van internationale kinderontvoering van 25 oktober 1980 OM: Openbaar ministerie Palermo Protocol: Aanvullend protocol inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van de mensenhandel, in het bijzonder de handel in vrouwen en kinderen, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad, gedaan te New York op 15 november 2000, BS 13 oktober 2004 UNICEF: United Nations Children s Fund VII

LIJST GEBRUIKTE TABELLEN Tabel 1: overzicht verloop, misbruiken en Haags Adoptieverdrag... 55 Tabel 2: Leden van de Haagse conferentie inzake internationaal privaat recht... 56 Tabel 3: Niet-leden van de Haagse conferentie inzake internationaal privaat recht... 57 Tabel 4: Overzicht interlandelijke adopties vanuit Haïti... 70 Tabel 5: Overzicht zendstaten van 01/01/2009-31/12/2009... 73 Tabel 6: Overzicht België... 76 Tabel 7: Overzicht Adoptiediensten... 79 VIII

INLEIDING 1. Geroofde Colombiaanse straatkinderen mogelijk ook in België, De Standaard van 20 april 2012 het meeste recente schandaal over interlandelijke adoptie. Het onderwerp van deze masterproef is pijnlijk actueel. En toch, adoptie is een verschijnsel dat al bestond ten tijde van de Romeinen en verspreidt is over grote delen van de wereld. Niet alle samenlevingen kennen de instelling van adoptie, maar in de samenlevingen waarin dit wel het geval is, wordt adoptie veelal in de eerste plaats gezien als een kinderbeschermingsmaatregel. Het is een alternatieve oplossing om een kind dat door omstandigheden niet door zijn of haar biologische ouders kan worden opgevoed, toch een gezin te bieden. In toenemende mate neemt adoptie ook de plaats in als alternatief voor ongewenste kinderloosheid bij volwassenen in het Westen. Adoptie kreeg een internationaal karakter in de twintigste eeuw. Na de tweede Wereldoorlog, de Koreaanse oorlog, de oorlog in Vietnam, bleven deze landen achter met vele weeskinderen of kinderen die verlaten waren door hun ouders. Als alternatief aan geïnstitutionaliseerde plaatsing in weeshuizen werden deze kinderen aangeboden voor interlandelijke adoptie.daarnaast doken ook steeds meer en vaker kinderen uit ontwikkelingslanden in het adoptiecircuit op (Hoofdstuk 3 en 4). De verhoogde populariteit van interlandelijke adoptie sinds WO II is niets nieuws. Daarnaast wordt de populariteit alleen aangemoedigd door adoptie door celebrities zoals Angelina Jolie en Madonna. Wanneer men het over interlandelijke adoptie heeft, ziet men daar zeker de positieve kanten van. Er zijn echter ook negatieve kanten. Kinderen zijn kwetsbaar en een makkelijk slachtoffer. Misbruiken komen dan ook voor: ontvoering van kinderen, onrechtmatig verkregen toestemmingen tot adoptie, afkopen van kinderen om ze ter adoptie op te kunnen geven en aan de groeiende vraag vanuit het Westen te kunnen blijven voldoen. Ook dit is geen nieuwe ontwikkeling, in tegendeel (Hoofdstuk 1). Om illegale of louter ongewenste praktijken te vermijden zijn doorheen de tijd verscheidene internationale instrumenten tot stand gekomen (Hoofdstuk 2).Internationaal en nationaal poogt men hier tegen te handelen door het inbouwen van waarborgend met betrekking tot het belang van het kind. De vraag is nu, hoe effectief zijn die waarborgen? Wat als de verscheidene waarborgen gefaald hebben, wat doen we dan? (Hoofdstuk 5) Hoe kunnen we deze materie beter aanpakken? (Hoofdstuk 6) 1

HOOFDSTUK 1: SITUERING A. Adoptie in België 1. Een snelle schets 2. Wat is adoptie? Van Dale verwoordt adoptie als volgt: het als wettig kind aannemen. Juridisch kan adoptie gedefinieerd worden als een instelling waarbij tussen twee individuen, ten gevolge een gerechtelijke beslissing, een band geschapen wordt die rechtsgevolgen teweegbrengt welke gelijk zijn aan of sterk gelijken op die van de afstamming. 1 2. Soorten en onderscheid Er zijn in België twee soorten van adoptie: de gewone en de volle adoptie. Daarnaast kan ook een ander onderscheid gemaakt worden waarbij de criteria de nationaliteit van het adoptiekind en de adoptanten en het land van herkomst zijn. We verkrijgen op die manier een opdeling in de interne adoptie, de interlandelijke adoptie en de internationale adoptie. I. Gewone en volle adoptie 3. Bij de gewone adoptie 2 verkrijgt de geadopteerde, die zowel een minderjarige als een meerderjarige kan zijn, het statuut van kind van de adoptant of adoptanten. De enige afstammingsband die ontstaat, is deze tussen de adoptant(en) en de geadopteerde, evenals de kinderen van de geadopteerde. De geadopteerde treedt dus niet volledig in de familie van de adoptant(en). Er worden geen verwantschapsbanden tot stand gebracht tussen de geadopteerde en de verwanten van de adoptant(en). De banden met de oorspronkelijke familie worden niet doorbroken. De geadopteerde behoudt zijn positie in de oorspronkelijke familie, incluis rechten en plichten die voorvloeien uit zijn afstammings- en verwantschapsbanden. De adoptie heeft wel tot gevolg dat enkele gevolgen van de oorspronkelijke afstamming ongedaan worden gemaakt, worden opgeschort of worden afgezwakt. 3 4. Bij de volle adoptie 4 verkrijgt de geadopteerde, die enkel een minderjarige kan zijn, het statuut van kind van de adoptant(en). De geadopteerde houdt volledig op tot de oorspronkelijke familie te behoren en wordt een volwaardig lid van de adoptieve familie. De geadopteerde wordt beschouwd als een kind geboren uit de adoptant(en). Deze afstammingsband is niet alleen beperkt tot de adoptant(en), maar strekt zich ook uit tot de verwanten van de adoptant(en). 1 J. GERLO, G. VERSCHELDEN, Handboek voor familierecht, Brugge, Die Keure, 2008, 159. 2 Artikel 353-1 tot artikel 354-3 BW. 3 Voorbeeld: het ouderlijk gezag t.a.v. de oorspronkelijke ouders gaat verloren ten voordele van de adoptant(en) tenzij het een stiefouder- of partneradoptie betreft. (art 353-8 BW) 4 Artikelen 355 tot 356-4 BW. 2

Op het principe dat het kind ophoudt deel uit te maken van de oorspronkelijke familie bestaat een belangrijke afwijking, namelijk wanneer het een stiefouder- of partneradoptie betreft. Het gaat hier om een adoptie door de echtgenoot, de wettelijk samenwonende of de feitelijk samenwonende partner van een (oorspronkelijke) ouder. Het is evident dat het kind dan niet ophoudt deel uit te maken van de oorspronkelijke familie. Het principe van de verbreking van de afstammingsband is niet absoluut, er bestaan twee uitzonderingen. De eerste vinden we terug in art 356-1 tweede lid BW dat bepaalt dat de huwelijksbeletselen tussen aan de ene zijde het adoptiekind, zijn echtgenote en zijn afstammelingen en aan de andere zijde zijn oorspronkelijke familie blijven bestaan. De tweede uitzondering werd door het Hof van Cassatie in het leven geroepen. Ook na een volle adoptie kunnen de oorspronkelijke grootouders een omgangsrecht laten gelden ten aanzien van het adoptiekind. 5 Een gewone adoptie kan worden omgezet in een volle adoptie volgens de artikelen 347-3 BW. Dit eerder kunstmatige onderscheid is van belang voor de rechtsgevolgen van een adoptie. Voor beide vormen zijn de grondvoorwaarden en procedure nagenoeg identiek. II. Interne, interlandelijke en internationale adoptie. a) Interne adoptie 5. Interne of binnenlandse adopties zijn deze waarbij de adoptieouders en het adoptiekind dezelfde nationaliteit hebben en in hetzelfde land verblijven. De wet 6 omschrijft het toepassingsgebied op een negatieve wijze, namelijk als adopties die geen interlandelijke overbrenging van een kind met zich meebrengen (eigen cursivering). b) Interlandelijke adoptie 6. Bij een interlandelijke adoptie 7 wordt dat een kind van het ene land naar het andere wordt overgebracht. De overbrenging vindt plaats hetzij na de adoptie in de staat van herkomst van het kind hetzij met het oog op een adoptie in het land van de gewone verblijfplaats van de adoptanten. Ook het geval waarbij een kind in België verblijft zonder gemachtigd te zijn zich er te vestigen of er langer dan drie maanden te verblijven en een persoon die in België zijn gewone verblijfplaats heeft en het kind wil adopteren, valt onder de noemer interlandelijke adoptie. Kenmerkend is dat steeds een grensoverschrijdend karakter aanwezig is waardoor de regels van het internationaal privaatrecht dienen te worden toegepast. 5 Cass. 4 maart 1976, R.W. 1976-77, 288, noot NUYTINCK, H. 6 Artikel 1231-2 Ger.W. 7 Artikel 360-2 BW. 3

c) Internationale adoptie 7. De internationale adoptie is een adoptie die aanknopingspunten heeft in verschillende rechtsstelsels. Dit is bijvoorbeeld het geval bij verschillende nationaliteiten van de betrokkenen. Bij een internationale adoptie kan het zowel om een interne als om een interlandelijke adoptie gaan. Er is geen aparte set regels voorzien, naargelang de gegevens van elk geval zullen bijgevolgde regels met betrekking tot de interne of de regels met betrekking tot de interlandelijke adoptie toepasselijk zijn. 3. Toepasselijk IPR I. Bevoegde rechter 8. De internationale bevoegdheid van de Belgische rechtbanken worden limitatief omschreven in het Wetboek Internationaal Privaatrecht (WIPR). In de volgende vier gevallen 8 zijn de Belgische rechters bevoegd: - Om een adoptie uit te spreken indien de adoptant, een van de adoptanten of de geadopteerde bij de instelling van de vordering Belg is of zijn gewone verblijfplaats in België heeft. - Om de omzetting in een volle adoptie uit te spreken van een adoptie die niet leidt tot de verbreking van de bestaande band van afstamming onder de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, of indien de adoptie in België is vastgesteld. - Om de adoptie te herroepen indien de voorwaarden bedoeld in het eerste lid zijn vervuld of indien de adoptie in België is vastgesteld. - Om de herziening uit te spreken van een adoptie onder de voorwaarden bedoeld in het eerste lid ingeval de adoptie in België is vastgesteld of ingeval een rechterlijke beslissing waaruit de adoptie blijkt in België is erkend of uitvoerbaar is verklaard. Het gaat dus steeds om homologaties van of betwistingen over adopties. II. Toepasselijk recht d) Grondvoorwaarden 9. De conflictregel 9 uit het Belgische recht knoopt aan bij de nationaliteit van de adoptant(en). Onverminderd de toepassing van artikel 357 BW, wordt de totstandkoming van de adoptieve afstamming beheerst door het recht van de Staat waarvan de adoptant of beide adoptanten op dat ogenblik de nationaliteit hebben. Wanneer de adoptanten niet de nationaliteit van een zelfde Staat hebben, wordt de totstandkoming van de adoptieve afstamming beheerst door het recht van de Staat op wiens grondgebied beide op dat ogenblik hun gewone verblijfplaats hebben of, bij gebreke van hun gewone verblijfplaats in dezelfde Staat, door het Belgisch recht. Aldus ontstaat een verwijzingsladder. 8 Art. 66, 1-4 WbIPR. 9 Art. 67 WbIPR. 4

10. In de wet is ook een algemene exceptie opgenomen zodat de adoptie toch kan plaatsvinden vanuit Belgisch oogpunt, zelfs als het vreemde recht bepalingen bevat die de adoptie beletten of belemmeren. 10 We vinden deze terug in het laatste lid van artikel 67 WbIPR en luidt als volgt: De rechter past evenwel het Belgisch recht toe indien hij oordeelt dat de toepassing van buitenlands recht kennelijk het hogere belang van de geadopteerde zou schaden en de adoptant of de adoptanten kennelijk nauwe banden met België hebben. Het toepasselijk recht op de totstandkoming ex art. 67 WbIPR bepaalt tevens de aard van de door de adoptie geschapen band en/of de geadopteerde ophoudt deel uit te maken van de oorspronkelijke familie 11. 11. Artikel 357 BW is een voorrangsregel zoals bepaald in artikel 20 WbIPR. Ongeacht welk recht van toepassing is op de totstandkoming van de adoptie, de adoptie moet steeds steunen op wettige redenen 12 en de adoptant(en) moet(en) steeds bekwaam en geschikt zijn om te adopteren. 13 Artikel 357 BW geldt niet alleen in de gevallen dat het Haags Adoptieverdrag van toepassing is, maar geldt daarentegen altijd. e) Toestemmingen 12. Onder toestemmingen moet in deze context verstaan worden: de verplichte toestemming van de geadopteerde, ouders of wettelijk vertegenwoordigers en de wijze van de vertegenwoordiging. 14 De toestemmingen worden beheerst door het recht van de Staat op wiens grondgebied de geadopteerde zijn gewone verblijfplaats heeft onmiddellijk voorafgaand aan de overbrenging ter adoptie of, bij afwezigheid van zo een overbrenging, ten tijde van de adoptie en dit ongeacht de toepassing van artikel 358 BW.Indien het recht dat op deze wijze van toepassing is niet voorziet in de noodzaak van dergelijke toestemming of de instelling van de adoptie niet kent, worden de toestemmingen beheerst door het Belgische recht. 15 Dit laatste is met het oog op de vrijwaring van het belang van het kind. 13. Artikel 358 BW is eveneens een voorrangsregel en stelt middels verwijzing naar artikel 348-1BW dat ongeacht het toepasselijke recht, eenieder die op het tijdstip van de uitspraak 12 jaar is, in zijn adoptie moet toestemmen of daarin hebben toegestemd. Deze toestemming is echter niet vereist indien het kind onbekwaam is, zich in een staat van verlengde minderjarigheid bevindt of naar oordeel van de rechtbank vastgesteld bij met redenen 10 J. ERAUW, Internationaal Privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2009, 568. 11 Art. 70 WbIPR. 12 Art. 344-1 BW. 13 SENAEVE, P., SWENNEN, F. (eds.), Dehervormingvandeinterneendeinternationaleadoptie : commentaar op de Wetten van 13 maart en 24 april 2003 en het Decreet van 15 juli 2005, Antwerpen, Intersentia, 2006, 263; Zie 4. Grondvoorwaarden voor alle adopties in België, 6 14 Artikel 358 BW. 15 Art. 68 WbIPR. 5

omkleed proces-verbaal, geen onderscheidingsvermogen heeft. Daarenboven zal in het geval van een volle adoptie, ongeacht het toepasselijk recht op de adoptie zelf, het kind, indien dit vereist is, zijn ouders of wettelijke vertegenwoordigers hebben toegestemd met een adoptie die tot gevolg heeft dat de bestaande afstammingsband tussen kind en ouders wordt verbroken. f) Wijze van de totstandkoming 14. De bepaling van het toepasselijke recht op de vorm van de adoptieakte is tweeledig. De totstandkoming van een adoptie in België wordt beheerd door Belgisch recht 16. Indien de adoptieakte opgemaakt is in het buitenland volgens dat recht en dit recht voorziet in een gerechtelijke procedure, kan deze in België volgens de Belgische procedure worden gevolgd 17. Dit komt erop neer dat een homologatie in België niet gevraagd kan worden indien het buitenlands recht niet voorziet in een homologatie. 4. Grondvoorwaarden voor alle adopties in België 15. Het grootste en tevens belangrijkste onderscheid met betrekking tot de grondvoorwaarden tussen de gewone en de volle adoptie is de leeftijd van de te adopteren persoon. 18 Voor de gewone adoptie komen zowel meer- als minderjarigen in aanmerking. De volle adoptie is uitsluitend mogelijk voor minderjarigen. Onderstaande grondvoorwaarden zijn steeds geldig ongeacht of het gaat om een interne of een interlandelijke adoptie. I. Wettige redenen 16. Als eerste voorwaarde geldt dat de adoptie moet gesteund zijn op wettige redenen. 19 Wat wettige redenen zijn wordt in de wet niet omschreven. Wat wel duidelijk is, is dat het om een negatieve vereiste gaat: de geplande adoptie mag niet strijdig zijn met de openbare orde noch met andere dwingende wettelijke bepalingen, buiten de adoptiewetgeving. Het is dan ook de taak van de rechter om na te gaan of de instelling van de adoptie niet wordt misbruikt. Hiervoor beschikt de rechter over een ruime appreciatiebevoegdheid bij de beoordeling of de adoptie al dan niet steunt op wettige redenen. Een eigen kind kan door een ouder niet geadopteerd worden. 20 Eens de afstamming van een persoon vaststaat, kan niet meer worden overgegaan tot adoptie door een ouder. 16 Art. 69, 1 WbIPR. 17 At. 69, 2, WbIPR. 18 Art. 355 BW. 19 Art. 344-1 BW. 20 Art. 344-2 BW. 6

II. Het hoger belang van het kind 17. De adoptie van een kind kan enkel plaatsvinden in zijn hoger belang en met eerbied voor de fundamentele rechten die op grond van het internationaal recht aan hem worden toegekend. 21 Onder kind moeten we ingevolge art. 343, 1, c) BW een minderjarige verstaan. De bedoelde fundamentele rechten uit het internationale recht zijn in de eerste plaats het Haags Adoptieverdrag. Daarnaast is er het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), inzonderheid art. 21 dat eveneens het belang van het kind betreft inzake adoptie en overigens directe werking heeft in België. 18. De oorsprong van deze voorwaarde is te vinden in het Haags Adoptieverdrag. Het uitgangspunt van het Haags Adoptieverdrag is het zogenaamde subsidiariteitsbeginsel 22 : een interlandelijke adoptie van een minderjarige is maar mogelijk, als jeugdbeschermingsmaatregel, indien vaststaat dat er op (lange) termijn geen (afdoende) opvangmogelijkheden in het eigen familiale milieu mogelijk is. De adoptie verwordt aldus tot een laatste redmiddel. 23 III. Bekwaamheid en geschiktheid voor adoptie 19. Ook deze voorwaarde vindt haar oorsprong in het Haags Adoptieverdrag en houdt in dat de adoptant(en) bekwaam en geschikt moet(en) zijn om een kind te adopteren, hetgeen moet blijken uit een vonnis. 24 Met kind wordt opnieuw een minderjarige bedoeld. Iemand is bekwaam als voldaan is aan alle wettelijke grondvoorwaarden voor adoptie. Iemand is geschikt om te adopteren als deze over de vereiste sociaalpsychologische eigenschappen beschikt. 25 De beoordeling over het al dan niet beschikken over deze eigenschappen gebeurt in abstracto door de jeugdrechtbank op basis van een maatschappelijk onderzoek. 26 De beoordeling van de geschiktheid gebeurt bij interlandelijke adopties in een afzonderlijke procedure, voorafgaand aan de eigenlijke adoptieprocedure. IV. Wettige belangen 20. De rechter moet bij zijn beoordeling of de adoptie kan worden uitgesproken, rekening houden met alle wettige belangen. 27 Het gaat niet alleen om de belangen van de adoptant(en) en het adoptiekind, maar ook om bijvoorbeeld de oorspronkelijke ouders van hetadoptiekind of de kinderen van de adoptant. Het gaat hier om een belangenafweging. Weegt het voordeel dat de adoptant(en) en het adoptiekind bekomen op tegen het nadeel dat andere betrokken personen kunnen lijden? Als het antwoord bevestigend is, kan de adoptie doorgaan. Zo niet, is niet voldaan aan de voorwaarde en kan de adoptie geen doorgang vinden. 21 Art. 344-1 BW. 22 Art. 4b Haags Adoptieverdrag 23 Bespreking van het Haags Adoptieverdrag op blz 49. 24 Art. 346-1BW. 25 Art. 346-1, tweede lid BW; E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaat-adoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 27, nr. 9. 26 Art. 346-2 BW. 27 Art. 1231-13, eerste lid Ger. W.. 7

5. Belgische interlandelijke adoptieprocedure 21. Hieronder worden de bijkomende Belgische vereisten en de procedure voor een interlandelijke adoptie besproken. Daarnaast kunnen de landen van herkomst aanvullende voorwaarden voor kandidaat-adoptantenopleggen. Deze kunnen betrekking hebben op de gezinssamenstelling, een maximumleeftijd, de burgerlijke staat of zelfs een bepaalde geloofsovertuiging. Zo is het mogelijk dat een alleenstaande vrouw wel mag adopteren volgens een bepaalde zendstaat, maar een alleenstaande man niet. Op alle bij de adoptie betrokken autoriteiten rust de verplichting om de verdere procedure te schorsen indien één van de bepalingen uit de wet of het verdrag niet wordt nageleefd of dreigt niet nageleefd te worden. 28 I. Preliminair: Leeftijdsvereisten en burgerlijke staat 22. Wie een buitenlands minderjarig kind wil adopteren moet voldoen aan een leeftijdsvoorwaarde. De kandidaat-adoptant is minstens 25 jaar oud en minstens vijftien jaar ouder dan het kind dat hij/zij wil adopteren. Indien het een adoptie van een gekend kind in de eerste graad of een stiefouder- of partneradoptie betreft, is de leeftijdsvoorwaarde soepeler. De kandidaat-adoptant moet dan minstens achttien jaar oud zijn en minstens tien jaar ouder dan het te adopteren kind. 23. Gehuwde koppels en wettelijk samenwonenden kunnen samen adopteren. Feitelijke samenwoners moeten aantonen dat ze minstens drie jaar op permanente en affectieve wijze samenwonen om samen te kunnen adopteren. Ook alleenstaanden kunnen adopteren naar Belgisch recht. In geval van een stiefouder- of partneradoptie moet men ofwel gehuwd zijn, wettelijk samenwonen of kunnen aantonen dat minstens drie jaar op permanente en affectieve wijze wordt samengewoond. II. Fase0: De voorbereiding tot adoptie 24. Als voldaan is aan bovenstaande voorwaarden, kunnen de kandidaat-adoptanten overgaan tot de aanvraag. Zij vullen een aanvraagformulier in en sturen dit op naar de bevoegde Centrale Autoriteit van de gemeenschap. In Vlaanderen is dit Kind en Gezin. Na ontvangst van het aanvraagformulier, ontvangt de kandidaat-adoptant een overschrijvingsformulier van 25 euro. Na betaling wordt een uitgebreidde informatiemap toegezonden. Aanmelding alleen is niet voldoende, de adoptant(en) moet(en) voorafgaand aan de adoptie een verplichte de voorbereiding volgen bij een erkend centrum. 29 Hiertoe licht Kind en Gezin in Vlaanderen een voorbereidingscentrum in over de aanmelding. Bij een tweede of volgende interlandelijke adoptie hoeft de voorbereiding niet opnieuw gevolgdnoch 28 Art. 363-2 BW. 29 Artikel 361-1, tweede alinea BW; artikelen 4-7 Vlaams Decreet van 15 juli 2005 tot regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen, BS 16 september 2005. 8

is een tweede betaling vereist. Wel moet opnieuw een aanmeldingsformulier worden toegezonden aan de bevoegde Centrale Autoriteit. 25. De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin heeft voor de Vlaamse gemeenschap twee voorbereidingscentra voor interlandelijke adoptie erkend: Vormingscentrum Opvoeding en Kinderopvang (VCOK) en Triobla. Alleen deze twee centra reiken officiële attesten van voorbereiding interlandelijke adoptie uit. Ze organiseren voorbereidingsprogramma s over heel Vlaanderen. Deze voorbereidingscentra zullen echter spoedig verdwijnen. Meer hierover bij de bespreking van de recente ontwikkelingen waaronder het Nieuw decreet van 20 januari 2012 op bladzijde 20. 26. Het voorbereidingscentrum zal de kandidaat-adoptant(en) uitnodigen om het voorbereidingsprogramma te volgen. De voorbereiding neemt twintig uren in beslag en is als het volgt verdeeld over vijf bijeenkomsten: drie halve dagen, één volledige dag en een avondsessie. Centraal in de voorbereiding is de adoptiedriehoek (geboorteouders adoptiekind adoptieouders) met nadruk op het respect voor alle partijen hierin. In eerste instantie worden de pedagogische en psychologische aspecten van de opvoeding van het kind toegelicht, daarnaast wordt ook informatie gegeven over de procedure, de juridische aspecten en de mogelijke nazorg. De voorbereiding wordt in groep gegeven van minstens 8 koppels of alleenstaanden. Tijdens de voorbereiding wordt niet over de geschiktheid geoordeeld. Al het gezegde is vertrouwelijk en mag niet aan derden worden doorgegeven. Wanneer de voorbereiding voltooid is, levert de Centrale Autoriteit van de gemeenschap een deelnamecertificaat af. Dit certificaat is als het ware het toegangsticket voor de volgende fase: het indienen van een verzoek bij de jeugdrechtbank om een geschiktheidsvonnis te bekomen. Het attest van de voorbereiding blijft steeds geldig zodat bij een volgende adoptie het voorbereidingsprogramma niet opnieuw moet gevolgd worden. III. Fase 1: De geschiktheidsprocedure 30 (maatschappelijk onderzoek 31 ) 27. De procedure wordt ingeleid via een eenzijdig verzoekschrift 32, in tweevoud in te dienen op de griffie van de jeugdrechtbank van het bevoegde arrondissement. Daarnaast moeten nog een aantal stukken worden bijgevoegd: bewijs van woonst en nationaliteit, voor eensluidend verklaard afschrift van de geboorteakte van de adoptant(en), uittreksel uit de huwelijksakte of uit bevolkingsregister waaruit wettelijke samenwoning blijkt (indien van toepassing), zo niet een bewijs van minstens drie jaar samenwoning, evenals het attest van voorbereiding. 33 Enkel het verzoekschrift zelf dient in tweevoud te zijn, de andere stukken niet. 30 Art. 1231-29 Ger.W. 31 Art. 346-2 BW en artikelen 1231-6 en 1231-7 Ger.W. 32 Art. 1231-27 Ger. W. 33 Art. 1231-30 Ger.W.; SENAEVE, P., SWENNEN, F. (eds.), De hervorming van de interne en de internationale adoptie : commentaar op de Wetten van 13 maart en 24 april 2003 en het Decreet van 15 juli 2005, Antwerpen, Intersentia, 2006, 272, nr. 539. 9

28. Sinds de wetswijziging van 31 januari 2007 is een inleidende zitting niet meer vereist. Afhankelijk van de bevoegde jeugdrechtbank zal deze dus ofwel eerst een inleidingszitting houden gevolgd door een tussenvonnis ofwel meteen een tussenvonnis vellen waarbij een maatschappelijk onderzoek bevolen wordt, zonder de adoptant(en) persoonlijk gehoord te hebben. Als toch een inleidingszitting wordt gehouden moet(en) de adoptant(en) persoonlijk verschijnen. De adoptant(en) moet(en) op de zitting het voornemen en de motivatie voor de adoptie van een buitenlands kind uit de doeken doen. Hierna volgt een tussenvonnis met bevel tot een maatschappelijk onderzoek bij een dienst voor maatschappelijk onderzoek (DMO), aangeduid door de Vlaamse Centrale Autoriteit. Het tussenvonnis is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep. 34 29. In elke provincie bestaat er één erkende DMO. Deze diensten zijn ondergebracht bij een centrum voor Algemeen Welzijnswerk en werken onder toezicht van de Vlaamse Centrale Autoriteit. Elke DMO is multidisciplinair samengesteld, hetgeen inhoudt dat het onderzoek gebeurt door een aantal psychologen, een aantal maatschappelijk assistenten en een coördinator. 35 30. Het maatschappelijk onderzoek dient om de geschiktheid en bekwaamheid van de adoptant(en) te beoordelen en heeft tevens als doel inzicht te krijgen in de mogelijke risico s en kansen die verbonden zijn aan de plaatsing van een buitenlands kind in het adoptiegezin. De draagkracht van het gezin speelt een centrale rol en vormt de kern van het maatschappelijk onderzoek. 36 De Vlaamse Centrale Autoriteit stuurt een vragenlijst en een opdracht tot het schrijven van een kort levensverhaal aan de kandidaat-adoptieouders, die zij dan aan de DMO van hun provincie bezorgen. Dit vormt de basis voor de DMO 37 voor het effectief maatschappelijk onderzoek. Het onderzoek gebeurt aan de hand van minstens vier gesprekken met een maatschappelijk assistent en een psycholoog, waarvan één op de wettelijke verblijfplaats van de kandidaat-adoptant(en). Kinderen worden voor zover zij oud genoeg zijn betrokken bij het gesprek ten huize. Koppels die samen een adoptie willen, worden ook samen bevraagd. 38 De dienst moet een verslag opmaken dat uit drie delen bestaat: een sociaal, medisch en psychologisch deel. Daarnaast stelt de sociale dienst een conclusie op. Het verslag moet binnen de ordetermijn van twee maanden na het bevel tot maatschappelijk onderzoek aan de jeugdrechtbank worden voorgelegd. Een sanctie voor het overschrijden van deze termijn is niet voorzien. 39 De maximale duur van het maatschappelijk onderzoek bedraagt dan ook twee 34 E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaatadoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 28, nr.10. 35 E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaatadoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 33, nr. 22. 36 E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaatadoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 36, nr. 30. 37 Art. 9 Vlaams Decreet van 15 juli 2005 tot regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen. 38 E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaatadoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 36, nr. 32. 39 E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaatadoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 29, nr. 11. 10

maanden. Echter, in de praktijk is dit niet mogelijk gelet op de wachttijden bij de sociale diensten. Naast het verslag van het maatschappelijk onderzoek kan de jeugdrechtbank zich ook baseren op een moraliteitsonderzoek door de politie voor de uitspraak over de geschiktheid. 31. Binnen de drie dagen na voorlegging van het verslag verwittigt de griffie de adoptant(en) door middel van een gerechtsbrief om kennis te nemen van het verslag. 40 De termijn voor kennisname bedraagt vijftien dagen. Eveneens wordt een zittingsdag gefixeerd binnen de maand na het verstrijken van de termijn van vijftien dagen voor kennisname. Op de zitting kunnen de kandidaat-adoptieouders eventueel opmerkingen op het verslag formuleren. 41 Na de zitting wordt de zaak in beraad genomen.de jeugdrechtbank oordeelt bijgevolg of de adoptant(en) geschikt is (zijn) en velt desgevallend een positief geschiktheidsvonnis. Het aantal kinderen dat de adoptanten kunnen adopteren wordt vermeld, evenals eventuele beperkingen aan hun geschiktheid. 42 Het geschiktheidsvonnis is sinds de wet van 30 december 2009 43 vier jaar geldig doch slechts voor één adoptieprocedure. 44 Indien een negatief vonnis bekomen werd, kan bij verzoekschrift beroep aangetekend worden bij het Hof van Beroep. De beroepstermijn bedraagt één maand. Een nieuw maatschappelijk onderzoek kan bevolen worden door het openbaar ministerie. 32. Nu is gebleken dat deze verlengde termijn in de praktijk vaak ook niet voldoende is om een adoptieprocedure af te ronden. Een aanvraag tot verlenging van de termijn werd dan ook voorzien en dient te worden ingesteld bij de jeugdrechtbank waar oorspronkelijk het geschiktheidsvonnis werd bekomen. Ten vroegste vijf maanden en ten laatste de dag van het verstrijken van de geldigheidsduur van het geschiktheidsvonnis moet het verzoekschrift ter griffie worden neergelegd. Het moet ondertekend zijn door de adoptieouders of door hun advocaat en moet bepalen dat de adoptieouders de interlandelijke adoptieprocedure wensen verder te zetten. Als bijlage wordt de tussen de adoptieouders en een erkende instelling getekende overeenkomst of de instemming van de bevoegde Centrale Autoriteit van de Gemeenschap met de voorgenomen adoptie, bijgevoegd. 45 De griffie verzoekt de bevoegde Centrale Autoriteit om een actualisering van het verslag van hat maatschappelijk onderzoek. Deze actualisering kan ten vroegste vijf maanden voor het verstrijken van de geldigheid van het geschiktheidsvonnis en bevat een evaluatie van de huidige situatie van de adoptant(en) en beschrijft de eventuele elementen die een impact kunnen hebben op de geschiktheid. 46 Deze nieuwe beoordelingselementen kunnen 40 Art. 1231-29 Ger. W. 41 Art. 1231-30 Ger.W. 42 Art. 1231-31 Ger.W. 43 BS 15 januari 2010 44 E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaatadoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 29, nr. 12. 45 Art. 1231-33/3 Ger.W.; E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaat-adoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 30, nr. 14. 46 Art. 1231-33/4 Ger.W. 11

bijvoorbeeld zijn: de geboorte van een biologisch kind, slechte echtelijke verstandhouding, een strafrechtelijke veroordeling of moeilijkhedenmet het wachten op een adoptie. 47 De adoptant(en) worden opgeroepen om kennis te krijgen van het verslag en in persoon te verschijnen voor de rechtbank. Binnen vijftien dagen na de zitting doet de rechtbank uitspraak over de verlenging. 48 Zo een positief vonnis werd bekomen wordt opnieuw melding gemaakt van het aantal kinderen evenals van de eventuele beperkingen. 49 Net zoals het oorspronkelijk geschiktheidsvonnis geldt de verlenging maar voor één adoptieprocedure. De geldigheid van de verlenging is vastgesteld op twee jaar na het uitspreken van het vonnis. Meerdere opeenvolgende verlengingen zijn toegelaten, zonder dat de voorbereidingscursus opnieuw gevolgd moet worden. 50 33. Het OM dient tussen te komen indien het vonnis tot verlenging van de geschiktheid de oorspronkelijke voorwaarden wijzigt. 51 De procedure uit de artikelen 1231-32 tot 1231-33 Ger.W. wordt dan gevolgd. Het verslag dat het OM hierbij opmaakt heeft echter enkel betrekking op de nieuwe voorwaarden van het vonnis. IV. Fase 2: Adoptiebemiddeling- adopteerbaarheid van het kind 34. Bij een positieve beslissing wordt door het OM een eindverslag opgemaakt binnen de twee maanden na het geschiktheidsvonnis. 52 Dit is geen vereiste die alleen in het Belgisch recht voorkomt, integendeel, zij vindt haar oorsprong in artikel 15 Haags Adoptieverdrag. Op de overschrijding van de termijn is geen sanctie voorzien. 53 De inhoud van het eindverslag bevat onder andere gegevens met betrekking tot de identiteit, wettelijke bekwaamheid, levensbeschouwelijke overtuiging, gezinssituatie Binnen drie dagen na de neerlegging van dit verslag ter griffie, maakt de griffier een afschrift ervan en een afschrift van het vonnis over aan de Federale Centrale Autoriteit,die het op haar beurt weer doorstuurt aan de bevoegde Centrale Autoriteit van de Gemeenschap. De kandidaat-adoptant(en) word(t)(en) hiervan in kennis gesteld, maar ontvangen zelf geen kopie van het verslag van het OM. 54 Het eindverslag heeft als doel de bevoegde autoriteit van de staat van herkomst voldoende gegevens te verschaffen betreffende de kandidaat-adoptieouder(s) om hem de mogelijkheid te bieden voor ieder adopteerbaar kind, de persoon of personen aan te wijzen die het kind de meest geschikte omgeving en de beste waarborgen voor een goede integratie kunnen bieden. 55 47 Parlementaire voorbereiding, Parl.St.Kamer 2009-10, nr. 52K2161/003,7. 48 Art. 1231-33/5 Ger.W. 49 E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaatadoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 30, nr. 14. 50 Art. 361-1 BW; E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaat-adoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 31, nr. 14. 51 Art. 1231-33/6 Ger.W. 52 Art. 1231-32 Ger. W. 53 E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaatadoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 31, nr. 15. 54 MvT, Parl.St.Kamer 2000-01, nr.50k1366/001 en 50K1367/001, 91. 55 E. WILLEMS, D., TILLEMANS, Overzicht van rechtspraak De controle op de geschiktheid van de kandidaatadoptanten om te adopteren, T.Fam. 2011, afl. 2-3, 31, nr. 15. 12

36. Na het opstellen van het evaluatieverslag, staat de keuze open tussen adoptie via een erkende adoptiedienst of een zelfstandige adoptie. 56 De kandidaat-adoptant(en) dienen hun keuze te laten weten aan de Vlaamse Centrale Autoriteit. a) Via een erkende adoptiedienst 37. Wanneer voor een adoptie via een erkende adoptiedienst gekozen wordt, moet contact opgenomen worden met een adoptiedienst naar keuze van de adoptant(en). Elke dienst werkt met bepaalde herkomstlanden. Momenteel zijn er in Vlaanderen vier erkende adoptiediensten die instaan voor de bemiddeling. Het betreft Ray of Hope, FIAC, Het Kleine Mirakel en De Vreugdezaaiers. Recent kwam deze laatste adoptiedienst in de problemen. De Vlaamse Regering heeft beslist hun erkenning niet te verlengen doordat te weinig kinderen werden geplaatst. De adoptiedienst heeft een termijn van één jaar gekregen om nog zoveel mogelijk lopende dossier af te ronden. 57 De adoptiedienst heeft verscheidene taken: de bemiddeling, de matching, de plaatsing van het kind, de nazorg en het opstellen en doorsturen van een opvolgingsrapport naar het herkomstland. De adoptiedienst helpt bij alle administratieve, juridische en praktische zaken. De dienst zorgt ook voor een contactpersoon in het land van herkomst die daar instaat voor de opvang en begeleiding van de kandidaat-adoptant(en). De dienst begeleidt de kandidaatadoptant(en) bij de erkenningsprocedure door de federale Centrale Autoriteit of bij de visumaanvraag op de ambassade. De keuze met betrekking tot de adoptiedienst evenals het herkomstland moet meegedeeld worden aan de Centrale Autoriteit van de gemeenschap. Deze maakt het dossier van de adoptant(en) over aan de gekozen adoptiedienst. 38. Er wordt een bemiddelingsovereenkomst met de adoptiedienst ondertekend. Het is niet mogelijk om bij meerdere adoptiediensten tegelijkertijd meerdere overeenkomsten te ondertekenen. Het is wel mogelijk om nog van adoptiedienst te veranderen. De kandidaatadoptant(en) meld(t)(en) de verandering schriftelijk aan de bevoegde Centrale Autoriteit van de gemeenschap. De Centrale Autoriteit zorgt er dan voor dat het dossier aan de tweede adoptiedienst wordt bezorgd. De eerste overeenkomst moet verbroken worden en de reeds gepresteerde diensten moeten worden betaald. 39. Eens de keuze voor een adoptiedienst gemaakt is en de bemiddelingsovereenkomst gesloten kom(t)(en) de kandidaat-adoptant(en) op een wachtlijst. De adoptiedienst kan nu beginnen bemiddelen. Op basis van gesprekken met de kandidaat-adoptant(en) wordt door de adoptiedienst in overleg een adoptieproject bepaald. Het gaat hier over het land van herkomst, de leeftijd, het geslacht, al dan niet een specialneeds kind, met of zonder broertjes en/of zusjes Dan gaat de adoptiedienst over tot wat de matching genoemd wordt. De dienst zoekt geschikte gezinnen voor een specifiek kind (of kinderen in geval van adoptie van broers en/of zussen). 56 Art. 13 Decreet Interlandelijke adoptie 57 K. DE CONINCK, Vreugdezaaiers moet stoppen, DeStandaard 4 november 2011. 13

Het belang van het kind is hierbij het belangrijkste. Er zijn twee manieren waarop de matching kan plaatsvinden. De eerste gebeurt in België zelf. De adoptiedienst krijgt gegevens over een kind en zoekt een geschikt gezin. De tweede manier gebeurt in het herkomstland. Het dossier van de kandidaatadoptant(en) wordt toegestuurd naar het buitenland. Ginds wordt aan het dossier een kind gekoppeld. De contactpersoon van de adoptiedienst beschikt over de gegevens van een kind. Dan worden de dossiers van verschillende kandidaat-adoptanten doorgenomen. Een geschikt gezin wordt gezocht in de dossiers. De adoptiedienst legt het dossier van het kind en een voorstel van toewijzing voor aan de Centrale Autoriteit van de gemeenschap. Deze dient de toewijzing goed te keuren. Na deze goedkeuring wordt ook aan de adoptant(en) het voorstel gedaan. Wanneer de adoptant zich akkoord verklaart, wordt een dossier opgemaakt en gaat de procedure in het herkomstland van start. 40. De adoptant(en) moet(en) naar het herkomstland om daar de procedure af te werken. Daar vindt ook de eerste ontmoeting plaats. Meer en meer landen eisen dat het kind opgehaald wordt door de kandidaat-adoptant(en). Meestal is ook een verschijning voor de rechtbank in het buitenland vereist. Het verblijf in het land van herkomst verschilt per land. 41. Wanneer de adoptie zelf plaatsvindt in het herkomst land, rest er alleen nog de erkenning en registratie van de adoptie door de Federale Centrale Autoriteit. Verder moet het kind ook op de gemeente worden aangegeven. Wanneer de adoptie plaatsvindt in het land van herkomst, krijgt het kind een Belgisch paspoort of wordt het ingeschreven op het paspoort van de adoptieouder(s). Bij aankomst in België moet het kind dan ingeschreven worden op basis van het registratieformulier van de Federale Centrale Autoriteit. Wanneer de adoptieprocedure in België plaats heeft, moet een visum aangevraagd worden voor het kind om naar België te komen. Het kind komt dan als vreemdeling het land binnen en moet bijgevolg ingeschreven worden in het vreemdelingenregister van de gemeente van de adoptieouder(s). b) Zelfstandige adoptie 42. Bij zelfstandige adopties wordt gewerkt met een buitenlandse organisatie die niet verbonden is aan een binnenlandse adoptiedienst. De eerste stap is een kanaalonderzoek om het buitenlands contact te onderzoeken. Er wordt niet alleen nagegaan of de adoptie legaal verloopt, maar ook of deze plaatsvindt in het belang van het kind. De kandidaat-adoptant(en) dien(t)(en) zelf een inlichtingen-dossier op te stellen en een aangifteformulier te bezorgen aan de Centrale Autoriteit van de gemeenschap. Het inlichtingen dossier verduidelijkt om welk land het gaat, welke de bevoegde instanties in het buitenland zijn, de contactpersoon, indien van toepassing de tehuizen. Daarnaast wordt ook kort de administratieve weg van het dossier toegelicht. Het inlichtingendossier wordt doorgelicht door de Centrale Autoriteit van de gemeenschap. 58 58 Artikel 24 van het decreet van 15 juli 2005 tot regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen. 14

Indien het kanaal wordt goedgekeurd kan een dossier worden samengestekd. De goedkeuring van het kanaal is eenmalig. Als nadien nog een adoptie via hetzelfde kanaal gewenst is, moet opnieuw om goedkeuring gevraagd worden. 43. De tweede stap na het kanaalonderzoek is het opstellen van het ouderdossier en de verzending ervan. Het ouderdossier dient te worden opgesteld door de kandidaat-adoptant(en) volgens de vereisten van het herkomstland. De Centrale Autoriteit van de gemeenschap staat in voor de controle op de volledigheid van het dossier in het licht van art. 361-3 BW. Daarna stuurt de Centrale Autoriteit het dossier door naar de bevoegde autoriteit in het land van herkomst. Er wordt ook een attest opgesteld door de Centrale Autoriteit van de gemeenschap waarin nazorg en opvolging worden gegarandeerd. De basis hiervoor is een nazorgscontract met een erkende adoptiedienst aangewezen door de Centrale Autoriteit van de gemeenschap. Het nazorgscontract moet getekend zijn voor het dossier naar het buitenland verstuurd wordt. 44. De Centrale Autoriteit van de gemeenschap staat in voor de goedkeuring van de kindtoewijzing. Het kinddossier wordt ontvangen en de Centrale Autoriteit van de gemeenschap controleert of dit voldoet aan de wettelijke vereisten van art. 361-3, 2 BW. De goedkeuring moet schriftelijke gebeuren volgens art 361-3, 5 BW. Zonder deze goedkeuring kan de Federale Centrale Autoriteit het adoptiedossier niet erkennen. De overige zaken om de adoptie tot stand te brengen dien(t)(en) de kandidaat-adoptant(en) zelf te regelen, zoals een aanvraag voor een visum of paspoort. 45. De aankomst van het kind in België moet gemeld worden bij de Centrale Autoriteit van de gemeenschap. Binnen de vier maanden na de plaatsing van het kind bezorg(t)(en) de adoptant(en) een kopie van het hele dossier aan de Centrale Autoriteit van de gemeenschap. De federale Centrale Autoriteit kan interlandelijke adopties die tot stand gekomen zijn zonder geschiktheidsvonnis, kanaalonderzoek en uitwisseling van de documenten tussen de bevoegde overheden niet erkennen, noch kan een visum met het oog op adoptie bekomen worden. Het kind kan dan niet worden overgebracht naar België. Doet men dat toch dan is er sprake van een illegale adoptie. Hier is recent echter verandering in gekomen. Voor meer informatie zie recente ontwikkelingen op bladzijde 18. V. Tussenfase: De overbrenging van het kind naar België 46. De wet 59 voorziet in een aantal voorwaarden die moeten nageleefd worden vooraleer het adoptiekind kan overgebracht worden naar België: 1. De bevoegde Centrale Autoriteit van de gemeenschap heeft het geschiktheidsvonnis en het verslag van het Openbaar Ministerie bezorgd aan de bevoegde autoriteit van de Staat van herkomst; 59 Art. 361-3 BW. 15