PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Vergelijkbare documenten
PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2

PBO-blad. Bestuurssamenstellingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 4 Hoofdproductschap Akkerbouw 4

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang september 2003 num mer 57. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Ontwerpverordeningen 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

Sociaal- Economische Raad

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Ontwerpverordeningen 2 Tervisielegging 10. BEDRIJFSLICHAMEN 10 Productschap Tuinbouw 10 Productschap Zuivel 21

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. sociaal-economische raad 2

Financiën

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Relevante bepalingen Wet op de ondernemingsraden

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad SPECIALE UITGAVE. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 75

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Sociaal- Economische Raad

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

Verordening tot wijziging van de Verordening op de bedrijfscommissies 2002

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel

LAATSTE TEKST (februari 2010)

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ONTWERP. Gehoord het dagelijks bestuur van het Productschap Akkerbouw, van het Productschap Diervoeder en van het Productschap Wijn;

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. bedrijfslichamen 2

Productschap Diervoeder

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

Toezichtkamer. 15 september PBO special overzicht financiën bedrijfslichamen Inleiding

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PRODUCTSCHAP DRANKEN VERPAKKINGSVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005

No. Ho 03/2010. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

Rapport. Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

Transcriptie:

PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 11 april 2008 nummer 29 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw 2 Productschap Wijn 4 Productschap Zuivel 11 RECTIFICATIE 12 PBO-special 12 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 13 Verordening begroting 2008 (RE 3) 13 Verordening opslagen en bijdragen 2008 (RE 4) 15 Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden 2008 (RE 5) 19 BEDRIJFSLICHAMEN 22 Productschap Vis (VIS 3 en VIS 4) 22 Productschap Zuivel (PZ 5) 33 Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel (HBAG 8) 35 Bosschap (BOS 3) 42

Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bestuurssamenstellingen Productschap Pluimvee en Eieren Voor de resterende zittingsperiode die loopt van 12 januari 2008 tot en met 31 december 2009 van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren is benoemd tot plaatsvervangend lid namens LTO, geleding pluimveehouderij de heer F. van den Eerenbeemt (plaatsvervanger van de heer P.J. Faber). Hoofdbedrijfschap Detailhandel Voor de resterende zittingsperiode die loopt van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 van het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel is benoemd tot lid namens FNV Bondgenoten de heer R. van der Velde. BEDRIJFSLICHAMEN Hoofdproductschap Akkerbouw Ontwerp- Wijziging V Verordening HPA wijn 2002 Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van..., houdende wijziging regels ter zake van de bereiding, handel, verpakking en etikettering van wijn (Wijziging V Verordening HPA wijn 2002) Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw; Gelet op Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad Gelet op artikel 2 van de Regeling medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, Algemeen en op de artikelen 96 en 98 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 16, derde lid, van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Gehoord het Productschap Wijn; Besluit: Mbbo 2008, nr. 29 2

Artikel I De Verordening HPA wijn 2002 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 17 komt te luiden: Artikel 17 A Stille wijn in een voorverpakking van 0,1 1,5 l mag uitsluitend in de handel worden gebracht indien deze voorverpakking een nominale inhoud heeft van 0,10 l, 0,187 l, 0,25 l, 0,375l, 0,50 l, 0,75 l, 1,00 l, 1,50 l. Artikel 19 komt te luiden: Artikel 19 B Mousserende wijn in een voorverpakking van 0,125 1,5 l mag uitsluitend in de handel worden gebracht indien deze voorverpakking een nominale inhoud heeft van 0,125 l, 0,20 l, 0,375 l, 0,75 l, 1,50 l. Artikel 20 komt te luiden: Artikel 20 C Gearomatiseerde wijn of likeurwijn in een voorverpakking van 0,10 1,5 l mag uitsluitend in de handel worden gebracht indien deze voorverpakking een nominale inhoud heeft van 0,10 l, 20 l, 0,375 l, 0,50 l, 0,75 l, 1,0 l, 1,50 l. Artikel 21 vervalt. Artikel 22 komt te luiden: Artikel 22 1. De artikelen 17 tot en met 20 zijn niet van toepassing op voorverpakkingen die in belastingvrije winkels worden verkocht voor consumptie buiten de Europese Unie. 2. Bij twee of meer individuele voorverpakkingen die samen een meervoudige verpakking vormen, zijn de in de artikelen 17 tot en met 20 genoemde nominale hoeveelheden van toepassing op elke individuele voorverpakking. 3. Indien een voorverpakking bestaat uit twee of meer individuele verpakkingen die niet voor individuele verkoop zijn bestemd, zijn de in de artikelen 17 tot en met 20 genoemde nominale hoeveelheden van toepassing op de voorverpakking. D E Mbbo 2008, nr. 29 3

Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van 11 april 2009. Den Haag, voorzitter secretaris TOELICHTING Met Richtlijn 2007/45/EG worden de regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten gewijzigd. Voor de diverse soorten wijnen wordt met deze wijzigingsverordening de richtlijn geïmplementeerd. Den Haag, voorzitter secretaris Productschap Wijn Ontwerp- Wijziging I Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2008 Verordening van het Productschap Wijn van.., houdende een wijziging van de regels ter zake van de aan de onder het Productschap Wijn ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2008 (Wijziging I Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2008). Het bestuur van het Productschap Wijn; Gelet op artikel 126, eerste en zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 14 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Besluit: Artikel I De Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2008 wordt als volgt gewijzigd: In artikel 1 komt de definitie van ondernemer als volgt te luiden: ondernemer : de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld A Artikel 2 komt te luiden; B Mbbo 2008, nr. 29 4

Artikel 2 De ondernemer is voor het jaar 2008 verplicht voor wijn een heffing te betalen ten bedrage van l de uitslag in de zin van de Wet op de accijns die door hem dan wel in zijn opdracht is geschied. Voor zover de wijn veraccijnsd vanuit het buitenland wordt geleverd, dient ten aanzien van deze levering de genoemde heffing te worden betaald door de ondernemer die deze wijn als eerste in Nederland heeft ontvangen. Onder vernummering van 4 tot 5, wordt een nieuwe 4 ingevoegd, luidende: Artikel 10A C 4 Contributie-aftrek 1. Aan de ondernemer, die als lid van een of meer door het bestuur aangewezen ondernemersorganisaties over het jaar 2008 aan die organisatie of organisaties contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan op de voor hem krachtens deze verordening geldende heffing. 2. De in een bestuursbesluit vermelde ondernemersorganisaties zijn aangewezen door het bestuur. Artikel 10B Een ondernemersorganisatie wordt op haar schriftelijk en gemotiveerd verzoek door het bestuur aangewezen, indien zij één of meer leden in het bestuur heeft benoemd en overigens indien zij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en voorts naar het oordeel van het bestuur: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het productschap een taak heeft te vervullen; b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad; c. tot de werkingssfeer van het productschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is; d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit. Artikel 10C Een verzoek tot aanwijzing in 2008 van een ondernemersorganisatie als bedoeld in artikel 10B dient ingediend te worden vóór 1 juli van het jaar 2008. Artikel 10D 1. De ondernemer heeft aanspraak op de in artikel 10A bedoelde aftrek, indien uit de door de aangewezen ondernemersorganisaties verstrekte opgaven blijkt dat de volledige contributie over het jaar 2008 is betaald. Mbbo 2008, nr. 29 5

2. De ondernemersorganisaties dienen uiterlijk 15 oktober 2008 de betreffende gegevens bij het productschap aan te leveren. Artikel 10E 1. De aftrek, bedoeld in artikel 10A, eerste lid en de aftrek, bedoeld in artikel 10A, eerste lid van Wijziging I Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008, bedraagt tesamen 25% van de voor de ondernemer geldende contributie over 2008 met een maximum van 2. De aftrek wordt in december 2008 verrekend met de heffing. Artikel 10F 1. Voor de toepassing van de artikelen 10A tot en met 10E wordt onder contributie verstaan het bedrag (exclusief BTW) dat de ondernemer voor het jaar 2008 aan de ondernemersorganisatie verschuldigd is. 2. Het bestuur kan bij besluit nadere voorschriften geven. Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst. Den Haag, voorzitter secretaris TOELICHTING Met deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt voor ondernemersorganisaties in de wijnsector een aftrek van de heffing (Schilthuiskorting) voor hun leden te verzoeken door middel van een aanwijzing door het bestuur. Artikel 126, zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie biedt deze mogelijkheid. Voorwaarde voor aftrek is dat de contributie over het jaar 2008 is betaald. De aftrek wordt aan het eind van het jaar met de heffing verrekend, waardoor betaling van de contributie controleerbaar is. De tekst van artikel 10B correspondeert met de bepaling opgenomen in artikel 5.1, eerste lid van het Besluit beleidsregels Bestuurskamer van de SER. De filosofie achter deze aftrek van de heffing is van oudsher om de vrijheid van organisaties in sectoren van het bedrijfsleven niet te belemmeren. De ontplooiing van de organisaties vormt mede de basis voor productschappen. De door georganiseerde wijnbedrijven verrichte inzet ten behoeve van belangenbehartiging in de branche en de daarmee gepaard gaande beleidsvoorbereidende activiteiten in publiek verband, rechtvaardigt een korting op de verplichte heffing in de vorm van een aan de contributie gerelateerde korting. De nietgeorganiseerde ondernemer profiteert namelijk in gelijke mate van die publiekrechtelijke activiteiten. In deze wijzigingsverordening wordt tevens de heffingsgrondslag aangepast. Mbbo 2008, nr. 29 6

Met deze aanpassing wordt beoogd te verduidelijken dat ook de wijn waarvoor door de buitenlandse wijnleverancier in Nederland accijns is afgedragen onder het heffingsregime van het productschap valt. In samenhang hiermee is ook de definitie van ondernemer gewijzigd. Den Haag, voorzitter secretaris Ontwerp- Wijziging I Verordening W aanvullende financieringsheffing wijn jaar 2008 Verordening van het Productschap Wijn van, houdende een wijziging van de regels ter zake van de aan de onder het Productschap Wijn ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2008 (Wijziging I Verordening W aanvullende financieringsheffing wijn jaar 2008). Het bestuur van het Productschap Wijn; Gelet op artikel 126, zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 14 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Besluit: Artikel I De Verordening W aanvullende financieringsheffing wijn jaar 2008 wordt als volgt gewijzigd: In artikel 1 komt de definitie van ondernemer als volgt te luiden: Ondernemer : de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld A Artikel 2 komt te luiden: B Artikel 2 De ondernemer is voor het jaar 2008 verplicht voor wijn een heffing te betalen ten bedrage van l de uitslag in de zin van de Wet op de accijns die door hem dan wel in zijn opdracht is geschied. Voor zover de wijn veraccijnsd vanuit het buitenland wordt geleverd, dient ten aanzien van deze levering de genoemde heffing te worden betaald door de ondernemer die deze wijn als eerste in Nederland heeft ontvangen. Mbbo 2008, nr. 29 7

Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst. Den Haag, voorzitter secretaris TOELICHTING In deze wijzigingsverordening wordt de heffingsgrondslag aangepast. Met deze aanpassing wordt beoogd te verduidelijken dat ook de wijn waarvoor door de buitenlandse wijnleverancier in Nederland accijns is afgedragen onder het heffingsregime van het productschap valt. In samenhang hiermee is ook de definitie van ondernemer gewijzigd. Den Haag, voorzitter secretaris Ontwerp- Wijziging I Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008 Verordening van het Productschap Wijn van, houdende een wijziging van de regels ter zake van de aan de onder het Productschap Wijn ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2008 (Wijziging I Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008). Het bestuur van het Productschap Wijn; Gelet op artikel 126, eerste en zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 14 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Besluit: Artikel I De Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008 wordt als volgt gewijzigd: In artikel 1 komt de definitie van ondernemer als volgt te luiden: ondernemer : de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld A Artikel 2 komt te luiden: B Mbbo 2008, nr. 29 8

Artikel 2 De ondernemer is voor het jaar 2008 verplicht voor wijn een heffing te betalen ten bedrage van l de uitslag in de zin van de Wet op de accijns die door hem dan wel in zijn opdracht is geschied. Voor zover de wijn veraccijnsd vanuit het buitenland wordt geleverd, dient ten aanzien van deze levering de genoemde heffing te worden betaald door de ondernemer die deze wijn als eerste in Nederland heeft ontvangen. Onder vernummering van 4 tot 5, wordt een nieuwe 4 ingevoegd, luidende: Artikel 10A C 4 Contributie-aftrek 1. Aan de ondernemer, die als lid van een of meer door het bestuur aangewezen ondernemersorganisaties over het jaar 2008 aan die organisatie of organisaties contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan op de voor hem krachtens deze verordening geldende heffing. 2. De in een bestuursbesluit vermelde ondernemersorganisaties zijn aangewezen door het bestuur. Artikel 10B Een ondernemersorganisatie wordt op haar schriftelijk en gemotiveerd verzoek door het bestuur aangewezen, indien zij één of meer leden in het bestuur heeft benoemd en overigens indien zij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en voorts naar het oordeel van het bestuur: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het productschap een taak heeft te vervullen; b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad; c. tot de werkingssfeer van het productschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is; d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit. Artikel 10C Een verzoek tot aanwijzing in 2008 van een ondernemersorganisatie als bedoeld in artikel 10B dient ingediend te worden vóór 1 juli van het jaar 2008. Artikel 10D 1. De ondernemer heeft aanspraak op de in artikel 10A bedoelde aftrek, indien uit de door de aangewezen ondernemersorganisaties verstrekte opgaven blijkt dat de volledige contributie over het jaar 2008 is betaald. Mbbo 2008, nr. 29 9

2. De ondernemersorganisaties dienen uiterlijk 15 oktober 2008 de betreffende gegevens bij het productschap aan te leveren. Artikel 10E 1. De aftrek, bedoeld in artikel 10A, eerste lid en de aftrek, bedoeld in artikel 10A, eerste lid van Wijziging I Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2008, bedraagt tesamen 25% van de voor de ondernemer geldende contributie over 2008 met een maximum van 2. De aftrek wordt in december 2008 verrekend met de heffing. Artikel 10F 1. Voor de toepassing van de artikelen 10A tot en met 10E wordt onder contributie verstaan het bedrag (exclusief BTW) dat de ondernemer voor het jaar 2008 aan de ondernemersorganisatie verschuldigd is. 2. Het bestuur kan bij besluit nadere voorschriften geven. Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst. Den Haag, voorzitter secretaris TOELICHTING Met deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt voor ondernemersorganisaties in de wijnsector een aftrek van de heffing (Schilthuiskorting) voor hun leden te verzoeken door middel van een aanwijzing door het bestuur. Artikel 126, zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie biedt deze mogelijkheid. Voorwaarde voor aftrek is dat de contributie over het jaar 2008 is betaald. De aftrek wordt aan het eind van het jaar met de heffing verrekend, waardoor betaling van de contributie controleerbaar is. De tekst van artikel 10B correspondeert met de bepaling opgenomen in artikel 5.1, eerste lid van het Besluit beleidsregels Bestuurskamer van de SER. De filosofie achter deze aftrek van de heffing is van oudsher om de vrijheid van organisaties in sectoren van het bedrijfsleven niet te belemmeren. De ontplooiing van de organisaties vormt mede de basis voor productschappen. De door georganiseerde wijnbedrijven verrichte inzet ten behoeve van belangenbehartiging in de branche en de daarmee gepaard gaande beleidsvoorbereidende activiteiten in publiek verband, rechtvaardigt een korting op de verplichte heffing in de vorm van een aan de contributie gerelateerde korting. De niet georganiseerde ondernemer profiteert namelijk in gelijke mate van die publiekrechtelijke activiteiten. In deze wijzigingsverordening wordt tevens de heffingsgrondslag aangepast. Mbbo 2008, nr. 29 10

Met deze aanpassing wordt beoogd te verduidelijken dat ook de wijn waarvoor door de buitenlandse wijnleverancier in Nederland accijns is afgedragen onder het heffingsregime van het productschap valt. In samenhang hiermee is ook de definitie van ondernemer gewijzigd. Den Haag, voorzitter secretaris Productschap Zuivel Ontwerp- Verordening tot wijziging (2) van de Zuivelverordening 2003, Melk en melk- en zuivelproducten Verordening van het Productschap Zuivel van., tot wijziging van de Zuivelverordening 2003, Melk en melk- en zuivelproducten Het bestuur van het Productschap Zuivel; Gelet op de artikelen 93, 102 en 104 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 5 en 6 van het Instellingsbesluit Productschap Zuivel; Besluit: Artikel I De Zuivelverordening 2003, Melk en melk- en zuivelproducten wordt gewijzigd als volgt: Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Artikel 3 vervalt met ingang van 11 oktober 2012. Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris TOELICHTING Zuivelverordening 2003, Melk en melk- en zuivelproducten bevat enkele bepalingen op het gebied van etikettering en inhoudsmaten van melk en zuivelproducten. Artikel 3, eerste lid, schrijft een reeks van verplichte nominale hoeveelheden voor verpakte consumptiemelk voor. Op 5 september 2007 is vastgesteld Richtlijn 2007/45/EG van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor verpakte producten, tot Mbbo 2008, nr. 29 11

intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad. Ingevolge artikel 8 van de richtlijn dienen de lidstaten uiterlijk op 11 oktober 2008 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan de richtlijn te voldoen. De richtlijn heeft onder meer gevolgen voor de reeks van nominale hoeveelheden voor verpakte consumptiemelk. Artikel 2, eerste lid, van de richtlijn bepaalt dat het de lidstaten niet is toegestaan het in de handel brengen van voorverpakte producten te weigeren, te verbieden of te beperken om redenen die verband houden met de nominale hoeveelheid van de verpakking. Het tweede lid van dit artikel bepaalt vervolgens dat voor enkele producten, waaronder melk, de thans verplichte nominale hoeveelheden kunnen worden gehandhaafd tot 11 oktober 2012. Met deze wijzigingsverordening wordt uitvoering gegeven aan het voor melk bepaalde in artikel 2 van de Richtlijn door aan de werkingsduur van artikel 3 van Zuivelverordening 2003, Melk en melk- en zuivelproducten de einddatum van 11 oktober 2012 te verbinden. Zoetermeer, voorzitter secretaris RECTIFICATIE PBO-Special In het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie van de Sociaal-Economische Raad 4 april 2008, nummer 26 staat op pagina 2 Overzicht Financiën Bedrijfslichamen 2005. Dit moet 2006 zijn. Mbbo 2008, nr. 29 12

Tegen een besluit tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD RE 3 Verordening begroting 2008 13

Den Haag, 25 januari 2008 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter V.C.M. Timmerhuis algemeen secretaris Goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 28 maart 2008, nr. AV/CAM/2008/8987. 14

RE 4 Verordening opslagen en bijdragen 2008 Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 25 januari 2008 houdende regels ter zake van de opslagen en bijdragen 2008 (Verordening opslagen en bijdragen 2008) De Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 55, eerste en tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Besluit: 1 Opslagen Artikel 1 1. Voor 2008 worden de opslagen, bedoeld in artikel 54, onder a, van de Wet op de bedrijfsorganisatie, als volgt vastgesteld voor ondernemingen in stand gehouden door: a. natuurlijke personen en Europese economische samenwerkingsverbanden 2,70 b. verenigingen en stichtingen c. vennootschappen onder firma d. commanditaire vennootschappen e. coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen tot 50 f. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal tot 2,5 miljoen euro en een aantal werkzame personen tot 50 g. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen tot 50 h. coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 50 tot 250 i. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van 2,5 miljoen euro tot 10 miljoen euro en een aantal werkzame personen van 50 tot 250 j. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot 250 k. coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 250 of meer l. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van 10 miljoen euro of meer en een aantal werkzame personen van 250 of meer m. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 250 of meer 2. Indien van een vennootschap als bedoeld in het eerste lid, onderdelen i en l, het maatschappelijk kapitaal dan wel het aantal werkzame personen kleiner is dan de in die voorschriften aangegeven ondergrenzen, dan geldt voor die vennootschap het bedrag van de opslag, genoemd in de onderdelen f onderscheidenlijk i. 15

Artikel 2 Van de opslagen zijn vrijgesteld de ondernemingen waarin uitsluitend landbouw wordt uitgeoefend, ondernemingen waarin uitsluitend bosbouw wordt uitgeoefend en ondernemingen in de sectoren groenten en fruit en bloemen en planten waarin uitsluitend de groot- en tussenhandel wordt uitgeoefend. 2 Bijdragen Artikel 3 Ingevolge artikel 54, onder b, van de Wet op de bedrijfsorganisatie wordt van het bedrag dat in totaal als baten uit heffingen in de gewone dienst van de begroting van de Raad voor 2008 is opgenomen, een bijdrage geheven van: Hoofdproductschap Akkerbouw 0,1995% Productschap Tuinbouw 0,9576% Productschappen Vee, Vlees en Eieren 0,3402% Productschap voor Zuivel 0,6027 % Bosschap 0,011% 3 Slotbepalingen Artikel 4 Deze verordening wordt geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en in de Staatscourant. Artikel 5 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 december 2007, treedt zij in werking op de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2008. Artikel 6 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening opslagen en bijdragen 2008. Den Haag, 25 januari 2008 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter V.C.M. Timmerhuis algemeen secretaris Goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 28 maart 2008, nr. AV/CAM/2008/8987. 16

Toelichting Algemeen In de inkomsten van de Raad wordt voorzien door enerzijds een nominale opslag op de bijdragen die ondernemingen aan de kamers van koophandel zijn verschuldigd voor hun inschrijving in het Handelsregister en anderzijds door een bijdrage te heffen van de primaire agrarische sector via de daarbij betrokken bedrijfslichamen, te weten het Hoofdproductschap Akkerbouw, het Productschap Tuinbouw, de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (het Productschap Vee en Vlees, tezamen met het Productschap voor Pluimvee en Eieren), het Productschap voor Zuivel en het Bosschap. De nominale opslag wordt vastgesteld per categorie van ondernemingen. Hierbij wordt de door de kamers van koophandel gebruikte categorie-indeling aangehouden. De bijdrage van de primaire agrarische sector wordt periodiek afgemeten aan zijn aandeel in het nationaal inkomen. Artikelsgewijs Artikel 1 In dit artikel wordt de opslag per categorie onderneming bepaald. Voor de berekening van deze opslag wordt - evenals in voorgaande jaren - voor de categorieën van ondernemingen aangesloten bij het Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken (gebaseerd op de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997). Met betrekking tot de aan de ondernemingen gerelateerde gewichten ( wegingscoëfficiënten ) hanteert genoemd besluit met ingang van 1 januari 2008 evenwel een andere systematiek dan voorheen. Deze wijziging heeft ten doel met grotere nauwkeurigheid de door de kamers van koophandel werkelijk gemaakte kosten aan ondernemingen door te berekenen. Als gevolg van een wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie (Verzamelwet SZWwetgeving 2008) kan de SER met ingang van 1 januari 2008 afwijken van de door de kamers van koophandel gehanteerde wegingscoëfficiënten. Dit is wenselijk omdat de werkzaamheden van de Sociaal-Economische Raad naar hun aard met zich brengen dat de SER-opslag veeleer gerelateerd moet zijn aan de omvang van een onderneming. Om die reden wordt voor de berekening van de SER-opslag in 2008 in wezen de tariefstructuur zoals die bestond op grond van het Besluit kamers van koophandel en fabrieken van 24 december 1997 gehandhaafd. Bijgevoegd is een overzicht van het verloop van de hoogte van de heffingen. Artikel 2 In dit artikel worden vrijgesteld van de nominale SER-opslag die ondernemingen, die voor de SER-bijdrage al worden aangeslagen door de betrokken bedrijfslichamen. Zou dit niet gebeuren, dan betalen landbouw- en bosbouwondernemers die tevens rechtspersoon zijn, dubbel. Dit geldt evenzeer voor ondernemers in de groot- en tussenhandel als gevolg van de door het Productschap Tuinbouw gehanteerde heffingssystematiek (een algemene heffing in plaats van een standaard bedrijfseenhedenheffing bij de primaire landbouwsector). Onder landbouw wordt verstaan: a. akker- en weidebouw; b. veehouderij en pluimveehouderij; c. tuinbouw, te weten groenteteelt, fruitteelt, bloembollenteelt, boomkwekerij, bloemkwekerij, tuinbouwzaadteelt en kruidenteelt; d. bijenteelt; e. cultuur van grond, riet en biezen; f. veenderij; g. landbouwambachten. Voor de omschrijving van het begrip onderneming waarin bosbouw wordt uitgeoefend wordt verwezen naar het Koninklijk Besluit van 3 juni 2003 waarbij het Bosschap is ingesteld. Voor wat onder groenten, fruit en siergewassen (bloemen en planten) wordt verstaan, wordt verwezen naar het Koninklijk Besluit van 19 december 2003 waarbij het Productschap Tuinbouw is ingesteld. 17

Artikel 3 De bijdrage van de primaire agrarische sector wordt periodiek afgemeten aan zijn aandeel in het nationaal inkomen. Voor 2005-2007 was het aandeel van deze sector (exclusief bosbouw) bepaald op 2,3 procent; op grond van de meest recente CBS-cijfers wordt voor de periode 2008 tot en met 2010 gerekend met een aandeel van 2,1 procent. Voor de bosbouwsector wordt gerekend met een bijdrage van 0,011%. De betrokken bedrijfslichamen dragen hierin bij naar rato van de omvang van hun deelsectoren. De in artikel 3 vermelde verdeling is in overleg met deze bedrijfslichamen vastgesteld. Den Haag, 25 januari 2008 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter V.C.M. Timmerhuis algemeen secretaris Bijlage bij de Toelichting bij de Verordening opslagen en bijdragen 2008 Overzicht SER opslagen handelsregisters kamers van koophandel en fabrieken 2008 2007 2006 2005 a. natuurlijke personen en Europese economische samenwerkingsverbanden 2,70 3,20 3,35 3,55 b. verenigingen en stichtingen 5,40 6,40 6,70 7,10 c. vennootschappen onder firma 8,10 9,60 10,05 10,65 d. commanditaire vennootschappen 8,10 9,60 10,05 10,65 e. coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen tot 50 13,50 16,00 16,75 17,75 f. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal tot 2,5 miljoen euro en een aantal werkzame personen tot 50 13,50 16,00 16,75 17,75 g. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot 250 13,50 16,00 16,75 17,75 h. coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 50 tot 250 27,00 32,00 33,50 35,50 i. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van 2,5 miljoen euro tot 10 miljoen euro en een aantal werkzame personen van 50 tot 250 27,00 32,00 33,50 35,50 j. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot 250 27,00 32,00 33,50 35,50 k. coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 250 of meer 78,30 92,80 97,15 102,95 l. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van 10 miljoen euro of meer en een aantal werkzame personen van 250 of meer 78,30 92,80 97,15 102,95 m. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 250 of meer 78,30 92,80 97,15 102,95 18

RE 5 Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden 2008 Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 25 januari 2008 houdende regels voor het opleggen van een heffing ter bevordering van de scholing en vorming van ondernemingsraadsleden (Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden 2008) De Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 46a van de Wet op de ondernemingsraden; Gehoord de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid; Besluit: 1 Heffingspercentage Artikel 1 Voor 2008 wordt het percentage van de heffing als bedoeld in artikel 46a, derde lid, van de Wet op de ondernemingsraden vastgesteld op 0,017. 2 Inning, afdracht en verantwoording Artikel 2 1. De Rijksbelastingdienst ontvangt van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad een nominatieve opgave van de naar het oordeel van de Bestuurskamer heffingsplichtige ondernemers. De Rijksbelastingdienst doet zo spoedig mogelijk na het verstrijken van elke maand van het jaar 2008 aan de Sociaal-Economische Raad een opgave van het totaal van de in die maand verzonden heffingsaanslagen, alsmede van het totaal van de in die maand ontvangen heffingsbedragen. Tevens doet de Rijksbelastingdienst opgave van de in die maand wegens oninbaarheid afgeboekte heffingsbedragen. 2. Tegelijk met de in het vorige lid bedoelde maandelijkse opgave draagt de Rijksbelastingdienst het gesaldeerde bedrag aan de Sociaal-Economische Raad af. 3. De Belastingdienst verantwoordt zich in het Beheersverslag over de geleverde prestaties. Het Beheersverslag wordt gecertificeerd door de Auditdienst Financiën. De accountantsverklaring behorende bij het Beheersverslag wordt ter beschikking gesteld aan de Sociaal-Economische Raad. In het Beheersverslag van de Belastingdienst wordt ten minste melding gemaakt van de in dat jaar opgelegde heffingsaanslagen, afgeboekte bedragen en de ontvangen heffingsbedragen, gespecificeerd naar dat jaar en de vorige jaren. Voorts wordt in het Beheersverslag de aan de Sociaal-Economische Raad in rekening gebrachte vergoeding vermeld. 3 Slotbepalingen Artikel 3 Deze verordening wordt geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en in de Staatscourant. Artikel 4 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 december 2007, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2008. 19

Artikel 5 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden 2008. Den Haag, 25 januari 2008 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter V.C.M. Timmerhuis algemeen secretaris Goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met de Minister van Financiën bij beschikking van 28 maart 2008, nr. AV/CAM/2008/8987. Toelichting Algemeen Op grond van artikel 46a, eerste lid, van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is de ondernemer die op grond van de WOR, een cao of een publiekrechtelijke arbeidsvoorwaardenregeling op 1 januari van een kalenderjaar verplicht is om een ondernemingsraad (OR) in te stellen, een heffing verschuldigd voor de bevordering van scholing en vorming van ondernemingsraadsleden. Ook de ondernemer die een OR op vrijwillige basis ingesteld heeft, is bijdrageplichtig. Er is sprake van een verplichting tot het instellen van een ondernemingsraad zodra er in de regel ten minste vijftig personen krachtens een publiekrechtelijke aanstelling bij dan wel krachtens een arbeidsovereenkomst met de ondernemer in de onderneming werkzaam zijn. De heffing wordt formeel opgelegd door de Sociaal-Economische Raad, die daartoe jaarlijks het percentage van de heffing bij verordening vaststelt. De Sociaal-Economische Raad subsidieert uit de heffingsopbrengst de activiteiten van de Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) te Utrecht. Het GBIO heeft als kerntaak het verlenen van een bijdrage in de cursuskosten van ondernemingsraadsleden. Heffingssystematiek De heffing wordt in de praktijk door de Rijksbelastingdienst namens de Sociaal-Economische Raad geheven en geïnd. De berekeningsgrondslag voor de heffing is het loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964, met uitzondering van de eindheffingsbestanddelen, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen b tot en met h van die wet. Tot de eindheffingsbestanddelen behoren loon in natura en onkostenvergoedingen. Voor de berekening van de heffing wordt onder het begrip ondernemer verstaan: de ondernemer in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964. De heffing wordt per heel kalenderjaar opgelegd. De Rijksbelastingdienst legt de heffing bij wege van aanslag op en past daarbij de regels voor de heffing en invordering van de inkomstenbelasting toe. De bepalingen uit de Invorderingswet 1990 en de Algemene wet inzake rijksbelastingen zijn op deze heffing van overeenkomstige toepassing verklaard. De kosten die de Rijksbelastingdienst voor de uitvoering van deze taak maakt, komen ten laste van de heffingsopbrengst. 20

De WOR schrijft voor dat de Sociaal-Economische Raad jaarlijks bij verordening het heffingspercentage vaststelt. Het percentage voor het jaar 2008 is vastgesteld op 0,017. Artikelsgewijs Artikel 1 Het percentage van de heffing wordt voor 2008 vastgesteld op 0,017. Grondslag is het loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964, met uitzondering van de eindheffingsbestanddelen van het voorafgaande jaar. Voor 2006 en 2007 bedroeg het heffingspercentage respectievelijk 0,010 en 0,015. Tot en met 2005 werd de heffing geïnd door UWV. De heffing werd door UWV aan het begin van het kalenderjaar bij voorschot opgelegd, waarna een afrekening in het volgende kalenderjaar volgde. De heffing werd omstreeks juli afgedragen. Vanaf 2006 verzorgt de Rijksbelastingdienst de inning van de heffing. Met de Belastingdienst zijn afspraken gemaakt om tot een zo eenvoudig mogelijke heffingssystematiek te komen. Dit heeft er onder meer toe geleid dat de heffing vanaf 2006 berekend wordt over het loon van het voorafgaande jaar. De Rijksbelastingdienst verzendt de aanslagen uiterlijk eind mei. De eerste substantiële afdracht vindt in september plaats. Gelet op het gemiddelde afdrachtstijdstip van UWV in de maand juli diende de subsidie aan het GBIO over de maanden januari tot en met juni gefinancierd te worden uit de heffingsinkomsten van het voorgaande jaar. Tot 2005 werd dan ook gestreefd naar een vermogenspositie van 50 procent van de begrote jaarlasten. Het tempo van de afdracht van de heffingsopbrengst door de Rijksbelastingdienst geeft aanleiding tot een bijstelling van de normpositie van het vermogen tot 75 procent. Aangezien de eerste afdracht in september plaatsvindt moeten nu uit de heffingsopbrengst van het voorgaande jaar de eerste negen maanden van het jaar gefinancierd worden. Onderzocht is of er mogelijkheden zijn om de norm terug te brengen naar 50 procent. Bij de Rijksbelastingdienst is nagegaan of de heffing eerder in het jaar opgelegd kan worden. Dat bleek binnen de huidige systematiek van de Rijksbelastingdienst niet mogelijk. Ook het GBIO is verzocht om na te gaan of de termijn van de betalingen aan de onderzoeksinstituten verlengd kon worden. Ook dit bleek niet mogelijk. De normpositie van het vermogen is derhalve met ingang van 2007 op 75 procent gesteld. Het heffingsvermogen lag in de voorafgaande jaren ruim boven de 100 procent van de jaarlasten. Om de reserve af te bouwen is in 2006 het percentage gehalveerd. De reserve is daardoor gedaald tot ongeveer 90 procent van de begrote jaarlasten. Voor het jaar 2007 wordt een negatief resultaat verwacht van 4,1 miljoen euro. De vermogenspositie komt hiermee op 19,9 miljoen euro uit. Dit komt overeen met 80 procent van de voor 2008 begrote jaarlast van 24,8 miljoen euro. Bij een percentage van 0,017 wordt voor 2008 een negatief resultaat van 1,1 miljoen euro begroot. Daardoor bedraagt het vermogen ultimo 2008 naar verwachting 18,8 miljoen euro. Dit komt overeen met 74 procent van de voor 2009 begrote jaarlast van 25,3 miljoen euro. De normpositie van het vermogen zal uiteraard opnieuw beoordeeld worden, indien de geldstroom van de Rijksbelastingdienst naar de SER eerder op gang komt. Artikel 2 De Sociaal-Economische Raad stelt de heffingsplicht in individuele gevallen vast. Een eventueel bezwaar of beroep van een ondernemer gericht tegen de aanwijzing als heffingsplichtige wordt door de Sociaal-Economische Raad afgehandeld. De Bestuurskamer (een commissie ex artikel 19 van de Wet op de bedrijfsorganisatie) stelt een lijst van heffingsplichtige ondernemers ter beschikking van de Rijksbelastingdienst. Artikel 2 vormt de neerslag van afspraken die gemaakt zijn tussen de Rijksbelastingdienst en de Sociaal- 21

Economische Raad. Dit stelt de Sociaal-Economische Raad in staat een oordeel te vellen over de rechtmatigheid en doelmatigheid van het verloop van de innings- en invorderingsprocessen alsmede de hoogte van de afdracht. De afspraken met de Belastingdienst zijn vastgelegd in een op 24 oktober 2007 getekend convenant en protocol. Den Haag, 25 januari 2008 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter V.C.M. Timmerhuis algemeen secretaris BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Vis VIS 3 Verordening Hollandse Nieuwe 2007 22

23

Rijswijk, 29 maart 2007 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris De Verordening Hollandse Nieuwe 2007 is onder nummer 2007/0259/NL op 8 mei 2007 ingevolge artikel 8, eerste lid, van de richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217), voorgelegd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 31 maart 2008. 24

25

26

27

28

Rijswijk, 29 maart 2007 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris VIS 4 Besluit aanwijzing toezichthouders Verordening Hollandse Nieuwe 2007 29

30

Rijswijk, 29 maart 2007 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris Goedgekeurd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Justitie bij beschikking van 26 februari 2008, nr. TRCJZ/2007/1170. 31

32

Rijswijk, 29 maart 2007 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris Productschap Zuivel PZ 5 Verordening PZ Delegatie en mandaat 2008 33

34

Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel HBAG 8 Verordening HBAG heffing groenten en fruit 2008 35

36

37

38

Aalsmeer, 19 december 2007 M.J. Varekamp voorzitter P.M.M. van Ostaijen secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 7 februari 2008. 39

40

41

Aalsmeer, 19 december 2007 M.J. Varekamp voorzitter P.M.M. van Ostaijen secretaris Bosschap BOS 3 Ontheffingsbeleid 2008 fytosanitaire verordening Picea en Larix 42

Driebergen, 20 maart 2008 A. Jorritsma-Lebbink voorzitter G.J.P. Jansen secretaris 43

Wettelijk voorgeschreven uitgave van de Sociaal- Economische Raad met mededelingen, verordeningen en besluiten van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (pbo). Verschijnt wekelijks. ISSN 0920-4865 Redactie: Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Telefoon: 070-3 499 499 Telefax: 070-3 832 535 E-mail: pboblad@ser.nl De SER heeft een eigen website op het Internet. Deze is te vinden op www.ser.nl Een jaarabonnement is gratis. Opgave jaarabonnementen, opzeggingen en adreswijzigingen uitsluitend via email: pboblad@ser.nl met als onderwerp abonnement.