Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding



Vergelijkbare documenten
Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP

1. Aanleiding en opdracht Staatscommissie Herijking Ouderschap

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Familie van nu. Voorstellen tot aanpassing van het personen-, familie-, erf- en schenkrecht. 1. Uitgangspunten (niet amendeerbaar) Toelichting

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Ouderschap, gezag en scheiding

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg?

239. Duomoederschap anno 2014

De keuze van de achternaam

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

Het huwelijk van twee mannen of twee vrouwen

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s)

Overzicht van roze ouderschapsvormen

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

MEMORIE VAN TOELICHTING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De keuze van de achternaam

Minderjarigheid in het recht

PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen?

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Adoptie van een kind in Nederland

Protocol kind en scheiding

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011

Protocol Kind en echtscheiding

Dossier Draagmoeder. Beleidsinformatie:

Trouwen, geregistreerd partnerschap en samenwonen

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

Trouwen, geregistreerd partnerschap en samenwonen

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS?

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Protocol Kind en echtscheiding

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Als ouders niet meer samen zijn

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ref.nr.: / Amsterdam, 18 oktober 2012 betreft: COC-inbreng t.b.v. plenaire behandeling wetsvoorstel Lesbisch Ouderschap (33 032)

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

samenvatting Kind en Ouders in de 21 ste eeuw Rapport van de Staatscommissie herijking ouderschap

Trouwen, geregistreerd partnerschap en samenwonen

Internationale afstamming en draagmoederschap

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, /01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper )

stichting Meer dan Gewenst Advocatenkantoor De Binnenstad

De rechten van grootouders

Als ouders niet meer samen zijn

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Uw Scheiding Uw Financieel Planner

Trouwen, geregistreerd partnerschap en samenwonen

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag

uw kenmerk : rondetafelgesprek d.d. 26 januari 2017: Rapport Staatscommissie Herijking Ouderschap Kind en ouders in de 21 e eeuw

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Protocol bij echtscheiding. Bestuur voorgenomen d.d. Personeelsvertegenwoordiging besproken d.d Evaluatiemoment :

Als ouders niet meer samen zijn

Cleveringalezing, Vancouver 27 november Kinderrechten in het kader van het familierecht

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:RBMNE:2017:386

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, /FA RK ; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr.

Gezag, omgang en informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol

Kind- en effectrapportage Recht op afstamming in brede zin van het woord

Als ouders niet meer samen zijn

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen

Is meeroudergezag wenselijk in Nederland?

Lesbisch ouderschap. Bespreking van het rapport van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie (commissie-kalsbeek)

Ministerie van Veiligheid en Justitie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Meeroudergezag: een oplossing voor kinderen met meer dan twee ouders?

Voorwoord 7. 1 Blijven je ouders je ouders? Moet ik nu ook verhuizen? Houd ik mijn eigen naam? Wie betaalt er voor mij?

INFORMATIEPLICHT OUDERS

Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de Commissie Justitie en Veiligheid Postbus EA Den Haag. s-hertogenbosch, 9 mei 2018

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming

Wie wordt de tweede ouder? De biologische vader en de duomoeder in juridische strijd verwikkeld, nu en in de toekomst

Protocol omgang met gescheiden ouders

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming?

Maart 2012 N. Leeuwrik

Als ouders niet meer samen zijn Informatie over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/ FA RK ; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

Geboren met twee moeders

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

Rolnummer Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) HET SAMENLEVINGSCONTRACT. Partnerpensioen

Rolnummer Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T

Transcriptie:

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap 1. Inleiding In april 2014 heeft de ministerraad op voorstel van de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de Staatscommissie Herijking ouderschap ingesteld. De Staatscommissie beoordeelt de uitgangspunten van het afstammingsrecht en het ontstaan van juridisch ouderschap in de context van veranderende gezinssamenstellingen, als gevolg van technologische en maatschappelijke veranderingen. De commissie zal onderzoeken welke wettelijke mogelijkheden er zijn voor meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap. 1 De commissie heeft politieke partijen verzocht hun visie op deze onderwerpen kenbaar te maken. D66 heeft deze onderwerpen bestudeerd in het kader van het project Familie van nu. D66 wil de oplossingen die zijn geformuleerd voor meerouderschap- en gezag delen met de Staatscommissie en in het kader van de parlementaire discussie over deze onderwerpen voorleggen aan de Minister van Veiligheid en Justitie. Hieronder volgt een beknopte beschrijving van het probleem gevolgd door de volgens D66 gewenste oplossingsrichting en de regeling die samen met deskundigen is ontworpen. 2. Probleembeschrijving Steeds meer kinderen groeien op met feitelijk drie of vier ouders. Soms ontstaat dit meeroudergezin na de geboorte van het kind. Bijvoorbeeld omdat de juridische ouders uit elkaar gaan en samen met een nieuwe partner de stiefouder, ook wel de sociale ouder genoemd het kind opvoeden. Men spreekt dan over niet-intentioneel meerouderschap. Het aantal stiefgezinnen is toegenomen van 115 duizend in 1998 tot 149 duizend in 2007. Soms ontstaat dit meeroudergezin voor de verwekking van het kind. Drie of vier ouders besluiten om samen het kind te verwekken en na de geboorte op te voeden; twee wensmoeders met een donorvader en eventueel zijn partner, of twee wensvaders met een draagmoeder en eventueel haar partner. Men spreekt dan over intentioneel meerouderschap. Intentioneel wil zeggen dat bewust de keuze is gemaakt om gezamenlijk een kind te verwekken met de intentie het kind gezamenlijk op te voeden. Het aantal intentionele meeroudergezinnen is niet bekend. In 2009 woonden er in Nederland ruim 55 duizend paren van gelijk geslacht samen. Bij ongeveer 10 procent woonden een of meer kinderen in huis. 2 Uit beschikbaar onderzoek blijkt dat kinderen die opgroeien met drie of vier ouders geen voor- of nadeel hebben ten opzichte van kinderen die opgroeien met twee ouders. 3 Kinderen in meeroudergezinnen hebben dezelfde kans om goed of slecht terecht te komen als andere kinderen. De houding van de sociale omgeving van het gezin kan wel een effect hebben op hoe het kind opgroeit. Uit onderzoek moet blijken of een verdere juridische versterking van de positie van het kind in een intentioneel en/of niet-intentioneel meeroudergezin nodig is. In het afstammingsrecht wordt geregeld wie de juridische ouder is van het kind. Meestal hebben de juridische ouders ook (gezamenlijk) het ouderlijk gezag. Toch is juridisch ouderschap iets anders dan ouderlijk gezag. De juridische ouder heeft niet altijd ouderlijk gezag en de gezagsdrager is niet altijd de juridische ouder. Door het juridische ouderschap ontstaat onder meer de onderhoudsplicht, het recht op omgang, informatie en consultatie na een scheiding en zijn ouder en kind elkaars wettelijke erfge- 1 Kamerstukken 33 836 nr. 2. 2 Zie: M.V. Antokolskaia et al, Meeroudergezag: een oplossing voor kinderen met meer dan twee ouders? (Den Haag 2014), 118, 122; A. de Graaf, Gezinnen in cijfers, in: Gezinsrapport (Den Haag 2011), 40-41; L. Steenhof, Schatting van het aantal stiefgezinnen, Bevolkingstrends 4 e kwartaal 2007; A. de Graaf, Gezinnen in beweging, Bevolkingstrends 2 e kwartaal 2011, 85. 3 S. Golombok, Modern families: parents and children in new family forms (Cambridge 2015).

namen. Het gezag is relevant voor verzorging en opvoeding van het kind, het bewind over zijn vermogen en de verantwoordelijkheid voor alles wat het kind doet (burgerlijke handelingen). In het Nederlandse afstammingsrecht is het niet mogelijk dat meer dan twee personen juridisch ouder zijn van het kind. 4 Ook het ouderlijke gezag wordt door maximaal twee personen uitgevoerd. In een meeroudergezin is de band tussen het kind en de derde en vierde ouder juridisch niet erkend en beschermd. De derde en vierde ouder hebben geen onderhoudsplicht naar het kind, geen recht op omgang en zijn niet bevoegd om beslissingen te nemen over de verzorging en opvoeding van het kind. 3. Oplossingsrichting D66 is na grondige analyse van de thematiek van mening dat er geen gegronde reden is om niet aan drie of vier personen meerouderschap en/of gezag toe te kennen, mits er sprake is van een eenheid van het gezin. Op de eerste plaats is het volgens D66 in het belang van het kind en de rechtszekerheid in het maatschappelijk verkeer dat de feitelijke gezinssituatie juridisch wordt erkend en beschermd. Ook de betrokken ouders hebben recht op erkenning en bescherming van de feitelijke gezinssituatie. Dit vraagt om een overheid die ouders leefvormneutraal faciliteert in de keuzes die zij maken voor de inrichting van hun gezinsleven, door op de wettelijk de mogelijkheid te scheppen dat meer dan 2 ouders tegelijkertijd het juridische ouderschap en/of ouderlijk gezag krijgen toegekend. D66 is van mening dat de wetgever ouders, ook als dit er meer dan twee zijn, leefvormneutraal moet faciliteren als zij in onderlinge overeenstemming invulling willen geven aan het gezinsleven in het belang van alle gezinsleden. Voor intentionele meeroudergezinnen is evident sprake van een situatie waarin alle toekomstige ouders een eenheid vormen vóór de verwekking van het kind. Deze aanstaande ouders doorlopen een intensief traject tot de geboorte van het kind. Zij kiezen zeer weloverwogen voor een gezin met meer dan twee ouders. Zij denken zelfs al voor de verwekking na over de invulling van het ouderschap. Juridisch krijgen zij niet de kans om de keuzes die zij maken voor de invulling van hun gezinsleven te formaliseren. Zij verdienen dezelfde rechten en plichten als ieder ander ouderlijk paar in lijn met het recht op familiy life, zoals dat is vastgelegd in artikel 8 in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hiervoor is nodig dat juridisch meerouderschap in het leven wordt geroepen. Omdat juridische ouders ook het ouderlijk gezag moeten kunnen krijgen, vereist meerouderschap tevens de inrichting van een wettelijke voorziening voor meeroudergezag. Voor niet-intentionele meeroudergezinnen is deze eenheid van alle betrokken ouders naar het kind niet evident. Toch kan ook in deze situatie een dergelijke eenheid ontstaan, als beide juridische ouders op basis van onderlinge overeenstemming met de sociale ouder en met instemming van het kind indien het redelijkerwijs in staat kan worden geacht op te komen voor zijn belangen, tot gezamenlijke afspraken over de invulling van het ouderschap komen. De wetgever moet ouders in deze situatie de mogelijkheid geven om de onderling gemaakte afspraken over de invulling van het ouderschap te formaliseren, om het feitelijke gezinsleven te erkennen en beschermen. Hiervoor is nodig dat voor specifieke situaties meeroudergezag kan worden verleend, waarmee sociale ouders formeel in het leven van het kind worden betrokken als gezagsdrager. Tot slot is D66 van mening dat uit onderzoek moet blijken of een verdere juridische versterking van de positie van het kind in het intentionele en/of niet-intentionele meeroudergezin nodig is. 4 Dit uitgangspunt staat niet expliciet in het personen- en familierecht, maar volgt uit de artikelen over erkenning (1:204 BW) en gerechtelijke vaststelling ouderschap (1:207 BW).

4. Regelingen Hieronder volgen de uitgangspunten voor de regelingen die D66 voorstaat voor meerouderschap, meeroudergezag en draagouderschap. 4.1 Meerouderschap Pre-conceptuele overeenkomst De regeling voor meerouderschap wil D66 naar het model van Brits-Columbia (Canada) inrichten met een pre-conceptuele overeenkomst, die de wensouders vóór de verwekking in een notariële akte vastleggen. Het minimum aantal ouders is in deze regeling drie en het maximum vier. De geboortemoeder, de zaaddonor en hun mogelijke partners kunnen juridisch ouderschap krijgen. Zij krijgen in beginsel ook automatisch ouderlijk gezag. De notariële akte garandeert dat de wensouders voor de conceptie van het kind hebben gekozen voor de verwekking en de opvoeding van het kind. Bovendien geeft dit de notaris de gelegenheid om de wensouders voor te lichten over de specifieke gevolgen van het meerouderschap. Afstammingsrecht blijft intact Deze regeling bestaat naast het reguliere afstammingsrecht. In het reguliere afstammingsrecht nemen we met een nieuw artikel in titel 11, afdeling 1(a) van Boek 1 BW een bepaling op die verwijst naar de regeling voor meerouderschap. De voorwaarden die D66 stelt om in aanmerking te komen voor deze regeling worden in die bepaling opgenomen. Op die manier krijgen 3 of 4 ouders het juridische ouderschap; twee wensouders met een zaaddonor en eventueel partner of met een draagouder en eventueel partner. Er is geen gegronde reden om te veronderstellen dat deze 3 of 4 ouders minder dan 2 ouders in het reguliere afstammingsrecht een eenheid vormen naar het kind. Deze constructie maakt meerouderschap mogelijk zonder dat het afstammingsrecht en alle op dit recht gebaseerde wetten en bepalingen fundamenteel moeten worden herzien. Twee paren of een paar met één andere persoon nemen de positie in van 2 ouders met alle rechten en verplichtingen die uit het juridische ouderschap voortvloeien. Ouders en kind zijn op die manier automatisch elkaars erfgenamen. Ook het naamrecht werkt hetzelfde voor een meeroudergezin; 3 of 4 ouders kiezen in het huidige naamrecht één achternaam voor het kind. Als ouders er niet uitkomen, is de achternaam van de geboortemoeder volgens D66 het meest logische aanknopingspunt. Een aantal punten verdienen extra aandacht, zoals de consequenties van een scheiding of breuk van de relatie(s) van ouders in een meeroudergezin voor het kind. Ouderschap is permanent De notariële akte wordt tijdens of zelfs vóór de aangifte overlegd en de geboorteakte overeenkomstig opgemaakt. Na de conceptie kunnen de partijen zich niet meer terugtrekken uit de overeenkomst. Bij conflicten over het ouderschap, kan de rechter om een beslissing worden gevraagd. De rechter zal altijd het belang van het kind centraal stellen in zijn oordeel. De niet-biologische juridische ouders kunnen het ouderschap niet teniet doen, omdat zij met het ouderschap van zichzelf en elkaar per overeenkomst hebben ingestemd. Partner van de biologische ouder Als partner komt in aanmerking de persoon die gehuwd is met of geregistreerd partner is van één van de biologische ouders, of met hem of haar een notarieel samenlevingscontract heeft. Gelet op de intensieve voorbereiding die het intentionele meerouderschap vergt en de voorlichting die onderdeel is van

de notariële akte, vindt D66 de eis dat de partners minimaal 3 jaar samenwonen, die wordt gesteld aan paren die een kind willen adopteren, in dit geval niet nodig. Recht op afstammingskennis Het kind heeft het recht om te weten van wie het afstamt. Dat recht borgt D66 in de regeling voor meerouderschap. De pre-conceptuele overeenkomst die in een notariële akte wordt vastgelegd is enkel geldig als opgenomen is welke personen biologisch betrokken zijn in de verwekking van het kind. In de geboorteakte wordt hiernaar verwezen. Deze informatie is enkel beschikbaar voor het kind. Overgangsregeling De regeling zoals hier beschreven is alleen toegankelijk voor paren die na de inwerkingtreding van de regeling een pre-conceptuele meerouderschapsovereenkomst vastleggen in een notariële akte. Voor meerouders die voor de inwerkingtreding van de regeling met drie of vier personen een kind opvoeden, moet een overgangsregeling worden ingesteld, op grond waarvan zij de mogelijkheid hebben met 3 of 4 personen het juridisch ouderschap te verkrijgen. Het gaat expliciet om meerouders die hebben ingestemd met de verwekking van het kind. 4.2 Meeroudergezag voor intentionele meeroudergezinnen In beginsel ook ouderlijk gezag Ouders die op basis van de bovenstaande regeling voor meerouderschap juridisch ouderschap krijgen, verkrijgen automatisch ouderlijk gezag, tenzij de ouders in de pre-conceptuele overeenkomst aangeven welke ouder(s) niet het ouderlijk gezag krijgen. Als voorwaarde geldt dat altijd minimaal 2 ouders het ouderlijk gezag krijgen; dit zijn de ouder waaruit het kind geboren is en de zaaddonor of één van beiden met de eigen partner. Gebaseerd op gezamenlijkheid Het uitgangspunt in het gezagsrecht is dat gezagsdragers beslissingen die betrekking hebben op het kind altijd gezamenlijk nemen. Ouders die bij de notaris een pre-conceptuele overeenkomst opstellen, worden door de notaris onder meer voorgelicht over de onverdeelbare rechten en plichten die horen bij de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag. Bij een conflict over de uitoefening van het gezamenlijk gezag kunnen ouders op grond van artikel 1:253a BW de rechter vragen een beslissing te nemen. Dit artikel wil D66 ook toepassen op meeroudergezag. Geen onderscheid D66 wil dat 3 of 4 ouders eventuele afspraken die zij voor de conceptie hebben gemaakt over bijvoorbeeld het levensonderhoud van het kind, de verdeling van zorg- en opvoedingstaken en afspraken over hoe zij elkaar informeren en raadplegen over belangrijke zaken die het kind aangaan nadien, ook na de geboorte, kunnen bijstellen net als 2 ouders. Het is niet verplicht om afspraken te maken voor de verwekking van het kind. Mogelijk kan dit wel worden aangeraden door de notaris als onderdeel van de voorlichting. Rechtelijke uitspraak over ouderlijk gezag Bestaande regelingen waarmee het kind de rechter kan verzoeken om een uitspraak over ouderlijk gezag en omgang zijn analoog van toepassing zijn op meeroudergezinnen.

4.3 Meeroudergezag voor niet-intentionele meeroudergezinnen Sociale ouders Vaak ontstaat een meeroudergezin pas na de geboorte van het kind. Bijvoorbeeld als na een scheiding de ouders van het kind een nieuwe partner vinden die betrokken is bij de opvoeding van het kind; het niet-intentionele meeroudergezin. Het kan overigens ook voorkomen dat er in een intentioneel meeroudergezin een vierde ouder bijkomt, bijvoorbeeld als de draagouder of de zaaddonor een partner krijgt. Gebaseerd op gezamenlijkheid Deze sociale ouders zijn in de door D66 voorgestelde regeling voor meerouderschap uitgesloten van het juridische ouderschap; zij hebben immers niet ingestemd met de verwekking van het kind. D66 sluit hiermee aan bij het reguliere afstammingsrecht. D66 vindt echter wel dat voor sociale ouders en bekende donoren de mogelijkheid van meeroudergezag open moet staan, mits de juridische ouders en het kind indien het redelijkerwijs in staat kan worden geacht op te komen voor zijn belangen met ouderlijk gezag instemmen. Het standpunt van D66 is dat indien de sociale en de juridische ouders het eens zijn met elkaar, het uitgangspunt van gezamenlijke uitoefening van ouderlijk gezag voldoende geborgd is. Het gezag van de meerouder wordt aangetekend in het gezagsregister, naar analogie van de regeling in artikel 1:252 BW. De relatie tussen de sociale ouder en het kind is hiermee juridisch erkend en beschermd. Mogelijk zou meeroudergezag ook voor andere personen opengesteld kunnen worden, zoals opa s of oma s. D66 wil dat deze mogelijkheid onderzocht wordt. Rechtelijke uitspraak over ouderlijk gezag Bestaande regelingen waarmee het kind de rechter kan verzoeken om een uitspraak over ouderlijk gezag en omgang zijn analoog van toepassing zijn op meeroudergezinnen. 4.4 Draagouderschap Het afstammingsrecht voorziet niet in de situatie dat de draagouder niet juridisch de ouder wil zijn van het verwekte kind. De draagouder is automatisch juridisch ouder met gezag. De enige manier om dit te veranderen, is door het kind te adopteren. De banden met de draagouder worden doorgesneden, zodat de wensouders het juridische ouderschap kunnen bemachtigen. Met de hierboven voorgestelde regeling voor meerouderschap ontstaat de mogelijkheid dat beide wensouders met de draagouder juridisch ouderschap hebben. Dit biedt geen soelaas als de draagouder niet juridisch ouder van het kind wil zijn, bijvoorbeeld omdat zij zich op ideële gronden aanbiedt als draagouder. (Nota bene: D66 is tegen commercieel draagouderschap.) Ook afstand doen van het gezag, een mogelijkheid die D66 voorstelt in de regeling voor meerouderschap, biedt in dit geval geen soelaas. Voor bepaalde beslissingen is alsnog toestemming van alle juridische ouders nodig. D66 wil daarom dat wensouders met de persoon die het kind ter wereld brengt kunnen afspreken dat deze het kind zal dragen en na de geboorte af zal staan aan de wensouders, die vanaf de geboorte juridisch ouder en gezagsdrager zijn van het kind. Zij leggen dit vóór de conceptie vast in een notariële akte. Na de conceptie kunnen de wensouders zich niet onttrekken aan de afspraak het kind in hun gezin op te nemen als juridische ouders. De draagouder moet na de geboorte nogmaals expliciet instemming geven met de overdracht van het ouderschap naar de wensouders. Op die manier is het niet langer nodig een adoptieprocedure te starten.

D66 wil niet dat de draagouder, bijvoorbeeld na een zware bevalling, onder druk staat om expliciet in te stemmen met het overdragen van het juridische ouderschap. D66 staat er daarom voor open in specifieke gevallen de aangiftetermijn aan te passen, bijvoorbeeld naar 15 dagen. Deze regeling is opgesteld in samenwerking met mr. dr. drs. M.J. Vonk.