Veiligheid. Bedieningsvoorschrift. Lektester TC 1, TC 2, TC GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 12.

Vergelijkbare documenten
Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Lektester TC 410 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 03.17

Veiligheid GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie Elster GmbH Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VG 6 VG 15/10 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Magneetklep VGP GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 05.11

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VG 6 VG 15/10 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 07.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Magneetklep VGP GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afblaas-magneetklep VAN GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 01.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift. Lektester TC 1, TC 2, TC GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 03.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift. Lektester TC 1, TC 2, TC GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 04.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afblaas-magneetklep VAN GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 04.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift UV-sonde UVS 10 GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukschakelaar DG..C GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afblaas-magneetklep VAN GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 10.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Filtermoduul VMF Meetflens VMO Fijninstelventiel VMV GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift UV-sonde UVS 10 GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VG 10/15 VG 65 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Stelaandrijving IC 30 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET Elster GmbH Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift UV-sonde UVS 5 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET Elster GmbH Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift UV-sonde UVS 5 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 02.16

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Filtermoduul VMF Meetflens VMO Fijninstelventiel VMV GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Kogelkranen AKT, hoeveelheidsinstelkranen GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Manometers KFM, RFM Drukknopkraan DH Manometerafsluiter MH 15 Overdrukbeveiliging UDS GEVAAR.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars 60DJ, J78R, GDJ GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 08.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars 60DJ, J78R, GDJ GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 12.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars 60DJ, J78R, GDJ GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukschakelaar DG..C GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Lezen en bewaren

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Stelaandrijving IC 30 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 12.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VG GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Omloop- en afblaasregelaar VAR GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 02.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afslagveiligheid JSAV GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 08.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars 60DJ, J78R, GDJ GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 07.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukschakelaar DG..C GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 08.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukschakelaar DG..C GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars VGBF GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 03.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars VGBF GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 03.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Omloop- en afblaasregelaar VAR GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 01.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afslagveiligheid JSAV GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 10.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Regelklep DKR Regelklep met aanbouwgarnituur en stelaandrijving IDR GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars VGBF GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Bedieningsmodule OCU GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars VGBF GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 04.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmotorklep VK GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 08.12

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Bedieningsmodule OCU GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Lezen en bewaren

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afslagveiligheid JSAV GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Lezen en bewaren

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmotorklep VK GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 06.17

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Balgengasmeters BK-G1,6 tot BK-G25 en BK-G1,6T tot BK-G25T GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET COMBUTEC

Cert. version Duidt op levensgevaarlijke situaties. Inhoudsopgave WAARSCHUWING

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Stelaandrijving IC 20 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET Elster GmbH Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VAS 6 9 Dubbele magneetklep VCS 6 9 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Stelaandrijving IC 50 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 02.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VAS 1 3, dubbele magneetklep VCS 1 3 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VAS 6 9 Dubbele magneetklep VCS 6 9 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift UV-vlamrelais UVC 1 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Bedieningsmodule OCU GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 08.

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Stelaandrijving IC 20 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 11.

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Stelaandrijving IC 20 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 01.

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

URN 2. Gebruiksaanwijzing Netvoedingsapparaat URN 2

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VAS 1 3, dubbele magneetklep VCS 1 3 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Uv-vlamrelais UVC 1 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 10.

Tuincontactdoos met piket

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VAS 1 3, dubbele magneetklep VCS 1 3 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift voor consumenten Elektronisch telwerk voor balgengasmeter BK..ETB (DSMR) GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. System 3000

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Magneetklep DN15 t/m DN150

NRS 2-3. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 2-3

ASZ... Potentiometers. Building Technologies Division. ASZxx.3x

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Montage- en gebruiksaanwijzing. Module M2 voor BDC-i440 besturingen

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Montage- en gebruiksaanwijzing

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing HN-schakelaar NRS 2-4

Gebruiksaanwijzing Evaluatie-elektronica voor stromingssensoren VS / / 2013

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement OmzetterWindmeter. Bedieningshandleiding

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

1 Veiligheidsinstructies

Jaloezieschakelmodule Bestelnr.: Bedienings- en montagehandleiding. 1. Veiligheidsinstructies. 2. Opbouw van het apparaat

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

Met 2-kanaals toetselement: instelling van de kleurtemperatuur met rechter tuimelschakelaar

Transcriptie:

205 Elster GmbH Edition 09.5 Vertaling uit het Duits 442450 D GB F I E DK S P GR TR CZ PL RUS H www.docuthek.com Bedieningsvoorschrift Lektester TC,, TC Inhoudsopgave Lektester TC,, TC... Inhoudsopgave.... Veiligheid.... Gebruik controleren....2 Typeaanduiding...2 Benamingen onderdelen...2 Typeplaatje....2 Inbouwen...2 TC...... TC... Lektest....4 Bedraden....4 TC...4...5 Controletijdstip instellen...5 Controleduur t P instellen....5 Waarden voor klep- en leidingvolume.... In bedrijf stellen... Spanningsverlies... Hulp bij storingen.... Toebehoren.... Onderhoud...8 Technische gegevens...8 Certificering...8 Conformiteitsverklaring....8 Eurazische douane-unie....8 Contact...8 Veiligheid Lezen en bewaren Deze handleiding voor montage en werking zorgvuldig doorlezen. a het monteren de handleiding aan de exploitant doorgeven. Dit apparaat moet volgens de geldende voorschriften en normen worden geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld. Deze handleiding vindt u ook op www.docuthek.com. Legenda,,,... = bewerkingsfase = aanwijzing Aansprakelijkheid Voor schade op grond van veronachtzaming van de handleiding en onreglementair gebruik aanvaarden wij geen aansprakelijkheid. Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrelevante informatie wordt in deze handleiding als volgt aangeduid: GEVAAR Duidt op levensgevaarlijke situaties. WAARSCHUWIG Duidt op mogelijk levensgevaar of kans op lichamelijk letsel. OPGELET Duidt op mogelijke materiële schade. Alle werkzaamheden mogen uitsluitend door een gekwalificeerde gasvakman worden uitgevoerd. Elektrowerkzaamheden uitsluitend door een gekwalificeerde elektromonteur. Ombouwen, reserveonderdelen Iedere technische verandering is verboden. Uitsluitend originele onderdelen gebruiken. Transport Bij ontvangst van het product de leveringsomvang controleren (zie Benamingen onderdelen). Transportschade direct melden. Opslag Het product droog bewaren. Omgevingstemperatuur: zie Technische gegevens. Veranderingen v.w.b. editie 2. De volgende hoofdstukken zijn veranderd: Gebruik controleren Certificering -

Gebruik controleren TC,, TC TC voor de lektest voor iedere regelinschakeling of na iedere regelafschakeling van installaties met 2 veiligheidskleppen. TC W voor de aanbouw aan regelcombinatie CG. TC V voor de aanbouw aan valvario. voor kleppen, snel openend of langzaam openend, die direct door de lektester geschakeld worden. TC met aangebouwde hulpkleppen voor installaties tot 20 liter testvolume. De functie is uitsluitend binnen de aangegeven grenzen gewaarborgd, zie pagina 8 (Technische gegevens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik. Typeaanduiding Code Beschrijving TC Lektester Voor aanbouw aan CG of valvario 2 Voor snel openende enkele kleppen Voor snel of langzaam openende of handmatig terugstelbare enkele kleppen Controle voor of na branderloop Aansluiting mm (0,42") 8 Aansluiting 8 mm, ¼" (0,") T T product R V Rp-binnendraad Met adapterplaat flensmontage aan valvario-armaturen W Flensmontage aan regelcombinatie CG 05 max. 500 mbar (,25 psig) K T Benamingen onderdelen (p e ) = inlaatdruk = tussenruimtedruk p d (p a ) = uitlaatdruk TC Pg etspanning: 24 V= 0/20 V~, 50/0 Hz 220/240 V~, 50/0 Hz 5 Pg 4 5 2 4 Pg TC 2 TC 4 Kabelwartel voor voeding en signaaldoorgave 5 Aansluiting voor spanning branderautomaat Aansluiting voor spanning gasmagneetkleppen Deksel van de behuizing Typeplaatje Controleduur en gassoort, netspanning, eigen verbruik, omgevingstemperatuur, beschermingswijze, schakelstroom en maximale inlaatdruk zie typeplaatje. TC Inbouwen D-4908 Osnabrück, Germany CE-0085AP0020 tp(s) 0 20 0 40 50 0 OPGELET Om ervoor te zorgen dat de TC bij het monteren niet beschadigd raakt, moet er op het volgende gelet worden: Condensvorming voorkomen. Max. inlaatdruk in acht nemen, zie pagina 8 (Technische gegevens). Bijpassende sleutel gebruiken. Het apparaat niet als hefboom gebruiken. Gevaar voor lekkage aan de buitenkant! Inbouwpositie verticaal of horizontaal, het deksel van de behuizing niet boven of beneden. TC W TC V pz 4 Pg TC TC p d p d -2 Het apparaat mag de muur niet raken. Minimale afstand 20 mm (0,8"). Bij zeer grote testvolumes V P moet een gebruikte afblaasleiding de nominale diameter 40 hebben, om het testvolume V P te kunnen ontluchten.

Installatie spanningsvrij maken. 2 Gastoevoer afsluiten. TC Voor de bevestiging van de TC zijn er twee voorgemonteerde schroeven, inbus mm (0,2"), in de binnenruimte van de behuizing. 4 5 TC V aan valvario-armaturen 9 monteren 8 9 0 4 5 De afdichtringen moeten aan de achterzijde 8 van de TC zijn ingelegd. TC W aan regelcombinatie CG monteren 8 V VG V2 VG M TC V aan valvario-armaturen monteren De aansluitkastjes van de magneetkleppen moeten aan die kant zitten waar de TC V wordt aangebracht. Magneetkleppen met eindschakelaar en optische positie indicatie VCx..S of VCx..G: aandrij- ving niet draaibaar! Bij een klep-drukregelaar-combinatie moet de drukregelaar aan de uitgang zitten. Bij de klep-drukregelaar-combinatie VCG/VCV/ VCH moet de drukregelaar tijdens de controleduur t P niet met lucht aangestuurd worden. Voor de montage van de TC V moet de adapterplaat met twee bevestigingsschroeven en twee O-ringen aanwezig zijn, zie pagina (Toebehoren). De aanduiding op de adapterplaat voor links- of rechtszijdige montage in acht nemen. Alleen bijgevoegde, zelftappende Torx schroeven gebruiken. TC V aan valvario-armaturen monteren 8 9 0 Rp ¼(½ PT) Aansluiting inlaatdruk aan de adapterplaat van de via dubbele nippel met de veiligheidsklep aan de ingang verbinden. 4 Aansluiting tussenruimtedruk aan de adapterplaat onder door buisleiding 2 x,5 of 8 x met de ruimte tussen de kleppen verbinden. TC Indien nodig de beide schroefgaten M aan de adapterplaat voor de bevestiging gebruiken. Inschroefdiepte max. 2 mm. V V2 p p u p d Rp ¼ d (½ PT) Aansluiting inlaatdruk aan de achterkant van het klephuis van de TC door buisleiding 2 x,5 of 8 x met de veiligheidsklep aan de ingang verbinden. 4 Aansluiting tussenruimtedruk aan de kant van het klephuis van de TC met de ruimte tussen de kleppen verbinden. 5 iet gebruikte aansluiting tussenruimtedruk met sluitstop afsluiten. Aansluiting uitlaatdruk p d onder aan het klephuis van de TC met de klep aan de uitgang verbinden. -

Lektest Installatie onder druk zetten. De maximale inlaatdruk in acht nemen. 2 Aansluitingen controleren op lekkage d.m.v. een zeepoplossing. Bedraden TC TC W en regelcombinatie CG bedraden Zwarte contrastekker van de regelcombinatie CG aftrekken en op de TC plaatsen. Kabel 2 van de TC met de contrastekker op de CG plaatsen. OPGELET Levensgevaar door elektrische schok! Alvorens aan stroomvoerende onderdelen te werken de elektrische bedrading spanningsvrij maken! Om ervoor te zorgen dat de TC bij het monteren niet beschadigd raakt, moet er op het volgende gelet worden: Een verkeerde bedrading kan tot onveilige situaties en beschadiging van de lektester, van de branderautomaat of van de kleppen leiden. L (+) en ( ) niet onderling verwisselen. Installatie spanningsvrij maken. 2 Gastoevoer afsluiten. Het deksel van de behuizing van de TC openen. Elektrische aansluiting: klemmen 2,5 mm 2. De gegevens op het typeplaatje dienen met de netspanning overeen te stemmen. 4 Openingen aan de betreffende wartels voorbereiden. Afstandsontgrendeling door het aanleggen van netspanning op klem 2 of door een potentiaalvrij contact tussen de klemmen en 2. 5 TC, en TC elektrisch bedraden. L(+) ( ) max 2 TC V De twee door de TC te controleren magneetkleppen zijn via een stekker doorverbonden. TC V met VCS bedraden TC V met VCS 9 bedraden PE L(+) OK 2 5 5 AT DI -4

Kleppen elektrisch bedraden Kabel aansluiten. = nul ( ) = blauw 2 = netspanning klep aan de branderkant L V2 (+) = bruin = netspanning klep aan de ingang L V (+) = zwart 4 = aardleiding PE = geel/groen K = klemmenkast (ter plaatse) L V V L V2 V2 4 2 4 4 2 K Controletijdstip instellen Het controletijdstip (MODE) kan met een jumper binnen in de behuizing ingesteld worden. Mode : controle voor het opstarten van de brander met komend ϑ-signaal (fabrieksmatige instelling). Mode 2: controle na branderstop met dalend ϑ-signaal en bovendien na het inschakelen van de netspanning. Zonder jumper = controle voor het opstarten van de brander. Apparaat spanningsvrij maken. 2 Het deksel van de behuizing eraf schroeven. Controletijdstip met jumper instellen, MODE of 2. MODE 2 met aangebouwde -polige verdeelstekker Kleppen elektrisch aansluiten Beschermingswijze: IP 40. Twee aansluitstekkers bedraden. De aansluitstekker voor klep V is met een punt gekenmerkt. Klep V is de klep aan de ingang. Klep V2 is de klep aan de branderkant. V L V L V L V2 V2 Contrastekker elektrisch bedraden GFA = branderautomaat = GFA nul ( ) 2 = GFA klep aan de branderkant L V2 (+) = GFA klep aan de ingang L V (+) = GFA aardleiding PE ul ( ) en aardleiding absoluut aansluiten, ook wanneer L V (+) en L V2 (+) niet gebruikt worden. L V2 L V2 (+) L V (+) ( ) Controleduur t P instellen De controleduur t P is in de fabriek op 0 s ingesteld en kan met een jumper in stappen van 0 s op max. 0 s worden gezet. Zonder jumper = 0 s. Hoe langer de controleduur t P, des te kleiner de lekhoeveelheid, waarbij een veiligheidsuitschakeling veroorzaakt wordt. Voor alle CG-varianten geldt bij TC de fabrieksmatig ingestelde controleduur t P = 0 s. Wanneer er geen lekhoeveelheid voorgeschreven is, wordt als instelling de max. controleduur aanbevolen. Bij een voorgeschreven lekhoeveelheid de controleduur t P bepalen uit: Q max. = max. volumestroom [m /h] Q L = Q max. [m /h] x 0,% = lekhoeveelheid [ l/h] = inlaatdruk [mbar] V P = testvolume [ l ], zie pagina (Waarden voor klep- en leidingvolume). De lektester TC heeft bij langzaam openende kleppen een minimale startlast nodig om de lektest uit te kunnen voeren: tot 5 l (, gal) testvolume V P = 5% van de maximale volumestroom Q max., tot 2 l (,2 gal) testvolume V P = 0% van de maximale volumestroom Q max.. Controleduur t P bepalen. p t P [s] = 4 x ( u [mbar] x V P [ l ] + s Q L [ l/h] ) 2 PE -5

Waarden voor klep- en leidingvolume Ingestelde controleduur t P op het typeplaatje met een watervaste stift markeren. tp(s) 0 20 0 40 50 0 Kleppen L Klepvolume V V [ l ] V P = V V + L x V R ominale diameter D Leidingvolume V R [ l/m] VG 0 0,0 0 0, VG 5 0,0 5 0,2 VG 20 0,2 20 0, VG 25 0,2 25 0,5 VG 40/VK 40 0, 40, VG 50/VK 50,2 50 2 VG 5/VK 5 2 5, VG 80/VK 80 4 80 5 VG 00/VK 00 8, 00,9 VK 25, 25 2, VK 50 20 50, VK 200 42 200,4 VK 250 250 49 VAS 0,08 VAS 2 0,2 VAS 0,8 VAS, VAS 2,04 VAS 8,4 VAS 9 5,4 VCS 0,05 VCS 2 0,8 VCS 0,9 VCS, VCS,40 VCS 8 2,82 VCS 9 4,4 Voorbeeld voor de berekening: Q max. = 00 m /h = 00 mbar V P = V V + L x V R = l Q L = 00 m /h x 0,% = 00 l/h 4 x ( 00 x + s ) = 2 s 00 Met de jumper de volgend hogere waarde (in dit voorbeeld 40 s) instellen. 2 Apparaat spanningsvrij maken. Het deksel van de behuizing eraf schroeven. 4 Jumper op de pin voor de vereiste controleduur t P (0 tot 0 s) steken. 0 20 0 40 50 0 5 Het deksel van de behuizing aanbrengen en vastschroeven. In bedrijf stellen Weergave- en bedieningselementen: TEST OK 2 TEST = TEST-fase (geel) OK = operationele melding (groen) = storing klep (rood) 2 = storing klep 2 (rood) = ontgrendelingsknop Hoofdschakelaar in. 2 etspanning op klem aansluiten. L(+) ( ) PE max 2 5 5 AT DI L(+) OK Wanneer dan een of beide storingslampen (rood) branden, ca. 5 s wachten, dan op de ontgrendelingsknop drukken. De storingsmelding verdwijnt. De lektest starten. Mode, controle voor het opstarten van de brander. 4 Spanning op klem 5. Of Mode 2, controle na branderloop. 5 etspanning op klem en nieuwe controle na het uitschakelen van de spanning op klem 5. De test begint: LED TEST brandt. a controle bij dichte kleppen: LED OK brandt. MODE : spanning op klem. Of MODE 2: spanning op klem komt pas, wanneer er spanning op klem 5 aangesloten wordt. a controle bij lekkende kleppen: LED brandt. Of LED 2 brandt. Spanning op klem. -

Spanningsverlies Wanneer tijdens de test of tijdens het bedrijf van de installatie de spanning kortstondig uitvalt, start de lektest zelfstandig opnieuw. a spanningsverlies tijdens een storing branden beide rode storingslampen. Hulp bij storingen OPGELET Levensgevaar door elektrische schok! Alvorens aan stroomvoerende onderdelen te werken de elektrische bedrading spanningsvrij maken! Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd vakpersoneel worden verholpen. Het (op afstand) ontgrendelen mag alleen door deskundig personeel geschieden. Storingen alleen door middel van de volgende maatregelen opheffen. Op de ontgrendelingsknop drukken, zie pagina (In bedrijf stellen). Wanneer de lektester niet begint te werken, hoewel alle fouten verholpen zijn, het apparaat demonteren en in de fabriek laten nakijken.? Storing! Oorzaak Remedie? Er brandt geen LED, alhoewel er netspanning en ϑ-signaal aanwezig zijn?! Zekering defect. Miniatuurzekering 5 A traag vervangen na het wisselen van de zekering de lektest meermaals starten en daarbij de programmaloop en de uitgangen van de lektester controleren. Bij foutief gedrag: het apparaat naar de fabrikant sturen.! Mode : controle voor het opstarten van de brander is ingesteld; L en zijn op de klemmen en verwisseld. L op klem en op klem aansluiten.! Bij 24 V=: polariteit van de netspanning op klem en verwisseld. + op klem en op klem aansluiten.! etspanning te laag. Met gegevens op het typeplaatje vergelijken. Tolerantie: -5/+0% bij 0/20 V~ en 220/240 V~, ±20% bij 24 V=.? TC meldt herhaaldelijk storing?! Een klep is lek. Klep vervangen.! Bedrading van naar de kleppen verkeerd (kabel aan onderzijde). Programmaloop starten en de tussenruimtedruk observeren. De druk moet tijdens de TEST-fase veranderen. Bedrading controleren.! Inlaatdruk < 0 mbar. Min. inlaatdruk van 0 mbar ter beschikking stellen.! Tussenruimtedruk kan niet verminderd worden. Het volume achter de klep aan de branderkant moet 5 keer zo groot als het volume tussen de kleppen zijn en er moet sprake van atmosferische druk zijn.! De controleduur t P is te lang. t P opnieuw instellen, zie pagina 5 (Controleduur tp instellen).! Bij zijn ( ) en PE niet in de stekker aangesloten. ( ) op klem en PE op klem PE aansluiten.? De nageschakelde branderautomaat start niet op?! Bij de lektester zijn L (+) en ( ) op de klemmen en verwisseld. L (+) op klem en ( ) op klem aansluiten.? De TEST-fase loopt (gele LED brandt), alhoewel er geen ϑ-signaal aanwezig is?! Mode 2 ingesteld. Jumper op Mode omzetten, zie pagina 5 (Controletijdstip instellen). Toebehoren Voor de aanbouw van de lektester aan de rechter of linker kant van de gasmagneetklep VAS/ VCS is een adapterplaat nodig. Bestelnr. 49229 voor de linker aanbouwzijde, bestelnr. 492995 voor de rechter aanbouwzijde. -

Voor de aanbouw van de lektester aan de dubbele magneetklep VCS 9 is een adapterplaat nodig: bestelnr. 4922822. Onderhoud De lektesters TC zijn onderhoudsarm. Aanbevolen wordt een functietest per jaar. Technische gegevens etspanning: 0/20 V~, -5/+0%, 50/0 Hz, 220/240 V~, -5/+0%, 50/0 Hz, 24 V=, ±20%. Eigen verbruik: 0 VA bij 0/20 V~ en 220/240 V~,,2 W bij 24 V=. Omgevingstemperatuur: -5 tot +0 C (5 tot 40 F), geen condensatie toegestaan. Opslagtemperatuur: -5 tot +40 C (5 tot 04 F). Schroefklemmen 2,5 mm 2. Beveiliging: miniatuurzekering 5 A traag H conform IEC 2, beveiligt ook klepuitgangen en externe operationele melding. De ingangsstroom op klem mag 5 A niet overschrijden. Externe operationele melding: met netspanning, max. 5 A resistieve belasting (UL-goedgekeurd: 5 A bij 20 V), max. 2 A bij cos ϕ = 0,5 (pilot duty). Externe storingsmelding: storingssignaleringscontact, max. 5 A bij 24 V. Ontgrendeling: door een drukknop op het apparaat. Afstandsontgrendeling: door het inschakelen van de netspanning. Aantal schakelcycli: relaisuitgangen: 250.000 conform E 298, ontgrendelingsknop:.000. Behuizing van stootvast kunststof. Voor aardgas, stadsgas en LPG (gasvormig), ook voor biogas. Inlaatdruk : 0 tot 500 mbar (,9 tot 95 "WC). Controleduur t P : 0 tot 0 s instelbaar. Bij levering ingesteld op 0 s. TC : opgenomen vermogen van de ingebouwde kleppen tijdens de openingstijd t L : max. 9,5 VA (W). Beschermingswijze: IP 54. ormstekker DI 450/ISO 4400. Gewicht: TC : 550 g (,2 lbs), : 900 g (,98 lbs), TC : 500 g (, lbs). Certificering Conformiteitsverklaring Wij verklaren als fabrikant dat de producten TC,, TC voldoen aan de eisen, zoals ze in de E 4-2:200 paragraaf 5.2.2..4 beschreven worden. Ze bereiken een veiligheidsniveau dat gelijkwaardig is aan de E 4:2000. Elster GmbH Scan van de conformiteitsverklaring (D, GB) zie www.docuthek.com Eurazische douane-unie De producten TC, en TC voldoen aan de technische richtlijnen van de Eurazische douane-unie. Contact Voor technische vragen wendt u zich a.u.b. tot de plaatselijke vestiging/vertegenwoordiging. Het adres is op het internet te vinden of u wendt zich tot Elster GmbH. Technische wijzigingen ter verbetering van onze producten voorbehouden. -8 Elster GmbH Postfach 28 09, D-4908 Osnabrück Strotheweg, D-49504 Lotte (Büren) T +49 54 24-0 F +49 54 24-0 info@kromschroeder.com, www.kromschroeder.com