Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Directie: K.J. de Jong Handtekening: KAM-Coördinator: D.T. de Jong Handtekening:
Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het CO 2 -reductiebeleid van Verhoef... 3 2.1 Energiestromen... 3 2.2 Doelstellingen Scope 1 en 2... 3 2.3 Maatregelen om doelstellingen te realiseren... 4 3. Beheersing middels energie meetplan... 5 4. Integratie met kwaliteitszorgsysteem... 6 5. Rolomschrijving CO 2 verantwoordelijke... 6 2
1. Inleiding Verhoef wil concreet en aantoonbaar maken dat we ons inspannen om CO 2 te reduceren. Daarvoor hebben wij dit reductiebeleid opgesteld. 2. Het CO2-reductiebeleid van Verhoef Verhoef heeft zich ten doel gesteld om haar energieverbruik te reduceren. Dit moet leiden tot een reductie van de CO 2 binnen de gehele organisatie met 6% in 2016 ten opzichte van 2011, gerelateerd aan de omzet. Verhoef verwacht de komende 5 jaar ieder jaar een CO 2 -reductie van ca. 1% te realiseren. De gegevens zijn gebaseerd op 2011. In 2012 is Verhoef verhuisd naar een nieuwe locatie. De omvang van het kantoor en werkplaats is aanzienlijk toegenomen, hetgeen grote gevolgen kan hebben ten aanzien van het energieverbruik In onderstaande tabel wordt aangegeven op welke gebieden de Verhoef de CO 2 -reductie van 6 % in de komende 5 jaar verwacht te realiseren: 2.1 Energiestromen Energiestromen zijn alle stromen binnen ons bedrijf die CO 2 uitstoot met zich meebrengen. Onze energiestromen worden jaarlijks geïnventariseerd en gerapporteerd middels de 3.A.1 emissie inventaris scope 1&2 conform ISO 14064-1. 2.2 Doelstellingen Scope 1 en 2 Verhoef heeft de volgende reductiedoelstellingen opgesteld. Deze doelstellingen hebben betrekking op scope 1 en scope 2 van de CO 2 footprint. De scope 1 emissies heeft betrekking op het brandstofverbruik van ons eigen wagenpark/ materiaal/ materieel. De scope 2 emissies ofwel de indirecte emissies hebben betrekking op het elektriciteitsverbruik. Om de doelstellingen te halen zijn besloten de volgende maatregelen te nemen: 3
Conform de eisen zijn onze kwantitatieve reductiedoelstelling uitgedrukt in een absoluut getal of percentage ten opzichte van een referentiejaar en binnen een vastgestelde tijdstermijn. 2.3 Maatregelen om doelstellingen te realiseren In onderstaand overzicht worden de maatregelen benoemd om bovenstaande doelstellingen te realiseren. De maatregelen zijn mede gebaseerd op inzicht uit de uitgevoerde energiebesparingsonderzoeken (zie document 2.A.3 Energie audit verslag). Overzicht maatregelen inclusief besparingspotentieel: Gebouwen: Om de CO 2 reductie t.a.v. elektriciteit en verwarming in de bedrijfsgebouwen te realiseren, heeft Verhoef al bij nieuwbouw zich geconcentreerd op onderstaande gebieden, waardoor er volgens ons niet veel winst meer valt te behalen: automatische verlichting kantoor, loods en terrein (sensoren aan en uit) klimaatbeheersing op kantoor, isolatiemaatregelen kantoor/werkplaats warmte terugwinning brengt met zich mee dat het verbruik elektra stijgt maar het verbruik van aardgas daalt. Duurzame energie Door overstap naar 100% Groene Stroom werd er in 2014 een CO 2 reductie van minimaal 1% op de totale CO 2 uitstoot gerealiseerd met betrekking tot de uitstoot afkomstig van het kantoor. Daarnaast wordt, met betrekking tot het kantoor, het aanschaffen van zonnepanelen overwogen, waardoor er een besparing op de CO 2 uitstoot te realiseren valt. Op de projectlocaties kunnen wij de CO 2 uitstoot voortkomende uit het elektriciteitsverbruik reduceren door over te schakelen naar 100% Groene Stroom en/of zonnepanelen. Verder zijn er allerlei maatregelen voor handen om het hoge elektraverbruik tegen te gaan bijv. licht uit bij het verlaten van de keet en verwarming s nachts op lagere stand. Verder wordt overwogen om energiezuinigere keten aan te schaffen. Wagenpark Verhoef gaat bij vervanging van bedrijfsauto s over tot de aanschaf van energiezuinigere en schonere voertuigen. Het criterium hierbij is met name de CO 2 uitstoot uitgedrukt in gram per km. Tevens zullen er besparingen worden gevonden door het promoten van Het nieuwe rijden onder de medewerkers en het inruilen van auto s die minder energiezuinig of schoon zijn. 4
Materieel Verhoef gaat bij vervanging van vrachtauto s en mobiele werktuigen over tot de aanschaf van energiezuinige en schonere voertuigen (minimaal Euro 5 motoren). De huidige vrachtauto s hebben al Euro 5 motoren. Binnen onze projecten zal er gezocht worden naar mogelijkheden voor het efficiënter inzetten en gebruiken van het materieel. Daarnaast wordt er gekeken naar een systeem waarmee nauwkeurig het dieselverbruik van materieel op projectlocaties is te meten. Elk jaar zal de werkelijke situatie worden getoetst met de verwachte situatie. Dit wordt gerapporteerd in de interne audit. Wanneer afwijkingen worden geconstateerd geeft die rapportage aan welke corrigerende maatregelen worden getroffen. Ons management wordt te allen tijde op de hoogte gebracht van de rapportage. 3. Beheersing middels energie meetplan Belangrijk onderdeel van ons CO 2 reductiebeleid is het energie meetplan, als één van de eisen uit een energie management actieplan conform ISO 50001 (zie 3.B.2 Energie management- actieplan). In dit energie meetplan is vastgelegd hoe de doelstellingen die we hebben geformuleerd bewaakt worden, namelijk door de jaarlijkse vaststelling van onze CO 2 footprint. Daarnaast houden we via monitoring op KPI s de voortgang in maatregelen bij. Voor de jaarlijkse vaststelling van onze CO 2 footprint is eenduidigheid in het meten van de verschillende energiestromen belangrijk, hiervoor is onderstaand plan opgesteld. Weergegeven is wanneer energiefactoren gemeten worden, door wie en hoe de informatie verkregen kan worden. De bovenstaande informatie voor scope 1&2 wordt gedocumenteerd in de CO 2 footprint berekening van ons bedrijf welke voldoet aan ISO 14064-1 (zie 3.A.1 Emissie inventaris). In die emissie inventaris wordt apart beschreven hoe de berekening is gemaakt en hoe de input exact verkregen is. Hiermee wordt de juistheid en de herhaalbaarheid van de methode gewaarborgd. 5
4. Integratie met kwaliteitszorgsysteem De wijze waarop wij ons CO 2 reductiebeleid uitvoeren moet onderdeel worden van het kwaliteitssysteem en wel op de volgende manier: Tijdens de jaarlijkse interne audit voor ISO 9001 is de CO 2 prestatieladder een onderdeel van het management review. De bevindingen worden vastgelegd in het interne audit verslag CO 2 reductiesysteem. Hiermee is het dus een onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem. De resultaten worden teruggekoppeld aan de directie, middels een management review, waardoor sturing ontstaat. 5. Rolomschrijving CO2 verantwoordelijke De verantwoordelijke voor het CO 2 reductiebeleid bij ons bedrijf is gekoppeld aan de directie. De operationele invulling is gekoppeld aan de functie administratief medewerker en KAM coördinator en deze rapporteren aan de directie. Deze paragraaf beschrijft de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden die bij deze rol horen. 1. Energiestromen Verantwoordelijk voor een up-to-date overzicht van alle energiestromen Taak om deze lijst te kwantificeren en bij te houden Bevoegd om (deel)taken te delegeren 2. Doelstellingen Verantwoordelijk voor het behalen van de CO 2 -reductiedoelstellingen Taak om bijbehorende taakstellingen uit te voeren Bevoegd om (deel)taken te delegeren 3. Ontwikkelingen Verantwoordelijk voor continu overzicht van ontwikkelingen in de sector/keten en de technologie die van invloed kan zijn op het bedrijf Taak om brainstormsessies te organiseren om dit overzicht up-to-date te houden Taak om ontwikkelingsprojecten op te zetten uitgroeiend naar sectorbrede CO 2 reductieprogramma s Bevoegd om acties uit te zetten 4. Externe belanghebbenden Verantwoordelijk voor up-to-date overzicht van externe belanghebbenden Taak om brainstormsessies te organiseren om dit overzicht up-to-date te houden Taak om dialoogsessies te organiseren en resultaten te analyseren Bevoegd om acties uit te zetten 5. Implementatie Verantwoordelijk voor algemene kennis / bewustzijn CO 2 -reductiebeleid bij alle medewerkers van het bedrijf Taak om het CO 2 -reductie programma uit te voeren en te voorzien van continue verbetering Bevoegd om taken te delegeren en acties uit te zetten 6