Gebruikershandleiding. MATRA i-step MATRA i-flow



Vergelijkbare documenten
Montagehandleiding. Categorie Mountainbike

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111

Montagehandleiding. Categorie Omafietsen

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Montagehandleiding. Categorie Stadsfietsen

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Handleiding voor E-conomic elektrische fiets

Powerpack. gebruikshandleiding

Montagehandleiding. Categorie Transportfietsen

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Gebruiksaanwijzing B ebike 9

Verkorte gebruiksaanwijzing

1. Lader Onderdelen. Lader Contactpunt. Bedieningsdisplay. Groen indicatielampje Stekker

Veiligheidsymbolen Basissituaties Opvouwen in 3 stappen Fietsonderdelen Waarschuwing en aandacht... 8

Vriendelijke bedankt voor de aanschaf van de NRGBike loopfiets. We hopen dat het u verder brengt!

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

STIGA PARK 107 M HD

FMHmotor Ombouwset elektrische fiets Installatie handleiding voorwielmotor

Gebruikershandleiding Inhoud

Gebruiksaanwijzing kort

HANDLEIDING ALTEC FIETSEN

Gebruikershandleiding kort

Gebruikershandleiding Inhoud

Fold-E Gebruikshandleiding

Handleiding. Proficiat! U heeft zojuist een Venturelli elektrische plooifiets. gekocht! Met deze fiets kan u (her)ontdekken hoe aangenaam

GEBRUIKERSHANDLEIDING E4B OMBOUWSET

Gebruikershandleiding Elektrische Babboe Big

FLYER C-SERIE, T-SERIE, RS-SERIE, FLOGO, PLUTO, TANDEM

Verkorte gebruiksaanwijzing

HANDLEIDING TEMPO / TEMPO+ TRANZX PST

Gefeliciteerd met de aankoop van uw Van Speijk

Gebruikersinstructies LED display, accu en lader voor handbikes uitgevoerd met elektrische ondersteuning

Elektrische fiets Pedelec

Gebruikers handleiding versie

Handleiding montage fiets

Handleiding. Breeze. Elektrische fiets

DM-RBRD (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Achterderailleur

Wij wensen u veel fietsplezier!

Verkorte gebruiksaanwijzing

Producteigenschappen Veiligheidssymbolen Gebruikssituaties Fietsonderdelen Opvouwen in 5 stappen... 7

Vlak pedaal. Dealerhandleiding DEORE XT PD-M8040 SAINT PD-MX80 PD-M828. Geen Serie PD-GR500. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets DM-PD

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

GEBRUIKERSHANDLEIDING EBIKE20 DESIGN

DM-SL (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Schakelversteller. RAPIDFIRE Plus 11-speed SL-RS700


Factoren die het bereik beïnvloeden Overige gegevens. Overzicht van de onderdelen

HANDLEIDING VOOR ELECTRIC POWER ASSISTED CYCLE (EPAC)

Elektrische fiets. Handleiding

STIGA VILLA 92 M 107 M

GEBRUIKSHANDLEIDING Service, Onderhoud en Veiligheid

Montagehandleiding racefiets

Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens

Handleiding Euroflex Basic & Classic

Gebruiksaanwijzing B'eBike 5

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

DM-CD (Dutch) Dealershandleiding. Kettingapparaat SM-CD50

Handleiding Girandola kinderfietsen 12, 14, 16

Montagehandleiding Mountainbike

(NL) Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Rohloff E-14 elektronisch schakelsysteem voor Bosch ebike aandrijfsystemen

Carbon Ultralight BLIJF DE WERELD ONTDEKKEN

Om een prettige ondersteuning te behouden, adviseren wij u eens per maand de E-bike te kalibreren.

Caliper rem met dubbel scharnierpunt

Gefeliciteerd met uw nieuwe Brinckers fiets!

HANDLEIDING. CONCORDIA Comfort C. by - E-BIKE-NEDERLAND B.V - all rights reserved - Brochure - Fouten voorbehouden

E-Bike. Gebruikers handleiding versie B2

STIGA PARK 92 M 107 M

STIGA PARK PRO 20 PRO 16 ROYAL PRESIDENT COMFORT EXCELLENT

Florø. Inhoudsopgave

Vooraleer het toestel in gebruik te nemen moet men controleren of hij correct functioneert. Het toestel niet gebruiken wanneer het beschadigd is

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A

Gebruik de DoggyRide Jogger-Stroller Set niet voordat u deze handleiding aandachtig heeft door gelezen.

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Fietsworkshop Opkikker 2016

Gebruiksaanwijzing Loophulp

PERLHEOKI TARZIVSNC MHCEYRUM FBILELTHSP ATLAS

Gebruikershandleiding Inhoud

STIGA VILLA 85 M

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Checklist materiaal

Remschijfnaaf voor wegfiets

Inhoudsopgave TAMPERE

STIGA PARK 121 M

DM-FD (Dutch) Dealerhandleiding. Voorderailleur FD-9000 FD-6800 FD-5800 FD-4700

Handleiding Euroflex Basic

Gebruikershandleiding Inhoud

DM-TRFD (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Voorderailleur DEORE XT FD-T8000

100% Rijklaar. De montagehandleiding voor het rijklaar maken van je fiets + onderhoudstips.

Gebruikershandleiding

STIGA ST

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

MONTAGEHANDLEIDING FIETSEN

GEBRUIKERSHANDLEIDING ELEKTROMOBIEL

Theoretische toets - WerkPortfolio Mijn Fiets Antwoorden

Installation instructions, accessories. Sneeuwkettingen. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 15 R

Bandenwisselaar handbediend

Transcriptie:

Gebruikershandleiding MATRA i-step MATRA i-flow

Inhoudsopgave n Over deze handleiding... 4 n Technische kenmerken...5 n Veiligheid...8 n Controle en instellingen...9 De verlichting...9 De wielen...9 De velgen...9 De spaken...9 De banden...9 De remmen... 10 De besturing... 11 Afstellen van de wielen en het zadel... 11 Diefstalbeveiliging... 12 Afstellen van het zadel... 13 Afstellen van de stuurpen... 15 Afstellen van de stuurbocht... 16 n Besturing van uw i-step/i-flow... 17 De motor... 17 De display... 18 n Onderhoud... 20 Aanbevelingen voor het opladen van de accu... 20 Sleutels van de accu... 20 Oplaadprocedure accu 37V... 21 Oplaadprocedure accu 48V... 22 Demonteren van de accu: i-step... 23 Terugplaatsen van de accu: i-step... 24 Demonteren/terugplaatsen van de accu: i-flow... 25 Elektrische kenmerken van uw i-step/i-flow... 26 Verwijderen/terugplaatsen van het voorwiel... 27 Verwijderen van het achterwiel... 27 Terugplaatsen van het achterwiel... 29 Controle van de montage van het achterwiel... 31 Afstelling van de spatborden... 31 Bagagedrager... 32 Pedalen... 33 Standaard... 34 Vering... 34 Schakelen tussen versnellingen... 34 De ketting en de derailleur(s)..........................................................................34 Aandrijfriem... 35

Inhoudsopgave Afstelling van de schijfremmen... 35 Periodiek onderhoud aan uw i-step/i-flow... 41 Aanhaalmomenten... 42 Waarom het van belang is originele onderdelen te gebruiken.... 43 Lijst met de belangrijkste slijtonderdelen... 43 Lijst met veiligheidsonderdelen... 43 Onderhoudsprogramma... 44 n Diagnose... 45 n Garantie... 48 Lijst van de afbeeldingen Afbeelding 1. Onderdelen i-step / i-flow...7 Afbeelding 2. Afstellen van de hoogte van het zadel... 13 Afbeelding 3. Markering van de minimale insteekdiepte van de zadelpen.... 13 Afbeelding 4. Afstellen van de stuurbocht... 16 Afbeelding 5. Verlichtingsconnector op de accu... 26 Afbeelding 6. Connectoren van de achterste draadbundel... 26-27 Afbeelding 7. Positie van de pen voor het herstellen van koppel/torsiepal... 29 Afbeelding 8. Positie van de elektrische bundel... 29 Afbeelding 9. Terugplaatsen van het achterwiel, versies B1.... 30 Afbeelding 10. Afstellen van de spatborden, type 1... 31 Afbeelding 11. Afstellen van de spatborden, type 2... 31 Afbeelding 12. Racktime bagagedrager... 32 Afbeelding 13. Symbool op pedaal... 33 Afbeelding 14. Aandraaien van het pedaal... 33 Afbeelding 15. Lasverbindingen van de balhoofdbuis... 42 Afbeelding 16. Lasverbindingen van de bracket... 42 Lijst van de tabellen Tabel 1. Indicatieve actieradius van uw i-step/i-flow...5 Tabel 2. Bandenspanning... 10 Tabel 3. Aanhaalmomenten... 42 Tabel 4. Oplossen van problemen... 46

Over deze handleiding Conform de norm EN15194 en EN14764 Getest door laboratorium CRITT SPORT LOISIRS, Zone du Sanital, Chatellereault, Frankrijk. GEFELICITEERD MET UW KEUZE VOOR MATRA I-STEP / I-FLOW. LEES DEZE HANDLEIDING HELEMAAL DOOR OM UW I-STEP / I-FLOW VEILIG TE GEBRUIKEN EN OM HET RENDEMENT EN DE LEVENSDUUR VAN UW FIETS TE OPTIMALISEREN. Deze handleiding moet worden beschouwd als een document met aanwijzingen om uw fiets veilig te gebruiken. Het is geen vervanging van de geldende veiligheidsregels en wetten. Als u vragen over uw i-step / i-flow hebt of als u de inhoud van deze handleiding niet begrijpt, raden we u aan contact op te nemen met een erkende Matra-distributeur. Belangrijke symbolen en termen Zelfs onder optimale omstandigheden brengt het berijden en besturen van een fiets risico s met zich mee. Ernstig letsel kan het gevolg zijn. Daarom bevat deze gids de onderstaande symbolen en termen om uw aandacht te vestigen op waarschuwingen en belangrijke opmerkingen: DEZE DUIDT OP EEN POTENTIEEL GEVAARLIJKE SITUATIE DIE, ALS U DEZE NIET VERMIJDT, LICHAMELIJK LETSEL KAN VEROORZAKEN. LEES OM LICHAME- LIJK LETSEL TE VOORKOMEN DE TEKST BIJ HET SPECIALE SYMBOOL DAT U WAARS- CHUWT VOOR GEVAAR. LET OP DEZE DUIDT OP EEN RISICOVOLLE SITUATIE DIE, ALS U DEZE NIET VERMIJDT, SCHADE AAN UW UITRUSTING OF UITVAL VAN HET SYSTEEM KAN VEROOR- ZAKEN. LEES, OM BREUK VAN UW UITRUSTING OF UITVAL VAN HET SYSTEEM TE VOORKOMEN, DE TEKST BIJ HET SPECIALE SYMBOOL DAT U WAARSCHUWT VOOR EEN BEPAALD RISICO. OPMERKING: Deze symbolen en termen verwijzen naar een commentaar. De tekst bij een opmerking verstrekt nuttige of aanvullende informatie. Lees alle waarschuwingen en meldingen op uw i-step / i-flow en in deze gids. Onderdelen met dit symbool mogen niet in de vuilnisbak worden gegooid, maar moeten worden ingeleverd bij een erkend recyclingcentrum of bij uw wederverkoper. Gebruik Uw i-step / i-flow, met elektrische ondersteuning in het achterwiel, is perfect geschikt als vervoermiddel en recreatievoertuig. Uw fiets is ideaal voor gebruik in een stedelijke omgeving. Deze is niet ontworpen voor terreinritten, maar vervoert u moeiteloos over allerlei wegen. U kunt uw i-step / i-flow zonder elektrische assistentie gebruiken als een gewone fiets voor sporttraining en om u gemakkelijk in het verkeer te verplaatsen (bijvoorbeeld om uw boodschappen te doen). Indien nodig kunt u de ondersteuning inschakelen om hellingen op te fietsen of lange afstanden af te leggen. Uw i-step / i-flow is betrouwbaar, duurzaam, comfortabel en gebruiksvriendelijk. U zult er veel plezier van hebben. De fiets produceert geen warmte, lawaai of vervuiling en is daarom vriendelijk voor het milieu. 4

Technische kenmerken Prestaties 4 assistentieniveaus en 4 regeneratieniveaus Voetgangersmodus en boostmodus, afhankelijk van het model De gemiddelde actieradius met opgeladen accu is afhankelijk van het gekozen assistentieniveau Gewicht met accu (bij benadering): 22 tot 28 kg, afhankelijk van het model Tabel 1. Indicatieve actieradius van uw i-step / i-flow Gemiddelde afstand, afgelegd met een nieuwe, volledig opgeladen accu Assistentie Accu 37V 6,4Ah 237Wh Accu 37V 9,6Ah 355Wh Versie B1 Versie D8 Accu 48V 6,4Ah 302Wh Accu 48V 8,8Ah 422Wh Modus 1 25% 75 km 92 km 120 km 95 km 130 km Modus 2 50% 50 km 61 km 80 km 65 km 110 km Modus 3 100% 45 km 50 km 68 km 55 km 95 km Modus 4 200% 35 km 38 km 50 km 50 km 80 km OPMERKING: De maximale actieradius is de afstand die kan worden afgelegd met een nieuwe, volledig opgeladen accu onder de volgende omstandigheden: op een vlakke en droge geasfalteerde weg, met een temperatuur tussen de 15 en 25 C, zonder wind, met een berijder van 75 kg, zonder lading, terwijl de banden zijn opgepompt tot de druk die op de zijkant ervan wordt vermeld, en met een constante snelheid. De actieradius met een opgeladen accu is afhankelijk van de gekozen modus en de omstandigheden op de weg: omgeving waar u de fiets gebruikt (stadscentrum, voorstad, buiten de stad), de snelheid, de geleverde inspanning, de start, het aantal keer stoppen en opnieuw starten, de helling, de kwaliteit van het wegdek, de temperatuur, de oplaadtoestand, de vermindering van de bandenspanning, de belading, het (gebrek aan) onderhoud; - als de banden niet voldoende zijn opgepompt, kunt u mogelijk slechts 50% of minder van de genoemde afstand afleggen, - een frequent gebruik van de hoogste assistentiemodus kan leiden tot een verminderde actieradius bij de gemiddelde assistentiemodi, - als u de fiets gebruikt met een belading van 75 kg kan de actieradius 10% tot 20% lager zijn dan bij een belading van 55 kg, - hellingen, de richting en kracht van de wind of zachte ondergronden kunnen de actieradius 20% tot 30% doen afnemen, - de actieradius kan bij een temperatuurverandering afnemen in verband met de samenstelling van de accu. Bij een omgevingstemperatuur rond de 0o kan de accu niet al zijn vermogen geven zonder op een hogere temperatuur te zijn gebracht. De werking van het systeem is dan tijdelijk verminderd. AANBEVELINGEN OM DE ACTIERADIUS TE VERGROTEN: - Maak bij voorkeur gebruik van een gemiddelde assistentiemodus, - Zorg dat de banden zijn opgepompt tot de druk die op de zijkant ervan wordt vermeld, - Gebruik de handgeschakelde versnellingen om te starten, hellingen op te fietsen en over niet-geasfalteerde wegen te rijden, - Anticipeer en rijd op een soepele manier, - Laat regelmatig onderhoud aan uw i-step / i-flow plegen door een erkende Matra-distributeur. 5

Technische kenmerken OPMERKING: De actieradius is afhankelijk van het assistentieniveau en de inspanning die de gebruiker levert, evenals van verschillende andere factoren. Dit zijn met name het gewicht van de berijder, de omstandigheden op de weg (temperatuur, wind, wegdek en hellingen), de bandenspanning, het aantal keer stoppen en weer starten. Het werkelijke aantal kilometers dat u kunt rijden, kan dus aanzienlijk variëren. Fietsgedeelte Frame: aluminium Banden: luchtbanden 700c of 26" (afhankelijk van het model) Derailleur met 8 of 9 versnellingen (afhankelijk van het model) Wielen: 36 spaken Remmen: hydraulische of mechanische schijfremmen (afhankelijk van het model) Zadelpen: diameter 27,2 mm, al dan niet verend (afhankelijk van het model) Kettingkast (afhankelijk van het model) Bagagedrager (afhankelijk van het model) Accutas (afhankelijk van het model) Stuurtas (afhankelijk van het model) Motor Matra powered by BionX Type: Brushless (zonder borstel) op gelijkstroom en met aandrijving in rechte lijn, referentie op de zijkanten van de motorcarter Nominaal continu vermogen: 250 W Maximum aanhaalmoment: 32 tot 34 Nm Accu Verwijderbare accu: LiMn 237Wh 37V / LiMn 355Wh 37V / LiMn 302Wh 48V / LiMn 422Wh 48V (afhankelijk van het model) Laadtijd: 5 tot 7 uur (80 tot 100%) Meegeleverde uitrusting Oplader voor de accu: 220V LiMn met of zonder veiligheidsvoorziening (afhankelijk van het model) Europees stopcontact Gereedschapskit: extra platte steeksleutel van 15 mm, sleutel van 4, 5 en 6 mm Gebruiksaanwijzingen afhankelijk van het model (Derailleurs, Versnellingsregelaars, Verende vork, Schijfremmen) Toegestaan gewicht Het totale toegestane gewicht voor de i-step / i-flow bedraagt 135 kg (inclusief de maximale belading van 25 kg voor de bagagedrager). De i-step en i-flow zijn ontworpen om te worden gebruikt met een bagagedrager. De bevestigingen van uw i-step / i-flow zijn verenigbaar met bagagedragers die een gewicht tot 25 kg kunnen dragen. Belangrijke mededeling De referenties aan de linker- en rechterkant van uw i-step / i-flow hebben betrekking op de positie terwijl u op het zadel van uw fiets zit. Alle belangrijke onderdelen van uw i-step / i-flow worden getoond in Afbeelding 1. Neem kennis van deze onderdelen voordat u uw i-step / i-flow gebruikt. 6

Technische kenmerken Afbeelding 1 Onderdelen i-step / i-flow Onderdelen i-step 11 10 12 15 31 26 9 3 7 4 6 5 18 8 27 14 2 29 32 28 1 19 25 30 24 22 21 20 17 13 16 23 1. Motor 2. Accu 3. Zadelpen 4. Zadelklem om het zadel aan te draaien 5. Achtervork 6. Zitbuis 7. Bovenbuis 8. Vork 9. Stuurpen 10. Display 11. Versnellingshendel 12. Remhendel 13. Rem 14. Voorverlichting 15. Achterverlichting 16. Wielblokkering 17. Spatbord 18. Onderbuis 19. Ketting 20. Pedaal 21. Pedaalaandrijving 22. Kettingkast 23. Standaard 24. Basis 25. Derailleur 26. Zadel 27. Balhoofdbuis 28. Vrijloop 29. Banden 30. Spaken 31. Bagagedrager 32. Velgen Onderdelen i-flow 14 12 7 8 5 9 3 10 6 4 1 2 11 13 1. Motor 2. Draaiaccu 3. Verende zadelpen 4. Scharnier van de accu 5. Geïntegreerd spatbord 6. Verlenging achterspatbord 7. Achterlicht 8. Achterdrager 9. Ringslot 10. Verende voorvork 11. Schijfrem 12. Voorlicht 13. Dubbele standaard 14. Automatische terugloop van het stuur 7

Veiligheid LET OP LAAD DE ACCU MINSTENS 24 UUR LANG OP VOORDAT U DEZE VOOR HET EERST GEBRUIKT. DE ACTIERADIUS ZAL IN DE LOOP VAN DE EERSTE VIJF OPLAADCYCLI TOENEMEN. ONTLAAD DE ACCU VOLLEDIG TIJDENS HET FIETSEN EN LAAD DEZE VERVOLGENS VIJF À ZES KEER VOLLEDIG OP OM DE NORMALE ACTIERADIUS TE BEREIKEN. LAAD DE ACCU MINSTENS EENS PER TWEE MAANDEN OP. ALS U DE ACCU LANGER DAN TWEE MAANDEN OPBERGT ZONDER DEZE OP TE LADEN, KUNNEN ZIJN PRESTATIES AFNEMEN. Veiligheidsregels 1. Het dragen van een helm is in sommige landen verplicht en het is in alle gevallen een goede veiligheidsmaatregel. Draag altijd een goed passende helm die voor dit gebruik is goedgekeurd. Zorg dat de kinband altijd vast blijft zitten. 2. Eén bestuurder tegelijk. Met twee personen tegelijk fietsen of zware voorwerpen vervoeren die het zicht belemmeren, kunnen leiden tot verlies van controle. Raadpleeg de geldende regelgeving als u een kind wilt vervoeren. 3. Houd u aan de verkeersregels. 4. Doe niet aan acrobatiek of stunten op de fiets. Behoud te allen tijde een optimale controle en een redelijke snelheid. Uw i-step / i-flow is niet ontworpen om sprongen mee te maken, noch voor wedstrijden. 5. Gebruik s nachts of als u slecht zicht hebt altijd de verlichting van uw i-step / i-flow. Draag lichtgekleurde en/of reflecterende kleding. Ga ervan uit dat automobilisten u niet kunnen zien en rijd heel voorzichtig. 6. Verwijder geen van de reflectoren die op uw i-step / i-flow zijn geplaatst. Controleer of uw i-step / i-flow is voorzien van reflectoren. Houd deze goed schoon. 7. Neem altijd bijzondere voorzorgsmaatregelen als u in de regen, op ijs of op sneeuw rijdt. Neem meer tijd en ruimte om te remmen. Rijd langzamer dan normaal om een perfecte controle over uw i-step / i-flow te behouden. Als het regent of sneeuwt, kunnen automobilisten u altijd minder goed zien. 8. Controleer vóór elk gebruik of de onderdelen van uw i-step / i-flow goed zijn vastgedraaid. 9. Controleer regelmatig de bandenspanning. De juiste bandenspanning staat aangegeven op de zijkant van elke band. Wettelijke eisen betreffende het gebruik van uw i-step / i-flow Volgens de Europese wetgeving is uw i-step / i-flow een fiets met elektrische ondersteuning. Hiervoor gelden drie eisen: Er moet sprake zijn van een ondersteuning bij het trappen, die alleen wordt gegeven wanneer u fietst. De ondersteuning is beperkt tot een snelheid van 25 km per uur. Het nominaal vermogen dat wordt geleverd bedraagt maximaal 250 Watt. In sommige landen is dit vermogen lager, afhankelijk van de geldende wetgeving. Als uw voertuig aan deze eisen voldoet, hebt u geen bromfietsrijbewijs nodig, zijn er geen leeftijdsgrenzen en mag u op de fietspaden fietsen. De wettelijke eisen met betrekking tot het verzekeren van uw i-step / i-flow kunnen variëren. Controleer de voorschriften die in uw land gelden. Voor meer informatie kunt u een erkende Matra-distributeur raadplegen. 8

Controle en instellingen De verlichting Controleer of de lampen of dioden goed functioneren, reinig de reflecterende oppervlakken van de reflectoren. De wielen Controleer of de blokkering van de voor- en achterwielen goed is aangedraaid. Til de fiets op en tik met uw hand op het wiel om te controleren of het goed vastzit. De wielen moeten gecentreerd in de voorvork en de achterbuizen staan. De wielen moeten regelmatig worden gecontroleerd om de spanning op de spaken en de uitrichting van de velgen na te gaan. De wielen moeten soepel draaien, zonder wiebelen. Controleer de lagers van de naven door uw i-step / i-flow op te tillen en het wiel te laten draaien. Het achterwiel draait met een lichte weerstand vanwege de elektromagnetische eigenschappen van de motor. Probeer de velg heen en weer te bewegen tussen de vorken om de speling van de naven te controleren. Er mag geen zijwaartse beweging mogelijk zijn. Als u dit opmerkt of als het wiel moeilijk draait, moeten de lagers van de naven worden vervangen. Als de wielen of remmen een vreemd geluid maken, moeten de wielen worden gecontroleerd en gerepareerd. Neem in dit geval contact op met een erkende Matra-distributeur. De velgen De velgen moeten glad zijn, zonder barsten, breuken of vervormingen. Als u een afwijking op de velgen ontdekt, dient u ze direct te laten repareren. RIJD NIET OP UW I-STEP / I-FLOW ALS DE VELGEN BESCHADIGD ZIJN. De spaken De spanning op de spaken moet regelmatig worden gecontroleerd. Op alle spaken moet dezelfde spanning staan. Als een spaak is gebroken of loszit, breng uw i-step / i-flow dan naar een erkende Matra-distributeur om deze te repareren of vervangen. RIJDEN MET LOSSE SPAKEN KAN LEIDEN TOT EEN DEFECT WIEL. DIT KAN ERNSTIG LETSEL VEROORZAKEN. De banden Controleer of de banden zijn opgepompt tot de spanning die op de zijkant van de band wordt aangegeven. De bandenspanning mag niet hoger zijn dan de spanning die op de band wordt aangegeven. TE ZACHTE BANDEN MAKEN HET FIETSEN ZWAARDER EN VERMINDEREN DE ACTIERADIUS VAN DE ELEKTRISCHE ONDERSTEUNING AANZIENLIJK. POMP DE BANDEN OP TOT DE SPANNING DIE WORDT AANBEVOLEN IN DE TABEL BANDENSPANNING OP PAGINA 10. 9

Controle en instellingen De band moet goed aansluiten op de velg en de afstelling van de band en de flens van de velg moet worden gecontroleerd. Als de luchtkamer beklemd raakt tussen de band en de velg, zal er bij het oppompen een defect ontstaan. Controleer of de band geen barstjes heeft of ongelijkmatig is versleten. Controleer of er geen sprake is van breuk. Controleer of het ventiel goed in de velg zit. Beschadigde of versleten banden moeten direct worden vervangen. OPMERKING: De bandenspanning kan 0,3 tot 0,7 bar (5 tot 10 psi) per week afnemen. Controleer de bandenspanning daarom regelmatig. Tabel 2. Bandenspanning Bandenmaat (mm) 32 37 42 47 53 (2,1") Aanbevolen spanning (bar) 4 3,5 3,5 3 3,5 Max. spanning (bar) 6 6 4,5 4 4,5 De remmen Het rijden met beschadigde remmen, versleten remschoenen, remblokken, remkabels of remleidingen of met wielen die in slechte conditie of beschadigd zijn, kan leiden tot verlies van controle over uw i-step / i-flow. REGENACHTIG WEER VERMINDERT HET RENDEMENT VAN DE REMMEN AANZIENLIJK. U MOET REKENING HOUDEN MET EEN GROTERE REMWEG OM ZONDER GEVAAR OP EEN NAT OF BEVROREN OPPERVLAK TE KUNNEN REMMEN. CONTROLEER OF DE REMKABELS NIET TE STRAK STAAN EN DE REMMANTELS NIET GEBLOKKEERD ZIJN. HET IS BELANGRIJK OM TE CONTROLEREN OF UW REMMEN GOED WERKEN VOORDAT U UW I-STEP / I-FLOW GEBRUIKT. TEST DE REMMEN VOOR ELK GEBRUIK. Om het rendement en de effectiviteit van uw remmen te maximaliseren en de energie van de accu te behouden, is het besturingssysteem van uw i-step / i-flow zo ontworpen dat de motor afslaat wanneer de remmen worden ingeschakeld. We raden u aan om vóór elk gebruik uw i-step / i-flow onder spanning te zetten en elke rem afzonderlijk in te schakelen om te controleren of de motor daadwerkelijk afslaat en de remmen niet afgesteld hoeven te worden. UW I-STEP / I-FLOW HEEFT ZEER KRACHTIGE REMMEN. DRUK DE VOORREM NOOIT DIEP IN WANNEER U OP HOGE SNELHEID RIJDT. U LOOPT DAN HET RISICO DAT DE FIETS NAAR VOREN VALT EN DAT U ERNSTIG LETSEL OPLOOPT. 10

Controle en instellingen De besturing Controleer of de besturing van uw fiets vrij van speling is en of een beweging van de stuurbocht leidt tot dezelfde beweging van het wiel. Als er sprake is van speling of een probleem met draaien, dient u uw i-step / i-flow direct naar een erkende Matra-distributeur te brengen. Afstellen van de wielen en het zadel Het is van groot belang dat u weet hoe u de wielen en het zadel moet afstellen. Uw veiligheid is afhankelijk van hun complete montage en afstellingen. RIJD NOOIT OP UW I-STEP / I-FLOW ZONDER DAT ALLE ONDERDELEN ZIJN AANGEDRAAID TOT HET AANHAALMOMENT DAT WORDT VERMELD IN DE TABEL AANHAALMOMENTEN OP PAGINA 42. DIT KAN TOT ERNSTIG LETSEL LEIDEN. 1. Aandraaien van de zadelpen 2. Aandraaien van de zadelslede 3. Aandraaien van het voorwiel 4. Aandraaien van het achterwiel 11

Controle en instellingen Diefstalbeveiliging (afhankelijk van het model) 1. Blokkeer het achterwiel met behulp van het ringslot. Draai de sleutel om en doe de vergrendelingsknop naar beneden. Let op dat het ringslot niet wordt geblokkeerd door een spaak. 2. (Voor de modellen met een ketting): bevestig de fiets met de insteekketting aan een vast punt. Bevestig de ketting aan het ringslot. 3. Haal de sleutel uit het slot. 4. Voer deze stappen in omgekeerde volgorde uit om uw fiets van slot te halen. De insteekketting bevestigt de fiets aan een vast punt. Deze wordt bevestigd aan het ringslot. De insteekketting bevestigt de fiets aan een vast punt. Deze wordt bevestigd aan het ringslot. OPMERKINGEN: De insteekketting kan alleen aan het ringslot worden bevestigd als de sleutel in het slot zit. De sleutel kan alleen uit het slot worden gehaald wanneer het ringslot in afgesloten positie is. VERGEET NIET HET RINGSLOT TE ONTGRENDELEN VOORDAT U WEER OP UW FIETS STAPT. 12

Controle en instellingen Afstellen van het zadel 1. Benodigd gereedschap: inbussleutel van 4, 5 of 6 mm (afhankelijk van de zadelklem). 2. Hoogte: pak het zadel vast en draai de zadelklem los tot u het zadel kunt draaien. 3. Stel vervolgens de gewenste hoogte in. We raden u aan de hoogte van het zadel als volgt in te stellen: houd uw been gestrekt terwijl uw hak op het pedaal rust, dat in de laagste positie staat. Zo fietst u met uw benen licht gebogen terwijl de bal van uw voet op het pedaal rust. Bij regelmatig gebruik is dit het meest comfortabel. 4. Zodra het zadel in de juiste positie staat, draait u de zadelklem weer vast (zie aanhaalmomenten in de gebruikershandleiding). 5. Hoek en uitsteken van het zadel: draai de schroef onder het zadel los. Stel vervolgens de gewenste positie in. We raden u aan om de plaat van het zadel horizontaal in te stellen. Draai de schroef weer aan zodra u een comfortabele positie hebt gevonden. DE ZADELPEN MAG NIET VERDER UITSTEKEN DAN DE MARKERING VAN DE MINIMALE INSTEEKDIEPTE OP DE ZADELPEN (AFB. 3). DEZE MARKERING MAG NIET ZICHTBAAR ZIJN. VERVANG DE ZADELPEN INDIEN NODIG DOOR EEN LANGER EXEMPLAAR. Zadelhoogte Minimale insteekdiepte Hak op het pedaal op het laagste punt Afbeelding 2. Afstellen van de hoogte van het zadel Afbeelding 3. Markering van de minimale insteekdiepte van de zadelpen 6. Het wordt aanbevolen de zadelpen te smeren wanneer de positie ervan regelmatig wordt aangepast. LET OP BIJ SOMMIGE MODELLEN IS DE ZADELPEN VAN KOOLSTOF. GEBRUIK ALLEEN EEN SPECIAAL KOOLSTOFSMEERMIDDEL. 13

Controle en instellingen Instellen van de zadelhoogte voor modellen voorzien van een zadel met snelle afstelling - De zadelpen kan worden afgesteld met twee inbussleutels van 5 mm. - De zithoogte kan zonder gereedschap worden ingesteld op 80 mm met behulp van een hendel onder het zadel, net als bij een bureaustoel (afhankelijk van het model). 1. Ga op het zadel zitten. 2. Beweeg de hendel omhoog. 3. Laat het zadel naar boven komen of duw het naar beneden. 4. Laat de hendel los om het zadel in deze positie vast te zetten. Zonder gereedschap afstelbare zadelpen (afhankelijk van het model): - Totale hoogteverstelling zonder gereedschap: 100 mm - Effectieve hoogteverstelling zonder gereedschap: 80 mm - Speling van de vering: ca. 50 mm 14

Controle en instellingen Afstellen van de stuurpen (afhankelijk van het model) De hoek en de hoogte van de stuurpen moeten worden afgesteld om een buiging van de rug te bereiken die past bij uw gebruik van de fiets: Ontspannen positie: 60 tot 90o, rechte rug, aanbevolen positie voor gebruik in de stad Licht gebogen positie: 30 tot 60o, rug licht naar voren gebogen, aanbevolen positie voor regelmatig gebruik en/of langere afstanden. 1. Schuif de afstelknop naar de bovenkant van de stuurpen. 2. Trek de hendel omhoog tot de stuurbocht vrij kan draaien. 3. Pas de hoek van de stuurpen aan. 4. Verander de stand van de stuurbocht. 5. Duw de hendel weer terug naar zijn beginpositie. 6. Om het instellen te vergemakkelijken, trekt u de hendel omhoog en draait u de 2,5 mm inbusschroef 1/8 slag los. 7. Draai de 14 mm moer in de richting van de klok om het afstellen te vergemakkelijken of in de tegengestelde richting om het afstellen moeilijker te maken. 8. Draai de inbusschroef weer vast en duw de hendel weer terug naar zijn beginpositie. 9. Controleer of de stuurbocht goed is aangedraaid, zo niet, ga dan terug naar stap 6 en maak het instellen moeilijker. 15

Controle en instellingen Afstellen van de stuurbocht Om comfortabel op het zadel te kunnen zitten, moeten de handen van de bestuurder op de handvatten rusten, terwijl de armen licht gebogen zijn. 1. Schroef de bevestigingsschroeven van de stuurbocht los met een aangepaste inbussleutel. 2. Plaats de stuurbocht in de juiste positie. 3. Controleer of alle draden en kabels vrij hangen en niet om de stuurpen of voorvork zijn gerold. 4. Breng het midden van de stuurbocht op één lijn met het midden van de stuurpen. Draai de bevestigingsschroeven van de stuurbocht weer vast zodra u de gewenste positie hebt bereikt (zie de tabel Aanhaalmomenten op pagina 42). 5. Zorg dat u de bevestigingsschroeven van de stuurbocht op een gelijkmatige manier vastdraait. 6. Controleer na het aandraaien van de schroeven of de stuurbocht goed vastzit. U kunt dit doen door de handvatten vast te pakken en krachtig naar beneden te drukken. Als u het juiste aanhaalmoment hebt toegepast, zal de stuurbocht niet bewegen. 7. Als u niet helemaal zeker bent van één van bovenstaande stappen of als u denkt dat de stuurbocht niet goed is bevestigd, neem dan contact op met een erkende Matradistributeur. Afbeelding 4. Afstellen van de stuurbocht HET GEBRUIK VAN EEN AERODYNAMISCH OF ANDER VERLENGSTUK OP HET STUUR KAN EEN NEGATIEVE INVLOED HEBBEN OP DE REACTIETIJD VAN DE FIETSER TIJDENS HET REMMEN EN IN DE BOCHTEN. 16

Besturing van uw i-step / i-flow OPMERKING: In de regen rijden brengt uw i-step / i-flow geen schade toe. De motor Uw i-step / i-flow heeft een elektrische motor, die is geïntegreerd in het achterwiel. De motor levert op betrouwbare en effectieve wijze, zonder toxische uitstoot, een nominaal vermogen van 250 Watt. De motor heeft ook een functie voor remmen door regeneratie. Er zijn vier assistentieniveaus en vier regeneratieniveaus die door de gebruiker geselecteerd kunnen worden. De assistentie van de motor helpt om met tegenwind, tegen een helling op of met een lading op de bagagedrager te rijden. De motor levert een ondersteuning die evenredig is aan de inspanning op de pedalen, afhankelijk van de gekozen modus: - 25% in de modus +1-50% in de modus +2-100% in de modus +3-200% in de modus +4 Het vermogen dat de gebruiker levert wordt gemeten met de spanningsmeter van de motor, en wordt met behulp van de assistentie verhoogd tot het nominale vermogen van 250 Watt. De regeneratie van de motor levert: - Van modus -1 tot modus -4 een toenemende weerstand tijdens het trappen - Een elektrische motorrem door de remhendels in te drukken. In de regeneratiemodus werkt de motor als generator die energie levert om de accu weer op te laden. Hoewel de regeneratiemodus de accu niet volledig kan opladen, biedt deze de mogelijkheid om een deel van de remenergie terug te winnen. OPMERKING: Wanneer u achteruit trapt of wanneer u stopt met trappen, wordt de motor uitgeschakeld. Als de motor is uitgeschakeld of de accu leeg is, werkt uw i-step / i-flow net als een gewone fiets. U kunt uw i-step / i-flow gebruiken door zonder elektrische assistentie te trappen (assistentieniveau 0). De motor ontvangt energie via de draadbundel Motorvermogen en heeft een eigen, inwendige elektronische regelaar die wordt aangestuurd door de boordcomputer. Deze regelaar heeft ook een temperatuursensor voor thermische beveiliging (ongeveer 60 C). Bij 50 C vermindert de regelaar de intensiteit van de stroom die naar de motor wordt gestuurd om oververhitting te voorkomen. Bij 55o levert de motor geen assistentie meer. 17

Besturing van uw i-step / i-flow - display G2 FR Boordcomputer display G2 1 WEERGAVE Affichage AFHANKELIJK en fonction du VAN modèle HET MODEL Wacht tot de telling klaar is voordat u de display gebruikt. 3 4 ACL-VERLICHTING EN ACHTERLICHT AAN-/UITZETTEN: WEERGEVEN VAN DE FUNCTIES: Druk gedurende 4 seconden op q terwijl het systeem op ON staat totdat oplicht. - Herhaal deze handeling om de verlichting uit te schakelen. 5 DE AFSTAND OF DE TIMER HERINITIALISEREN: Druk op om de weergavefunctie te wijzigen: - Afstand (DIS) - Kilometerstand (ODO) - Timer (CHRONO) - Gemiddelde snelheid (AV SPD) 6 ASSISTENTIENIVEAU 1-4: Druk gedurende 4 seconden op terwijl u in de modus Afstand (DIS) of Timer (CHRONO) bent. Druk vanaf I op (+) voor meer assistentie of op (-) voor minder assistentie 7 REGENERATIEMODUS 1-4: Druk vanaf I op (-) voor meer weerstand of op (+) voor minder weerstand BK00000346-avr11 18

Besturing van uw i-step / i-flow - display G2 FR Boordcomputer display G2 met bediening bij het handvat om de modus/booster te wijzigen 1 Wacht tot de telling klaar is voordat u de versnellingshendel (throttle) gebruikt. 2 INSCHAKELEN VAN DE VERSNELLINGSHENDEL (THROTTLE): Standaard is een minimale snelheid van 3 km/uur nodig om de versnellingshendel (throttle) te kunnen gebruiken. Opmerking: De teller geeft een evenredige kracht weer. 3 ASSISTENTIENIVEAUS 1 4: Druk vanaf I op + voor meer assistentie en op - voor minder assistentie. 4 REGENERATIEMODUS 1-4: Druk vanaf I op + voor meer weerstand en op - voor minder weerstand. BK00000347 avr-11 19

Onderhoud LET OP LAAD DE ACCU MINSTENS 24 UUR LANG OP VOORDAT U DEZE VOOR HET EERST GEBRUIKT. DE ACTIERADIUS ZAL IN DE LOOP VAN DE EERSTE VIJF OPLAADCYCLI TOENEMEN. ONTLAAD DE ACCU VOLLEDIG TIJDENS HET FIETSEN EN LAAD DEZE VERVOLGENS VIJF À ZES KEER VOLLEDIG OP OM DE NORMALE ACTIERADIUS TE BEREIKEN. LAAD DE ACCU MINSTENS EENS PER TWEE MAANDEN OP. ALS U DE ACCU LANGER DAN TWEE MAANDEN OPBERGT ZONDER DEZE OP TE LADEN, KUNNEN ZIJN PRESTATIES AFNEMEN. Aanbeveling voor het opladen van de accu Aangeraden wordt om de accu iedere 60 dagen op te laden wanneer de fiets niet wordt gebruikt. Zo zorgt u dat de accu altijd volledig is opgeladen en een optimaal rendement biedt. In de loop ter tijd (2 tot 3 jaar) verliest de accu iets van zijn laadcapaciteit. Deze afname van capaciteit is normaal. De levensduur van de accu is ongeveer 500 laad-/ontlaadcycli (opladen en ontladen van 100% tot 0%) tot het nominaal vermogen met 20% is afgenomen. Elke accu is temperatuurgevoelig. Het kan moeilijk zijn om de accu volledig op te laden wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan 30 C of als de temperatuur van de accu te hoog is. In dit geval geeft de meter van het bedieningspaneel aan dat de accu niet volledig is opgeladen. De actieradius is dan verminderd. Om de accu volledig te kunnen opladen, kunt u het beste 30 minuten na gebruik beginnen deze op te laden en wachten tot de omgevingstemperatuur aanvaardbaar is (ongeveer 20 C). Bij een omgevingstemperatuur rond de 0 C kan de accu niet al zijn vermogen geven zonder op een hogere temperatuur te zijn gebracht. De werking van het systeem is dan tijdelijk verminderd. Sleutels van de accu Er zijn twee accusleutels bijgeleverd. Bij verlies van de sleutels kunt u een kopie maken door het nummer te vermelden dat op de cilinder en de sleutel is gemarkeerd. Temperatuur We raden aan om de accu op een koele, droge plek tussen de 5 C en 25 C te bewaren. De accu mag nooit worden bewaard bij een temperatuur onder de 0 C. Opladen van de accu De accu kan tijdens het gebruik van de fiets of, wanneer deze is ontkoppeld of wanneer de fiets niet onder spanning staat een piep laten horen. Dit betekent dat de assistentie moet worden onderbroken en dat de accu moet worden opgeladen op de netstroom of in de regeneratiemodus. De accu wordt opgeladen met de oplader die bij uw i-step / i-flow is geleverd. Deze werkt op gewone stroom. Neem contact op met een erkende Matradistributeur als uw oplader niet goed werkt. 20

Onderhoud LET OP GEBRUIK ALLEEN DE GOEDGEKEURDE OPLADER DIE BIJ UW I-STEP / I-FLOW IS GELEVERD. ANDERE MATERIALEN KUNNEN SCHADE AAN DE ACCU VEROORZAKEN EN LEIDEN TOT HET VERVALLEN VAN DE GARANTIE VAN DE MOTOR, DE ACCU EN DE OPLADER. LET TIJDENS HET OPLADEN VAN DE ACCU OP HET VOLGENDE: ZORG OM BESCHADIGING TE VOORKOMEN DAT ER NOOIT HARDE SCHOKKEN OF CONSTANTE TRILLING OP DE OPLADER WORDT UITGEOEFEND. GEBRUIK ALLEEN DE OPLADER DIE BIJ UW I-STEP /I-FLOW IS GELEVERD. VERMIJD CONTACT MET WATER TIJDENS HET OPLADEN VAN DE ACCU. ALS EEN AANSLUITING NAT WORDT, DROOG DEZE DAN GOED VOORDAT U DE ACCU GEBRUIKT. Oplaadprocedure accu 37V Om de accu op te laden kunt u deze in de fiets laten zitten of uit de fiets verwijderen: 1. Steek de stekker in een stopcontact. 2. Controleer op de display of het contact van uw i-step / i-flow onderbroken is (accu uitgeschakeld). 3. Sluit de connector van de oplader aan op de accu. Een veiligheidsvoorziening voorkomt het gebruik van een LiMn-accu met een NiMH-oplader en het gebruik van een NiMH-accu met een LiMn-oplader. 4. Het opladen van de accu duurt 5 tot 7 uur (80% tot 100%). U kunt de accu langere tijd opladen zonder dat dit schade veroorzaakt. 5. Wanneer de indicator van de oplader van oranje naar groen overschakelt, is de accu volledig opgeladen. 6. Ontkoppel de oplader, te beginnen met de accu. Ontgrendel de connector door de knop naast de connector op de accu in te drukken (alleen voor 37V-accu s). 7. Trek vervolgens de stekker uit het stopcontact. 37V-accu ontkoppelen 21

Onderhoud Oplaadprocedure accu 48V Laad de accu op door dezelfde stappen te volgen als voor de 37V-accu. Op het 48V-model is de oplader geïntegreerd in de accu. Een stroomkabel verbindt de accu met de netvoeding. Raak de laadopening met uw vinger aan om het laadniveau van de accu te testen. Er gaat een led branden: - Groen betekent dat de accu voor 85-100% is opgeladen - Oranje betekent dat de accu voor 25-85% is opgeladen - Rood betekent dat de accu voor minder dan 25% is opgeladen Opmerking: Na een laadbeurt gaat de oplader niet automatisch weer werken. AANBEVELINGEN VOOR HET LANGDURIG OPSLAAN VAN UW I-STEP / I-FLOW BEWAAR UW I-STEP / I-FLOW OP EEN KOELE EN DROGE PLAATS (TEMPERATUUR 5 C TOT 25 C, LUCHTVOCHTIGHEID 10% TOT 70%). LAAD DE ACCU ELKE 60 DAGEN VOLLEDIG OP OM DE LEVENSDUUR TE VERLENGEN. LAAT DE BANDEN NIET OP EEN BETONNEN OPPERVLAK RUSTEN. GEBRUIK EEN TAPIJT OF HANG UW I-STEP / I-FLOW OP OM SCHADE AAN DE BANDEN TE VOORKOMEN. BIJ LANGDURIGE OPSLAG SCHAKELT DE OPLADER NIET AUTOMATISCH OVER OP DE ONDERHOUDSMODUS. WANNEER DE OPLADER NIET WORDT GEBRUIKT, RADEN WE AAN DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN OM ONNODIG STROOMVERBRUIK TE VOORKOMEN. 22

Onderhoud Demonteren van de accu: i-step LET OP CONTROLEER VÓÓR HET DEMONTEREN VAN DE ACCU OF HET CONTACT VAN UW I-STEP / I-FLOW IS ONDERBROKEN (ACCU UITGESCHAKELD, BOORDCOMPUTER UIT). 1. Ontkoppel de verlichting aan de achterkant van de accu. 2. Pak de sleutel. 3. Druk op de hendel van de accu en draai de sleutel om, waardoor de cilinder wordt vrijgegeven. 4. Trek aan de hendel om de accu uit de connector te halen. 5. Schuif de accu over de bevestigingsrail. 6. De accu is nu los. 23

Onderhoud Terugplaatsen van de accu: i-step Verwijder de sleutel uit de cilinder om het terugplaatsen te vergemakkelijken. 1. Uitsparingen in de rail voor het plaatsen van de accu. 2. Bevestig de accu in de daarvoor bestemde uitsparingen in de rail. 3. Laat de accu over de rail glijden. 4. Controleer of de connector aan de achterkant van de accu goed is aangesloten. 5. Druk op de hendel. 6. Houd de hendel ingedrukt en duw de cilinder naar binnen. 7. De cilinder mag niet meer zichtbaar zijn: zo weet u zeker dat de accu goed is aangesloten. 8. Sluit de verlichting aan de achterkant van de accu weer aan. Sommige modellen hebben geen jack-aansluiting. In dat geval werkt de verlichting weer als u de accu hebt teruggeplaatst. 24

Onderhoud LET OP CONTROLEER VÓÓR HET DEMONTEREN VAN DE ACCU OF HET CONTACT VAN UW I-STEP / I-FLOW IS ONDERBROKEN (ACCU UITGESCHAKELD, BOORDCOMPUTER UIT). Demonteren/terugplaatsen van de accu: i-flow Om de draaiaccu (exclusief gepatenteerd ontwerp) te verwijderen: trek de hendel naar achteren om de accu naar boven te laten draaien en klem het geheel vast aan de zitbuis. Vervolgens kunt u de accu verwijderen. Volg nu de bovenstaande aanwijzingen voor het i-stepmodel. LET OP LAAT DE ACCU NIET VALLEN EN ONDERSTEUN DEZE IN DE LAGE POSITIE. NIET FIETSEN WANNEER DE ACCU OMHOOG STAAT. 25

Onderhoud Elektrische kenmerken van uw i-step / i-flow Uw i-step / i-flow maakt gebruik van draadbundelconnectoren en snelle bevestigingen voor het onderhoud. U moet begrijpen hoe u met deze onderdelen moet omgaan, aangezien ze essentieel zijn voor de goede werking van uw i-step / i-flow. De draadbundels geleiden de stroom en regelen de communicatie met de verschillende onderdelen van uw i-step / i-flow. De draadbundels hebben connectoren bij het achterwiel, zodat u het wiel en de accu kunt verwijderen om de verlichting aan te sluiten (zie afbeelding 5 en 6). Verlichtingsconnector op accu. Afhankelijk van het model. Stroom van 24V tot 48V, afhankelijk van het model. Aansluitingen Afbeelding 5. Verlichtingsconnector op de accu Afbeelding 6. Connectoren van de achterste draadbundel Een aansluiting die niet goed vastzit, kan leiden tot uitval van het assistentiesysteem. Tijdens het aansluiten en ontkoppelen van de draadbundels moet u heel voorzichtig zijn om beschadiging te voorkomen. Plaats de neopreen hulzen rondom de kabelverbindingen altijd terug. LET OP HAAL DE LADER ALTIJD UIT HET STOPCONTACT EN SCHAKEL HET SYSTEEM UIT VOORDAT U EEN CONNECTOR LOSKOPPELT. LET OP OM DE COMMUNICATIEKABELS TE ONTKOPPELEN, TREKT U DE VERENDE BORGRING STEVIG NAAR ACHTEREN. TREK VERVOLGENS AAN DE CONNECTOREN OM DEZE UIT ELKAAR TE HALEN. VERBUIG DE CONNECTOREN NIET EN TREK NIET AAN DE DRADEN OM DE DRAADBUNDEL TE ONTKOPPELEN. 26

Onderhoud Verwijderen/terugplaatsen van het voorwiel 1. Draai de bevestiging van de voornaaf los en verwijder de klembout. 2. Haal het voorwiel voorzichtig van de vorkpoten af en leg het zachtjes neer. Druk nooit de remhendels in als de wielen niet geplaatst zijn. Hierdoor raken de remblokken ontregeld. Gebruik in dit geval een schroevendraaier om ze voorzichtig opzij te duwen zonder het oppervlak van de remblokken te beschadigen. 3. Voer deze procedure in omgekeerde volgorde uit om het wiel terug te plaatsen. Plaats het wiel tussen de vorkstangen en controleer of het remsysteem goed werkt. 4. Draai de klembout aan tot het aanhaalmoment dat wordt vermeld in de tabel Aanhaalmomenten op pagina 42. Til de fiets op en tik met de hand op het wiel om te controleren of de bevestiging goed is aangedraaid. Verwijderen van het achterwiel We raden u aan om het achterwiel door een erkende Matra-distributeur te laten demonteren. Als u een aanpassing aan het achterwiel moet doen (band verwisselen, wiel richten) en er geen overbrengingsonderdeel wordt vervangen, mag u de afstelling van de aanslagschroef niet veranderen. Bevestiging van de naaf Remklauw Schijfrem Schroefsleutel HAAL DE STEKKER VAN DE OPLADER UIT HET STOPCONTACT EN SLUIT DE STROOMTOE- VOER VAN DE ACCU AF VOORDAT U DE CONNECTOR VAN EEN DRAADBUNDEL LOSKOP- PELT. VERBUIG DE CONNECTOREN NIET EN TREK NIET AAN DE DRADEN OM DE DRAAD- BUNDEL TE ONTKOPPELEN. OM DE COMMUNICATIEKABELS TE ONTKOPPELEN TREKT U DE VERGRENDELINGSHULS NAAR ACHTEREN EN TREKT U VERVOLGENS AAN DE CONNECTOREN OM ZE UIT ELKAAR TE HALEN. 1. Onderbreek de stroomvoorziening door de boordcomputer uit te schakelen. 2. Verwijder de bescherming van de kabelconnector bij de framebuis aan de linkerkant en ontkoppel de connectoren. Verwijder de bevestigingkraag van de kabels. Witte markering voor montage Afbeelding 6. Connectoren van de achterste draadbundel 3. Gebruik het kleinste tandwiel voor de modellen met derailleur. De positie van de ketting is dan zo dat het wiel gemakkelijker kan worden verwijderd. Bij een systeem met riemaandrijving verwijdert u de oprolinrichting. 4. Schroef de asmoeren van het achterwiel met vijf à zes slagen los als het een model met derailleur betreft. Voor een model met riemaandrijving schroeft u de rechte moer (aan de kant van de overbrenging) helemaal los. 5. Haal het wiel voorzichtig van de vorkpoten. Dit is gemakkelijker als u de derailleur naar achteren trekt. Druk nooit de remhendels in als de wielen niet geplaatst zijn. Hierdoor raken de remblokken ontregeld. Gebruik in dit geval een schroevendraaier om ze voorzichtig opzij te duwen zonder het oppervlak van de remblokken te beschadigen. 27

Onderhoud Bij een riemoverbrenging dient u bovendien de volgende stappen te volgen: ZET DE BOORDCOMPUTER UIT EN SCHAKEL DE ACCU UIT VOORDAT U ONDERHOUD AAN DE RIEMAANDRIJVING PLEEGT. 1 2 Draai de schroef voor de riemspanning los (schroef de balansschroeven, waarmee het wiel weer in de juiste positie kan worden gebracht, niet los). Draai de onderste schroef van de rolhouder los en verwijder deze. 3 4 Draai de bovenste schroef Draai de klemschroef van de riemspanner los. van de rolhouder los. 28

Onderhoud Terugplaatsen van het achterwiel 1. Trek aan de achterderailleur voor de modellen met derailleur. Plaats het achterwiel terug; let op dat de pen voor het herstellen van koppel/torsiepal in de linker of rechter pat van het frame steekt en dat de gleuf naar de grond wijst (zie afbeelding 7 en 8). Afbeelding 7. Positie van de pen voor het herstellen van koppel/torsiepal opsluitkraag van de elektrische draadbundel Afbeelding 8. Positie van de elektrische draadbundel LET OP DE PEN VOOR HET HERSTELLEN VAN KOPPEL/TORSIEPAL MOET PRECIES DE JUISTE POSITIE TEN OPZICHTE VAN HET FRAME HEBBEN OM DE MOTOR GOED TE LATEN WERKEN. 2. Plaats het wiel in het midden van de achtervork. Draai vervolgens de moeren vast met de platte steeksleutel van 15 mm die bij uw i-step / i-flow is geleverd. Zorg dat de gleuf naar de grond wijst. 3. Controleer of de remblokken geen geluid maken als ze in contact komen met de schijf. Als dit het geval is, moet u uw remklauw afstellen. 4. Sluit de connectoren weer aan. 5. Plaats de velcrobescherming terug op de connectoren van de achterste draadbundel en op de linker crankarmen van het frame. Zorg dat de draadbundel niet in aanraking komt met de remschijf. Gebruik de bevestigingskraag om de draadbundel in zijn oorspronkelijke positie te houden. LET OP HET NIET GOED TERUGPLAATSEN VAN DE BEVESTIGINGSKRAAG VAN DE DRAADBUNDEL KAN LEIDEN TOT KAPOTGAAN VAN DE ELEKTRISCHE DRAADBUNDEL, MET NAME VANWEGE DE REMSCHIJF. LET OP ZORG DAT U DE CONTACTSTOPPEN VOOR HET AANSLUITEN VAN DE CONNECTOREN VAN DE DRAADBUNDELS GOED RICHT. OM HET RICHTEN TE VERGEMAKKELIJKEN HEBBEN DE COMMUNICATIEKABELS EEN MARKERING (WITTE PIJL) OP DE MANNELIJKE EN VROUWELIJKE CONNECTOREN. 29

Onderhoud Voor de modellen met riemaandrijving: terugplaatsen van de anti-slipbescherming van de riemaandrijving Volg de onderstaande stappen voor modellen met riemaandrijving. aanslagschroef 1. Plaats de riemspanner. 2. Draai de schroef van de riemspanner vast. 3. Span de riem met behulp van de spanschroef tot deze tegen de aanslagschroeven rust. 4. Plaats de rolhouder, draai de twee schroeven aan tot het contactpunt. Draai ze niet helemaal vast, zodat de rolinrichting nog kan worden bijgesteld. 5. Breng de rol in contact met de riem (regelaar raakt de riem zonder er druk op uit te oefenen). 6. Gebruik de bevestigingsschroeven van de rol om de speling tussen de anti-slipbescherming van de riemaandrijving en de riemaandrijving in te stellen. 7. Draai de Nylstop moeren weer vast om ontregeling te voorkomen 8. Draai de wielmoer vast. Afbeelding 9. Terugplaatsen van het achterwiel, versies B1 30

Onderhoud LET OP HET IS MOGELIJK DAT U BEPAALDE ONDERDELEN VAN UW I-STEP / I-FLOW PERIODIEK OPNIEUW MOET AFSTELLEN OM DE GOEDE WERKING ERVAN TE HERSTELLEN. VOLG DE RICHTLIJNEN IN DE VOLGENDE HOOFDSTUKKEN ZORGVULDIG WANNEER DEZE AFSTELLINGEN NODIG ZIJN. Controle van de montage van het achterwiel 1. Controleer of de spanning van de achterband goed is (zie de tabel Bandenspanning op pagina 10). 2. Controleer of de zijkanten van de achterband zich precies in het midden van de achtervork bevinden. 3. Druk de hendel van de achterrem meerdere keren stevig in en controleer of de remblokken in contact komen met de schijf. 4. Controleer of de connectorhulzen goed op hun plaats zitten om de kabels te beschermen tegen per ongeluk loskoppelen en wrijving. Afstelling van de spatborden (afhankelijk van het model) Als de spatborden niet op één lijn zijn met de banden, als de wielen geluid maken of als de banden de stangen van het spatbord raken, dient u de spatborden weer terug te brengen in de juiste positie: 1. Draai de schroef van de spatbordstang los (afhankelijk van het model, zie Afbeelding 10 en 11). 2. Schuif de stang in het bevestigingssysteem, zodat het spatbord zich precies in het midden bevindt ten opzichte van het wiel. 3. Draai de schroef van de spatbordstang weer vast. Afbeelding 10. Afstellen van de spatborden, type 1 Afbeelding 11. Afstellen van de spatborden, type 2 31

Onderhoud Bagagedragers (afhankelijk van het model) De bagagedrager is ontworpen om een lading van 25 kg te kunnen dragen. Dit gewicht mag nooit worden overschreden, net zomin als de totaal toegestane belading van uw i-step / i-flow. Alle bevestigingselementen moeten regelmatig worden aangedraaid en gecontroleerd. De gebruiker mag geen veranderingen aan de bagagedrager aanbrengen. De bagagedrager bevat van oorsprong geen systeem om een aanhanger te trekken. De mogelijkheid tot aanpassing aan een aanhanger is afhankelijk van de montage-instructies van de fabrikant. Raadpleeg deze voordat u de aanhanger koopt om zeker te zijn dat deze compatibel is met uw i-step / i-flow. Als u een zware last op de bagagedrager meeneemt, kan het rijgedrag van uw i-step / i-flow veranderen en kunnen de remafstanden langer worden. Bagage moet stevig op de bagagedrager worden bevestigd in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. De lading op de bagagedrager moet evenwichtig worden verdeeld om het rijden niet te bemoeilijken. Verspreid de last over beide kanten van de bagagedrager. Controleer of geen enkel bevestigd voorwerp, kinderzitje op de bagagedrager of bevestiging in aanraking kan komen met de wielen. Laat de riemen niet hangen, zodat ze niet in de wielen terecht kunnen komen. De verlichting en de reflectoren mogen niet door de bagage worden verduisterd. De aanhaalmomenten staan in de tabel Aanhaalmomenten op pagina 42. Bagagedrager van het i-flowmodel De bagagedrager is gemonteerd op het achterspatbord, dat aan het frame is gelast. Het spatbord kan een lading van maximaal 25 kg dragen. De bagagedrager is compatibel met Racktime *. Bagagedrager compatibel met de accessoires van Racktime *. *48V-modellen Afbeelding 12. Bagagedrager 32

Onderhoud Pedalen De pedalen hebben speciaal schroefdraad, afhankelijk van de kant waar ze gemonteerd moeten worden. Het rechterpedaal is gemarkeerd met een "R" (voor Right, aan de kant van het kettingwiel) en het linkerpedaal is gemarkeerd met een "L" (voor Left) of met een markering op het pedaal zoals in Afbeelding 13). Als u de pedalen om een bijzondere reden moet demonteren en terugplaatsen zonder de tussenkomst van een erkende Matra-distributeur: 1. Breng de assen van de pedalen op één lijn met het draadgat van hun eigen crank. 2. Draai de pedalen met de hand aan door het rechterpedaal met de klok mee, en het linkerpedaal tegen de klok in te draaien. 3. Wanneer u niet met de hand verder kunt draaien, gebruik dan de bijgeleverde sleutel van 15 mm of inbussleutel van 6 mm en draai aan (zie afbeelding 14 / zie tabel Aanhaalmomenten). De aanslag van Afbeelding 13. Symbool op pedaal elk pedaal moet tegen de crank rusten. 4. Laat de pedalen vervolgens zo snel mogelijk nakijken door een erkende Matra-distributeur. Afbeelding 14. Aandraaien van het pedaal De markering, die uit 3 streepjes bestaat, geeft aan dat dit het linkerpedaal is. LET OP PROBEER NOOIT MET GEWELD HET VERKEERDE PEDAAL OP DE CRANK TE INSTALLEREN. HIERDOOR ZAL HET SCHROEFDRAAD PERMANENT BESCHADIGD RAKEN. SPD-pedalen (afhankelijk van het model) Voor een veilig gebruik en een goede afstelling van de bevestigingsbouten van de schoenen, dient u de instructies in de handleiding bij het product te volgen. SOMMIGE MODELLEN ZIJN VOORZIEN VAN SPD-PEDALEN. HOUD REKENING MET EEN AANPASSINGSPERIODE OM HET RISICO OP VALLEN TE VERMIJDEN. OEFEN MEERDERE KEREN MET HET LOSMAKEN/VASTKLIKKEN VAN UW SCHOENEN OP DE PEDALEN, TERWIJL U TEGEN EEN MUUR LEUNT. DE UITKLIKHOEK KAN VARIËREN DOOR SLIJTAGE VAN DE SPIE, MODDER, GEBREK AAN SMEERMIDDEL OF SPANNING OP DE VEER. 33

Onderhoud Standaard KLAP DE STANDAARD OMHOOG VOORDAT U BEGINT MET FIETSEN. Vering Sommige modellen zijn voorzien van een verende vork. Raadpleeg de bijgevoegde handleiding. Als u niet bekend bent met een verende vork, neem dan de tijd om de functies ervan op een veilig terrein te ontdekken. Onthoud dat een hogere snelheid meer risico met zich meebrengt. Als uw i-step / i-flow een voorvering heeft, kan de voorkant van uw fiets tijdens het remmen een duik maken. Wees daarom voorzichtig als u snel rijdt. Neem contact op met een erkende Matra-distributeur als u problemen tegenkomt. Schakelen tussen versnellingen Raadpleeg de bijgevoegde handleidingen LET OP CONTROLEER DE STABILITEIT VAN UW I-STEP / I-FLOW TERWIJL DEZE OP DE STANDAARD RUST VOORDAT U UW FIETS ACHTERLAAT. DIT IS EXTRA BELANGRIJK ALS U DE ACCU OP DE FIETS OPLAADT. OPMERKING: Gebruik bij het starten bij voorkeur een kleine overbrengingsverhouding en schakel voor het stoppen over op de overbrengingscombinatie die het meest geschikt is om opnieuw mee te starten. LET OP TRAP NOOIT ACHTERUIT TERWIJL U TUSSEN DE VERSNELLINGEN SCHAKELT EN GEBRUIK NIET TE VEEL KRACHT OP DE HENDELS. TRAP ALTIJD MET EEN LICHTE OF GEMIDDELDE KRACHT TERWIJL U TUSSEN VERSNELLINGEN SCHAKELT. VERMIJD HET KRUISEN VAN DE KETTING (KETTING OP HET GROTE TANDWIEL EN HET GROTE KETTINGBLAD OF KETTING OP HET KLEINE TANDWIEL EN HET KLEINE KETTINGBLAD). De ketting en de derailleur(s) De mechanische aandrijving van uw i-step / i-flow wordt gewaarborgd door een ketting van hoge kwaliteit, die regelmatig moet worden gereinigd en gesmeerd met een smeermiddel op basis van Teflon. De derailleur moet mogelijk periodiek worden afgesteld. Raadpleeg daartoe de bijgevoegde handleiding. De atmosferische omstandigheden kunnen invloed hebben op de frequentie van de afstellingen. Sommige onderdelen van uw fiets moeten periodiek worden gesmeerd. HET SMEREN VAN DE ONDERDELEN MOET WORDEN GEDAAN DOOR EEN ERKENDE MATRA-DISTRIBUTEUR, MET UITZONDERING VAN DE KETTING. 34