5 INHOUD Inleiding. Wisselende verhoudingen in het literaire systeem 11 Een chronisch debat 14 Hoofdstuk 1. Theoretisch kader 19 1.1 De polysysteemtheorie 19 Object van onderzoek 21 Het repertoire 23 1.2 Interactie tussen systemen 27 Systeemdifferentiatie 29 1.3 Instituties in het literaire systeem 31 De institutie van de literaire kritiek 34 1.4 Componenten van het repertoire 36 Verschuivende componenten 40 Het repertoire en het individu 44 De meervoudige, dynamische habitus 45 1.5 Conclusie 48 Deel 1. De Nederlandse kritiek over Vlaamse literatuur Hoofdstuk 2. Nederlandse kritiek over Vlaamse literatuur: kwantitatieve analyse van het corpus 53 2.1 Verschillende soorten kritiek 53 Drie typen kritiek 53 De journalistieke kritiek in Nederland: bronnenkeuze 55 Kritiek in literaire tijdschriften 56
6 Lezer, er zijn ook Belgen! 2.2 Nederlandse kritiek over Vlaamse literatuur 58 Verzameling van het materiaal 58 Inrichting van het VNC-project 58 Parameters van het onderzoek 59 2.3 De Nederlandse kritiek in beweging 60 De opkomst van de culturele bijlagen 61 Crisis in de kritiek 65 2.4 De kritiek: periodieken, recensies, critici 68 Periodieken 69 Recensies 71 Critici 74 2.5 De besproken literatuur: auteurs, titels, uitgeverijen 79 De auteurs en hun werken 79 De uitgeverijen 84 2.6 Inhoud van de recensies 85 Situeringen 85 Oordelen 88 2.7 Conclusie 90 Hoofdstuk 3. De uitgevers van Vlaamse literatuur 93 3.1 Inleiding 93 3.2 De Nederlandstalige uitgeverswereld 95 Structuur van het uitgeverijbedrijf 95 Veranderingen in de Nederlandse uitgeverij 97 Vlaamse auteurs in nieuwe Nederlandse fondsen 101 Samenwerkende uitgeverijen 102 Over het uitgeven van Vlaamse literatuur 105 Kwaliteit uit Vlaanderen 109 Redactionele begeleiding 111 Het einde van de samenwerking? 114 Conclusie 116 3.3 De productie van Vlaamse literatuur 117 Dataverzameling 117 Productie 118 Overstap naar Nederland 119 3.4 De productie van Vlaamse literatuur en de selectie van de kritiek 125 Verloop van productie en kritische aandacht 125 Concentratie op toonaangevende uitgeverijen 127 De productie van toonaangevende uitgeverijen 130 3.5 Conclusie 133
7 Hoofdstuk 4. De contouren van het repertoire 137 4.1 Inleiding 137 Mentions in de Nederlandse kritiek 140 4.2 Verschillende soorten mentions 142 4.3 Auteurs als referentiepunt 147 Dubbele verbreding in de tweede helft van de jaren tachtig 149 4.4 Nederlandse mentions: de canon van de naoorlogse literatuur 151 Mentions in poëzierecensies 153 4.5 Vlaamse mentions: oude en nieuwe prozaschrijvers 156 Nieuwe namen in Vlaanderen en Nederland 159 Een vrouwelijk subsysteem? 162 4.6 Internationale mentions: verwijzingen naar de wereldliteratuur 165 4.7 Conclusie 169 Hoofdstuk 5. Intermezzo: Lezer, er zijn ook Belgen! 171 5.1 Inleiding 171 5.2 België voor Hollanders 172 5.3 Een chronisch debat? 176 5.4 Verschillen tussen Noord en Zuid 178 5.5 Sire, er zijn geen Belgen. De Boekenweek 1988 181 5.6 Een asymmetrische relatie? Voorlopige balans en vervolg 188 Deel 2. Het repertoire van de kritiek Hoofdstuk 6. Het spook van Boon 193 6.1 Inleiding 193 6.2 De Nederlandse kritiek over Boon 195 Aalst als spiegel van de wereld 196 Met zijn gezicht naar Amsterdam en zijn kont naar Vlaanderen 198 6.3 Boon in het referentiekader van de kritiek 202 6.4 Op zoek naar de nieuwe Boon 204 De beste thans levende Vlaamse schrijver : Walter van den Broeck 204 Een vrouwelijke Boon : Geertrui Daem 209 Een harem Bonen 215 6.5 Het voorbeeld van Boon: model en normen 217 Vlaamse schrijvers: de traditie van Boon 217 Nederlandse schrijvers: de auteur van Menuet 220 6.6 Conclusie 223
8 Lezer, er zijn ook Belgen! Hoofdstuk 7. De schaduw van Claus 227 7.1 Inleiding 227 7.2 De geboorte van een meesterwerk 229 De aanloop 229 De publiciteitsmachine draait op volle toeren 231 Allemaal dingen die met het boek als zodanig niets te maken hebben 236 De eerste recensies 244 Nog jarenlang besproken? 251 7.3 Claus in het referentiekader van de kritiek 259 In de schaduw van Claus 259 De mentions 264 Een Vlaamse traditie: genealogisch proza 265 7.4 Een wereld die je kent : Claus en genealogisch proza 273 In de traditie van Boon en Claus 274 Onvervalst Vlaams 277 Aanstekelijke herkenbaarheid of realisme zonder meer? 279 Een revival 285 Institutionele ontwikkelingen 288 7.5 Het voorbeeld van Claus: profilering en provocatie 290 Angry young Belgen 291 Een literaire achterhoede 297 7.6 Hugo Claus en de Nederlandse literatuur 302 Een Nederlands netwerk 305 Nederlandse normen 307 Claus als voorbeeld voor on-nederlandse schrijvers 309 7.7 Conclusie 312 Hoofdstuk 8. Hoe Nederlands is de Vlaamse poëzie? 315 8.1 Inleiding 315 8.2 Nederlandstalige poëzie in de jaren tachtig 317 Stromingen, maar duidelijke? 317 Een kloof tussen Noord en Zuid 326 Drie keer neo 328 Twee vernieuwingsbewegingen 331 8.3 Een Nederlands referentiekader 334 Dichters en mentions 334 Vlaamse dichters en Nederlandse mentions 336 Vlaamse dichters en Vlaamse mentions 339 8.4 Tranen die in het gedicht opdrogen: Kopland en Herzberg 342 Kopland als kapstok 342
9 Pathos en ironie 345 Noord en Zuid volgens De Coninck 351 Zuiderent over het Zuiden 354 Hoe Nederlands is de Vlaamse poëzie? 362 8.5 Het ontwerpen van raadsels: Kouwenaar, Faverey en Lucebert 365 Stilstand in beweging 366 Antwoord, azijn en amok? 369 Van Bastelaere als Nederlands dichter 377 Een kruising van tegenstellingen 380 Lucebert als Vlaams dichter 382 Een dichter op de middenstip 389 8.6 Conclusie 396 Besluit 399 De verhouding Nederland - Vlaanderen 399 De Vlaamse literatuur in beeld 401 Bloei van de Vlaamse literatuur 402 Interactie en integraties 404 Normen, repertoires en dynamiek 405 Evaluatie van het theoretisch kader 411 Bronnen 415 Kritieken 415 Databanken 433 Literatuur 433 Overzicht van tabellen 445 Bijlagen 447 Register van Vlaamse auteurs 481