Convenant Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Vastgesteld in de Regioraadsvergadering dd 24 juni 2008



Vergelijkbare documenten
vastgesteld in de regioraadsvergadering van 18 december 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX;

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016

Huisvestingsverordening Papendrecht 2005

De huisvestingsverordening gemeente Epe 2015 vast te stellen.

gelezen het voorstel nummer van het dagelijks bestuur;

Wonen in de regio Amsterdam. Globale inhoud Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010

Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2013 met ingang van 1 juli 2015

Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Amstelveen 2016

Inhoud voorstel aan B&W

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Haarlemmermeer houdende regels omtrent huisvesting Huisvestingsverordening Haarlemmermeer 2018

Regionale Huisvestingsverordening Waterland 2016

Verordening tot eerste wijziging van de Huisvestingsverordening Diemen

Toelichting op de verdeling van vrijkomende sociale huurwoningen in Almere met een huurprijs tot 710,68 met ingang van 19 januari 2015

Artikel 3 1 van 9 Agendapunt 6

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015

VERGADERING VAN DE REGIORAAD

Was/wordt tabel Huisvestingsverordening Holland Rijnland. Zuiver technische aanpassingen aan de verordening zijn in dit overzicht niet meegenomen.

Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt.

Regionaal model huisvestingsverordening

In deze bijlage zijn een aantal terugkerende en veelgestelde vragen in willekeurige volgorde opgenomen.

Beleidsvoorstel Actualisatie regels woonruimteverdeling en woonruimtevoorraad

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam

GEMEENTEBLAD. Nr Huisvestingsverordening Diemen 2017 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN


[Geef tekst op] Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Stadsregio Amsterdam - Tabellenrapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Rapportage Woonruimteverdeling 2010 Stadsregio Amsterdam

Naar een nieuw woonruimteverdeling

Actualisatie Woonruimteverdeling 2012

Huisvestingsverordening Amsterdam Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening Woonruimtebemiddeling gemeente Schiedam 2015

Bijlage 2 Toelichting wijzigingen ten opzichte van Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 Gemeente Montfoort (vastgesteld 22 juni 2015)

Raadsvoorstel

Huisvestingsverordening artikel Urgent woningzoekenden 1. Burgemeester en wethouders kunnen een in het register* ingeschreven woningzoekende

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam

MEMO van college aan de commissie R&B

INFORMATIEBLAD. Huisvestingswet en huisvestingsverordening 2019

Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

het Raadbesluit tot wijziging van de de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Nieuwegein

Deze notitie is bedoeld om de schaarste en de verdringing in Gouda aan te tonen, als bijlage bij de Huisvestingsverordening 2019.

Overzicht wijzigingen van de huisvestingsverordening per 1 juli 2017

gemeente Tiel In te vullen door de gemeente Datum ontvangst BSN: DSP: 15 HUISVESTINGSVERGUNNING (HUUR/KOOP), AANVRAAGFORMULIER

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam

MEMO van college aan de algemene raadscommissie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Informatiefolder WoningNet

Raadsvoorstel agendapunt

HUISVESTINGSVERORDENING GEMEENTE UITHOORN gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 juni 2017 nr.

VERGADERING GEMEENTERAAD gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015, nr.

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam

Beleidsregels indicatiestelling aangepaste woningen gemeente Zaanstad 2015

GEMEENTEBLAD. Nr Huisvestingsverordening Rheden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Huisvestingsverordening gemeente Opmeer gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland - Tabellenrapportage

Informatiefolder WoningNet

Vaststellen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (2015, nr. 324/1369)

Rapportage Woonruimtebemiddeling 2009 Stadsregio Amsterdam

Regionale Huisvestingsverordening Waterland 2016

Informatiefolder WoningNet

Uitvoeringsbesluit Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Bij deze sturen wij u ter informatie u de monitor sociale woningbouw van de Stadsregio Amsterdam.

Woonruimteverdeling. Een woning huren van St. Joseph

Versie PHO 22 mei Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

Versie PHO 22 mei Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

Huisvestingsverordening Amsterdam 2016

Verseon DSO/2012/ svdz. Nadere regels urgentie. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere,

Huisvestingsverordening gemeente Purmerend 2016

Rapportage woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam

4 MAART 2019 WELKOM OP DE INFORMATIEAVOND OVER STARTERSWONINGEN OP MARKEN

Huisvestingsverordening gemeente Amstelveen 2018

Huisvestingsverordening gemeente Zaanstad 2018

Woonruimteverdeling. Een wonig huren van St. Joseph

GEMEENTEBLAD. Nr Huisvestingsverordening Amstelveen 2016 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Huisvestingsverordening gemeente Zaanstad 2016

Beleidsregels indicatiestelling aangepaste woningen gemeente Zaanstad 2016

Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2013

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Informatiefolder WoningNet

Woonruimteverdeling Woningstichting Putten. Opening Schauwplein

Algemene Subsidieregeling 2008

Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010

Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010

Op zoek naar een huurwoning

Gemeente Opmeer. besluit vast te stellen de 'HUISVESTINGSVERORDENING 2015 REGIO WEST-FRIESLAND Gemeente Opmeer 2015'

TOELICHTING op de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen. Artikel 1 sub l.

Rapportage woonruimteverdeling Wachttijd voor een huurwoning loopt verder op. Eerste helft 2016

Jaar <datum onbekend> Vergaderdatum <vrije tekst griffie> Afdeling 1 Agendapunt <vrije tekst griffie> Nummer 0

U r g e N T I e C O M M I s s I e J a a r v e r s l a g

Gemeente Papendrecht

Huisvestingsverordening gemeente Hoorn 2014

Verordening houdende regels betreffende de verdeling van woonruimte en het wijzigen van de woonruimtevoorraad gemeente Sliedrecht 2011

1. De tabellen met betrekking tot de passendheidsregels voor de woonruimteverdeling 2013 vast te stellen.

BIJZONDERE WONINGEN ALGEMEEN

CONCEPT Verordening doelgroepen woningbouw Diemen 2019

Toelichting bij de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2013, geldend vanaf 1 juli 2015

Huisvestingsverordening gemeente Purmerend gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 januari 2018,

Transcriptie:

Convenant Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Vastgesteld in de Regioraadsvergadering dd 24 juni 2008 1. De Stadsregio Amsterdam, krachtens artikel 45, lid 2 van haar Gemeenschappelijke regeling vertegenwoordigd door de heer L. Worm, 2. Het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad, krachtens artikel 2.5 van haar statuten rechtsgeldig vertegenwoordigd door ir. P.D. de Jong, J. Hendriks, V. van Luit, ir. J. van den Berg Jeths en drs. J.G. van Harten, en 3. Woonzorg Nederland, vertegenwoordigd door C. de Wolf gezamenlijk hierna te noemen de partijen Overwegende (a) (b) (c) dat de verdeling van woonruimten binnen de Stadsregio Amsterdam al vele jaren mede plaats vindt op basis van de samenwerking tussen de gemeenten die deel uitmaken van de Stadsregio en de in die gemeenten werkzame corporaties. Deze samenwerking heeft voor het eerst gestalte gekregen in het Convenant ROA-Huisvestingsregio van juni 1994 en is verder uitgewerkt in de Raamovereenkomst Woonruimteverdeling 1997; dat ontwikkelingen die sindsdien hebben plaats gevonden aanleiding zijn om de eerder gemaakte afspraken te herzien en aan te passen; dat na wijziging van de Huisvestingswet per 1 januari 2006 de Stadsregio Amsterdam direct verantwoordelijk is voor de wijze waarop sturing wordt gegeven aan de verdeling van de woonruimte binnen het gebied van de Stadsregio; Komen overeen: Het Convenant woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam 2008 Artikel 1: Begripsbepalingen Bestaande woonruimte Woonruimte die eerder verhuurd is geweest en, al of niet na renovatie, opnieuw ter verhuur wordt aangeboden. Corporaties De toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 70, lid 1 van de Woningwet die werkzaam zijn in één of meer gemeenten die deel uitmaken van de Stadsregio Amsterdam. Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 1

Huishouden Een alleenstaande met of zonder kinderen, dan wel twee personen met of zonder kinderen die een gemeenschappelijke huishouding voeren of wensen te voeren. Indicatie Verklaring van een onafhankelijke medische instantie inhoudende dat degene ten behoeve van wie de verklaring is afgegeven in aanmerking komt voor de woonruimten die zijn aangewezen voor de huisvesting van zorgbehoevenden/gehandicapten. Nieuwbouw Woonruimte die, na oplevering, voor het eerst ter verhuur wordt aangeboden; Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad Samenwerkingsverband van corporaties die werkzaam zijn in het gebied van de Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam Samenwerkingsverband in de zin van artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen dat bestaat uit de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang, waarbij wordt begrepen onder: Kleine gemeenten: de gemeenten Beemster, Landsmeer, Oostzaan, Ouder Amstel, Waterland, Wormerland en Zeevang; Middelgemeenten: de gemeenten Edam Volendam, Uithoorn, Diemen en Aalsmeer, Grote gemeenten: de gemeenten Zaanstad, Haarlemmermeer, Amstelveen en Purmerend, Centrumgemeente: de gemeente Amsterdam. Rekenhuur De prijs die bij huur en verhuur per maand is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woonruimte, vermeerderd met een bedrag voor verschuldigde servicekosten zoals omschreven in het derde lid van artikel 5 van de Wet op de huurtoeslag en verminderd met de bedragen die eventueel zijn verschuldigd voor een tot de woonruimte behorende bedrijfsruimte en een bij de woonruimte behorende garage, zij het dat het laatste bedrag is gemaximeerd op 22. Stuurgroep Wonen Adviesorgaan van de portefeuillehouder Wonen van het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam tevens overleggroep over de uitvoering van de onderhavige overeenkomst, bestaande uit leden van colleges van burgemeester en wethouders van gemeenten die deel uitmaken van de Stadsregio Amsterdam en bestuurders van corporaties die in die gemeenten werkzaam zijn. Zelfstandige woonruimte Besloten ruimte die een eigen toegang heeft en welke door een huishouden kan worden bewoond zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte; Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 2

Artikel 2 Werkingsgebied 1. Dit convenant is van toepassing op de verhuur door de corporaties van zelfstandige woonruimten die in hun bezit zijn en die zijn gelegen in de gemeenten die deel uit maken van de Stadsregio Amsterdam en die een rekenhuur hebben die lager is dan 631,73 (prijspeil 1 juli 2008). 2. Het bedrag genoemd in het eerste lid wordt van rechtswege ieder jaar per 1 juli aangepast aan de per die datum doorgevoerde wijziging van de maximale huurgrens. Artikel 3 Bemiddeling 1. Het Platform draagt er zorg voor dat de corporaties de bemiddeling van hun woonruimten als bedoeld artikel 2 eenduidig en transparant vorm geven en op adequate wijze bekendheid geven aan hun toewijzingsbeleid. 2. Onder bemiddeling is begrepen de inschrijving van woningzoekenden, de bekendmaking van het aanbod van woonruimten en de vaststelling van de onderlinge volgorde van de woningzoekenden die in aanmerking wensen te komen voor een bepaalde woonruimte. Artikel 4 Woningzoekenden en inschrijving 1. Iedere woningzoekende van 18 jaar of ouder kan zich als zodanig laten inschrijven. 2. Woningzoekenden die voor een voltijds dagopleiding staan ingeschreven bij een universiteit, een hogere beroepsopleiding of een middelbare beroepsopleiding gevestigd in het gebied van de Stadsregio Amsterdam kunnen zich, naast de inschrijving als bedoeld in lid 1, ook laten inschrijven als kandidaat voor een studentenwoning als bedoeld in het vijfde lid van artikel 7. Anders dan het bepaalde in het eerste lid staat inschrijving open voor studenten die minimaal vijftien jaar zijn. Artikel 5 Woonduur en inschrijfduur 1. Ingeschreven woningzoekenden worden onderscheiden in doorstromers en starters. 2. Doorstromers zijn degenen die daadwerkelijk een zelfstandige woonruimte leeg achter laten in één van de gemeenten van de Stadsregio Amsterdam dan wel in de gemeente Almere. Alle andere woningzoekenden zijn starters. 3. Doorstromers en starters hebben een inschrijfduur die gelijk is aan de periode dat men als woningzoekende staat geregistreerd. Doorstromers hebben daarnaast een woonduur. Deze is gelijk aan de tijdsduur die is gelegen tussen de ingangsdatum van het huur- of koopcontract van de huidige zelfstandige woonruimte en het moment van volgorde bepaling voor de toewijzing van de nieuwe woonruimte zoals omschreven in artikel 2, waar zij voor in aanmerking wensen te komen. Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 3

4. Indien twee huishoudens, die ieder als doorstromer zijn te beschouwen en ieder een woonruimte in gebruik hebben zoals omschreven in artikel 2, als één huishouden in aanmerking willen komen voor een andere woonruimte wordt de som van ieders individuele woonduur beschouwd als de woonduur van hun gezamenlijke huishouden, mits beide huishoudens hun zelfstandige woningen daadwerkelijk leeg zullen achterlaten. 5. In het geval een woonduur minder is dan vijf jaar wordt eenmalig bij deze woonduur opgeteld de woonduur van de woonruimte die de woningzoekende in gebruik heeft gehad direct voorafgaand aan het in gebruik nemen van de nu achter te laten woonruimte. Daarbij gelden als vereisten dat zowel de huidige als de daaraan voorafgaande woonruimte beantwoordt aan de criteria van artikel 2 en dat de huidige woonruimte destijds is toegewezen zonder dat daarbij toepassing is gegeven aan het bepaalde in lid 4. 6. Is een woonruimte als bedoeld in artikel 2 in gebruik genomen door een starter dan wordt eenmalig gedurende twee jaar na de datum waarop hij deze woning in gebruik heeft genomen, zijn woonduur opgeteld bij de inschrijfduur die hij heeft opgebouwd voorafgaand aan de ingebruikname. 7. Een inschrijving wordt doorgehaald nadat een woningzoekende als huurder woonruimte als bedoeld in artikel 2 in gebruik heeft genomen, die niet is aangewezen voor de huisvesting van studenten. 8. Een doorhaling betreft tevens die leden van het huishouden wier medeverhuizing noodzakelijk was voor het verkrijgen van de betreffende woonruimte. Artikel 6 Urgent woningzoekenden 1. Partijen dragen er zorg voor dat ingeschreven woningzoekenden die wonen in één der gemeenten die deel uitmaken van de Stadsregio bij de colleges van burgemeester en wethouders van die gemeenten, dan wel bij de in die gemeente werkzame corporaties een aanvraag kunnen indienen voor een urgentieverklaring. 2. Een urgentieverklaring kan worden verleend aan een woningzoekende die: a. in een acute noodsituatie verkeert; of b. op grond van medische - en of sociale redenen moeten omzien naar andere woonruimte; of c. moet omzien naar woonruimte na verblijf in een psychiatrische inrichting, een opvanghuis of een erkende hulp- of dienstverleningsinstelling; of d. woonruimte nodig heeft in verband met de sloop of ingrijpende renovatie van de huidige woning in het kader van een herstructurering van het gebied waarin deze woonruimte is gelegen; of e. houder is van een verblijfsvergunning als omschreven in art. 8 onder a tot en met d van de Vreemdelingenwet 2000, die is verleend na een asielverzoek en die na verlening van de vergunning voor de eerste maal woonruimte zoekt. Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 4

Artikel 7 Labeling 1. De colleges van burgemeester en wethouders en de in een gemeente werkzame corporaties kunnen in samenspraak woonruimten aanwijzen die uitsluitend (bij jongeren en studenten) of met voorrang (bij ouderen en zorgbehoevenden/gehandicapten) zullen worden toegewezen aan specifieke groepen woningzoekenden. Voor woonruimten die worden aangewezen voor de doelgroepen ouderen, jongeren, studenten of zorgbehoevenden/gehandicapten worden regionaal de criteria gehanteerd die hierna worden genoemd in de leden twee tot en met zes. 2. Woonruimte die ingevolge lid 1 is aangewezen voor de huisvesting van ouderen wordt met voorrang toegewezen aan woningzoekenden die tenminste 55 jaar of ouder zijn of aan huishoudens waarvan ten minste één van de leden 55 jaar of ouder is. 3 Tot de criteria aan de hand waarvan woonruimte wordt aangewezen als een ouderen woning behoren dat deze binnenshuis gelijkvloers is, danwel op de woonverdieping naast de woonkamer beschikt over een bad-en slaapkamer. 4. Woonruimte die ingevolge lid 1 is aangewezen voor de huisvesting van jongeren wordt uitsluitend toegewezen aan woningzoekenden met een leeftijd onder de 26 jaar, die niet zijn ingeschreven voor een studentenwoning. 5. Woonruimte die ingevolge lid 1 is aangewezen voor de huisvesting van studenten wordt uitsluitend toegewezen aan woningzoekenden die zich als kandidaat voor deze woningen hebben ingeschreven en ook op het moment van toewijzing als voltijds dagstudent staan ingeschreven bij een universiteit, een hogere beroepsopleiding of een middelbare beroepsopleiding gevestigd in het gebied van de Stadsregio Amsterdam. 6. Woonruimte die ingevolge lid 1 is aangewezen voor de huisvesting van zorgbehoevenden/gehandicapten wordt met voorrang toegewezen aan huishoudens, waarvan een van de leden beschikt over een daartoe strekkende indicatie. 7. Partijen beschouwen besluiten die zijn genomen binnen de Stuurgroep Wonen die strekken tot het maken van wijzigingen van het bepaalde in het tweede tot en met het zesde lid als door hen gemaakte afspraken. Hetzelfde geldt voor de besluiten van de Stuurgroep die strekken tot aanvulling of wijziging van de groepen woningzoekenden als vermeld in het eerste lid. 8. Partijen dragen er zorg voor dat ingeschreven woningzoekenden die wonen in één der gemeenten die deel uitmaken van de Stadsregio bij de colleges van burgemeester en wethouders van die gemeenten, dan wel bij de in die gemeente werkzame corporaties een aanvraag kunnen indienen voor een indicatie voor een woning die is aangewezen voor zorgbehoevenden/gehandicapten. Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 5

Artikel 8 Aanbieding van woonruimte 1. Woonruimte wordt zodanig aangeboden dat alle woningzoekenden over voldoende tijd beschikken om op dit aanbod te kunnen reageren. 2. Een aanbieding van woonruimte geldt uitsluitend de volgens artikel 4 ingeschreven woningzoekenden die ook op het moment van aanbieding voldoen aan de in dat artikel gestelde inschrijfeisen. 3. Bij de aanbieding worden de criteria vermeld waaraan een woningzoekende moet voldoen voor het in gebruik kunnen nemen van de woonruimte. 4. Partijen dragen er zorg voor dat houders van een urgentieverklaring kunnen beschikken over passende woonruimte binnen een termijn die in relatie tot de reden van verlening van die verklaring zo kort mogelijk is. Artikel 9 Vereisten voor toewijzing 1. Woonruimte wordt uitsluitend toegewezen aan een woningzoekende die: a. als zodanig is ingeschreven; en b. rechtmatig verblijf houdt in Nederland; en c. is geregistreerd in de Gemeentelijke basisadministratie van één der gemeenten die deel uitmaken van de Stadsregio of de gemeente Almere. 2. De voorwaarde genoemd in het lid 1, onder c wordt niet gesteld aan de woningzoekende die: a. voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op het duurzaam verrichten van arbeid binnen of vanuit het gebied van de Stadsregio, of, om die reden, een ander redelijk belang heeft om zich in dit gebied te vestigen; of b. gedurende de voorafgaande tien jaar ten minste zes jaar onafgebroken ingezetene is geweest van een of meer gemeenten die deel uitmaken van het gebied van de Stadsregio dan wel een ander redelijk, met de samenleving verband houdend belang heeft zich in dit gebied te vestigen; of c. naar redelijke verwachting niet in haar of zijn bestaan kan voorzien door het duurzaam verrichten van arbeid; of d. als remigrant terugkeert of is teruggekeerd naar Nederland en niet over passende huisvesting beschikt; of e. houder is van een verblijfsvergunning als omschreven in art. 8 onder a tot en met d van de Vreemdelingenwet 2000 die is verleend na een asielverzoek en die na verlening van de vergunning voor de eerste maal woonruimte zoekt; of f. dringend woonruimte behoeft in verband met een echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed; of g. dringend woonruimte behoeft in verband met een procedure tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed en die een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 822 en 823 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft verkregen; of h. partij is bij een woningruil terwijl hij of zijn wederpartij behoort tot een van de categorieën woningzoekenden zoals in deze bepaling omschreven onder a tot en met g of aan de ruil een aanvaarding van een werkkring ten grondslag ligt. Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 6

Artikel 10 Toewijzing en passendheid 1. Een woonruimte wordt toegewezen aan een woningzoekende wiens huisvesting in die woonruimte als passend is te beschouwen, gezien zijn persoonlijke omstandigheden van hem en die van de overigen die tot zijn huishouden behoren in relatie tot de kenmerken van de woonruimte. 2. Woonruimten met een rekenhuur van 499,51 of lager (prijspeil 1 juli 2008), zijn in ieder geval passend voor huishoudens bestaande uit één of twee personen met een zodanig inkomen dat zij een beroep kunnen doen op een huurtoeslag in de zin van artikel 1, onderdeel e van de Wet op de huurtoeslag. 3. Woonruimten met een rekenhuur van 535,33 of lager (prijspeil 1 juli 2008), zijn in ieder geval passend voor huishoudens bestaande uit drie of meer personen met een zodanig inkomen dat zij een beroep kunnen doen op een huurtoeslag in de zin van artikel 1, onderdeel e van de Wet op de huurtoeslag. 4. De bedragen genoemd in het tweede en derde lid worden van rechtswege ieder jaar per 1 juli aangepast aan de per die datum doorgevoerde wijzigingen van de aftoppingsgrenzen. 5. De colleges van burgemeester en wethouders en de in hun gemeenten werkzame corporaties kunnen overeenkomen dat bij de toewijzing van de in die gemeenten gelegen woningen andere inkomenscriteria zullen gelden dan die worden genoemd in het tweede en derde lid. 6. De colleges van burgemeester en wethouders en de in hun gemeenten werkzame corporaties kunnen daarnaast afspraken maken waarbij een relatie wordt gelegd tussen de grootte van de woonruimtes, al of niet uitgedrukt in het aantal kamers, en de grootte van de huishoudens die voor de op die wijze onderscheiden woonruimten in aanmerking komen. Artikel 11 Toewijzing en volgordebepaling woningzoekenden 1. De corporaties wijzen hun woonruimte toe met inachtneming van artikel 9 en 10. 2. Binnen de groep woningzoekenden voor wie een woonruimte als passend is te beschouwen en die, indien van toepassing, voldoen aan de normen samenhangend met de labeling van de woonruimte, wordt de woonruimte toegewezen aan de woningzoekende die beschikt over de langste woon- of inschrijfduur onverminderd het vierde lid van artikel 8. 3. Een urgentieverklaring die is verstrekt in verband met een herstructurering van een gebied in de gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer, Amstelveen, Purmerend of Zaanstad is in elk van deze gemeenten geldend. Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 7

4. Het aantal toewijzingen aan herstructureringskandidaten die niet reeds in de gemeente wonen is voor de gemeenten Haarlemmermeer, Amstelveen, Purmerend en Zaanstad gemaximeerd conform de afspraken die partijen hierover onderling hebben gemaakt in de Stuurgroep Wonen. Artikel 12 Lokale beleidsruimte 1. De besturen van de gemeenten en de in hun gemeente werkzame corporaties kunnen afspraken maken over het door die corporaties binnen de betreffende gemeente uit te voeren toewijzingsbeleid van woonruimten, waarbij wordt afgeweken van de criteria van de artikelen 7 inzake de labeling, artikel 10 inzake de passendheid en waarbij aan ingezetenen van de betreffende gemeente een voorrangspositie mag worden gegeven ten opzichte van andere woningzoekenden. 2. Lokaal toewijzingsbeleid als bedoeld in het eerste lid kan per kalenderjaar ten hoogste betrekking hebben op een aantal toewijzingen dat: - voor kleine gemeenten gelijk is aan 70 % van de in dat jaar te verhuren woonruimten als bedoeld in artikel 2, behorend tot de bestaande bouw en de nieuwbouw; - voor middelgemeenten gelijk is aan 50 % van de in dat jaar te verhuren woonruimten als bedoeld in artikel 2, behorend tot de bestaande bouw en 60 % van de in dat jaar te verhuren woonruimte als bedoeld in artikel 2, behorend tot de nieuwbouw; - voor de grote gemeenten gelijk is aan 30 % van de in dat jaar te verhuren woonruimten als bedoeld in artikel 2, behorend tot de bestaande bouw en 60 % van de in dat jaar te verhuren woonruimte als bedoeld in artikel 2, behorend tot de nieuwbouw; en - voor de centrumgemeente gelijk is aan 20 % van de in dat jaar te verhuren woonruimten als bedoeld in artikel 2, behorend tot de bestaande bouw en 60 % van de in dat jaar te verhuren woonruimten als bedoeld in artikel 2, behorend tot de nieuwbouw, in al de gevallen verminderd met het aantal toewijzingen in dat jaar in de betreffende gemeente aan urgent woningzoekenden die behoren tot de groepen als vermeld onder artikel 6, lid 2, sub a, b en c. 3. Naast het bepaalde in lid 1 en 2 zijn corporaties bevoegd om in bijzondere gevallen af te wijken van het bepaalde in deze overeenkomst en woonruimten toe te wijzen aan woningzoekenden wier specifieke situatie vraagt om een snelle oplossing op maat, waarin deze overeenkomst niet voorziet. Deze toewijzingen in bijzondere gevallen belopen per kalenderjaar maximaal vijf procent van de te verhuren woonruimten in een gemeente. 4. Partijen dragen er zorg voor dat de corporaties in overleg treden met de colleges van burgemeester en wethouders over de wijze waarop zij invulling geven aan het bepaalde in het derde lid. 5. Verhuurbeleid dat is vastgesteld op grond van lid 1 of de daarin doorgevoerde wijzigingen treden niet in werking voordat vier weken zijn verstreken na de datum van bekendmaking op een wijze gelijk aan die waarop woonruimten te huur wordt Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 8

aangeboden. Tegelijk met deze bekendmaking wordt de Stadsregio door de betreffende gemeentebesturen schriftelijk in kennis gesteld van de inhoud van dit beleid met inbegrip van een daarbij behorende motivering. Artikel 13 Experimenten 1. De portefeuillehouder Wonen van het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio kan, ten behoeve van experimenten die naar zijn oordeel in het belang zijn van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte binnen de Stadsregio Amsterdam, toestaan dat wordt afgeweken van de artikelen 5 tot en met 10. 2. Het eerste lid vindt slechts toepassing nadat de Stuurgroep Wonen over het betrokken experiment heeft geadviseerd. 3. Een toestemming geldt voor ten hoogste één jaar en betreft maximaal tien procent van de in dat jaar toe te wijzen woonruimten van de corporaties die bij het experiment zijn betrokken. 4. De portefeuillehouder Wonen neemt een besluit binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag. Indien hij de aanvrager heeft uitgenodigd de aanvraag aan te vullen wordt deze termijn opgeschort met ingang van de dag waarop deze uitnodiging is verzonden tot de dag waarop de aanvulling is ontvangen. 5. De portefeuillehouder kan bepalen dat een afwijking als bedoeld in het eerste lid van kracht blijft zolang over een door hem, op basis van het experiment, noodzakelijk geoordeelde wijziging van de onderhavige overeenkomst geen besluitvorming heeft plaats gevonden binnen de Stuurgroep Wonen. Artikel 14 Verslaglegging Jaarlijks voor 1 juli doen de gemeentebesturen aan de Stadsregio een beleidsmatige rapportage toekomen over de wijze waarop in het daaraan voorafgaande jaar uitvoering is gegeven aan de onderhavige overeenkomst. Als gebruik is gemaakt van de bevoegdheid als omschreven in het eerste lid van artikel 12 wordt in de rapportage in ieder geval gemotiveerd ingegaan op de vraag of het gevoerde verhuurbeleid heeft geleid tot de beoogde resultaten. Artikel 15 Onderzoek naleving overeenkomst De Stadsregio Amsterdam is bevoegd om steeksproefgewijs te onderzoeken in hoeverre het bepaalde in deze overeenkomst op juiste wijze wordt nageleefd. Corporaties en gemeentebesturen verlenen aan de daartoe aangewezen medewerkers van de Stadsregio de medewerking die deze redelijkerwijs kunnen vorderen ter uitoefening van deze bevoegdheid. Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 9

Artikel 16 Monitoring Ieder jaar voor 1 november brengt de Stuurgroep Wonen schriftelijk verslag uit aan de portefeuillehouder Wonen van het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de onderhavige overeenkomst met daarin opgenomen de aanbevelingen van de Stuurgroep. De portefeuillehouder Wonen legt het verslag ter bespreking voor aan het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio en het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad. Artikel 17 Klachtencommissie Partijen dragen er zorg voor dat besluiten jegens woningzoekenden die worden genomen op basis van de onderhavige overeenkomst door belanghebbenden kunnen worden voorgelegd aan een klachtencommissie die haar taak verricht onafhankelijk van partijen, de colleges van burgemeester en wethouders en de corporaties en wiens uitspraken de colleges van burgemeester en wethouders en de corporaties strekken tot bindend advies. Artikel 18 Overgangs- en Slotbepalingen 1. Deze overeenkomst treedt in werking per 1 september 2008. 2. Met de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn de afspraken vervallen van het Convenant ROA-Huisvestingsregio 1994 en de Raamovereenkomst Woonruimteverdeling 1997 zoals deze luiden per 31 augustus 2008. 3. Los van het bepaalde in het zesde lid van artikel 10 kunnen de gemeentebesturen, in aanvulling op de onderhavige overeenkomst, nadere afspraken maken met de in hun gemeenten werkzame corporaties over de verdeling van woonruimte als bedoeld in artikel 2. 4. Overeenkomsten die voor 1 september 2008 zijn gemaakt, waarbij tussen individuele gemeentebesturen en de in de betreffende gemeenten werkzame corporaties afspraken zijn gemaakt over - het op lokaal niveau bieden van de mogelijkheid tot aanvragen van een urgentieverklaring en / of een indicatie voor een zorgwoning, - de aanwijzing van woonruimte als zijnde geschikt voor de huisvesting van de bepaalde groepen woningzoekenden, en - het aanbieden van woonruimte aan urgent woningzoekenden worden, wat deze onderwerpen betreft, beschouwd als afspraken gemaakt ter uitvoering van de onderhavige overeenkomst. 5. Overeenkomsten die voor 1 september 2008 zijn gemaakt, waarbij tussen individuele gemeentebesturen en de in de betreffende gemeenten werkzame corporaties afspraken zijn gemaakt inzake de relatie tussen de grootte van woonruimten en de grootte van huishoudens worden, wat deze onderwerpen betreft, beschouwd als aanvullingen overeengekomen op basis van de onderhavige overeenkomst. Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 10

6. Overeenkomsten die voor 1 september 2008 zijn gemaakt tussen individuele gemeentebesturen en de in de betreffende gemeenten werkzame corporaties die beantwoorden aan het bepaalde: - in artikel 10 inzake de toepassing van afwijkende inkomenscriteria bij woningtoewijzing, of - in artikel 12 inzake de lokale beleidsruimte worden beschouwd als afspraken gemaakt op basis van de onderhavige overeenkomst. 7. Partijen zullen bevorderen dat de overeenkomsten genoemd onder de leden 4, 5 en 6 voor zover deze niet in overeenstemming zijn met het onderhavige convenant vervallen worden verklaard of worden aangepast. 8. De klachtencommissies die door de gemeentebesturen voor 1 september 2008 zijn ingesteld op basis van het tweede lid van artikel 4 van de Huisvestingswet worden per die datum onder gelijkblijvende samenstelling opnieuw ingesteld door het bestuur van de Stadsregio Amsterdam. 9. Voor 1 november 2008 zal in de Stuurgroep Wonen worden geïnventariseerd of, en zo ja op welke wijze invulling is gegeven aan het voorgaand lid en aan het bepaalde in het eerste lid van artikel 6 inzake urgentieverlening, het zesde lid van artikel 7 inzake wonen met zorg en artikel 17 inzake de klachtencommissie. 10. Partijen spannen zich in om binnen één jaar na inwerkingtreding van deze overeenkomst nadere afspraken te maken ter vergroting van de slagingskans van actief woningzoekenden op de regionale woningmarkt. 11. Partijen spannen zich er daarnaast voor in dat op korte termijn een doorstroommakelaar wordt ingesteld. 12. Deze overeenkomst is aangegaan voor periode van vier jaar en zal daarop volgend steeds voor een periode van twee jaar stilzwijgend worden verlengd. Convenant woonruimteverdeling vastgesteld in Regioraad dd 24 juni 2008 11