Bijzondere problemen die een geïntegreerde/ inclusieve benadering vereisen



Vergelijkbare documenten
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering

9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET INTEGRAAL WATERBELEID

Organisatie van het waterbeleid: twijfelvragen over (de)centraliseren. 04 december 2015 John Emery (Vlaamse Milieumaatschappij, CIW secr.


Europese Kaderrichtlijn Water

Participatie in het (decreet) integraal waterbeleid. Iedereen doet mee. Jan Vanvelk Bekkencoördinator Demerbekken

Water in Vlaanderen: van integraal beleid naar beheer

Actie bekkenbeheerplannen: Water in de stad

Denk mee over het waterbeleid van de toekomst!

Voorwoord Inhoudsopgave Beleidsterminologie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

Lessen uit de watersnood van 13 tot 17 november Persconferentie 17 december 2010 Crisiszaal Federaal Huis

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Niels Van Steenbergen Celhoofd Planning en Sturing Beheer Secretaris Vlaamse Droogtecommissie. Droogtebeleid en Watercaptaties

Nieuws van de commissie

Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn

Jaargang 1 Nummer 1 1Juni 2004

Het bekkenbeheerplan van het Benedenscheldebekken

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Milieukwantiteit: van doelstelling tot actieprogramma

VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS-NEDERLANDSE SAMENWERKING IN HET KADERRICHTLIJN WATER TIJDPERK

Integraal Waterbeleid in Vlaanderen. Mieke De Leeuw Grenzeloze Schelde vzw

Implementatie Kaderrichtlijn Water: Meer met minder

Inhoudstafel INLEIDING...2

3 Hoofdstuk 3 Bekkenbestuur en bekkensecretariaat

Vlaamse Regering.^SLT

Vervoerregio Limburg Vervoerregioraad Hoe gaat Limburg aan de slag?

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1;

BBC EN PLANNING IN GEEL

Samen - Werken. Provinciaal Integraal waterbeleid. Provinciale infosessie Interne Staatshervorming Integraal waterbeleid Doorbraak maart 2013

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Van visie naar uitvoering

Watertekort oppervlaktewater: van doelstelling tot toestandsbeoordeling

Wat doen de provincies inzake water?

De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Integrale projecten in het Demerbekken. Integraal waterbeleid in en rond Hasselt

PLANNING ALS MEERVOUDIGE OPDRACHT IN DE DEMERVALLEI

Brussel, 12 november _Advies_wijzigingsdecreet_VLM. Advies. Wijzigingsdecreet VLM

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Directeur van de sociale departementen A7 Directeur. Sociale departementen Hoofdzetel

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces

Bekkenwerking en het integraal waterbeleid. Micheline Gruwé Bekkencoördinator Leie

COHESIEBELEID

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

ORGANISATIE van de MUSKUSRATTENBESTRIJDING in de PROVINCIE WEST-VLAANDEREN

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

VR DOC.0432/1

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Advies. Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter

BETREFFENDE HET STREEFBEELD ALS BELEIDSINSTRUMENT STUDIE MC/03/1201 JULI 2004

Vlaamse Baaien Duurzame Kust als rode draad

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

Beleidsplanning in Geel. Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel?

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Brussel, 8 juli _SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Waterbeheersing in Vlaanderen: Zennebekken. Ir. Ilse Hoet Afdeling Haven en Waterbeleid Dpt. Mobiliteit en Openbare Werken

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur

Natuurnetwerk in Wallonië

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems

Wendbaarheid binnen de Vlaamse overheid: het witboek open en wendbare overheid

Wateroverlast voorkomen? De watertoets!

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Toetsing signaalgebieden Uitvoering actie A4 bekkenbeheerplan Demer. Actorenoverleg 27/02/2012

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

hett Gezamenlijk advies van atie van het Waterbeleid decreet van mber be m van goedkeu Datum uring Minaraa Datum ad d 5 decem uring SERV Datum

Lutgart De Buel 02/

Situering en aanleiding (1)

Strategisch Project Health Sciences Campus Gasthuisberg. Work shop RWO subsidie RSV 06/09/2011

RfC W Foutherstel Termen Aquolex MIDDELGROOT

VR DOC.1168/1BIS

Setting the scene: een introductie in het waterhandhavingslandschap

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s

VLAAMSE RAAD. VOORSTEL VAN DECREET - van de heer H. Deleeck C.S. - houdende oprichting van een Vlaams Sociaal en Cultureel Planbureau TOELICHTING

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008.

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

Beschrijving. Strategisch Leidinggevend Beleidscoördinator. Rapporteert aan en krijgt functionele leiding van de secretaris.

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

Workshop watertoets 4

Scaldwin slotseminarie 9 december 2014 ISC: een blik op de toekomst

1 Algemene inleiding bij de gecoördineerde versie van 2016

Transcriptie:

Bijdrage Vlaamse administratie aan het regeerprogramma van de aantredende Vlaamse regering DEEL 13 Bijzondere problemen die een geïntegreerde/ inclusieve benadering vereisen Brussel Vlaamse Rand Stedelijk beleid, achtergestelde buurten, algemene veiligheid Gelijke kansen in Vlaanderen Integraal Waterbeheer

Bijdrage Vlaamse administratie aan het regeerprogramma van de aantredende Vlaamse regering Integraal Waterbeheer 1

INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 1.1. AFBAKENING VAN HET BELEIDSDOMEIN... 3 1.2. OPDRACHTEN VAN DE VLAAMSE OVERHEID IN DIT BELEIDSDOMEIN... 3 2. SPECIFIEKE OMGEVINGSANALYSE... 3 2.1. HUIDIGE TOESTAND, GESITUEERD TEGEN DE ACHTERGROND VAN HISTORISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE EVOLUTIES... 3 2.2. SITUERING T.O.V. HET BUITENLAND OF ANDERE REGIO'S... 4 2.3. TE VERWACHTEN EVOLUTIES BIJ CONSTANT BELEID (MET AANDACHT VOOR EVOLUTIES VOORTSPRUITEND UIT GOEDGEKEURDE DECRETEN, VERDRAGEN, E.D.)... 5 2.4. OPPORTUNITEITEN EN BEDREIGINGEN DIE ZICH VOORDOEN IN DE MAATSCHAPPELIJKE OMGEVING... 5 3. UITDAGINGEN EN DENKPISTES... 6 3.1. DE ORGANISATORISCHE INTEGRATIE... 6 3.2. DE INHOUDELIJKE INTEGRATIE... 6 3.3. DE INFORMATIEVE EN WETENSCHAPPELIJKE PIJLER... 7 3.4. DE DOMEINOVERSCHRIJDENDE PIJLER... 7 BIJLAGEN... 9 1. IDEEËNFICHEN... 9 2. BELEIDSRELEVANTE DATA... 10 2.1. STATISTIEKEN/INDICATOREN... 10 2.2. BUDGETTAIRE MASSA... 10 2.3. WETTELIJK/DECRETAAL KADER... 10 3. RECENT BELEIDSONDERSTEUNEND WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK... 11 2

1. INLEIDING 1.1. Afbakening van het beleidsdomein In deze bijdrage van de Vlaamse administratie aan het regeerprogramma wordt het beleidsdomein Integraal Waterbeheer omschreven als: Het beleid inzake Integraal Waterbeheer is gericht op het gecoördineerd en geïntegreerd ontwikkelen, beheren en herstellen van het watersysteem zodat het voldoet aan de kwaliteitsdoelstellingen voor het ecosysteem en voor het huidige multifunctioneel gebruik, zonder daarbij de multifunctionaliteit voor de komende generaties in het gedrang te brengen. De doelstellingen en de daaraan gekoppelde afweging van functies en landgebruik (land- en tuinbouw, veeteelt, industrie, natuur, bewoning, ) dienen te vertrekken van een grondige kennis van de werking van het watersysteem en zijn natuurlijke voorwaarden. Een watersysteem kan gedefinieerd worden als een geografisch afgebakend, samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, waterbodems, oevers en technische infrastructuur met inbegrip van de daarin voorkomende levensgemeenschappen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen, en waarvan de grenzen worden bepaald op grond van hun hydrologische, morfologische, ecologische en functionele samenhang. Integraal waterbeheer streeft naar harmonie tussen (menselijke) gebruiksfuncties en natuurfuncties, rekening houdend met de natuurlijke potenties van de watersystemen nu en in de toekomst. Het is een belangrijk onderdeel van het algemeen doelgroep- en gebiedsgericht beleid. In de eerste plaats worden alle bevaarbare waterwegen en onbevaarbare waterlopen als watersystemen beschouwd. Ook de ondergrondse watervoorraden en de ondergrondse stroming tussen kwel- en infiltratiegebieden behoren tot het begrip watersysteem. Omwille van hun specifieke aanpak worden het mariene milieu en de zeehavens niet behandeld in deze bijdrage. Een geïntegreerde gebiedsgerichte benadering in het milieubeleid wil de gewenste milieukwaliteit bereiken door samenhang tot stand te brengen binnen de verschillende afdelingen van het milieubeleid en tussen het milieubeleid en relevante beleidsterreinen zoals het ruimtelijk beleid, het veiligheidsbeleid, het mobiliteitsbeleid, het economisch beleid en het landbouwbeleid. Integraal waterbeheer is daarom méér dan milieubeleid alleen en dient een volwaardig onderdeel te zijn van de visie- en planvorming in een concreet gebied. 1.2. Opdrachten van de Vlaamse overheid in dit beleidsdomein Het Vlaamse Gewest is bevoegd voor het kwaliteitsbeheer (de bescherming van het water tegen verontreiniging en aantasting) en het kwantiteitsbeheer van de bevaarbare waterwegen en van de onbevaarbare waterlopen van de 1 e categorie, alsook voor de reglementering van het grondwatergebruik. Daarnaast is het Vlaamse gewest bevoegd voor het veiligheidsbeleid (bescherming tegen overstromingen) en het mobiliteitsbeleid (transport te water). Verder behoren tot deze bevoegdheden : "de waterproductie en watervoorziening, met inbegrip van de technische reglementering inzake kwaliteit van het drinkwater, de zuivering van het afvalwater en de riolering"., alsook "de grote waterbouwkundige werken", de waterzuiveringsinfrastructuur, de lozingsvergunningen, de waterkwaliteitsplanning, ". Anders gesteld is het Vlaamse Gewest principieel bevoegd voor alle aspecten van het waterbeleid, met uitzondering van het vaststellen van productnormen, de bescherming tegen ioniserende stralen (met inbegrip van radioactief afval), het prijsbeleid voor drinkwater en de doorvoer van afvalstoffen. Op het vlak van het integraal waterbeheer heeft de Vlaamse administratie zowel een beleidsvoorbereidende, beleidsuitvoerende als een beleidsevaluerende opdracht. 2. SPECIFIEKE OMGEVINGSANALYSE 2.1. Huidige toestand, gesitueerd tegen de achtergrond van historische en maatschappelijke evoluties Als gevolg van het bindend karakter van heel wat voor het waterbeleid cruciale acties uit het Gewestelijk Milieubeleidsplan 1997-2001 (MiNa-plan 2) is de weg naar het integraal waterbeleid definitief ingeslagen. 3

Tegen de achtergrond van een zuiver compartimentele benadering uit het verleden evalueert het waterbeheer steeds meer naar een geïntegreerde benadering. Deze integrale aanpak is geen synoniem voor een centralistische aansturing van het waterbeheer. Om afdoende te kunnen tegemoet komen aan de maatschappelijke behoeften inzake water zal tevens een gebiedsgerichte aanpak, waarbij beleid en beheer worden gepland vanuit de invalshoek van de rivierbekkens, noodzakelijk zijn. Op Vlaams niveau vormt het Vlaams Integraal Wateroverleg Comité (VIWC) de overkoepelende structuur voor het integraal waterbeleid en -beheer. Het VIWC werd in mei 1996 opgericht. De leden van het VIWC zijn momenteel de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, de administratie Waterwegen en Zeewezen, de Vlaamse Milieumaatschappij, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, de Vereniging van Vlaamse Provincies, de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Het belangrijkste doel van het VIWC is het samenbrengen van alle actoren en het uitwisselen van informatie tussen alle betrokkenen. In elk van de elf bekkens is daartoe een bekkencomité en een ambtelijk overlegorgaan operationeel. Ten opzichte van de ons omringende landen staat Vlaanderen nog het minst ver in de invoering van de integrale benadering en de gebiedsgerichte bekkenwerking. Het bestuurlijk landschap inzake waterbeleid en -beheer wordt gekenmerkt door: een grote versnippering van de bevoegdheden (o.a. tussen het beheer van de facetten waterkwaliteit, waterkwantiteit en natuurlijk milieu); een sterke opdeling van de verantwoordelijkheden voor beheerselementen tussen de verschillende bestuursniveaus binnen de bekkens (voornamelijk voor wat betreft het kwantitatief waterbeheer); het onvoldoende op elkaar afgestemd zijn van bestaande plannen en beleidsstructuren om een integrale beleidsvoering mogelijk te maken; het feit dat thematische benadering (vb de thema's "verdroging" en "verontreiniging van oppervlaktewater" uit het Gewestelijk Milieubeleidsplan) en integrale benaderingen (vb de watersysteembenadering, waarbij gezocht wordt naar verbanden tussen waterkwaliteit en waterkwantiteit) in het beleid nog te weinig als complementair worden gezien; het niet gelijk lopen van de administratieve indeling van Vlaanderen met de indeling in bekkens en deelbekkens (het bovenlokale bekkenniveau is geen bestaand politiek niveau); het ingezette instrumentarium te eenzijdig op wetgeving gericht is (economische en sociale instrumenten komen onvoldoende aan bod); de betrokken wetgeving zeer uitgebreid en versnipperd is en het begrip watersysteem te eng wordt geïnterpreteerd. 2.2. Situering t.o.v. het buitenland of andere regio's De beleidstendensen in het buitenland verduidelijken dat de noodzaak aan integraal waterbeheer overal wordt aangevoeld en nagestreefd. Agenda 21 (de verklaringen van de VN-Conferentie inzake Milieu en ontwikkeling in Rio, 1992) erkent uitdrukkelijk de noodzaak van een integraal waterbeheer en stelt dat tegen het jaar 2000 nationale actieprogramma s ontwikkeld moeten worden. Het beleid van de Europese Unie is gericht op een geïntegreerde aanpak van de waterverontreiniging en van het waterbeheer. Het beleid wordt onder meer vertaald in een ontwerp van kaderrichtlijn, projecten en actieprogramma s. Recente ontwikkelingen in de ons omringende regio s tonen aan dat het waterbeleid steeds meer evolueert in de richting van of gerealiseerd wordt als integraal waterbeheer binnen de lokale bestuurlijk-organisatorische context. Het waterbeleid voorziet in participatie van en overleg met de actoren en doelgroepen van het beleid. In Wallonië bestaan "Contrats de Rivière" als realisatie voor de integrale benadering van de waterloop. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat het "blauwe netwerk" als interdisciplinair project tussen milieubeheer, planning, ecologisch beheer en waterbouwkundige werken. Frankrijk kent "Agences de l Eau" en zet SDAGE (Schémas Directeurs d Aménagement et de Gestion des Eaux) in voor de realisatie van een globaal waterbeheer en duurzame ontwikkeling op bekkenniveau. In Engeland en Wales maakt het takenpakket van integraal waterbeheer deel uit van het totaal beheerspakket inzake integrale milieukwaliteit met ondersteuning van de "Environment Agency". Het integraal bekkenbeheer of "Integrated River-Basin Management" is een herkenbaar thema van de lokale milieubeleidsplannen. Het waterbeleid in Duitsland is inhoudelijk gebaseerd op de uitgangspunten van duurzame ontwikkeling. Het zoveel mogelijk op natuurlijke wijze omgaan met water en watersystemen en een verdere verdieping en uitwerking van de watersysteem- en stroomgebiedsbenadering zijn de hoofdlijnen van het waterbeleid in 4

Nederland. In Nederland wordt het waterbeleid en beheer erkent als een volwaardig domein naast de ruimtelijke ordening en het milieubeleid. Op landelijk niveau wordt een nota waterhuishouding opgemaakt (recent de vierde nota), welke verder verfijnd wordt in provinciale waterhuishoudingsplannen en op het lokale vlak in waterbeheersplannen door de waterschappen. Er wordt daarbij gestreefd naar een horizontale afstemming tussen water en milieu, en water en ruimtelijke ordening. Zo dienen de elementen met een ruimtelijke weerslag uit de provinciale waterhuishoudingsplannen te worden opgenomen in de provinciale streekplannen, en dit rekening houdend met de bestaande juridische procedures. 2.3. Te verwachten evoluties bij constant beleid (met aandacht voor evoluties voortspruitend uit goedgekeurde decreten, verdragen, e.d.) Om op Europees niveau een aanzet te geven tot het voeren van een integraal waterbeleid en beheer wordt een ontwerp van Europese richtlijn "tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid" opgemaakt. Belangrijk in deze (ontwerp-)richtlijn is onder meer de verplichting voor de lidstaten om stroomgebieden en deelstroomgebieden aan te duiden, en om daarvoor stroomgebiedsbeheerplannen op te maken, bij voorkeur in internationaal verband indien de stroomgebieden grensoverschrijdend zijn. Ook het principe van volledige kostentoerekening zal vanuit de kaderrichtlijn in de Vlaamse regelgeving moeten worden doorvertaald. Op Vlaams niveau werd de voorbije legislatuur de goedkeuring van deze richtlijn niet afgewacht, en werd gewerkt aan de "aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met titels betreffende het integraal waterbeheer, oppervlaktewaterkwaliteit, oppervlaktewaterkwantiteit, grondwater en watervoorziening". In dit voorontwerp van decreet wordt reeds rekening gehouden met een aantal bepalingen die in het ontwerp van kaderrichtlijn zijn opgenomen. Er wordt een eerste aanzet gegeven voor de organisatie van het integraal waterbeheer. Op het vlak van de drie kernelementen: structuren, procedures en middelen wordt hiertoe een wettelijk kader gecreëerd. Een taak voor de nieuw aantredende regering bestaat in het implementeren van deze drie kernelementen. Daarnaast moet gestreefd worden naar een versterking van de relatie tussen integraal waterbeheer en overige beleidsdomeinen, waaronder het ruimtelijk beleid en het sectoraal beleid. Als belangrijke activiteiten bij constant beleid kan hier ook de uitvoering van de drie bindende acties 129, 130 en 131 uit het Gewestelijk Milieubeleidsplan 1997-2001 worden aangehaald (respectievelijk "Een overlegstructuur op niveau Vlaanderen voor integraal waterbeheer opzetten"; "Bekkenoverlegstructuren operationaliseren" en "Integrale bekkenbeheerplannen opmaken"). Het VIWC treedt op als initiatiefnemer voor deze acties. In uitvoering van deze bindende acties zal onder meer: verder gewerkt worden aan de overlegstructuren tussen de verschillende beleids- en beheerverantwoordelijken en de gebruikers van water; een geïntegreerde langetermijnvisie inzake watersystemen worden uitgewerkt; een Vlaams Waterbeleidsplan als herkenbaar onderdeel van het komende gewestelijk milieubeleidsplan worden opgesteld; een werkbare procedure voor de maatschappelijke advisering van de beleidsplannen inzake integraal waterbeheer worden uitgewerkt; integrale bekkenbeheerplannen en bekkenjaarprogramma's worden opgemaakt. 2.4. Opportuniteiten en bedreigingen die zich voordoen in de maatschappelijke omgeving. De bevolking wordt de laatste jaren frequent geconfronteerd met problemen op het vlak van waterbeheer. Wateroverlast in 93-'94 en 94-'95 in o.m. Maas- en IJzerbekken, watersnood in de valleien van de Schijns, de Nete, de Demer in 98 en 99, verdrogingsproblemen in de zomer, verdroging van valleigebieden met waardevolle natuurkenmerken, vissterfte bij langdurige droogtes, de beperking in mogelijkheden voor waterrecreatie, de kostprijs en de kwaliteit van het drinkwater, enz. Uitzonderlijke klimatologische omstandigheden liggen hieraan vaak ten grondslag, maar ook foutieve inschattingen over het waterbeheer in het verleden hebben hier debet aan. Sinds enige tijd groeit ook bij de bevolking en de maatschappelijke groeperingen het besef dat het traditionele gecompartimenteerd waterbeheer tot falen gedoemd is. De bevolking vraagt hierbij terecht naar een andere 5

manier van aanpak. De belangrijkste uitdaging voor het overheidsbeleid is dan ook te komen tot een trendbreukbeleid waarbij de duurzame ontwikkeling van watersystemen centraal staat. De rechtstreekse gevolgen van de recente problemen in het waterbeheer hebben onder de bevolking en de maatschappelijke groeperingen een zeker draagvlak doen ontstaan voor een vernieuwde aanpak van het waterbeleid en -beheer in Vlaanderen. Het is daarbij essentieel dat het overheidsoptreden voldoende ruimte krijgt om op deze opportuniteit in te spelen door het afdoend beantwoorden aan de maatschappelijke behoeften. 3. UITDAGINGEN EN DENKPISTES Het integraal waterbeheer is gebaseerd op drie pijlers: een organisatorische integratie, een inhoudelijke integratie en een juridische integratie. De uitdagingen op het vlak van de organisatorische integratie hebben betrekking op de uitbouw van een werkbaar instrument voor het integraal waterbeheer. Dat houdt in: de nodige overlegstructuren, de nodige planningsprocessen met aangepaste procedures en middelen, en het verhogen van de maatschappelijke betrokkenheid via consultatie en inspraak. Dit komt hieronder aan bod in paragraaf 3.1. Op het vlak van de inhoudelijke integratie hebben de uitdagingen betrekking op een nieuwe benadering van het waterbeleid en beheer via de "watersysteembenadering". Deze benadering komt erop neer dat afgestapt wordt van de klassieke opsplitsing in facetten en compartimenten (kwaliteit- en kwantiteitbeheer van oppervlaktewater en grondwater, beheer van het natuurlijk milieu, watervoorziening, ) en dat er in de plaats daarvan vertrokken wordt vanuit een gemeenschappelijke visie van de beleidsverantwoordelijken, de beheerders en gebruikers over het watersysteem. Deze uitdaging wordt behandeld in paragraaf 3.2. De juridische integratie is een doelstelling op zich, niet alleen voor wat de facetten van het waterbeheer betreft, maar ook voor wat betreft de afstemming met andere beleidsdomeinen. Het optimaliseren van de wetgeving is inherent aan de opdrachten van de overheid. Het is daarom noodzakelijk dat tijdens de volgende legislatuur het bestaande voorontwerp van decreet gefinaliseerd wordt. Dit decreet moet het kader scheppen voor het ontwikkelen van de nodige structuren, voor de te volgen procedures en de beschikbaarheid van middelen in het kader van integraal waterbeheer. De watersysteembenadering impliceert in de eerste plaats dat de kennis van het watersysteem maximaal wordt uitgebouwd, omdat de visie die men over een watersysteem wil ontwikkelen moet vertrekken van de inzichten die men heeft over de werking en de mogelijkheden van het watersysteem. Dit verwerven en uitbreiden van kennis is een integratiepijler op zich, en wordt daarom afzonderlijk behandeld in paragraaf 3.3. Tenslotte wordt in paragraaf 3.4 ingegaan op de domeinoverschrijdende integratie. Deze integratiepijler geeft aan dat het integraal waterbeheer niet op zich staat, maar evenzeer een doorvertaling moet vinden in de werking van aanverwante beleidsdomeinen. 3.1. De organisatorische integratie U1: Een werkbaar instrument voor de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het waterbeleiden waterbeheer in Vlaanderen. De denkpistes die tegemoet komen aan deze uitdaging situeren zich vooral op het vlak van: Het verder uitbouwen van structuren voor integraal waterbeleid en -beheer (D1) Het verder uitwerken van de procedures voor integraal waterbeleid en -beheer (D2) Het beschikbaar krijgen van de nodige middelen voor de werking van het integraal waterbeleid en -beheer (D3). Deze uitdagingen doen zich voor op het niveau van het Vlaamse Gewest en op het lokale niveau, maar ook op een derde intermediaire niveau, nl. dat van rivierbekkens. 3.2. De inhoudelijke integratie 6

U2: Een nieuwe benadering van het waterbeleid en - beheer op basis van de watersysteembenadering en vertrekkend vanuit een gemeenschappelijke visie van de beleidsverantwoordelijken, de beheerders en gebruikers van het watersysteem. De belangrijkste uitdaging bestaat erin het watersysteem maximaal te beschermen en een evenwichtig gebruik en beheer tot stand te brengen die afgestemd zijn op de draagkracht van het systeem en de maatschappelijk verantwoorde wensen van de gebruikers van het watersysteem. Dit wordt hieronder in een aantal deelaspecten belicht De denkpistes die tegemoet komen aan deze uitdaging situeren zich vooral op het vlak van: Het zorgen voor een evenwichtig waterkwantiteitsbeheer, met maximale afstemming van oppervlakteen grondwaterbeheer rekening houdend met een duurzame balans tussen aanbod en vraag, en in functie van de kwaliteitseisen van het ecosysteem en van de verschillende gebruiksfuncties met inbegrip van een verantwoord veiligheidsniveau (D4) Het voeren van een geïntegreerd beleid voor het afkoppelen van hemelwater en de herwaardering van grachtenstelsels (D5) Het op een geïntegreerde en brongerichte wijze benaderen van de problematiek van erosie, sedimenttransport, ruimings- en baggerslib, rekening houdend met de kwalitatieve, kwantitatieve en ruimtelijke aspecten (D6) Het creëren van ruimte en mogelijkheden voor de ontwikkeling van het natuurlijk milieu van het watersysteem, in overeenstemming met de doelstellingen voor waterkwantiteit- en waterkwaliteitsbeheer (D7) Het verder tegengaan van de verontreiniging van het oppervlaktewater vanuit een integrale benadering teneinde het bereiken van de door de Vlaamse regering vastgestelde normen voor oppervlaktewater te bevorderen (D8) Het activeren van het beleid gericht op rationeel watergebruik, waarbij moet gestreefd worden naar een watergebruik in overeenstemming met het beschikbare aanbod en de kwaliteitseisen voor de verschillende gebruiksfuncties (D9) Het beschermen van het kwetsbare grondwater op een adequate wijze, gekoppeld aan evenwichtig beheer en aan een aan het watersysteem aangepast ruimtelijk beleid (D10) 3.3. De informatieve en wetenschappelijke pijler U3: Een wetenschappelijke onderbouwing van een doelmatig waterbeleid- en beheer en een aanvaardbare afweging bij beslissingen over beleidskeuzen inzake watersystemen. De denkpistes voor wat betreft de informatieve en wetenschappelijke pijler van het waterbeheer situeren zich vooral op het vlak van: Het verbeteren van de kwalitatieve en kwantitatieve beschikbaarheid van meetgegevens (D11) Het opbouwen en vervolledigen van geïntegreerde mathematische modelleringen (D12) Het verbeteren van de uitwisseling van watersysteemkennis onder de waterbeheerders en de andere betrokken actoren (D13) Het installeren van een structuur voor het informatiebeheer inzake watersystemen (D14). 3.4. De domeinoverschrijdende pijler U4: Een verregaande cultuur van samenwerking en consensus inzake het waterbeleid en -beheer tussen de verschillende aanverwante beleidsdomeinen en alle bestuurlijke niveaus en een wederzijdse dialoog met de betrokken doelgroepen en maatschappelijke actoren. De denkpistes voor wat betreft de domeinoverschrijdende integratie van het waterbeheer situeren zich vooral op het vlak van: Het zorgen voor afstemming met andere beleidsdomeinen (D15) Het bevorderen van een horizontale integratie tussen beleidsplannen (D16) Het verbeteren van de samenwerking met andere beleidsniveaus (D17) Het uitwerken van procedures voor een open planvorming met publieke inspraak (D18) 7

Het verstevigen van het maatschappelijk draagvlak, onder andere via een doelgroepenbeleid, (D19) Het garanderen van een financieel draagvlak, onder meer in het kader van het convenantenbeleid, (D20). Een belangrijke voorwaarde om het integraal karakter van het waterbeheer te realiseren wordt gesteld onder de noodzaak tot afstemming met andere beleidsdomeinen. Het waterbeleid en -beheer dient niet alleen vanuit een integrale aanpak van de facetten waterkwaliteit, waterkwantiteit en natuurlijk milieu benaderd te worden. Ook de afstemming tussen de krachtlijnen van het integraal waterbeheer op de uitgangspunten van de domeinen ruimtelijke ordening, leefmilieu, mobiliteit en economie vormt een essentiële pijler van een integrale benadering. 8

BIJLAGEN 1. Ideeënfichen Ideeënfiche 1: Een structurele ondersteuning voor de bestuurlijke netwerken voor integraal waterbeheer Omschrijving Ter ondersteuning van het Vlaams Integraal Wateroverleg Comité (VIWC) en van de bekkencomités worden teams van deskundigen gecreëerd die de planningsdocumenten (het Vlaams Waterbeleidsplan, de Integrale Bekkenbeheerplannen en de Bekkenvoortgangsverslagen) moeten voorbereiden. Bovendien worden doelgroepmanagers aangesteld, die de contactpersoon vormen tussen de doelgroepen of sectoren en de overheid. Motivering Op operationeel vlak wordt in Vlaanderen het integraal waterbeheer gerealiseerd via bestuurlijke netwerken die de vertegenwoordigers van de diverse waterbeheerders van verschillende bestuurlijke niveaus verenigen: het VIWC op Vlaams niveau; de bekkencomités en de ambtenarenwerkgroep op bekkenniveau. Om een samenhangend en efficiënt waterbeleid en -beheer te bekomen, wordt zowel op Europees als op gewestelijk vlak geopteerd voor een planmatige en gebiedsgerichte aanpak (per stroomgebied of rivierbekken). Een dergelijke aanpak vereist de inzet van deskundigen die permanent worden ingezet om de planningsprocedure te begeleiden. Deze nieuwe taak kan niet worden ingevuld door de reeds werkzame ambtenaren van de verschillende waterbeheerders, omdat hun gebruikelijke werkzaamheden in de verdrukking zouden raken. Daarnaast is een participatie van de verschillende sectoren en maatschappelijke doelgroepen in het integraal waterbeheer van primordiaal belang, enerzijds om de noden en behoeften zo accuraat mogelijk in te schatten, anderzijds om het draagvlak voor de beleidsbeslissingen te vergroten. Hiertoe worden best doelgroepmanagers ingezet. Deze vormen de brug tussen overheid en doelgroep of sector. Ze moeten hiertoe een vertrouwensrelatie opbouwen met de doelgroep of sector, maar toch de nodige onafhankelijkheid bewaren. Basiselementen van aanpak Voor het team ter ondersteuning van het VIWC wordt gedacht aan detachering van 7 deskundigen met ervaring (1 voor oppervlaktewaterkwaliteit, 1 voor grondwater, 1 voor bevaarbare waterwegen, 1 voor onbevaarbare waterlopen, 1 voor natuurlijk milieu, 1 voor ruimtelijke ordening en 1 om de afstemming met de milieubeleidsplanning te verzekeren). Per bekken wordt voor dezelfde bevoegdheden een halve m/v voorzien. Voor de 11 bekkens resulteert dat in 38.5 deskundigen. In totaal betekent dit een uitbreiding met 45.5 personeelsleden om de gedetacheerden van de planningsteams te vervangen, wat neerkomt op ca 75 mio BEF/jaar (1.859.201 EURO/jaar) (loonkost en logistiek; huisvesting niet inbegrepen). De aanwerving kan gebeuren via de administraties of overheidsinstellingen die de bevoegdheid hebben over het betreffende aspect. De leden van het IWB-team worden bij voorkeur op één centrale plaats gehuisvest. Het aantal vereiste doelgroepmanagers wordt geraamd op zeven (1 voor transport, 1 voor industrie en energie, 1 voor land- en tuinbouw, 1 voor waterwinning, drinkwater en ontginningen, 1 voor veiligheid, inclusief milieuhygiënische infrastructuur, 1 voor huisvesting, handel en diensten, toerisme en recreatie, inclusief de sportvisserij, 1 voor natuur). Dit betekent een bijkomende kost van 11 mio BEF/jaar (272.683 EURO/jaar). Het aanstellen van doelgroepmanagers moet echter gebeuren in overeenstemming met het doelgroepenbeleid van het milieubeleid. Het personeel zou moeten beschikbaar zijn tegen 1 juli 2000, datum waarop de eerstvolgende volledige cyclus van het planningsproces voor integraal waterbeheer zal starten. 9

2. Beleidsrelevante data 2.1. Statistieken/indicatoren Gegevens m.b.t. indicatoren waterkwaliteit, verdroging e.d. zijn weergegeven in de MIRA-rapporten uitgegeven door de Vlaamse Milieumaatschappij. Indicatoren m.b.t. waterbeheersing zijn weergegeven in de jaarboeken van de Dienst Hydrologisch Onderzoek (DIHO) van AWZ. 2.2. Budgettaire massa Hieronder wordt in zeer grote lijnen weergegeven welke budgetten aan waterbeheer worden besteed. Uitgaven in het kader van het Gewestelijk Milieubeleidsplan 1997-2001 zijn niet vermeld. Deze zijn van een lagere grootteorde. Het is haast onmogelijk aan te geven welke budgettaire posten al dan niet uitsluitend te catalogeren zijn onder "integraal waterbeheer". Het probleem stelt zich vb. voor investeringen in havenuitbreiding, die eerder onder het economisch beleid vallen. Nochtans zijn alle bedragen hieronder opgenomen. Overlappingen met andere beleidsdomeinen zijn daardoor niet uit te sluiten. Oppervlaktewaterkwaliteit (begroting 1999) (AQUAFIN; VMM; RIO-project) 15,155 miljard BEF (375.682.637 EURO) Waterbeheer (begroting 1999) (bestrijding ratten; lopende uitgaven; toegepast wetenschappelijk onderzoek; fonds voor grondwaterbeheer; subsidies aan polders en wateringen; investeringskosten; fonds voor de waterhuishouding; specifieke aankopen) 1,588 miljard BEF (39.372.928 EURO) Bevaarbare waterwegen en havens (begroting 1998) (onderhoud van en investeringen in bevaarbare waterlopen, havens en waterbeheersing; wetenschappelijk onderzoek; zee- en loodswezen; dotaties) 18,758 miljard BEF (464.998.673 EURO) TOTAAL 35,501 miljard BEF (880.046.802 EURO) 2.3. Wettelijk/decretaal kader In het rapport "Integraal waterbeheer in Vlaanderen: concept, methode en structuren" van de Universiteit Antwerpen wordt een overzicht gegeven van de wetgeving waarmee rekening moet gehouden worden bij het voeren van integraal waterbeheer. De volgende indeling werd daarbij gebruikt: - Waterbeheersing - Onbevaarbare waterlopen - Bevaarbare waterlopen, kanalen en havens - Polders en wateringen - Dijken en waterkeringen - Ruimtelijke kwaliteit, landgebruik en gebiedsgericht beleid - Ruimtelijke ordening - Landinrichting - Sectorale inrichtingsinstrumenten 10

- Ruilverkaveling - Beschermde landschappen - Milieukwaliteit - Oppervlaktewaterverontreiniging - Bodem- en grondwaterverontreiniging - Natuurbehoud - Andere relevante bepalingen m.b.t. milieukwaliteit - Andere relevante bepalingen - Tirritoriale zee, havens en stranden - Andere bepalingen ter bestrijding van oppervlaktewaterverontreiniging - Andere bepalingen inzake het grondwaterbeheer - Waterwegen - Bepaalde economische activiteiten 3. Recent beleidsondersteunend wetenschappelijk onderzoek In het kader van de invulling van actie 129 van het Vlaams Milieubeleidsplan 1997-2001 werd een studieopdracht uitbesteed inzake een concept en methodologie voor de planvorming op gewestelijk niveau m.b.t. integraal waterbeheer in Vlaanderen. Het Instituut voor Milieukunde van de Universitaire Instelling Antwerpen stelde in het kader van deze externe opdracht het volgende rapport 1 op: Bergmans, A.; Coenen, M.; Konings, P.; Loots, I.; Meire, P.; Schneiders, A.; Sys, M.; Van Bockstal, P.; Van der Welle, J.; Verheyen, R.F. 1999. Integraal Waterbeheer in Vlaanderen: concept, methodologie en structuren. Studie in het kader van actie 129 van het Vlaams Milieubeleidsplan 1997-2001. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Leefmilieu en Infrastructuur, VIWC. 1 verkrijgbaar op het secretariaat van het VIWC, E. Jacqmainlaan 156 bus 2, 1000 Brussel. tel. 02/553.71.09; fax. 02/553.71.07; e-mail: viwc@lin.vlaanderen.be 11