Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds KPN

Vergelijkbare documenten
Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds KPN

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds TNT Express

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds PostNL

Verklaring Beleggingsbeginselen

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds KPN

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds SNT

Verklaring Beleggingsbeginselen

Beleggingsbeginselen. Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds SNT

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds TNT

UW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Beleggingsbeginselen van Stichting Voorzieningsfonds Getronics. 10 oktober 2014

UW MENSEN, UW kapitaal. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring van beleggingsbeginselen

Achmea life cycle beleggingen

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

Beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

4.1. Algemene uitgangspunten 4.2. De beleggingsstrategie

Verklaring beleggingsbeginselen

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012

Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland. 1. Inleiding

Verklaring beleggingsbeginselen. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

Beleggingsstatuut. 1. Algemene Richtlijnen. 2. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid

Achmea life cycle beleggingen in beeld

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen pagina 1 van 7

Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Gasunie

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

11. Bijlage 2: Beleidsdocument Verantwoord Beleggen

Op verzoek van een belanghebbende bij het pensioenfonds wordt de Verklaring verstrekt.

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds Oncologie Holland. April Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 1

In deze verklaring is rekening gehouden met de wet- en regelgeving.

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

Verklaring beleggingsbeginselen

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie Stichting Pensioenfonds Achmea

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ DECEMBER 2016

Begrippenlijst. Algemeen Pensioenfonds 1 / 5. Aandeel

2. DOELSTELLING BELEGGINGSBELEID

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Consumentenbrief beleggingen van. Tielkemeijer & Partners Vermogensbeheer

V e r k l a r i n g i n z a k e d e b e l e g g i n g s b e g i n s e l e n

1. Het pensioenfonds loopt beleggingsrisico. Dat betekent dat in het MVEV een bijdrage van 4% van de technische voorzieningen (TV) is opgenomen.

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten. Per 1 juli 2015

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting De Samenwerking Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN

Brochure. Beleggingsbeleid

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Verklaring inzake beleggingsbeginselen STIP

Verklaring Beleggingsbeginselen. 1. Inleiding

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018

Het bestuur onderbouwt dat het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan passen binnen de prudent person regel.

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de deelnemer

Bijlage 1 - Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Verklaring beleggingsbeginselen

STICHTING PENSIOENFONDS Protector

VERKORT JAARVERSLAG 2015

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de werkgever

Stichting Pensioenfonds Xerox

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring van beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen

Beschikbarepremieregeling

Beleggingsprincipes. Juli 2013

Fondsen van De Goudse

Een goede pensioenregeling tegen een aanvaardbare prijs. Dat is waar Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (SBZ) voor staat.

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico.

FEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen

Addendum bij prospectus 18 december Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen

Het jaarverslag 2014 samengevat

Overzicht gebruikte afkortingen en begrippen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen. 1 Introductie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de Kring Pensioenfondsenkring 1

Strategic Allocation Funds (SAF) Een alles-in-één propositie voor pensioenbeleggingen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Transcriptie:

Verklaring Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds KPN Vastgesteld in december 2014

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Organisatie... 4 2.1 Gedragscode... 4 2.2 Goed Pensioenfondsbestuur... 4 3. Doelstelling en beleggingsbeleid... 6 3.1 Doelstelling beleggingsbeleid... 6 3.2 Strategisch beleggingsbeleid... 6 3.2.1 Strategische beleggingsportefeuille... 6 3.2.2 Strategisch beleggingsbeleid binnen categorieën... 9 3.3 Tactisch Beleggingsbeleid...12 4. Uitvoering van vermogensbeheer...13 4.1 Uitvoering en verantwoordelijkheid beleggingsbeleid...13 4.2 Actief versus passief beheer...13 4.3 Instrumenten...14 4.4 Maatschappelijk verantwoord beleggen & corporate governance...14 4.4.1 Uitsluiting...14 4.4.2 Screening op duurzaamheid...15 4.4.3 Stembeleid...15 4.4.4 Eumedion...15 4.4.5 Governance dialoog...16 4.4.6 Duurzaam beleggingsfonds...16 4.5 Beschikbare Premieregeling en Individueel Pensioensparen...16 4.5.1 Samenstelling beleggingen...17 4.5.2 Kosten van beleggen...18 5. Risico en rendement...19 5.1 Waarderingsgrondslag...19 5.2 Risicometing & beheersing...19 5.3 Resultaatevaluatie...20 6. Begrippenlijst...22

1. Inleiding Deze Verklaring Beleggingsbeginselen beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van Stichting Pensioenfonds KPN (hierna: het pensioenfonds). Deze verklaring geeft de deelnemers aan het pensioenfonds inzicht in het beleggingsproces. Het bestuur stelt de uitgangspunten van het beleggingsbeleid vast. Het hoofddoel van het beleggingsbeleid is het op lange termijn veiligstellen en maximaliseren van de pensioenaanspraken van de deelnemers tegen aanvaardbare risico s. Met behulp van diverse maatregelen wordt geprobeerd risico s zo goed mogelijk te beheersen en voldoende rendement te behalen om aan de verplichtingen van het pensioenfonds te voldoen. Het opstellen van deze verklaring is wettelijk verplicht. In de Pensioenwet is vastgelegd dat het totaal van de bezittingen en de te verwachten inkomsten van een pensioenfonds voldoende moet zijn om aan de verplichtingen (die voortvloeien uit de statuten en reglementen) te kunnen voldoen. Dit moet blijken uit de Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Als onderdeel van de ABTN moeten pensioenfondsen een Verklaring over de Beleggingsbeginselen opstellen en actueel houden. Dit document moet beschikbaar zijn op verzoek van iedere deelnemer, pensioengerechtigde en/of hun vertegenwoordigers. Als er nieuwe ontwikkelingen zijn, er nieuw inzicht is over het beleggingsbeleid of er een belangrijke wijziging binnen het beleggingsbeleid is, wordt de verklaring aangepast. Daarnaast wordt minimaal eens in de drie jaar de verklaring gecheckt op actualiteit. Hoofdstuk 2 geeft een beknopt overzicht van het pensioenfonds. In hoofdstuk 3 wordt het beleggingsbeleid en de doelstelling hiervan besproken. Hoofdstuk 4 geeft weer hoe dit beleggingsbeleid is vormgegeven. In hoofdstuk 5 wordt tenslotte het risicobeleid besproken.

2. Organisatie Stichting Pensioenfonds KPN is het pensioenfonds voor (ex-) werknemers van Koninklijke KPN NV. Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling, zoals die door Koninklijke KPN NV en de vakorganisaties is overeengekomen. Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de pensioenregeling voor (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en hun nabestaanden. Het bestuur is verantwoordelijk voor het verwezenlijken van de doelstelling van het pensioenfonds, de strategie, het beleid en de uitvoering ervan. De uitvoering van het pensioenfonds is uitbesteed aan TKP Pensioen BV (TKP) en TKP Investments BV (TKPI), onderdelen van AEGON NV. Deze uitvoering omvat de administratie, het vermogensbeheer en bestuursondersteuning. Daarnaast adviseren TKP en TKPI over het communicatiebeleid en op juridisch-, fiscaal-, actuarieel en het beleggingsterrein. De besluitvorming vindt door het bestuur plaats. De relatie tussen het pensioenfonds en TKP en TKPI is vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst en een service level agreement (SLA), die jaarlijks wordt geëvalueerd. In de uitvoeringsovereenkomst is onder andere de contractduur en de met financiële en uitvoeringstechnische waarborgen omgeven beëindiging geregeld. In de SLA zijn nadere bepalingen over aard, omvang, kwaliteit en servicegraad van de dienstverlening opgenomen. 2.1 Gedragscode Het pensioenfonds beschikt over een gedragscode A (algemeen) en B (sponsoreffecten). De gedragscodes hebben als doel om bij te dragen aan het transparant en integer handelen van de bestuurders voor alle belanghebbenden bij het pensioenfonds. Ook zijn ze bedoeld om de goede naam en reputatie van het pensioenfonds als marktpartij te waarborgen. De gedragscodes bevatten onder meer regels over hoe een bestuurslid moet omgaan met vertrouwelijke informatie, voorwetenschap, relatiegeschenken en het vervullen van nevenfuncties bij andere ondernemingen en instellingen. Afgesproken is dat de voorzitter van het bestuur toezicht houdt op de naleving van de bepalingen uit de gedragscodes. De uitvoeringsorganisaties hanteren een gelijkwaardige gedragscode. 2.2 Goed Pensioenfondsbestuur Goed Pensioenfondsbestuur houdt in dat het bestuur integer en transparant handelt, het rekenschap geeft en verantwoording aflegt over het uitgeoefende toezicht. Het bestuur is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid voor het goed besturen van het pensioenfonds.

Het zal alles doen wat nodig is voor het handhaven van het vertrouwen in het pensioenfonds en de pensioensector. De door de Stichting van de Arbeid opgestelde principes van Goed Pensioenfondsbestuur zijn wettelijk vastgelegd in de Pensioenwet. Het bestuur van het pensioenfonds besteedt veel aandacht aan dit onderwerp. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit zes leden, met uit elke geleding (werkgever, deelnemers en gepensioneerden) twee afgevaardigden. Voor het interne toezicht is er een visitatiecommissie ingesteld. Onderstaand schema geeft de governance structuur van het pensioenfonds met de in dit hoofdstuk genoemde onderdelen visueel weer. Daarbij is ook aangegeven hoe de controle plaatsvindt via een certificerend accountant, actuaris en de compliance officer. Het pensioenfonds staat onder extern toezicht via de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB).

3. Doelstelling en beleggingsbeleid 3.1 Doelstelling beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid is gebaseerd op de doelstelling van het pensioenfonds. De doelstelling van het pensioenfonds is het op lange termijn realiseren van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten. Ook streeft het pensioenfonds naar het constant realiseren van de toeslagverlening. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagverlening. Ook is het voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagen zullen worden verleend. Om de doelstelling van het pensioenfonds te bereiken, wordt op een zodanige manier belegd dat een optimaal rendement wordt behaald tegen aanvaardbare risico s. Het pensioenfonds belegt vanuit de prudent person gedachte. Hierbij moeten de beleggingen voldoen aan kwalitatieve beginselen van veiligheid, kwaliteit en spreiding van risico s. Dit houdt onder andere in dat het beleggingsbeleid wordt afgestemd op de verplichtingenstructuur van het pensioenfonds tegen marktwaarde. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke eisen die onder het Financieel Toetsingskader (FTK) aan het beleggingsbeleid en risicomanagement worden gesteld. De Nederlandsche Bank (DNB) houdt hier toezicht op. 3.2 Strategisch beleggingsbeleid 3.2.1 Strategische beleggingsportefeuille De basis voor het te voeren beleggingsbeleid is een ALM-studie (Asset Liability Management). Met behulp van deze studie wordt geprobeerd de bezittingen (assets) van het pensioenfonds zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de verplichtingen (liabilities) tegen aanvaardbare kosten. Het ALM-proces geeft daarnaast inzicht in de verwachte toekomstige ontwikkeling van de premie, de toeslagverlening, de dekkingsgraad en de risico s die zijn verbonden aan een bepaald beleid. Hierbij wordt ook veel aandacht besteed aan het risicobeleid van het pensioenfonds op het gebied van extreme negatieve economische scenario s. Mede met behulp van deze inzichten bepaalt het bestuur de mix over verschillende beleggingscategorieën. Het strategische beleggingsbeleid is de verdeling van de beleggingsportefeuille over verschillende soorten beleggingscategorieën. Bij de bepaling van het strategische beleggingsbeleid wordt gestreefd naar een goed gespreide beleggingsportefeuille. Voldoende spreiding tussen en binnen de verschillende beleggingscategorieën beperkt het risico. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met de actuele dekkingsgraad en de buffervereisten die voortvloeien uit de standaardtoets van DNB. Ook de verwachte kansen voor toeslagverlening en de verwachte premie spelen hierbij een rol.

De doelstelling van het strategische beleggingsbeleid is om de kans te verkleinen dat de dekkingsgraad sterk daalt. Tegelijkertijd moet de dekkingsgraad ook kunnen blijven stijgen als de marktomstandigheden positief zijn, zodat er financiële ruimte is om toeslag te verlenen. Daarnaast moet de reële dekkingsgraad kunnen toenemen om een eventuele stijging van de inflatie en daarmee toeslagverlening te kunnen opvangen. Renterisico De gevoeligheid van de pensioenverplichtingen voor een renteverandering is over het algemeen groter dan die van de beleggingen. Dit betekent dat de dekkingsgraad sterk afhankelijk is van renteveranderingen: de rentegevoeligheid is groot. Voor de afdekking van het renterisico wordt in eerste zonder renteafdekking instantie gebruik gemaakt van de portefeuille vastrentende waarden en wordt aangevuld met swaps en opties op renteswaps (swaptions). De mate waarin swaptions worden ingezet is afhankelijk van marktomstandigheden. Het gebruik van swaptions maakt de effectieve renteafdekking onder andere afhankelijk van de (toekomstige) rentestand. Bij een rentedaling neemt de renteafdekking toe, bij een rentestijging neemt deze af. Hierdoor is de dekkingsgraad gedeeltelijk beschermd tegen een rentedaling, terwijl de dekkingsgraad ook kan profiteren van een rentestijging als de inflatie toeneemt. De figuur hiernaast geeft grafisch een indicatie van het effect van swaptions op de dekkingsgraad bij verschillende renteveranderingen (op afloopdatum van de opties). swaps swaptions 50% 40% 30% 20% 10% rente verandering 0% -3% -2% -1% 0% 1% 2% 3% -10% -20% -30% -40% -50% dekkingsgraad verandering Aandelenrisico De beleggingen in aandelen worden wereldwijd belegd. Valutarisico Het pensioenfonds belegt in diverse valuta s. Door wisselkoersveranderingen loopt het fonds risico dat beleggingen minder waard worden. Binnen het strategisch beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met het valutarisico. Binnen de categorie

aandelen wordt het valutarisico van de Amerikaanse dollar, het Britse pond en de Japanse yen volledig weggenomen (afgedekt met valutatermijncontracten naar de euro). Bij de overige beleggingscategorieën wordt in principe het gehele valutarisico afgedekt. De beleggingen in vastrentende waarden luiden hoofdzakelijk in euro (of dat de valutarisico s voor het grootste gedeelte worden afgedekt)., waardoor er geen valutarisico bestaat. De inflatie gerelateerde obligaties luiden in euro s. Bij onroerend goed en grondstoffen worden de valutarisico s afgedekt. Inflatierisico Om de gevolgen van een stijgende inflatie op de beleggingen van het pensioenfonds te beperken, belegt het pensioenfonds een deel van de portefeuille vastrentende waarden in inflatie gerelateerde obligaties. Ook bij de keuze van instrumenten voor het afdekken van het renterisico wordt rekening gehouden met het inflatierisico. Met de invoering van de nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2015 heeft het pensioenfonds een Solvabiliteitsdepot en een Premiedepot. Deze gelden worden sinds 19 november 2014 belegd. Onderstaande tabel geeft het strategische beleggingsbeleid weer. De in de tabel genoemde gewichten zijn dynamisch. Dit wil zeggen dat door marktontwikkelingen de werkelijke gewichten kunnen afwijken van de strategische gewichten. Eens per jaar wordt nagegaan of er moet worden geherbalanceerd naar de normgewichten. Daarnaast zijn grenzen afgesproken die bij overschrijding dienen voor het initiëren van een discussie met de Beleggingscommissie. Normverdeling beleggingsportefeuille en Solvabiliteitsdepot (in percentages van de totale marktwaarde van de beleggingsportefeuille) Normverdeling effectenportefeuille (in percentages van de totale marktwaarde) Beleggingscategorie Strategisch gewicht september 2014 Aandelen 41,0%*(1 -S) Vastrentende waarden Inflatie gerelateerde obligaties Onroerende goed Grondstoffen Swaptions 30,0%*(1 -S) 15,0%*(1-S) 10,0%*(1-S) 4,0%*(1 -S) S Totaal 100% S = waarde van de swaptions als % van het totale belegd vermogen.

Beleggingsbeleid Premiedepot Bij het Premiedepot moet vooral sprake zijn van kapitaalbehoud. Daarnaast is de looptijd van dit depot 5 jaar. Daarom is een afwijkend beleggingsbeleid vastgesteld. Overzicht strategische gewichten Premiedepot (%) Categorie/fonds Strategisch gewicht EMU staatsobligaties 33,33 Bedrijfsobligaties 33,33 Nederlandse hypotheken 33,33 Totaal 100% Met de gekozen beleggingsportefeuille verwacht het bestuur dat de doelstelling van het fonds te realiseren is. Ook de te verwachten beleggingsrisico s zijn volgens het bestuur acceptabel. 3.2.2 Strategisch beleggingsbeleid binnen categorieën Deze paragraaf gaat per beleggingscategorie in detail in op het beleggingsbeleid. Aandelen Het pensioenfonds belegt wereldwijd in aandelen. De strategische benchmark van de beleggingscategorie aandelen is samengesteld uit 78% wereldwijd, 15% Europa en 7% Opkomende markten. Overigens zijn deze gewichten dynamisch. Dit betekent dat marktontwikkelingen kunnen zorgen voor wijzigingen. Fysieke aandelenbeleggingen Deze beleggingen vinden via de volgende TKP beleggingsfondsen plaats: TKPI MM World Equity Afdekking Fund (aandelen wereldwijd met dollar, pond, yen afgedekt) TKPI MM European Equity Afdekking Fund (aandelen Europa met pond afgedekt) TKPI MM Emerging Markets Fund (aandelen opkomende landen) Het TKPI MM World Equity Afdekking Fund en het TKPI MM Emerging Markets Fund hebben een actief beleggingsbeleid. Dit houdt in dat het streven is om een hoger rendement te behalen dan de relevante benchmark. Het TKPI MM European Equity Afdekking Fund hanteert een passief beleggingsbeleid en volgt hiermee de benchmark.

Vastrentende waarden Naast een relatief stabiel couponrendement hebben de vastrentende beleggingen in de portefeuille tot doel een deel van de rentegevoeligheid van de verplichtingen van het pensioenfonds af te dekken. De indeling van de vastrentende waarden portefeuille streeft een brede spreiding na. Daarnaast wordt er beoogd in te kunnen spelen op extra rendementskansen. De invulling van de portefeuille vastrentende waarden is een afweging tussen enerzijds verwacht rendement en anderzijds het afdekken van het renterisico. De vastrentende waarden portefeuille (exclusief inflatie gerelateerde obligaties) wordt gespreid over verschillende soorten obligaties: 13,33% in staatsleningen in Euroland, 20,00% in Europese bedrijfsobligaties, 13,33% in bedrijfsobligaties wereldwijd exclusief de financiële sector, 16,67% in obligaties uitgegeven door overheden van opkomende landen, 3,33% in high yield obligaties en 33,33% in Nederlandse Hypotheken. De genoemde gewichten zijn dynamisch. Dit betekent dat marktontwikkelingen kunnen zorgen voor verandering van deze gewichten. De samenstelling van het Premiedepot is afwijkend. Het Premiedepot wordt belegd via de vastrentende waarden portefeuille en is gespreid over verschillende soorten obligaties: 33,33% in staatsleningen in Euroland, 33,33% in Europese bedrijfsobligaties en 33,33% in Nederlandse Hypotheken. De genoemde gewichten zijn dynamisch. Dit betekent dat marktontwikkelingen kunnen zorgen voor verandering van deze gewichten. De beleggingen in euroland staatsobligaties vinden plaats via: - Beleggingsfondsen: TKPI MM AAA Fixed Income Fund TKPI MM Fixed Income Extra Long Fund Deze fondsen die beleggen in staatsobligaties met een minimale kredietwaardigheid van AA volgens Standard & Poor s, Aa2 volgens Moody s en AA volgens Fitch, hebben een passief beleggingsbeleid en volgen de benchmark. Deze benchmarks zijn gebaseerd op omvang van de economie, de schuld en de risicopremie op de obligatiemarkt, in plaats van op marktkapitalisatie. Deze methode zorgt dat landen met minder schuld en een lagere risicopremie een groter gewicht binnen de benchmark hebben gekregen - Individuele portefeuille met EMU staatsobligaties

De overige obligatiebeleggingen vinden plaats via Beleggingsfondsen TKPI MM Credit Fund (Europese bedrijfsobligaties) TKPI MM Global Credit ex Financials Fund (bedrijfsobligaties wereldwijd exclusief financiële sector) TKPI MM Emerging Market Debt Fund (obligaties uitgegeven door overheden van opkomende landen) TKPI MM Global High Yield Fund (high yield obligaties wereldwijd) TKPI MM Dutch Mortgage Fund (Nederlandse hypotheken) De fondsen die beleggen in euro staatsobligaties en het fonds dat in bedrijfsobligaties wereldwijd exclusief financiële sector belegt, hebben een passief beleggingsbeleid. De overige fondsen hebben een actief beleggingsbeleid en streven naar een hoger rendement dan de relevante benchmarks. Inflatie gerelateerde obligaties De inflatie gerelateerde obligatieportefeuille wordt belegd in inflatie gerelateerde obligaties uitgegeven door Eurolanden. Bij inflatie gerelateerde obligaties wordt de werkelijke inflatie ontvangen als couponbetaling bovenop een vaste reële rentevergoeding. Deze beleggingen vinden plaats via het TKPI MM Inflation Index Linked Bond Fund. Dit fonds heeft een passief beleggingsbeleid en volgt daarmee de relevante benchmark. De benchmark heeft een gelijk gewicht voor de verschillende landen (Duitsland, Frankrijk en Italië). Daarnaast wordt er belegd via een individuele portefeuille in inflatie gerelateerde obligaties. Onroerend goed Bij onroerend goed wordt belegd in Europa in niet-beursgenoteerde vastgoedbelangen (joint ventures en vastgoedfondsen) en in beursgenoteerd onroerend goed. Een beperkt gedeelte van de portefeuille wordt in Azië belegd in niet-beursgenoteerd onroerend goed. De portefeuille kent een afgewogen spreiding van risico s. Deze beleggingen vinden via de volgende beleggingsfondsen plaats: TKPI European Real Estate Fund (niet beursgenoteerd onroerend goed Europa) TKP MM Asian Real Estate Fund (niet beursgenoteerd onroerend goed Azië) TKPI MM Global Listed Index Real Estate Fund (beursgenoteerd onroerend goed ontwikkelde landen) De beleggingen in niet-beursgenoteerd onroerend goed hebben een actief beleggingsbeleid. Omdat een relevante benchmark ontbreekt, hebben deze beleggingen

een absolute rendementsdoelstelling. De beleggingen in beursgenoteerd onroerend goed hebben een passief beleggingsbeleid en volgen de relevante benchmark. Grondstoffen Het pensioenfonds belegt indirect in grondstoffen door te beleggen in aan grondstoffen gerelateerde financiële instrumenten. Deze beleggingen vinden actief plaats via het MM Active Commodities Fund. 3.3 Tactisch Beleggingsbeleid Tactisch beleggingsbeleid houdt in dat tijdelijk wordt afgeweken van de strategische beleggingsmix om extra rendement te behalen. Het pensioenfonds kan tactisch afwijken van de strategische beleggingsmix. De afwijkingen van de strategische benchmarkgewichten kunnen maximaal 5%-punt op pensioenfondsniveau bedragen. In bijzondere omstandigheden kan de afwijking maximaal 10%-punt bedragen. Zonder bestuursbesluit tot tactisch beleid wordt ernaar gestreefd om de afwijkingen ten opzichte van de strategische benchmarkgewichten dicht bij nul te houden. Voor liquide beleggingen geldt een maximale afwijking van 40 basispunten.

4. Uitvoering van vermogensbeheer 4.1 Uitvoering en verantwoordelijkheid beleggingsbeleid De uitvoering van het beleggingsbeleid is door het bestuur van het pensioenfonds, binnen de door haar aangegeven kaders, opgedragen aan TKPI. Het bestuur van het pensioenfonds draagt echter de verantwoordelijkheid over het gevoerde beleggingsbeleid. TKPI mag daarom ook geen acties ondernemen die buiten het strategische of tactische kader vallen, zonder voorafgaande toestemming van het pensioenfondsbestuur. Het vermogen wordt beheerd door TKPI. Daarbij verzorgt TKPI de strategische advisering over het beleggingsbeleid en het risicomanagement, onder andere op basis van ALM studies. De uitvoering van de derivatenstrategie wordt uitgevoerd door een externe broker. TKPI beheert en bewaart de beleggingen van het pensioenfonds voor het grootste deel in TKPI beleggingsfondsen. Het beleggingsbeleid binnen deze fondsen vindt plaats volgens een multi manager beleggingsstrategie. Dit houdt in dat TKPI vermogensbeheerders wereldwijd selecteert om de werkelijke beleggingen te doen. Deze strategie gaat er vanuit dat het combineren van kwalitatief uitstekende managers, ieder met hun eigen beleggingsstijl, leidt tot een grotere kans op consistente outperformance. TKPI volgt een aantal opeenvolgende stappen om externe vermogensbeheerders te selecteren. Jaarlijks laat TKPI door een onafhankelijke auditor, door middel van een ISAE 3402 rapport, bevestigen dat alle stappen daadwerkelijk gevolgd zijn. De effecten zijn in bewaring gegeven bij custodians. Met hen zijn ook afspraken gemaakt over een deel van de gewenste managementinformatie. Veruit het grootste deel van de managementinformatie wordt geleverd door de Back Office Beleggingen (afdeling Investment Accounting & Control) van TKPI. 4.2 Actief versus passief beheer Het beleggingsbeleid van het pensioenfonds is een mengvorm van actief en passief beheer. Het pensioenfonds voert alleen actieve strategie voor beleggingscategorieën waarvoor de verwachting bestaat dat, rekening houdend met de extra kosten van een actieve strategie, een extra rendement ten opzichte van de benchmark kan worden behaald. Bij beleggingscategorieën waarvan de verwachting is dat een actieve strategie geen toegevoegde waarde heeft in de vorm van een extra rendement ten opzichte van de benchmark, vindt een kostenefficiënte passieve strategie plaats.

4.3 Instrumenten Het pensioenfonds belegt uitsluitend in instrumenten waarvan is gebleken dat deze binnen het risicoprofiel van het pensioenfonds passen. Daarnaast moeten ze het risico- rendementsprofiel van de beleggingsportefeuille verbeteren. Het pensioenfondsbestuur neemt aan de hand van uitgebreide analyses de beslissing of een (nieuwe) beleggingscategorie aan de portefeuille wordt toegevoegd, danwel wordt uitgebreid of beperkt. Het pensioenfonds maakt daarnaast gebruik van derivaten zoals opties op renteswaps (swaptions), renteswaps, valutaswaps, futures en valutatermijncontracten. De opties worden gebruikt om het renterisico te beperken. Daarnaast worden futures ingezet om binnen de beleggingsportefeuille tactische afwijkingen van de strategische beleggingsmix te beheersen. Binnen de TKPI beleggingsfondsen worden door de beheerder futures ingezet om de marktexposure dan wel de valuta-exposure en de duratie (rentegevoeligheid) te sturen. Zoals overal in het beleggingsproces het geval is, gelden bij het gebruik van deze derivaten strikte richtlijnen en procedures. Algemeen kan worden gesteld dat derivaten uitsluitend defensief (dus ter beperking van risico s) worden gebruikt. 4.4 Maatschappelijk verantwoord beleggen & corporate governance 4.4.1 Uitsluiting Uitsluiting van bedrijven en landen Het pensioenfonds kiest ervoor om bedrijven die direct betrokken zijn bij de productie van controversiële wapens uit te sluiten om in te beleggen. Dit betreft een aantal ondernemingen dat direct betrokken is bij de productie of het onderhoud van bepaalde controversiële wapens, zoals anti-persoonsmijnen, chemische en biologische wapens, verarmd uranium munitie, nucleaire wapens en clusterbommen. Voor de bepaling van de lijst met uit te sluiten bedrijven wordt gebruikgemaakt van de Controversial Weapons Radar van Sustainalytics, een gespecialiseerde externe partij op het gebied van duurzaamheidsinformatie. Daarnaast worden landen die betrokken zijn bij het schenden van mensenrechten uitgesloten om in te beleggen. De uit te sluiten beleggingen zijn staatsobligaties en overige leningen uitgegeven door centrale en lagere overheden van deze landen. Het gaat hier om veroordelingen van staten door een gezaghebbende instantie zoals de sancties van de VN Veiligheidsraad en de Common Foreign and Security Policy of the EU (CFSF EU). Eenmaal per jaar vindt een aanpassing van de lijst met uitsluitingen van bedrijven en

landen plaats. 4.4.2 Screening op duurzaamheid De ondernemingen waarin het pensioenfonds belegt via aandelen en obligaties, worden periodiek gescreend op duurzaamheid. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de research vansustainalytics. Het streven is dat alle ondernemingen waarin wordt belegd, zich gedragen volgens de Global Compact Principles (GCP) zoals opgesteld door de Verenigde Naties. Met deze principes worden ondernemingen gevraagd binnen hun eigen invloedssfeer een aantal kernwaarden op het gebied van mensen- en arbeidsrechten, milieu en anticorruptie na te leven. Wanneer blijkt dat de beleggingsportefeuilles direct beleggen in ondernemingen die handelen in strijd met de UN Global Compact principes, zal er met een selectie van deze bedrijven een dialoog worden gevoerd (engagement). Als dit niet leidt tot gewenste resultaten wordt overwogen niet langer in de betreffende onderneming te beleggen. 4.4.3 Stembeleid Het pensioenfonds belegt wereldwijd in beursgenoteerde ondernemingen. Bij een Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) kan gebruik gemaakt worden van het stemrecht. Het stembeleid wordt waar mogelijk toegepast op Europese bedrijven. Voor het stemadvies wordt gebruik gemaakt van een gespecialiseerd stemadviesbureau ISS. Het stemadvies wordt door ISS bepaald in overeenstemming met de European Proxy Voting Guidelines Summary. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op diverse algemene en nationale codes, zoals de Nederlandse Corporate Code. Voor Nederlandse beursgenoteerde bedrijven wordt naast het stemadvies van ISS een analyse door de vermogensbeheerder gemaakt. Dit is in overeenstemming met de Corporate Governance Code die zegt dat van een aandeelhouder wordt verwacht dat hij zich een eigen oordeel vormt over de door een stemadviseur verstrekte adviezen. Ter voorkoming van mogelijke belangenverstrengeling wordt niet gestemd op aandelen KPN, PostNL, TNT Express en AEGON. 4.4.4 Eumedion Per 1 december 2009 is het pensioenfonds aangesloten bij Eumedion. Eumedion behartigt de belangen van de bij haar aangesloten institutionele beleggers op het gebied van corporate governance en duurzaamheid. Deze stichting bevordert het overleg tussen institutionele beleggers onderling en met beursgenoteerde ondernemingen. Ook voert Eumedion overleg met de Nederlandse overheid, instellingen van de Europese Unie en andere relevante autoriteiten en organisaties, mede met het doel om wet- en regelgeving met betrekking tot corporate governance te beïnvloeden.

4.4.5 Governance dialoog Gezamenlijk met andere pensioenfondsen wordt een dialoog gevoerd met Nederlandse beursgenoteerde bedrijven, met name op governance onderwerpen, en in mindere mate op milieu en sociale aspecten. De heer Dr. Paul Frentrop, professor Corporate governance & Capital markets aan de Nyenrode Universiteit, is hierin aangesteld om deelnemers van dit initiatief te vertegenwoordigen in engagement gesprekken met een selectie van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. Indien mogelijk zullen deze gesprekken samen met andere actieve deelnemers van Eumedion worden gevoerd. 4.4.6 Duurzaam beleggingsfonds Binnen de aandelenportefeuille wordt er ook in een duurzaam (best in class) aandelenfonds belegd. Dit fonds belegt wereldwijd in beursgenoteerde aandelen, die aan bepaalde eisen van duurzaamheid voldoen. Er wordt bij de aandelenselectie, naast de financiële doelstellingen, ook uitdrukkelijk rekening gehouden met waarden en normen ten aanzien van mens en milieu. De benchmark van dit fonds is de MSCI World Index Total Net Return (in Euro). Ook binnen de regelingen Individueel Pensioensparen (IPS) en Beschikbare Premieregeling (BPR) is dit duurzame beleggingsfonds beschikbaar. 4.5 Beschikbare Premieregeling en Individueel Pensioensparen Bij het pensioenfonds is naast het reguliere vermogen (voor rekening en risico van het pensioenfonds) ook sprake van belegd vermogen in het kader van de Beschikbare Premieregeling (BPR) en Individueel Pensioensparen (IPS). Dit vermogen is voor rekening en risico van de deelnemer zelf. De Pensioenwet stelt bij beschikbare premieregelingen bepaalde eisen. In de Pensioenwet zijn daarover bepalingen opgenomen in artikel 52. De kern is dat het pensioenfonds verantwoordelijk is voor de beleggingen en daarbij moet handelen volgens het zogeheten prudent person beginsel. Dit houdt in dat er moet worden belegd in het belang van de deelnemer. Samengevat betekent dit dat naarmate de pensioendatum dichterbij komt, de beleggingsmix minder risicovol moet zijn. Dit wordt aangeduid met de term Life Cycle.

De samenstelling van de Life Cycle ziet er als volgt uit: Life Cycle (in termen van jaren tot pensionering en voor pensioenleeftijd 67) Algemeen Pensioenleeftijd 67 Depot Beleggingsmix Aandelen/Obligaties/Geldmarkt Aantal jaar tot pensionering Uw leeftijd 24 jaar of meer jonger dan 43 I 90%/10%/0% Vanaf 17 t/m 23 jaar 43-49 II 75%/25%/0% Vanaf 9 t/m 16 jaar 50-57 III 50%/50%/0% Vanaf 7 t/m 8 jaar 58-60 IV 25%/40%/35% 0 t/m 6 jaar 61-66 V 10%/0%/90% Daarnaast mag de deelnemer volgens de Pensioenwet, de verantwoordelijkheid voor de beleggingen overnemen. Deze deelnemers kunnen kiezen voor Vrij beleggen. Het pensioenfonds moet hierbij voldoen aan de zorgplicht zoals vastgesteld in de Pensioenwet. Dit betekent dat de deelnemer een risicoprofiel kan bepalen en dat dit profiel ook wordt vastgelegd. Daarnaast ontvangen deelnemers die kiezen voor Vrij beleggen jaarlijks van het pensioenfonds een brief om te wijzen op het beleggingsrisico dat wordt gelopen. Deelnemers die de verantwoordelijkheid voor de beleggingen overnemen, kunnen kiezen uit de volgende Vrij beleggen depots. Samenstelling Vrij beleggen depots Depot Beleggingsmix Aandelen/Obligaties/Geldmarkt A 100%/0%/0% B 75%/25%/0% C 50%/50%/0% D 25%/75%/0% E 0%/100%/0% F 50%**/50%/0% G 0%/0%/100% ** betreft aandelen die voldoen aan duurzame criteria. 4.5.1 Samenstelling beleggingen Aandelen Voor de categorie aandelen wordt er als volgt belegd: 78% wereldwijd met dollar, pond en yen afgedekt; via het TKPI MM World Equity Afdekking Fund 15% Europa met pond afgedekt; via het TKPI MM European Equity Afdekking Fund