Jaarrapportage muskus- en beverrattenbestrijding waterschap Scheldestromen 2015

Vergelijkbare documenten
Jaarrapportage vangstontwikkeling 2013 Muskusrattenbeheer waterschappen Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Hollandse Delta en Rivierenland

JAARVERSLAG 2011 MUSKUS- EN BEVERRATTENBESTRIJDING WATERSCHAP ZUIDERZEELAND REGISTRATIENUMMER

JAARVERSLAG MUSKUS- EN BEVERRATTENBESTRIJDING WATERSCHAP ZUIDERZEELAND

LANDELIJK JAARVERSLAG 2012 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

Bestrijding van de. muskusrat

1 juni 2015 LANDELIJK JAARVERSLAG 2014 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

LANDELIJK JAARVERSLAG 2013 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

Landelijk Jaarverslag 2008 muskus- en beverrattenbestrijding

LANDELIJK JAARVERSLAG 2010 MUSKUS- EN BEVERRATTENBESTRIJDING

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

WMB versie 24 maart 2018 LANDELIJK JAARVERSLAG 2017 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

PROVINCIAAL BLAD. Opdracht ex. artikel 3.18 van de Wet natuurbescherming voor de bestrijding van muskusratten en beverratten, provincie Noord-Brabant

Bestrijding muskusrat nodig voor veiligheid van de dijken

UNIL VAN WATLRSCHAPPUN

MUSKUSRATTEN- EN BEVERRATTENBESTRIJDING PROVINCIE GRONINGEN JAARVERSLAG 2007

23 mei 2016 LANDELIJK JAARVERSLAG 2015 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

31 mei 2017 LANDELIJK JAARVERSLAG 2016 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

LANDELIJK JAARVERSLAG 2018 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Samenvatting Concept besluit De businesscase

MUSKUSRATTEN- EN BEVERRATTENBESTRIJDING PROVINCIE GRONINGEN JAARPLAN 2008

MUSKUSRATTEN- EN BEVERRATTENBESTRIJDING PROVINCIE GRONINGEN

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Dilemma 1: Belang dieren vs. belang veiligheid

P R O V I N C I A A L B L A D

Inleiding pag. 1. Ontwerp-besluit pag. 3. Toelichting pag 5. Bijlage(n): 1 Verzoekbrieven OLM

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Muskusratten natuurlijk beheersen of uitroeien tot nul?

Provincie Noord-Holland

Jaarverslag Muskusrattenbestrijding. Provincie Groningen.


TOEKOMST VAN HET MUSKUSRATTENBEHEER IN NEDERLAND DE MOGELIJKHEDEN ONDERZOCHT (BIJLAGE) Hetty Klavers, Patrick Poelmann/Dolf Moerkens, Henk Post

Visie Muskusrattenbeheer West en Midden Nederland

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUSKUSRATTENBESTRIJDING NOORD- BRABANT

De leden-waterschappen t.a.v. dagelijks bestuur. 1 - dmoerkens@uvw.nl. landelijk jaarverslag Muskus- en Beverratten

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

We#elijke regels voor levende bijvangst 3jdens vang- of visac3viteiten

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

Evaluatie overeenkomst Muskusrattenbeheer West en Midden Nederland. Eindrapportage November 2014 Jan Gronouwe

Start nieuw seizoen succesvol.

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47

Opdrachtgever: Jan van der Laan

PROVINCiALE STATEN VAN OVERIJSSEL. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk LCCM 2006/jvs

BUHT VOOR DIEREN. Aan geadresseerde. Geachte Statenleden,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet rechtsgeldig vertegenwoordigd door hun voorzitter

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5

Waterschap Drents Overijsselse Delta De heer H.H.T. van der Steen Postbus AB ZWOLLE

omgevingsdienst HAAGLANDEN

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres

Wespro Plaagdierpreventie C.C.W.P. Schuurmans Veldstraat AW GEFFEN. Datum 13 juli 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Muskusrattenbeheer samenwerkingsverband waterschappen Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Hollandse Delta en Rivierenland. Beleidsnota

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 1 december 2016 tot en met 30 november 2021.

Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan MA ENKHUIZEN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 22 februari 2017 tot en met 21 februari Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Nummer: Onderwerp: jaaroverzicht en financiële verantwoording 2009 Muskusrattenbestrijding Midden Nederland

Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

Nieuwe bedrijfslocaties

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Provincie Limburg M. Wouters-Ackermans Postbus MA MAASTRICHT. Datum 9 januari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

25 MRT. Landelijke Coordinatiecommissie Muskusrattenbestrijding (LCCM) Aan: Geadresseerde. onderwerp Brief Dierenbescherming d.d.

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Onderwerp: meerjarenbeleid muskusratten- en beverrattenbestrijding

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Samenwerking en bestrijding

Overeenkomst van kosten voor gemene rekening muskusrattenbestrijding

Jaaroverzicht 2012 Inhoud

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Amerikaanse rivierkreeft in veenweidegebied. Onderzoek naar de verspreiding, abundantie en beheer in relatie tot het bereiken van de KRWdoelen

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 30 november 2016 tot en met 31 december 2017.

Rapport Hengelvangst registratie 2013 SNOEKBAARS. met registratie van bijvangsten. SNOEK en BAARS

Vrijgestelde soorten per provincie

JAARVERSLAG 2018 MUSKUS- EN BEVERRATTENBEHEER NOORDOOST-NEDERLAND. Bestrijden in natuurgebieden is een fysiek zware klus

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

1.1 Waar komen muskusratten vandaan? Hoe ziet een muskusrat eruit? Hoeveel jongen krijgt een muskusrat? 4

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Natuurbalans - Limes Divergens B.V. G. Hoogerwerf Toernooiveld ED NIJMEGEN

Gemeente Nieuwegein A.R. de Bree Postbus AA NIEUWEGEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Voorstel - Kennis nemen van de managementsamenvatting van de businesscase van PwC.

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Concept halfjaaroverzicht 2013

Jaarverslag Concept


Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie:

Jaarrapportage muskus- en beverrattenbestrijding waterschap Scheldestromen 2015 Datum: 4 april 2016 Versie: 03 Registratienummer: 2016012164

SAMENVATTING Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1 Inleiding... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2 Doel van bestrijding... 4 1.3 Discussie nut en noodzaak... 4 2 Wet- en regelgeving... 5 2.1 Flora- en faunawet... 5 2.2 Aanwijzing bestrijders... 5 2.3 Gedragscode... 5 2.4 Natuurbeschermingswet & Natura 2000-gebieden... 5 3. Bestrijdingsresultaten 2015... 7 3.1 Prestatie doelstelling 2015... 7 3.2 Bijvangsten... 8 3.3 Landelijke vangsten muskus- en beverrattenbestrijding... 8 4 Organisatie en personeel... 9 4.1 Formatie... 9 4.2 Urenbesteding bestrijding... 9 5 Externe factoren en ontwikkelingen... 10 5.1 Ontwikkeling natuurvriendelijke oevers en natuurherstel... 10 5.2 Maatschappelijke ontwikkelingen... 10 6 Conclusies en aanbevelingen... 11 6.1 Conclusies... 11 6.2 Aanbevelingen... 11 Bijlage 1 De Muskusrat en Beverrat... 13 Bijlage 2 Grafische overzichten vangstontwikkeling Zeeland i.r.t. bestede uren... 15 Bijlage 3 Overzicht bijvangsten 2015... 16 Bijlage 4 Landelijke vangsten muskus- en beverrattenbestrijding... 17 Waterschap Scheldestromen 2

SAMENVATTING SAMENVATTING Muskus- en beverrattenvangst 2015 Het streven van de bestrijding in Zeeland is, nadat in alle vanggebieden aan de huidige landelijke richtlijn van < 0,25 v/km wordt voldaan, deze verder omlaag te brengen naar een vangstnorm van <0,15 v/km. Geen onbelangrijk doel, omdat vanuit de bestrijding gezien de beheersbaarheid makkelijker gaat en er minder dieren hoeven te worden gedood wat maatschappelijk nog steeds een hot-item is. Sinds 2006 is er in Zeeland een dalende lijn in de vangsten en voldoen steeds meer vanggebieden aan de huidige landelijke richtlijn van <0,25 v/km. In 2015 zijn de vangsten in Zeeland met 1.375 vangsten gestegen t.o.v. 2014, al daalde het aantal velduren met 541 uur t.o.v. het jaar 2014 (16.606 uur in 2014). De landelijke richtlijn van <0.25 v/km is voor Zeeland gehaald. Door de stijging van het totaal aantal gevangen muskusratten is het resultaat voor 2015 op 0,23 v/km uitgekomen. Het gebied is hiermee afdoende onder controle. Voor de langere termijn wordt ingezet op de norm <0.15v/km wat aangeeft dat het gebied onder controle is. Het aantal velduren is vanaf 2004 aan het teruglopen. In 2015 zijn 10.463 velduren minder besteed t.o.v. het jaar 2004. De prestatie-indicator in het afdelingsplan was om 17.600 velduren te maken (met een afwijking <5%). Met 16.065 velduren voor 2015 is de doelstelling niet gehaald. Dit is te verklaren door inkrimping van formatie en gebruikmaking van personele regelingen zoals seniorenverlof en de deelname aan de MBO-opleiding door bestrijders. In Zeeland zijn in het jaar 2015 geen beverratten gevangen. In voorgaande jaren vonden de vangsten van de beverrat plaats aan de noordzijde van Schouwen-Duiveland. De laatste beverrattenvangst (2 stuks) is in het jaar 2009 geweest. Samen met de bestrijders uit Zuid-Holland en Brabant vindt op het Grevelingenmeer surveillance plaats om eventuele aanwezige beverratten te signaleren en te vangen. Waterschap Scheldestromen 3

1 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Inleiding Deze rapportage omvat een evaluatie van de muskus- en beverratbestrijding in het jaar 2015. Hierbij zal worden ingegaan op de behaalde resultaten in 2015, waarbij tevens een beknopte analyse wordt gegeven van de vangstontwikkeling t.o.v. ingezette velduren. Tevens wordt een totaal beeld gegeven van de besmetting in het gebied per 2015. 1.2 Doel van bestrijding Doel van de bestrijding is het voorkomen van schade aan voornamelijk waterstaatswerken, zoals dijken en oevers van watergangen, waardoor de veiligheid in het geding komt, maar ook vraatschade aan gewassen (economische schade). Muskusratten vormen een bedreiging voor de waterkering en oevers en daarmee ook de veiligheid tegen overstromingen en ongelukken in voornamelijk de landbouw door ondergraving van oevers, maar ook spoorwegtracés en wegen. Tevens wordt hiermee een bijdrage geleverd aan het voorkomen van vraatschade aan landbouwgewassen. Naast de muskusratten komen er in Nederland ook beverratten voor. Dit zijn evenzeer forse knagers die veel grondverzet kunnen uitvoeren. In de Waterwet is sinds 2011 opgenomen dat het waterschap zo goed mogelijk zorgdraagt voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door de muskus- en beverratten. Sinds 2002 is de bestrijding van de muskus- en beverrat in juridische geborgd in artikel 67 van de Floraen Faunawet en zal naar verwachting opgenomen worden in de nieuwe Natuurwet die op 1 januari 2017 in werking zal treden. De financiering van beverratbestrijding voor 2011-2016 is geregeld, waarbij de kosten geheel bij de waterschappen liggen. Wel wordt gezocht naar mogelijkheden om de kosten af te bouwen naar een lager niveau, maar bestrijding blijft noodzakelijk. Geconstateerd is dat grensbewaking effectief en noodzakelijk is, omdat er populaties beverratten aan de grens met Nederland aanwezig zijn. 1.3 Discussie nut en noodzaak Uit onderzoek in de afgelopen jaren naar de nut en noodzaak van de bestrijding, is vastgesteld dat de bestrijding moet worden voortgezet om het veiligheidsrisico laag te houden, met het besef dat onderzoek naar een ethische meer gewenste strategie voortgang moet hebben. De maatschappelijke aandacht voor de bestrijding van muskusratten is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ondanks dat nut en noodzaak tot bestrijden is aangetoond, blijft de discussie in het politiek-bestuurlijke domein doorgaan. Daarbij spelen emotie rond het doden van dieren en dierenwelzijn een belangrijke rol. Naar aanleiding hiervan is door de Unie van Waterschappen een aanvullend onderzoeksprogramma opgesteld voor de jaren 2012-2016. In 2011 is opdracht gegeven voor het opstellen van een wetenschappelijk verantwoord programma van eisen voor een veldproef. Dit om meer inzicht te krijgen in de populatieontwikkeling. Dit programma is samengesteld door wetenschappers, dierenwelzijn organisaties, leden van de landelijke bestrijdingsorganisaties, LTO Nederland, Rijkswaterstaat en het Bosschap. Deze wetenschappelijke proef is op 1 januari 2013 gestart. De eerste resultaten worden in het najaar van 2016 verwacht. Waterschap Scheldestromen 4

2 Wet- en regelgeving 2 Wet- en regelgeving 2.1 Flora- en faunawet Met de inwerkingtreding van de Waterwet per 1 juli 2011 wordt de bestrijding integraal door de waterschappen uitgevoerd. Op 1 april 2002 is de Flora- en Faunawet in werking getreden. De Flora- en Faunawet heeft in artikel 2 een zorgplichtbepaling opgenomen. Hierin staat dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor de in het wild levende dieren en hun leefomgeving. Ook mag het welzijn van dieren niet onnodig worden aangetast en mag men de dieren niet onnodig laten lijden. Zwaarwegende belangen om af te wijken van de aantasting van het welzijn van de dieren zijn bijvoorbeeld belangrijke landbouwschade, gevaar voor openbare veiligheid en volksgezondheid. Als er een zwaarwegend belang is en er zijn geen andere oplossingen, dan kan de afweging gemaakt worden om toe te staan dat dieren verjaagd of in het uiterste geval gedood worden. De muskus- en beverrattenbestrijding geschiedt op grond van artikel 67 van de Flora- en Faunawet. Op basis hiervan kunnen Gedeputeerde Staten de bestrijding van muskus- en beverratten mogelijk maken in het belang van de openbare veiligheid (en ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen en wateren). In artikel 72 is het gebruik van vangmiddelen geregeld, waarmee deze dieren in het kader van de bestrijding gevangen en gedood mogen worden. Naar verwachting zal per 1 januari 2017 de Flora en Faunawet opgaan in de nieuwe Natuurwet. 2.2 Aanwijzing bestrijders Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben op basis van de Flora- en Faunawet personen of categorieën van personen aangewezen die de bestrijding mogen uitvoeren. Verder zijn in de aanwijzing de gronden aangegeven waar de bestrijding plaats mag vinden evenals de middelen waarmee de bestrijding mag worden uitgevoerd. Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben in 2003 het besluit genomen tot aanwijzing van alle bestrijders in dienst van de waterschappen Zeeuwse Eilanden en Zeeuws Vlaanderen voor het beperken van de stand van de muskus- en beverrat voor het hele provinciale grondgebied, met gebruikmaking van o.a. vangkooien en klemmen. Deze bevoegdheid is overgegaan naar de rechtsopvolger waterschap Scheldestromen. 2.3 Gedragscode Om bij het uitvoeren van de bestrijding van de muskus- en beverrat te werken binnen de kaders van de Flora- en Faunawet is een Gedragscode voor de bestrijding opgesteld. Deze landelijke Gedragscode voor bestrijding van muskus- en beverratten is zorgvuldig opgesteld waarbij -zo veel als mogelijk- wordt rekening gehouden met de praktische uitvoerbaarheid. Een landelijke gedragscode bevordert een uniforme uitvoering van de bestrijding en borgt een zorgvuldige manier van werken. In 2015 heeft de herziening van de gedragscode plaatsgevonden. Deze is uitgebreid met een aantal werkprotocollen. 2.4 Natuurbeschermingswet & Natura 2000-gebieden De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld uiterlijk in 2010 de achteruitgang van de biodiversiteit te stoppen. De Europese Commissie wil dit bereiken door een netwerk van belangrijke natuurgebieden te realiseren. Het Natura 2000 netwerk. Alle lidstaten nemen maatregelen die nodig zijn om dit netwerk te realiseren, waarbij voor beschermde soorten en habitattypen belangrijke gebieden zijn aangewezen. De zogenaamde Natura 2000-gebieden. De wettelijke bescherming van deze gebieden is per 1 oktober 2005 geregeld in de vernieuwde Natuurbeschermingswet 1998. De Provinciale aanwijzing voor de bestrijding van de Flora- en Faunawet is in principe niet van toepassing op de beschermde natuurgebieden en staatsmonumenten. Deze gebieden vallen onder de Natuurbeschermingswet. Ook in Zeeland zijn gebieden aangewezen als Natura 2000-gebied, o.a. de Yerseke en Kapelse moer. Voor deze gebieden moet een aparte vergunning worden aangevraagd, volgens artikel 16 van de Natuurbeschermingswet. Voor de aangewezen Natura 2000 gebieden worden op grond van de Wet, beheersplannen opgesteld, waarin het beheer van het gebied en zijn omgeving geregeld wordt. Dit betekent dat alle vormen van Waterschap Scheldestromen 5

2 Wet- en regelgeving bestaand gebruik in en rond deze gebieden ook aan deze doelstellingen worden getoetst. De bestrijding van de muskus- en beverrat is een bestaand gebruik en wordt door de Provincie Zeeland ook zodanig opgenomen in de op te stellen beheersplannen. In de Natura-2000 gebieden worden jaarrond muskusen beverratten bestreden met behulp van klemmen, fuiken en vangkooien. Omdat het plaatsen en legen van de klemmen en vangkooien ook buiten de reguliere infrastructuur plaatsvindt, kan in principe verstoring optreden door betreding. Omdat de activiteit op beperkte schaal plaatsvindt en goed overleg wordt gevoerd over de wijze van betreding zijn de effecten gering (iedere bestrijder overlegt in zijn of haar gebied met de terreinbeheerders hoe de gebieden worden betreden). De conclusie is dan ook dat het bestrijden van de muskus- en beverrat nauwelijks negatieve effecten veroorzaakt op de vastgestelde instandhoudingdoelen. Waterschap Scheldestromen 6

3 Bestrijdingsresultaten 2015 3 Bestrijdingsresultaten 2015 3.1 Prestatie-doelstelling 2015 Vanaf 2012 wordt landelijk gestuurd op vangsten per kilometer (v/km). De doelstelling voor 2015 was voor het beheersgebied de vangstnorm van <0.25 v/km te behalen. Verder was het streven voor 2015 om een aantal vanggebieden welke al jaren fors hoger zitten dan de gewenste vangstnorm op termijn omlaag te brengen. Waarbij voor het hele beheersgebied wordt gestuurd op de landelijke vangstnorm van <0.25 per kilometer (v/km). Hetgeen aangeeft dat het gebied afdoende onder controle is. Het gemiddelde resultaat over 2015 bedraagt 0,23 v/km voor het hele beheersgebied. Waarmee geconcludeerd kan worden dat 2015 voldoet aan de prestatie-doelstelling. Ten opzichte van 2014 is dit een stijging van 77% wat het gevolg is van een aangepaste vangststrategie in met name west Zeeuws- Vlaanderen. Meer inzet van velduren, deskundigheid en andere inzet van vangmiddelen. Kortom: om op een lagere vangstnorm uit te komen zal er een stijging nodig zijn in de vangsten (vangstnorm). In onderstaand kaartoverzicht is het aantal vangsten per kilometer weergegeven wat inzicht geeft in de besmettingsgraad. Voor een grafisch overzicht van de vangstontwikkeling in de afgelopen drie jaar en bestede uren in relatie tot vangsten in de periode 1987-2015 wordt verwezen naar bijlage 2. Waterschap Scheldestromen 7

3 Bestrijdingsresultaten 2015 3.2 Bijvangsten Bij het bestrijden van muskusratten wordt gestreefd naar het voorkomen en minimaliseren van bijvangsten. De voorschriften in de Flora- en Faunawet, evenals de maatschappelijke aanvaardbaarheid zijn hierbij sturend. Vangmiddelen worden zo ontworpen en geplaatst dat bijvangsten worden beperkt. Ondanks de getroffen maatregelen om bijvangsten te voorkomen, is het onvermijdelijk dat een aantal andere diersoorten wordt gevangen. Onderzoek heeft uitgewezen dat in de bijvangsten geen soorten voorkomen die in hun voortbestaan worden bedreigd. Belangrijk is dat door de bestrijding in het kader van de Flora- en Faunawet er alles aan wordt gedaan (zorgplicht) om te voorkomen dat andere dieren worden gevangen. Om hier uitvoering aan te geven is dit een onderdeel in de landelijke gedragscode opgenomen. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de bijvangsten. De gerapporteerde bijvangsten zijn dode dieren. Levende vangsten worden teruggezet met uitzondering van de bruine rat. 3.3 Landelijke vangsten muskus- en beverrattenbestrijding In bijlage 4 zijn schematisch de cijfers weergegeven hoe de Zeeuwse bestrijdingssituatie zich verhoudt tot het aantal vangsten van de overige bestrijdingsorganisaties in Nederland. Hierbij zijn vermeld het aantal vangsten, bestede uren en het aantal gevangen muskusratten per kilometer van alle bestrijdingsorganisaties in Nederland. De bestrijdingsorganisatie waterschap Scheldestromen bekleedt de 4 e plaats als het om de vangsten per kilometer gaat. Totaal zijn er acht bestrijdingsorganisaties. In 2015 hadden zes bestrijdingsorganisaties een vangstresultaat tussen de 0.15 en 0.35 vangsten per kilometer. Eén bestrijdingsorganisatie heeft een vangstresultaat van 0,82 vangst per kilometer. Eén bestrijdingsorganisatie heeft een vangstresultaat <0.15 vangsten per kilometer. De beverratvangsten in Nederland zijn verder opgelopen in 2015. Van 487 gevangen beverratten in 2013 naar 1044 in 2014 zijn er in 2015 1212 beverratvangsten geweest. In het beheersgebied van waterschap Scheldestromen zijn in 2015 geen beverratten aangetroffen. Waterschap Scheldestromen 8

4 Organisatie en personeel 4 Organisatie en personeel 4.1 Formatie Voor de uitvoering van muskus- en beverrattenbestrijding in 2015 bestond de personeelsformatie in 2015 uit 14 fte muskusrattenbestrijders. Er is door deze 14 bestrijders gewerkt in 16 vanggebieden. De bestrijders werden aangestuurd door een opzichter waterbeheer. Voor de vakinhoudelijke aspecten was er één coördinator muskus-en beverrattenbestrijding. Hij adviseert de opzichters en teamleiders en bestrijder in de te volgen strategie van bestrijding en de bijhorende veldinzet. Per 1 april 2016 vervalt deze functie en zal deze anders ingevuld worden. Voor de beleidszaken is er een beleidsadviseur muskus- en beverrattenbestrijding die in een samenwerkingsverband met de Brabantse organisatiebestrijding deze taak vervult. 4.2 Urenbesteding bestrijding In 2015 zijn door 14 bestrijders, 16.065 velduren gemaakt voor de muskus- en beverratbestrijding. Dit komt neer op ongeveer 70% velduren. De overige 30% zijn besteed aan andere werkzaamheden, werkoverleg, ziekteverzuim, vakantieverlof, seniorenverlof, IKB-verlof en opleidingen. De afdelingsdoelstelling (PI) was om in 2015 17.600 velduren te maken met een maximale afwijking <5%. Met 16.065 velduren is dit een afwijking van 1.535 uur wat ongeveer gelijk is aan 9% minder beschikbare velduren. Geconcludeerd kan worden dat in 2015 te weinig velduren zijn gerealiseerd. Voor 2016 wordt ingezet op meer velduren (cf. de PI) doormiddel van inhuur. Waterschap Scheldestromen 9

5 Externe factoren en ontwikkelingen 5 Externe factoren en ontwikkelingen 5.1 Ontwikkeling natuurvriendelijke oevers en natuurherstel In het beheergebied van het waterschap wordt de oeverinrichting bij voorkeur natuurlijk of duurzaam ingericht. Dit betekent bredere plasbermen begroeid met een dichte rietvegetatie op de grens van het doorstroomprofiel, al dan niet voorzien van een oeververdediging. In natuurlijke en duurzame oevers worden bij de aanleg direct schijnduikers opgenomen. Positieve zaken als natuurontwikkeling en natuurlijk beheer hebben voor de muskusrattenbestrijding wel een keerzijde. Deze leiden namelijk tot een verbetering van de leefomstandigheden van de muskus- en beverrat. De aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers heeft tevens nadelige gevolgen voor de bestrijding. Brede rietkragen maken het moeilijker om de aanwezigheid van muskusratten te ontdekken en te bestrijden. Het anders inrichten van deze oevers en het gewijzigde maaibeleid (bijvoorbeeld eenzijdig maaien van oevers) maken de watergang een geschikte biotoop voor de muskus- en beverrat. Concreet betekent dit dat een bestrijder meer tijd nodig heeft om dergelijke gebieden te bewerken en af te speuren. Het plaatsen van schijnduikers bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers helpt het werk te optimaliseren. Aanleg van natuurgebieden en het natuurlijker beheren van watergangen is ten aanzien van biodiversiteit een positieve ontwikkeling. Consequentie is wel dat deze ontwikkelingen extra personele inzet vragen van de bestrijding om hetzelfde resultaat te behalen. 5.2 Maatschappelijke ontwikkelingen Dieren zijn voor veel mensen wezens met een gevoel en bewustzijn en dienen daarom op respectvolle wijze behandeld te worden. Het dierenwelzijn is door ontwikkelingen in de bio-industrie en de handel in dieren onderwerp van discussie. Daarnaast wordt het voortbestaan van veel in het wild levende dieren bedreigd. Zo wordt gestreefd naar verbetering en versterking van de morele en juridische status van dieren door middel van handhaving van groene wetten (o.a. Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet). Maatschappelijk staat het doden van dieren steeds meer ter discussie, ook al gebeurt dit legitiem. Maatschappelijke organisaties die zich inspannen voor de belangen van dieren hebben een groeiende achterban en maken actiever gebruik van de mogelijkheden om het doden van dieren tegen te gaan. De ervaring leert dat de muskusrattenbestrijding intensief gevolgd wordt door deze organisaties. Er wordt meegekeken over de schouder van de bestrijder, wat wel een druk legt op het bestrijdingspersoneel. Dit vraagt ook om cultuurverandering bij de bestrijder. Alleen alles weten over de natuur en het vangen van muskusratten is niet meer voldoende. Het verhaal achter de bestrijding moet verteld kunnen worden en contacten met burgers en organisaties zijn belangrijk geworden. Verantwoording afleggen over het handelen in de natuur wordt vanzelfsprekend. Dit stelt niet alleen meer eisen aan het bestrijdingspersoneel maar ook aan de organisatie hiervan. Waterschap Scheldestromen 10

6 Conclusies en aanbevelingen 6 Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies Geconcludeerd kan worden dat de gemiddelde besmettingsgraad in heel Zeeland voldoet aan de landelijke norm van <0,25 v/km. Dit geeft aan dat het gebied afdoende onder controle is. Er zijn meer muskusratten gevangen dan in het jaar 2014, waarbij het aantal velduren is gedaald t.o.v. 2014. In 2015 zijn 3.172 muskusratten gevangen ten opzichte van 1.797 vangsten in 2014. In percentage is dit een stijging van bijna 77%. Vooral in regio west Zeeuws-Vlaanderen is een stijgende lijn in de vangsten per kilometer te zien. Ook in de regio Zuid-Beveland is er een stijgende lijn in de vangsten per km te zien en zijn er minder velduren besteed. Reden voor deze stijgingen is meer aandacht voor vanggebieden met structureel hogere besmettingsgraad, waarbij de vangststrategie is aangepast. Het doel is om alle vanggebieden op termijn te laten voldoen aan de norm <0,25v/km en gemiddeld voor heel Zeeland toe te werken naar de norm van <0,15 v/km wat aangeeft dat het gebied onder controle is. Echter zal er eerst een stijging nodig zijn in de vangsten voordat een daling kan worden ingezet. 6.2 Aanbevelingen In de strategienota is aangeven om aan het einde van de bestuursperiode in Zeeland gemiddeld uit te komen op de norm van <0,15 v/km (het gebied onder controle). Om hier te komen wordt als tussenstap voor 2016 aanbevolen om specifiek in te zetten op vanggebieden binnen Zeeland welke afwijken van de norm <0,25 v/km (cf. 2015). In 2016 zijn de prestaties in het afdelingsplan opgenomen als gemiddeld voor Zeeland <0.20 v/km. Op deze wijze hoeven er weinig dieren te worden gedood en zijn er veel minder bijvangsten doordat er minder vangmiddelen nodig zijn. Dit alles is maatschappelijk gewenst. Voorwaarde om dit te bereiken is wel dat er voldoende formatie is en blijft om de benodigde 17.600 velduren voor bestrijding te kunnen maken. Eind 2014 zijn de bestrijders begonnen met de MBO opleiding die naar verwachting tot eind 2017 zal doorlopen. De velduren die hiermee wegvallen worden gecompenseerd met inhuur om zo de gestelde doelstellingen te kunnen realiseren. Enig risico geeft dit wel, omdat inhuur met ervaring en deskundigheid van het bestrijderswerk een beperkende factor kan zijn. Waterschap Scheldestromen 11

Bijlage Waterschap Scheldestromen 12

Bijlage 1 De Muskusrat en Beverrat Bijlage 1 De Muskusrat en Beverrat De muskusrat (ONDATRA ZIBETHICUS) Muskusratten (Ondatra zibethicus) behoren tot de orde van de woelmuizen (Microtdae). De naam is terug te voeren op de muskusklieren onder de staart, die een sterke muskusachtige geur verspreiden. Deze in Europa grootste woelmuissoort is, evenals de Woelrat en in mindere mate de Noordse woelmuis, aangepast aan een semi-aquatische levenswijze. Volgroeide muskusratten kunnen een kopromp lengte behalen van 25-35 cm met een staart van 19-27 cm. Het gewicht kan oplopen tot ca 1-1.5 kg. De lange staart is zijdelings afgeplat en de achterpoten bezitten lange borstelharen en kleine zwemvliezen voor efficiënt zwemmen. Muskusratten kunnen tot ca. 10-15 minuten onder water blijven en kunnen ook onder water knagen. De vacht is dichtbehaard, wat hun waarde als pelsdier verklaart. De dieren zijn licht roodbruin en soms zeer donker van kleur. Vanwege hun smakelijke vlees worden ze ook wel waterkonijn genoemd, maar mogen niet meer geconsumeerd worden. Muskusratten zijn afkomstig uit Noord-Amerika. Zij zijn als pelsdier ingevoerd in o.a. Europa en delen van de voormalige Sovjet-Unie. In 1905 gebeurde dit in Tsjecho-Slowakije, later gevolgd door Finland(1922), Engeland (1927-1929) en Frankrijk (1928). Toen op 21 mei 1941 bij Valkenswaard de eerste muskusrat werd gevangen, had Nederland er een diersoort bij. Op 15 december 1970 is door Drs. W.J. Doude van Troostwijk de vangstontwikkeling in Zeeuws- Vlaanderen van 1941 tot 1970 gerapporteerd. Werden er tussen 1941 en 1947 twee vangsten genoteerd, waren dit er in 1970 al 1400. In het jaar 2000 was het aantal gevangen muskusratten in Zeeuws Vlaanderen opgelopen tot ruim 31.000. Al rond 1935 werd het eerste Muskusrattenbesluit vastgesteld. Muskusrat, bisam, bisamrat, waterkonijn, allemaal namen voor één en hetzelfde dier. In Nederland wordt de naam muskusrat het meest gebruikt. Muskusratten blijven niet op een plaats, tweemaal per jaar, in het voor en najaar, gaan ze op zwerftocht (de trekperiode). Vooral de mannetjes zien daarbij niet op tegen flinke afstanden, soms leggen ze wel een paar kilometer per dag af. Muskusratten zijn uitstekende zwemmers, echte waterratten, die moeiteloos tijden onder water kunnen blijven. Het hol wordt gegraven in (begroeide) oeverkanten. De in- en uitgangen zijn vrijwel nooit zichtbaar, die liggen onder de waterspiegel. In de nestkom worden de jongen geboren. In een voor de muskusrat ideaal klimaat vindt de blijde gebeurtenis per jaar ongeveer drie tot vier keer plaats. Elke worp telt gemiddeld 5-6 jongen. Als vuistregel geldt dat het echtpaar muskusrat zich in een jaar vertienvoudigd. Een duizelingwekkende voortplantingssnelheid. Waterschap Scheldestromen 13

Bijlage 1 De Muskusrat en Beverrat De Beverrat (MYOCASTER COYPUS) De beverrat (Myocastor coypus) is afkomstig uit het subtropisch deel van Zuid- Amerika. De soort wordt ook wel Nutria genoemd. De beverrat is veel groter dan de muskusrat: het dier meet zonder staart ongeveer 60 centimeter (met de ronde staart meegerekend ongeveer 1 meter) en weegt gemiddeld zo n 6 kilo. Allerlei kleuren komen voor, van de normale wildkleur naar effen kleuren, vooral grijs en ook zwart. De kleuren zijn een gevolg van het feit dat een deel van deze dieren uit gevangenschap afkomstig is. Beverratten hebben, anders dan de muskusrat, van oorsprong geen strak jaarschema wat betreft de reproductie. De indruk bestaat echter dat er hier toch enige aanpassingen aan de temperatuurwisseling plaatsvindt. Ze krijgen 2 tot 3 maal per jaar jongen en met een worpgrootte van ongeveer dezelfde omvang als bij de muskusrat (5-6 stuks) gaat de reproductie bij de beverrat dus wat langzamer. De draagtijd van de beverrat is 132 dagen. De draagtijd van een beverrat is veel langer als van een muskusrat die een gemiddelde draagtijd heeft van 25-28 dagen. Een beverrat kan 10 jaar en ouder worden, maar de populatie bestaat grotendeels uit jaarlingen en in veel mindere mate uit twee- en driejarigen. De beverrat graaft niet zo fanatiek als de muskusrat. De laatste graaft met variërende waterstanden omhoog en omlaag, de muskusrat wil immers het waterslot aan de toegang tot de bouw in stand houden. Een beverrat (groter, minder natuurlijke vijanden) maakt een hol op de hoogte van de waterlijn en neemt soms zelf ver van het water verwijderd een oude konijnenpijp in gebruik, bijvoorbeeld in een altijd droogstaande winterkade. De beverrat kan grote gewasschade veroorzaken. Zowel natuurlijke oeverkantvegetaties als cultuurgewassen o.a. maïs, bieten en zoetwatermossels. Een ander belangrijk kenmerk van de beverratvrouwtjes is dat de tepels om de jongen te zogen vrij hoog opzij van het lichaam zitten. Zo kan het zogen in het water plaatsvinden. Nu de winters in Nederland niet bijzonder koud meer zijn overleeft de beverrat steeds beter. Waterschap Scheldestromen 14

Bijlage 2 Grafische overzichten vangstontwikkeling Zeeland i.r.t. bestede uren Bijlage 2 Grafische overzichten vangstontwikkeling Zeeland i.r.t. bestede uren 700 Vangsten 600 500 400 300 200 100 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Waterschap Scheldestromen 2013-2015 Vangsten 2013 Vangsten 2014 Vangsten 2015 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 32.058 35.592 28.404 25.584 25.85826.052 26.528 25.692 Vangsten 24.878 24.328 24.146 23.677 22.559 22.560 22.515 22.450 Uren 21.573 21.935 21.096 18.836 19.20219.623 19.904 18.385 18.235 17.199 17.680 17.94418.237 18.671 18.889 18.856 18.078 18.04717.956 18.300 16.88117.154 17.168 16.200 16.633 16.606,00 15.798 16.065,00 15.066 14.488 13.096 9.908 Jaar 5000 0 5.194 5.199 5.581 4.629 3.865 2.730 3.172 2.349 1.973 1.797 1987 2015 LIJNGRAFIEK VANGSTEN T.O.V. BESTEDEN UREN 1987-2015 Waterschap Scheldestromen Waterschap Scheldestromen 15

Bijlage 3 Overzicht bijvangsten 2015 Bijlage 3 Overzicht bijvangsten 2015 Nr. Soort 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 Totaal 001 woelrat 2 4 11 4 4 1 1 4 2 4 37 002 bruine rat 14 19 18 8 10 2 4 9 7 34 17 142 003 bunzing 1 2 1 4 006 amerikaanse nerts 1 1 121 waterhoen 1 1 1 7 3 1 14 122 wilde eend 1 1 1 1 4 123 dodaars 3 1 1 1 1 7 125 meerkoet 1 1 1 3 126 waterral 1 1 142 aalscholver 3 5 4 12 247 snoek 2 2 248 zeelt 3 3 250 karper 1 2 3 273 voorn 3 1 4 Totaal 20 27 38 22 17 3 6 5 0 15 17 42 25 237 Bijvangsten totaal 2014 324 2013 328 2012 468 2011 721 2010 491 2009 734 2008 1200 2007 1076 Bijvangsten muskusrat Waterschap Scheldestromen Waterschap Scheldestromen 16

Bijlage 4 Landelijke vangsten muskus- en beverrattenbestrijding Bijlage 4 Landelijke vangsten muskus- en beverrattenbestrijding UREN 2011 2012 2013 2014 2015 Brabantse Waterschappen 35.973 29.715 29.871 28.903 28.318 Limburgse Waterschappen 9.270 7.687 9.211 7.701 7.732 Muskusrattenbeheer Rivierenland 101.013 87.880 85.365 79.270 78.301 Muskusrattenbeheer WMNL 132.738 121.967 113.667 109.256 106.391 Noord Oost Nederland 110.906 103.722 104.684 107.056 108.361 Waterschap Scheldestromen 21.935 19.904 18.300 16.606 16.065 Waterschap Zuiderzeeland 12.266 12.072 12.942 12.448 10.764 Wetterskip Fryslân 64.008 52.900 47.666 44.302 42.649 Totaal 488.108 435.847 421.706 405.542 398.581 VANGSTEN 2011 2012 2013 2014 2015 Brabantse Waterschappen 5.760 4.092 3.752 3.473 3.496 Limburgse Waterschappen 1.724 1.796 1.552 1.661 1.503 Muskusrattenbeheer Rivierenland 17.163 13.527 11.198 13.757 12.442 Muskusrattenbeheer WMNL 17.905 19.002 16.498 19.831 23.183 Noord Oost Nederland 65.009 63.186 53.559 48.477 40.305 Waterschap Scheldestromen 2.730 2.349 1.973 1.797 3.172 Waterschap Zuiderzeeland 2.442 2.795 3.858 2.556 2.470 Wetterskip Fryslân 12.197 7.379 4.435 2.777 2.079 Totaal 124.930 114.126 96.825 94.329 88.650 Vangsten en uren per bestrijdingsorganisatie 2011-2015 muskusrat Organisatie 2011 2012 2013 2014 2015 Brabantse Waterschappen 36 22 17 63 9 Limburgse Waterschappen 369 283 287 445 578 Muskusrattenbeheer Rivierenland 68 102 115 326 371 Muskusrattenbeheer WMNL 0 2 0 0 0 Noordoost Nederland 85 124 68 209 254 Waterschap Scheldestromen 0 0 0 0 0 Waterschap Zuiderzeeland 0 0 0 0 0 Wetterskip Fryslân 0 0 0 1 0 558 533 487 1.044 1.212 Overzichten vangsten beverrat in Nederland 2011-2015 Waterschap Scheldestromen 17