Minimale CO 2. -uitstoot door Minimale Verdamping Tulp. Fase 2: Tolerantie voor RV 100% tijdens de kiepgevoelige fase.

Vergelijkbare documenten
Bemesting van tulp in de broeierij

Aanpak hittestress Harderwijk BIJLAGEN

Systeeminnovatie Leliebroei

Kuubskist met golfbodem

Energieverbruik in de bloembollensector

LED-verlichting in de tulpenbroei

Verbranding bladranden Hortensia

Slakken in Anthurium. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Calcium in de bol en bladkiep bij tulpen

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Goede middag, Met dezepresentatiewilikprobereneen getalsmatiginzichttegevenin verdampingen ontvochtiging en het energieverbruik dat daarmee gemoeid

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

NieuweTelenTulp. Energiezuinige teeltconcepten voor de broei van tulpen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen

Merken Wageningen UR en richtlijnen voor gebruik

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Emissieloos Telen 2017 Update 31/08/2017 nummer 4

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Effectiviteit waterbad verdover bij pluimveeslachterij W. van der Meer en Zonen B.V.

Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters. M.P.M. Derkx

Houdbaarheid Hydrangea

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Effect methyljasmonaat op Botrytis bij roos en Lisianthus

Gebruikershandleiding Simulatiemodel lichtuitstoot. G.L.A.M. Swinkels

Veehouderij structuur 2017

CO 2 -schadedrempel voor lelieplantgoed

Warmwaterbehandeling lelie

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Lysimeters Castricum. Waarnemingen neutronensonde. Meer informatie: P.C.T. van der Hoeven

Waterbroei tulp: Beworteling van peren

Beweging der wateren boven, op, in en onder de aarde

Bossigheid in Zantedeschia

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Bladkiep in tulp door calciumgebrek

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Energiebesparing door lokale verwarming

Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, David Verhoog, Hans Wijsman en Ida Terluin

Lysimeters Castricum waterbalans lysimeter 1

Lysimeters Castricum. Meetproject en datafiles. Meer informatie: P.C.T. van der Hoeven

Luchtvochtigheid en temperatuur

Duurzaam elektrisch beregenen. Joanneke Spruijt en Harm Jan Russchen PPO-RAPPORT 649

Effect pottemperatuur op vroegtijdige lipverkleuring bij Cymbidium

Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003

Transparantie in de varkensketen - Praktijkproef 'Transparantie' via QR-code voor herkomst van varkensvlees

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

KWR april 2005

De ka(n)s voor energie: The Big Picture

ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN

Module: Vochtbalans van de kas

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Burkholderia in gladiolen

Ik ben Feije de Zwart en mij is gevraagd om wat te vertellen over schermen en ontvochtiging. Ik ben onderzoeker kasklimaat en energie.

Energie en kwaliteit in de preparatie- en kasperiode in de tulpenbroeierij 2013

Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer

Ervaringen met het Ventilation Jet systeem bij Dekker Chrysanten. Als onderdeel van het monitoringsproject. Rapport WPR-743

Technieken voor ontvochtiging

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV)

5 C BROEI VAN TULPEN OP WATER

Bladschade bij Potanthurium:

Duurzame energietechniek

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, Ida Terluin, David Verhoog, Hans Dagevos, Peter van Horne en Robert Hoste

Meerlagenteelt in de praktijk

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Teelt en energie van VenlowEnergy naar ID

Tit. Haagsteeg 6, 6708 PM Wageningen Tel.: (Publikatie uits]uitend met toestemming van de directeur RAPPORT NO Mw. H.

Voorwaardelijke Ventilatie- en Circulatienormen

Voorstudie ultrasone geluidsgolven tegen zuur in tulp

Smaakonderzoek komkommer aan Nederlands en Spaans product

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp

Het Nieuwe Telen Potplanten

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar

Begeleiding praktijkbedrijven bij het tegengaan van papierblad in lelie. Hans Kok

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant?

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Sociaal jaarverslag 2015

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

DLV Aktua Chrysant. Aanvulling op discussie over beter Coolen

Meerlagenteelt in de praktijk

Watergift klein volume substraat lelie

Transcriptie:

Minimale CO 2 -uitstoot door Minimale Verdamping Tulp Fase 2: Tolerantie voor RV 100% tijdens de kiepgevoelige fase Jeroen Wildschut en Martin van Dam Rapport WPR-753

Referaat In een meerlaagse bloementeelt van tulpen kan tot 50% aan energie bespaard worden ten opzichte van een enkellaagse teelt. Er kan nog meer energie bespaard worden als de verdamping verminderd kan worden. Het risico op stengel- en bladkiep, waterstelen en/of kleurverbleking neemt echter toe bij verminderde verdamping. In het kader van de Meerjarenafspraak Energie Bloembollen heeft Wageningen University & Research Bloembollen in broeierijproeven in Lisse in 2017 aangetoond dat de gevoeligheid voor kiepen beperkt is tot een paar dagen tijdens de broei, en dan ook nog voor een aantal uur per dag. De duur en precieze fase van kiepgevoeligheid zijn cultivar afhankelijk, en ook Calcium bemesting speelt een rol. Als tulpen slechts in deze gevoelige fase bij lage RV (ca 70%) wordt geteeld en in de overige periode bij RV s tot 100%, zou tot nog eens 47% op energie bespaard kunnen worden. Dit inzicht is niet alleen bruikbaar voor meerlagenteelt, maar ook voor voor de éénlaagsteelt. Abstract In multi-layer cultivation of tulip flowers, up to 50% of energy saving can be achieved compared to a single layer crop. Even more energy can be saved if the evaporation can be reduced. However, the risk of physiological abnormalities like tipping increases with reduced evaporation. In the framework of the Long-Term Agreement on Energy in Flowerbulbs, Wageningen University & Research Flower Bulbs demonstrated in 2017 that the sensitivity to tipping is limited to a few days during the cultivation, and only for a number of hours per day. The duration and exact phase of sensitivity to tipping are cultivar dependent, and Calcium fertilization also plays a role. If tulips are grown in this sensitive phase at low RH (about 70%) and in the remaining period at RHs to 100%, up to an extra 47% could be saved on energy. This insight is useful not only for multi-layer cultivation, but also for single-layer cultivation. Rapportgegevens Rapport WPR-753 Projectnummer: 3736 1849 10 DOI nummer: 10.18174/443193 Disclaimer 2018 Wageningen, Stichting Wageningen Research, Wageningen Plant Research, Business unit Glastuinbouw - Bloembollen Postbus 20, 2665 MV Bleiswijk T 0317 48 56 06, www.wur.nl/plant-research. Kamer van Koophandel nr.: 09098104 BTW nr.: NL 8113.83.696.B07 Stichting Wageningen Research. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Stichting Wageningen Research. Stichting Wageningen Research aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Adresgegevens Wageningen University & Research, BU Glastuinbouw - Bloembollen

Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 7 2 Werkwijze 9 3 Resultaten 11 3.1 De kiepgevoelige fase 11 3.2 Tolerantie voor RV 100% tijdens de kiepgevoelige fase 15 3.3 Potentiele Energiebesparing 16 4 Conclusies en aanbevelingen 19 Bijlage 1 Kasklimaat tijdens de verdampingsproeven 21 WPR-753 3

4 WPR-753

Samenvatting De gangbare Meerlagenteelt in 2 3 lagen bespaart tot zo n 50% op energie in vergelijking met de teelt op één laag. Het nieuwe basisontwerp Meerlagenteelt 2.0 (PPO, 2014) richt zich op een energiebesparingsslag van nog eens 50%. Essentieel hierin is om de verdamping te minimaliseren, waarmee het energieverbruik minimaliseert en daarmee de CO 2 -uitstoot. Bij te weinig verdamping treedt echter stengel- en bladkiep op en/of kleurverbleking van blad of bloem en te lichte en te korte planten. In de 1 ste fase van dit project (PPO, 2016) is daarom de kiepgevoeligheid van enkele belangrijke cultivars (o.a. Leen van der Mark, Purple Flag en Strong Gold) onderzocht waaruit werd geconcludeerd dat cultivars hierin sterk kunnen verschillen. Het onderzoek liet ook zien dat de kiepgevoelige fase (de groeifase waarin het kiepen ontstaat, het kiepen zelf gebeurt pas later) vaak heel kort is, nl. ongeveer 3 dagen, maar dit kan soms tot wel 9 dagen oplopen. Door alleen tijdens die kiepgevoelige fase de RV onder de 70% te houden (in plaats van continue) kan fors op energie bespaard worden. Berekening van het energieverbruik bij een verdamping behorende bij een RV van 70% tijdens de kiepgevoelige fase, en bij een RV van 98% in de groeifasen ervoor en erna, laat zien dat een energiebesparing mogelijk is van gemiddeld bijna 50%. In fase 2 van dit project is ter verificatie het onderzoek naar de kiepgevoelige fase gedeeltelijk herhaald en uitgebreid met onderzoek naar het effect van Ca hierin. De proeven bevestigen dat de kiepgevoelige fase meestal maar kort is, dit seizoen ongeveer 4 dagen. Uitzondering was (wederom) Purple Flag, met een kiepgevoelige fase van 10 dagen. Alle proeven worden standaard bemest met Ca-meststoffen, maar wanneer Strong Gold bemest wordt zonder Ca dan is de kiepgevoelige fase ook 10 dagen. Bemest met Ca slechts 4. Met uitzondering dus van Purple Flag, en Strong Gold als deze cultivar niet met Ca bemest wordt, ligt de kiepgevoelige fase tussen de eerste 30% en de laatste 35% van de trekduur. Daarnaast is in een 2 de serie proeven onderzocht in hoeverre het mogelijk is om tijdens de kiepgevoelige fase het dagelijkse aantal uren goede verdamping te beperken, ofwel: wat is de tolerantie voor een RV 100% tijdens de kiepgevoelige fase. Deze proeven laten zien dat er tijdens de kiepgevoelige fase tolerantie bestaat voor een RV=100% van 3 tot 10 uur per dag, afhankelijk van de cultivar. Beide mogelijkheden combinerend zou door minimale verdamping tot zo n 47% energie op ontvochtiging bespaard kunnen worden. Dit brengt een Meerlagenteelt 2.0, waarin per steel 50% energie bespaard wordt t.o.v. de gangbare meerlagenteelt, dichterbij. Het biedt echter ook voor de éénlaagsteelt en voor de gangbare meerlagenteelt de mogelijkheid om ontvochtigingssystemen efficiënter toe te passen en zo op investeringen en energie te besparen. De proeven zijn uitgevoerd in kleine compartimenten van ongeveer 7 m 3. Uit de compartimenten die niet ontvochtigd werden wordt nog zeer veel water afgevoerd: 1) via condensatie op het dek en vervolgens afdruppelen, 2) op momenten dat het compartiment geopend wordt om bakken te verwisselen en 3) door diffusie van waterdamp van het compartiment door kleine spleten/openingen naar buiten. Hoe deze afvoer van water(damp) in een praktijksituatie uitpakt en wat het effect daarvan op kiepers is, is moeilijk te voorspellen. Aanbevelingen zijn daarom om in fase 3 van dit project de proeven op te schalen naar deelkassen (gecompartimenteerde kassen) en de strategieën voor minimale verdamping te combineren: Buiten de kiepgevoelige fase de RV laten oplopen tot 100%. Tijdens de kiepgevoelige fase alleen bijvoorbeeld 18 of 21 uur goed ontvochtigen. De fase waarin goed ontvochtigd wordt variëren van bijvoorbeeld 30% - 50%, 30% - 60% en 30% - 70%. In een dergelijke proefopzet zouden meer cultivars meegenomen kunnen worden. WPR-753 5

6 WPR-753

1 Inleiding De gangbare Meerlagenteelt in 2 3 lagen bespaart tot zo n 50% op energie in vergelijking met de teelt op één laag. In dit systeem wordt de onderste teeltlaag niet belicht, de 2 de met kunstlicht en de 3 de met daglicht. Het is hierin essentieel om met zo weinig mogelijk energie voor belichting goede tulpen te produceren. Het nieuwe basisontwerp Meerlagenteelt 2.0 (PPO, 2014) richt zich op een energiebesparingsslag van nog eens 50%. Essentieel hierin is om de verdamping te minimaliseren, waarmee het energieverbruik minimaliseert en daarmee de CO 2 -uitstoot. Dit betekent zo min mogelijk vocht afvoeren waardoor de tulpen onder een hogere RV (lager vochtdeficit) worden afgebroeid. De grens hieraan wordt bepaald door de kwaliteit van de tulpen: bij te weinig verdamping treedt stengel- en bladkiep op en/of kleurverbleking van blad of bloem en te lichte en te korte planten. In de 1 ste fase van dit project (PPO, 2016) is de kiepgevoeligheid van enkele belangrijke cultivars (o.a. Leen van der Mark, Purple Flag en Strong Gold) verkend. Uit dit onderzoek is geconcludeerd dat cultivars sterk verschillen in kiepgevoeligheid en ook binnen cultivars kunnen verschillen zijn afhankelijk van o.a. de broeiperiode in het seizoen. Op de cultivar Barcelona bleek een te hoge RV geen enkel effect te hebben. De cultivars Strong Gold en Seadov bleken voor blad- en stengelkiep het gevoeligst. Bij een gemiddelde gerealiseerde RV van 76% tijdens de volledige trekduur trad bij Strong Gold en Seadov tijdens de eerste trek geen kiep op, bij de 2 de trek een beperkt aantal. Bij een RV van 83% of hoger was het aantal kiepers zeer hoog. De middelste groeifase bleek het gevoeligst voor hoge RV. Het onderzoek liet ook zien dat de kiepgevoelige fase (de groeifase waarin het kiepen ontstaat, het kiepen zelf gebeurt pas later) vaak heel kort is, nl. ongeveer 3 dagen, maar dit kan soms tot wel 9 dagen oplopen. Dit was het geval met Purple Flag, 2 de trek, waarbij zelfs bij een RV van 69% al veel kiepers op traden. Hierbij spelen blijkbaar nog andere factoren en rol. De dagelijkse verdamping zoals afgeleid uit de watergift laat zien dat deze bij een lage RV (75% of lager) een factor 3 hoger kan zijn dan bij een RV van gemiddeld 98%. Door alleen tijdens de kiepgevoelige fase de RV onder de 70% te houden (in plaats van continue) kan fors op energie bespaard worden. Berekening van het energieverbruik bij een verdamping behorende bij een RV van 70% tijdens de kiepgevoelige fase, en bij een RV van 98% in de groeifasen ervoor en erna, laat zien dat een energiebesparing mogelijk is van gemiddeld bijna 50%. In fase 2 van dit project is het onderzoek naar de kiepgevoelige fase gedeeltelijk herhaald en uitgebreid met onderzoek naar het effect van Ca hierin. Reden hiervoor is dat calciumgebrek een rol speelt bij het ontstaan van kiepers. Wanneer planten te weinig verdampen, wordt er minder water met calcium opgenomen en ontstaat er gebrek aan calcium in de snelst groeiende delen. De doorlatendheid van de celmembranen neemt hierdoor toe waardoor de cellen daar scheuren en er water uit de cellen lekt. Het blad of de stengel knakt dan om op die plek. Daarnaast is onderzocht in hoeverre het mogelijk is om tijdens de kiepgevoelige fase het dagelijkse aantal uren goede verdamping te beperken, ofwel: wat is de tolerantie voor een RV 100% tijdens de kiepgevoelige fase. WPR-753 7

8 WPR-753

2 Werkwijze Om de kiepgevoelige fase te verifiëren zijn in een kas die zo droog mogelijk werd gehouden 2 kasdelen gecreëerd waarvan in de eerste de RV op vrijwel 100% gehouden is en in de 2 de onder de 70%. Per trek zijn 2 cultivars beproefd, van elk 20 prikbakken waarvan er 10 in het ene kasdeel en 10 in het andere kasdeel zijn geplaatst. Bij de eerste trek zijn van elke cultivar 3 dagen na het inhalen telkens om de 2 dagen één bak van het kasdeel met een RV=70% omgewisseld met een bak van het kasdeel met een RV=100%. Zodra kiepers zich manifesteerden is het aantal per bak genoteerd en verwijderd. In deze eerste serie proeven werd de eerste trek uitgevoerd met de cultivars Leen van der Mark en Purple Flag. Een tweede trek is uitgevoerd met Leen vd Mark en Leo Visser. En om enig effect van Calcium op de kiepgevoelige fase na te gaan is een derde trek uitgevoerd met 40 bakken Strong Gold, waarvan er 20 met Calcium bemest zijn en 20 zonder Calcium, maar met voldoende Polyfeed om in beide gevallen proceswater met een gelijk Ec te creëren. Daarnaast zijn nog 2 kasdelen gecreëerd, één met een RV=70% en één met een RV=100% waarin per trek met 3 tot 4 cultivars in de kiepgevoelige fase is nagegaan hoeveel uren per dag een RV=100% getolereerd werd, en hoeveel uren per dag een goede verdamping nodig is om kiepers te voorkomen. In deze tweede serie proeven werden hiertoe bakken uit het ene kasdeel dagelijks gewisseld met bakken uit het andere kasdeel en vervolgens 3, 6 en 9 uur later weer terug gewisseld. Van elke cultivar bleef in elk kasdeel één bak staan. In de eerste trek werd zodoende een reeks gecreëerd waarbij de cultivars Leen vd Mark, Purple Flag en Leo Visser tijdens de kiepgevoelige fase 0, 3, 6, 9, 15, 18, 21 en 24 uur per dag bij een RV= 70% goed konden verdampen. In de twee volgende trekken is de cultivar Strong Gold hieraan toegevoegd en zijn op dezelfde manier van dagelijks terug wisselen reeksen gecreëerd van 0, 5, 10, 14, 19 en 24 uur goed verdampen bij een RV=70%. Per prikbak is de watergift genoteerd en met sensoren zijn in de kasdelen de RV en de temperatuur elke 5 minuten gelogd (zie Bijlage 1). Daarnaast is de ontwikkeling van stengelkiep met een webcam vastgelegd, waarvan de beelden op te zien zijn op: http://www.wur.nl/nl/expertises-dienstverlening/onderzoeksinstituten/ plant-research/bollen-bomen-fruit/meerlagenteelt-tulp.htm WPR-753 9

10 WPR-753

3 Resultaten 3.1 De kiepgevoelige fase De resultaten van de eerste trek in serie 1 zijn samengevat in Figuren 1 en 2. Wordt Leen van der Mark vanaf ± 7 dagen na inhalen op 5 januari, of eerder, aan een RV 100% bloot gesteld dan zijn meer dan 80% van de tulpen op 4 dagen na de oogstdag (dag 26 na het inhalen) gekiept. Naarmate ze langer bij een gemiddelde RV 70% groeien neemt het percentage kiepers sterk af, tot minder dan 2% kiepers na dag 17. Vanaf die dag kan de RV oplopen tot 100% zonder dat er kiepers ontstaan. Worden de tulpen na inhalen gebroeid bij een RV 100% dan heeft dat tot ongeveer dag 9 of 13 geen kiepers tot gevolge mits vanaf die dag gebroeid wordt bij een RV 70%. 100% RV70% RV100% 100% RV70% RV100% 80% RV100% RV70% 80% RV100% RV70% percentage kiepers 60% 40% 20% percentage kiepers 60% 40% 20% 0% Dagen na inhalen 0 5 10 15 20 25 30 0% Dagen na inhalen 0 5 10 15 20 25 30 Figuur 1 Percentage kiepers, Leen vd Mark. Figuur 2 Percentage kiepers, Purple Flag. Ook wanneer Purple Flag continue bij een RV = 70% wordt gebroeid zijn er kiepers (5%). Maar dag 7 of eerder naar het kasdeel met een RV = 70%, en pas na dag 17 naar het kasdeel met een RV = 100% leidt tot net zo weinig kiepers als broei continue bij RV = 70%. De kiepgevoelige fase voor Leen vd Mark ligt tussen dag 13 en dag 17 (4 dagen), voor Purple Flag tussen dag 7 en dag 17 (10 dagen). water (ml) 6000 5000 4000 3000 2000 minste verdamping, 93% kiepers meeste verdamping, 2% kiepers water (ml) 6000 5000 4000 3000 2000 minste verdamping, 74% kiepers meeste verdamping, 17% kiepers 1000 1000 Dagen na inhalen 0 0 5 10 15 20 25 Figuur 3 Cumulatieve watergift, Leen vd Mark. Dagen na inhalen 0 0 5 10 15 20 25 G Figuur 4 Cumulatieve watergift, Purple Flag. In Figuur 3 (Leen vd Mark) en Figuur 4 (Purple Flag) is de totale verdamping per bak weergegeven voor de meest verdampende bak en de minst verdampende bak. De Figuren laten zien dat bij deze trek het verschil een factor 2 tot 2,5 is, en dat in het begin fors minder verdampt wordt dan aan het eind van de trek. Hoe eerder de tulpen zonder gevaar voor kiepers naar het kasdeel met een RV = 100% kunnen hoe minder energie voor verdamping nodig is. WPR-753 11

Aandeel kiepers 100% Leen vd Mark 80% Purple Flag 60% 40% 20% verdamping (ml) 0% 2000 3000 4000 5000 6000 Figuur 5 Verdamping en aandeel klepers. Figuur 5 laat het verband tussen verdamping en het percentage kiepers zien. Regressieanalyse laat zien dat hierin tussen Leen vd Mark en Purple Flag geen verschil is (p= 0,321). Het verband tussen verdamping en kiepers is omgekeerd evenredig en significant (p = 0,00003), maar er spelen hierin meer factoren een rol. De resultaten van de tweede trek in serie 1, ingehaald op 9 februari, zijn samengevat in Figuren 6 en 7. Wanneer Leen vd Mark binnen 7 dagen van het kasdeel met een RV=70% verhuist naar het kasdeel met een RV=100% gaan vrijwel alle tulpen kiepen. Verhuizen ze later dan neemt het aandeel kiepers af en verhuizen ze na ongeveer 15 dagen dan leidt dat niet meer tot kiepers. Omgekeerd: de eerste 11 tot 13 dagen bij een RV=100% en daarna verhuizen naar het kasdeel met een RV=70% leidt ook niet tot kiepers. Bij deze trek is de kiepgevoelige fase van Leen vd Mark van ongeveer 11 tot 15 dagen (4 dagen) na inhalen dus iets eerder dan bij de eerste trek. 120% 100% RV70% RV100% RV100% RV70% 120% 100% RV70% RV100% RV100% RV70% Percentage kiepers 80% 60% 40% Percentage kiepers 80% 60% 40% 20% 20% 0% dagen na inhalen 0 5 10 15 20 25 0% dagen na inhalen 0 5 10 15 20 25 Figuur 6 Percentage kiepers, Leen vd Mark. Figuur 7 Percentage kiepers, Leo Visser. Bij de cultivar Leo Visser lijkt 11 dagen na inhalen een RV=100% geen kiepers meer te veroorzaken en ook tot 7-12 dagen in het kasdeel met een RV=100% en daarna in het kasdeel met 70% leidt niet tot kiepers. De kiepgevoelige fase is hiermee van ongeveer dag 7 t/m dag 11. Ook bij deze trek, Figuur 8 en 9, is het verschil tussen de meest en de minst verdampende bak een factor 2 tot 2,5. 12 WPR-753

Water (ml) 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 minste verdamping, 90% kiepers meeste verdamping, 0% kiepers Dagen na inhalen 0 5 10 15 20 Water (ml) 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 minste verdamping, 86% kiepers meeste verdamping, 1% kiepers Dagen na inhalen 0 5 10 15 20 Figuur 8 Cumulatieve watergift, Leen vd Mark. Figuur 9 Cumulatieve watergift, Leo Visser. Figuur 10 laat het verband tussen verdamping en het aandeel kiepers zien. Regressieanalyse geeft aan dat het verschil tussen Leen vd Mark en Leo Visser significant is (p=0,018). En hoewel ook het omgekeerd evenredige verband tussen verdamping en kiepers significant is (p=0,00002) is ook bij deze trek de spreiding groot. 120% 100% Leen vd Mark Leo Visser Aandeel kiepers 80% 60% 40% 20% totaale verdamping (ml) 0% 2000 3000 4000 5000 6000 7000 Figuur 10 Verdamping en aandeel klepers. De derde trek in deze serie is uitgevoerd met de cultivar Strong Gold, waarvan 20 prikbakken zoals gebruikelijk met Ca-nitraat + CaCl bemest werden en 20 bakken zonder Ca, maar met de mengmeststof polyfeed. De resultaten zijn samengevat in de Figuren 11 en 12. De Figuren laten zien dat als gedurende de gehele trek de RV=70%, zowel met als zonder Ca geen kiepers optreden (dag 0 in beide Figuren). Figuur 11 laat zien dat hoe later de bakken verhuizen van het kasdeel met een RV=70% naar het kasdeel met een RV=100%, hoe lager het percentage kiepers. Maar met Ca bemesting is het percentage kiepers fors lager. Figuur 12 laat zien dat met Ca er geen kiepers zijn wanneer de bakken vanaf inhalen niet langer dan 7 dagen bij een RV=100% staan. Staan de bakken langer bij een RV=100% dan neemt het percentage kiepers toe. Maar zonder Ca treden al kiepers op wanneer de bakken langer dan 4 dagen bij een RV=100% staan en staan ze vanaf inhalen langer dan 12 dagen bij een RV=100% dan is het percentage kiepers 2 keer zo hoog als bij met Ca. Met Ca-bemesting is Strong Gold dus toleranter voor een RV=100% en is de kiepgevoelige fase korter: van ongeveer dag 7 t/m dag 11. Maar ook met Ca zijn kiepers niet te voorkomen als Strong Gold vanaf inhalen langer dan 7 dagen bij een RV=100% staat, of meer dan de laatste 14 dagen van de trek bij een RV=100%. Zonder Ca is de kiepgevoelige fase van ongeveer dag 4 t/m dag 14 (10 dagen). WPR-753 13

100% 100% Percentage kiepers 80% 60% 40% 20% zonder Ca Met Ca Percentage kiepers 80% 60% 40% 20% Zonder Ca Met Ca 0% dagen na inhalen 0 5 10 15 20 0% dagen na inhalen 0 5 10 15 20 Figuur 11 Eerste dagen RV =70%, Strond Gold. Figuur 12 Eerste dagen RV =100%, Strong gold. Opvallend bij deze 3 de trek is dat de totale watergift flink hoger is dan bij de vorige trekken, en dat het verschil tussen in de bak die het minste verdampt en die het meeste verdampt slechts een factor 1,25 1,3 is. Achtergrond hierbij zijn de hoger temperaturen bij deze trek, vooral in het kasdeel met de RV=100% (gemiddeld 19,7 o C versus 18,2 o C in het kasdeel met een RV=70%, terwijl bij trek 2 deze temperaturen respectievelijk 17,9 en 17,0 o C waren, zie Tabel 1 in Bijlage 1). Tussen wel of geen bemesting met Ca is weinig verschil in verdamping. 10000 minste verdamping, 82% kiepers 10000 minste verdamping, 88% kiepers water per bak (ml) 8000 6000 4000 meeste verdamping, 6% kiepers water per bak (ml) 8000 6000 4000 meeste verdamping, 7% kiepers 2000 2000 Dagen na inhalen 0 0 5 10 15 Figuur 13 Cumulatieve watergift zonder CA, Strong Gold. dagen na inhalen 0 0 5 10 15 Figuur 14 Cumulatieve watergift met CA, Strong Gold. Regressieanalyse laat zien dat het aantal kiepers bij bemesting met Ca kleiner is dan bij bemesting zonder Ca (p=0,011), en dat het verband tussen verdamping en kiepers omgekeerd evenredig is (p= 0,00025). Bij eenzelfde verdamping leidt bemesting met Ca dus tot minder kiepers, Figuur 15. percentage kiepers 100% met Ca 80% zonder Ca 60% 40% 20% verdamping (ml) 0% 6000 7000 8000 9000 10000 Figuur 15 Verdamping en aandeel kiepers, Strong Gold. 14 WPR-753

3.2 Tolerantie voor RV 100% tijdens de kiepgevoelige fase In de eerste trek in de 2 de serie zijn in de kiepgevoelige fase door het dubbel omwisselen van bakken uit het kasdeel met een RV=70% en het kasdeel met een RV=100% de cultivars Leen vd Mark, Purple Flag en Leo Visser blootgesteld aan een RV = 100% voor 0, 3, 6, 9, 15, 18, 21 en 24 uur per dag, Figuur 16. 120% percentage kiepers e.a. 100% 80% 60% 40% 20% LvdM, kiepers + waterstelen PF, waterstelen+kiepers+kernrot Leo V, kiepers uren/dag R=100% 0% 0 5 10 15 20 25 Figuur 16 Kiepers (e.a) bij uren/dag bloodstelling aan RV =%. De Figuur laat zien dat 15 uur per dag of langer aan een RV=100% bijna alle tulpen kiepen en/of waterstelen vertonen. Maar een kortere blootstelling leidt tot minder kiepers e.d.. Zonder blootstelling aan een RV=100% kiepen (e.d.) echter ook tot ongeveer 20% (Leen vd Mark) tot bijna 60% (Leo visser). Achtergrond hierbij is mogelijk dat de RV in het kasdeel met de hoge verdamping niet laag genoeg gehouden is, nl op 80% i.p.v. 70% (en het vochtdeficit op gemiddeld 3,0 ml/m 3, zie Bijlage 1). Deze resultaten geven een indicatie dat deze cultivars tijdens de kiepgevoelige fase minstens 3 tot 9 uur een RV=100% tolereren, omdat het resultaat gelijk is aan 0 uur blootstelling. Anders gezegd: minstens 15 tot 21 uur per dag goed verdampen geeft, afhankelijk van de cultivar, hetzelfde resultaat geeft als continue goed verdampen in de kiepgevoelige fase. In de 2 de trek zijn Leen vd Mark, Purple Flag, Leo Visser en Strong Gold tijdens de kiepgevoelige fase 0, 5, 10, 14, 19 en 24 uur per dag blootgesteld aan een RV=100%. De resultaten zijn samengevat in Figuur 17 en laten zien dat Leen vd Mark en Strong Gold een blootstelling aan een RV=100% tot 10 uur per dag tolereren. Leo Visser en vooral Purple Flag zijn iets minder tolerant. Minstens 14 uur per dag goed verdampen (bij een gemiddelde RV=75%, en een vochtdeficit = 3,8 ml/m 3 ) lijken voldoende om kiepers te voorkomen. percentage kiepers 120% 100% 80% 60% 40% LvdM PF LV SG 20% 0% uren/dag RV=100% 0 5 10 15 20 25 Figuur 17 Kiepers bij uren/dag bloodstelling aan RV =100%. WPR-753 15

De 3 de trek liet vergelijkbare resultaten als de 2 de trek zien, Figuur 18. percentage kiepers 120% 100% 80% 60% 40% LvdM Purple Flag Leo Visser Strong Gold 20% 0% uren/dag 0 5 10 15 20 25 Figuur 18 Kiepers bij uren/dag bloodstelling aan RV =100%. Deze drie trekken laten zien dat het tijdens de kiepgevoelige fase niet nodig is dat er 24 uur per dag goed verdampt wordt: de geteste cultivars tolereren 3 tot 10 uur slecht of nauwelijks verdampen bij een RV 100%. 3.3 Potentiele Energiebesparing Voor de eerste serie is berekend hoeveel minder er verdampt hoeft te worden wanneer alleen tijdens de kiepgevoelige fase het betreffende kasdeel ontvochtigd wordt (dat is vochtige warme kaslucht vervangen door droge opgewarmde koude buitenlucht), Tabel 1. In de overige kasdelen wordt niet ontvochtigd en mag de RV oplopen tot tegen de 100%. Tabel 1 Geschatte energiebesparing door minimale verdamping. Kiepgevoelige fase Verdamping per dag Verdamping per trek (dgn na inhalen) trekduur minimaal maximaal optimaal* maximaal E-besparing vanaf tot dgn l/m2 l/m2 l/m2 l/m2 trek1 LvdMark 13 17 26 0,39 0,78 11,4 20,4 44% Purple Flag 7 17 26 0,38 0,86 14,2 22,3 36% trek2 LvdMark 11 15 24 0,53 1,06 14,3 25,4 44% Leo Visser 7 11 22 0,41 1,04 10,9 22,9 53% trek3 Strong Gold - Ca 4 14 18 1,46 2,18 32,7 39,2 16% Strong Gold + Ca 7 11 18 1,46 1,98 27,8 35,6 22% gemiddeld** 9 14,2 23 0,63 1,14 15,7 25,3 40% * optimale verdamping = maximale verdamping tijdens de kiepgevoelige fase, minimale verdamping daarbuiten. ** exclusief Strong Gold zonder Ca Afhankelijk van de periode in het broeiseizoen en van de cultivar hoeft er gemiddeld tot 40% minder verdampt te worden en kan er hiermee dus 40% op energie voor verdamping bespaard worden. Als ook meegerekend wordt dat tijdens de kiepgevoelige fase 3 tot 10 uren minimaal verdampen getolereerd wordt ligt de energiebesparing hoger, nl. 42 tot 47%, Tabel 2. 16 WPR-753

Tabel 2 Geschatte extra energiebesparing door minimale verdamping tijdens kiepgevoelige face. Tabel 2: Geschatte extra energiebesparing door minimale verdamping tijdens kiepgevoelige fase. Verdamping per trek Verdamping maximaal optimaal1* E-besparing optimaal2* E-besparing l/m2 l/m2 l/m2 trek1 LvdMark 20,4 11,1 46% 10,4 49% Purple Flag 22,3 13,3 41% 11,0 51% trek2 LvdMark 25,4 13,9 45% 13,0 49% Leo Visser 22,9 10,5 54% 9,6 58% trek3 Strong Gold - Ca 39,2 30,3 23% 24,5 37% Strong Gold + Ca 35,6 27,1 24% 25,3 29% gemiddeld* 25,3 15,2 42% 13,9 47% *optimaal 1 = tolerantie voor 3 uur RV=100%, optimaal 2 = tolerantie voor 10 uur RV=100% ** exclusief Strong Gold zonder Ca WPR-753 17

18 WPR-753

4 Conclusies en aanbevelingen De proeven van de eerste serie bevestigen de resultaten van de proeven in het broeiseizoen van 2016: de kiepgevoelige fase is meestal maar kort, dit seizoen ongeveer 4 dagen. Uitzondering was (wederom) de cultivar Purple Flag, met een kiepgevoelige fase van 10 dagen. Alle proeven worden standaard bemest met Cameststoffen, maar wanneer Strong Gold bemest wordt zonder Ca dan is de kiepgevoelige fase ook 10 dagen. Bemest met Ca slechts 4. Het is echter nog een vraag of met extra Ca bemesting de kiepgevoelige fase van Purple Flag teruggebracht kan worden. Met uitzondering dus van Purple Flag, en Strong Gold als deze cultivar niet met Ca bemest wordt, ligt de kiepgevoelige fase tussen de eerste 30% en de laatste 35% van de trekduur. De proeven van de 2 de serie laten zien dat er tijdens de kiepgevoelige fase tolerantie bestaat voor een RV=100% van 3 tot maximaal 10 uur per dag, afhankelijk van cultivar. Beide mogelijkheden combinerend zou door minimale verdamping tot zo n 47% energie op ontvochtiging bespaard kunnen worden. Dit brengt een Meerlagenteelt 2.0 waarin per steel 50% energie bespaard wordt t.o.v. de gangbare meerlagenteelt dichterbij. Het biedt echter ook voor de éénlaagsteelt en voor de gangbare meerlagenteelt de mogelijkheid om middels compartimentering ontvochtigingssystemen efficiënter toe te passen en zo op investeringen en energie te besparen. De proeven zijn uitgevoerd in kleine compartimenten van ongeveer 7 m 3. Het kasklimaat was daardoor minder stabiel, vooral later in het broeiseizoen, zie Bijlage 1. Temperaturen in de compartimenten en daarmee het vochtdeficit konden daardoor dagelijks flink fluctueren. In de afgesloten compartimenten met een gemiddelde RV 100% is per trek door de tulpen toch zo n 71.000 tot 184.000 ml water verdampt (in de andere compartimenten 2 x zoveel). Bij een RV=100% bevat 7 m 3 lucht bij een temperatuur van 17 tot 20 o C slechts 102 tot 122 ml water. Uit deze compartimenten wordt dus toch nog zeer veel water afgevoerd: 1) via condensatie op het dek en vervolgens afdruppelen, 2) op momenten dat het compartiment geopend wordt om bakken te verwisselen en 3) door diffusie van waterdamp van het compartiment door kleine spleten/openingen naar buiten. Hoe deze afvoer van water(damp) in een praktijksituatie uitpakt en wat het effect daarvan op kiepers is, is moeilijk te voorspellen. Aanbevelingen zijn daarom om in fase 3 van dit project de proeven op te schalen naar deelkassen (gecompartimenteerde kassen) en de strategieën voor minimale verdamping te combineren: Buiten de kiepgevoelige fase de RV laten oplopen tot 100% Tijdens de kiepgevoelige fase alleen bijvoorbeeld 18 of 21 uur goed ontvochtigen De fase waarin goed ontvochtigd wordt variëren van bijvoorbeeld 30% - 50%, 30% - 60% en 30% - 70% van de groeiduur. In een dergelijke proefopzet zouden meer cultivars meegenomen kunnen worden. WPR-753 19

20 WPR-753

Bijlage 1 Kasklimaat tijdens de verdampingsproeven Tabel 1 Gerealiseerd klimaat in de kasdelen (gemiddelden per trek). Tabel 1: Gerealiseerd klimaat in de kasdelen (gemiddelden per trek). kasdeel met hoge verdamping kasdeel met lage verdamping RV Temperatuur Vochtdeficit RV Temperatuur Vochtdeficit % o C ml/m3 % o C ml/m3 Serie 1 trek 1 70 16,9 4,3 99 17,3 0,2 Serie 1 trek 2 69 17,0 4,6 99 17,9 0,1 Serie 1 trek 3 64 18,2 5,6 99 19,7 0,3 Serie 2 trek 1 80 17,5 3,0 100 17,0 0,0 Serie 2 trek 2 75 18,1 3,8 100 18,1 0,1 Serie 2 trek 3 74 19,6 4,6 99 20,0 0,2 De RV en de temperatuur in de kasdelen zijn elke 2 minuten gelogd. De gemiddelden per kasdeel per trek zijn samengevat in Tabel 1. De momenten van het wisselen van kasdeel zijn duidelijk in de RV-grafieken te zien. 120 100 RV% in de kasdelen met de 3 trekken voor serie 2 Kasdeel met RV 65% Kasdeel met RV 100% trek1 trek2 trek3 80 RV (%) 60 40 20 0 10-1 17-1 24-1 31-1 7-2 14-2 21-2 28-2 7-3 14-3 21-3 28-3 4-4 11-4 18-4 25-4 120 RV% in de kasdelen met de 3 trekken in serie 1. Kasdeel met RV 65% Kasdeel met RV 100% 100 80 RV (%) 60 40 20 0 10-1 17-1 24-1 31-1 7-2 14-2 21-2 28-2 7-3 14-3 21-3 28-3 4-4 11-4 18-4 25-4 WPR-753 21

30 28 26 Temperatuur in de kasdelen met de 3 trekken voor serie 2 Kasdeel met RV 65% Kasdeel met RV 100% Temperatuur ( o C) 24 22 20 18 16 14 12 10 10-1 17-1 24-1 31-1 7-2 14-2 21-2 28-2 7-3 14-3 21-3 28-3 4-4 11-4 18-4 25-4 30 28 26 Temperatuur in de kasdelen met de 3 trekken in serie 1. Kasdeel met RV 65% Kasdeel met RV 100% 24 Temperatuur o C 22 20 18 16 14 12 10 10-1 17-1 24-1 31-1 7-2 14-2 21-2 28-2 7-3 14-3 21-3 28-3 4-4 11-4 18-4 25-4 25 20 Vochtdeficit in de kasdelen met de 3 trekken in serie 1. Kasdeel met RV 65% Kasdeel met RV 100% Vochtdeficit (ml/m3) 15 10 5 0 10-1 17-1 24-1 31-1 7-2 14-2 21-2 28-2 7-3 14-3 21-3 28-3 4-4 11-4 18-4 25-4 22 WPR-753

25 20 Vochtdeficit in de kasdelen met de 3 trekken voor serie 2 Kasdeel met RV 65% Kasdeel met RV 100% Vochtdeficit (ml/m3) 15 10 5 0 10-1 17-1 24-1 31-1 7-2 14-2 21-2 28-2 7-3 14-3 21-3 28-3 4-4 11-4 18-4 25-4 WPR-753 23

24 WPR-753

WPR-753 25

26 WPR-753

Wageningen University & Research, BU Glastuinbouw - Bollen Postbus 20 2665 ZG Bleiswijk Violierenweg 1 2665 MV Bleiswijk T +31 (0)317 48 56 06 F +31 (0) 10 522 51 93 www.wur.nl/glastuinbouw Rapport WPR-753 De missie van Wageningen University & Research is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen University & Research bundelen Wageningen University en gespecialiseerde onderzoeksinstituten van Stichting Wageningen Research hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, 5.000 medewerkers en 10.000 studenten behoort Wageningen University & Research wereldwijd tot de aansprekende kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.