TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)



Vergelijkbare documenten
2015 Nederlandse Associatie voor Examinering

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest.

UNIFORM HEREXAMEN EIND MULO tevens II E ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2007

PROEFEXAMEN Basiskennis Calculatie (BKC)

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens 2 e ZITTING STAATSEXAMEN 2008

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2010

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Intrest DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36.

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2007

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest

Het aantal te behalen punten is 100. Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten je daarvoor kunt behalen.

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Onderdeel van Praktijkdiploma Boekhouden (PDB ) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2008

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. INTREST VREEMD GELD

2 Constante en variabele kosten

Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof

Onderdeel van Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2009

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2011

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2009

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Beschouw de volgende beweringen:

Calculaties in de praktijk 1

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Antwoordenboek Rekenvaardigheid

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Examenopgaven VMBO-KB 2004

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) Examen. Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Bijzonderheden. Pagina 1

BEDRIJFSREKENEN OPDRACHTEN BASIS EN KADER

UITWERKINGEN OPGAVEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

Direct costing en break even analyse

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 4

Examenopgaven VMBO-KB 2003

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

M&O VWO 2011/

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

2 Constante en variabele kosten

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Hoofdstuk 1. Oefenopgaven. Oefenopgave 1A. Bereken: ,37 25, , : 8,25 12, ,45.

Eindexamen m&o havo 2007-I

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

Samengevat bereken je de nettowinst van een onderneming zo:

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

-> Bereken de brutowinst en de nettowinst van Jeroen.

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

Bedrijfsadministratie Opgave 1 Fabrieksboekhouding 25 punten

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Deze examenopgaven bestaan uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A ,- B ,- C ,- D ,-

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 26 maart 2011 Tijd: 12:30 uur - 14:00 uur

handel en administratie CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 7

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 26 vragen.

Toegepast Rekenen Opdrachten:

BKC. Basiskennis calculatie. Antwoordenboek. drs. H.H. Hamers drs. W.J.M. de Reuver

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Kaarten module 4 derde klas

UITWERKINGEN OPGAVEN

Examen HAVO en VHBO. Handelswetenschappen en recht

Het berekenen van kortingen en toeslagen, opgaven

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Transcriptie:

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) Het maximaal aantal te behalen punten voor deze toets is 90. Bij elke vraag of opdracht staat aangegeven hoeveel punten u daarvoor kunt halen. De beschikbare examentijd is 120 minuten. Deel 1 van het examen bestaat uit 7 theorievragen. Deel 2 van het examen bestaat uit 12 calculatieopdrachten. Tips - Lees de opdrachten zorgvuldig door. Onderstreep eventueel de belangrijke informatie. Veel fouten worden gemaakt door het niet goed lezen van de opdracht. - Werk de opdrachten volledig uit. Schrijf de gebruikte formules op. Excel Bij de Excel opdrachten wordt bij het examen geen gebruik gemaakt van Excel. U moet op basis van de opdrachten de formules of functies opschrijven. Bij het uitvoeren van de opdrachten moet u bij de berekeningen zoveel mogelijk celverwijzingen gebruiken. (=B4+B5). Kijk bij de oefeningen met Excel goed hoe een functie in elkaar steekt; =GEMIDDELDE(B4:B6) Werkt u liever met een formule, denk dan goed na over het gebruik van haakjes. -(B4+B5+B6)/3 BKC Toets 1 - Opdrachten 1

TOETS BKC 1 Deel 1 Totaal te behalen punten: 14 Vraag 1 Na het afsluiten van een verzekering moet de verzekerde (2 punten) meerdere bedragen betalen; premie, poliskosten en assurantiebelasting. Welk van deze bedragen is éénmalig? A. Premie B. Poliskosten C. Assurantiebelasting Vraag 2 Een vrijwillig filiaalbedrijf is een samenwerkingsvorm van.. (2 punten) A. Winkeliers B. Winkeliers en grossiers C. Winkeliers, grossiers en fabrikanten D. Winkeliers en fabrikanten Vraag 3 "Franco huis is een leveringsvoorwaarde. (2 punten) A. Juist B. Onjuist Vraag 4 A. De eenmanszaak B. Een BV of NV C. De Vof D. Een coöperatie In welke ondernemingsvorm komt de compagnonsverzekering (2 punten) voor? Vraag 5 Welke stelling past het best bij een bedrijfstak? (2 punten) A. Binnen een bedrijfstak worden dezelfde soort goederen geproduceerd of verhandeld. B. Een bedrijfstak wordt gevormd door een groep bedrijven die een gelijke taak uitvoert. Denk aan de producenten, de grossiers of de kleinhandel. C. Een bedrijfstak wordt gevormd door één van de vier groepen; collecterende, sorterende, distribuerende of financierende bedrijven. D. Een bedrijfstak wordt bepaald door de samenwerkingsvorm. BKC Toets 1 - Opdrachten 2

Vraag 6 Als een ondernemer binnen een bepaalde periode, (2 punten) bijvoorbeeld een jaar, een bepaalde hoeveelheid goederen afneemt, kan de leverancier de ondernemer een korting verlenen. Hoe heet deze korting? A. Korting contant B. Omzetbonus C. Rabat D. Tarra Vraag 7 Wat wordt bedoeld met Rafactie? (2 punten) A. Korting op het gewicht om een kleine schade bij het vervoer te vergoeden. B. Korting op de prijs om een kleine schade bij het vervoer te vergoeden. C. Het gewicht van de verpakking wordt dan afgetrokken van het brutogewicht. D. Verhoging van de factuurprijs voor de emballage. BKC Toets 1 - Opdrachten 3

Deel 2 Totaal te behalen punten: 60 Opdracht 8 Voor 2013 gaat een bedrijf uit van de volgende verwachtingen; - De inkoopwaarde is 60% van de omzet. - De overige variabele kosten zijn 10% van de omzet. - De constante kosten zijn 180.000. Bereken de omzet die het bedrijf moet halen om een winst te halen van 120.000. Opdracht 9 Afzet 11.000 producten Fabricagekostprijs 1 product 17,50 Verkoopkosten 10 % van de omzet Winstopslag 20 % van de omzet Bereken het verkoopresultaat over deze afzet. Opdracht 10 Een partij koffie met een inkoopwaarde van 105.000 wordt verzekerd voor een bedrag inclusief 25 % winst over de inkoopprijs, de poliskosten van 50,00 plus 1,5% premie over het totaal verzekerde bedrag. Bereken het totaal verzekerde bedrag. Afronden op 100,00. Opdracht 11 Voor de berekening van de fabricagekostprijs gelden de volgende gegevens; Netto grondstofverbruik per product 3,5 kg Grondstofprijs per kg 4,50 Arbeidstijd per product 1,5 uur Loon 50,00 per uur Machinetijd per product 0,5 uur Machine uurtarief 25,00 per uur Opslag voor indirecte kosten; 40% over de loonkosten 30% over de machinekosten Bereken de fabricagekostprijs. BKC Toets 1 - Opdrachten 4

Opdracht 12 Een toerist heeft 500 Amerikaanse dollars. Hij verkoopt deze aan een bank in Nederland en koopt met de opbrengst 750 Engelse ponden. De bank brengt voor elke transactie 2,00 in rekening. Koersen Aankoop Verkoop US dollar 1,21 1,43 Deense kroon 6,54 8,11 Engels pond 0,77 0,94 Noorse kroon 6,64 8,24 Zwitserse frank 1,13 1,30 Hoeveel zal hij in euro's moeten bijbetalen? Opdracht 13 - Een bedrijf is 5 dagen per week, 8 uur per dag in bedrijf. - Ga uit van 52 weken per jaar. - De jaarlijkse vakantiesluiting is 3 weken - Het bedrijf heeft 4 productielijnen die hetzelfde product produceren. - De productielijnen A & B produceren elk 400 producten per 8 uur. - De productielijnen C & D produceren elk 450 producten per 8 uur. Bereken de jaarproductie van dit bedrijf. (in aantallen) Opdracht 14 Iemand stort 50.000 op een spaarrekening. Rentepercentage over de storting is 3,2% per jaar. A Bereken de eindwaarde van de storting na 5 jaar. Iemand stort 50.000 op een spaarrekening. Rentepercentage over de storting is 1,6% per 1/2 jaar. B Bereken de eindwaarde van de storting na 5 jaar. BKC Toets 1 - Opdrachten 5

Opdracht 15 Een bedrijf koopt een nieuwe machine voor een bedrag van 30.000,00. Het bedrijf schrijft elk jaar 40% van de boekwaarde af. A Bereken de boekwaarde na drie jaar. Het bedrijf wil ook weten wat de intrest is over het in deze machine geïnvesteerde vermogen. Het bedrijf gaat uit van een gebruiksduur van drie jaar en van een restwaarde van 6.000,00. Het rentepercentage is 6% B Bereken de intrest per jaar over het gemiddeld geïnvesteerde vermogen. Opdracht 16 Een bedrijf heeft een partij goederen gekocht. - De partij heeft een brutogewicht van 4.800 kg. - Extra tarra 2,5%. (Rond het gewicht af op hele kilo's) - Tarra 1,5%. (Rond het gewicht af op hele kilo's) - Prijs 4,00 per kg nettogewicht. - Bijdrage in de vrachtkosten 50,00. - Btw 21% - Er geldt een korting contant van 2% (over het nettobedrag). Het bedrijf maakt gebruik van de korting contant. Hoeveel zal het bedrijf moeten betalen? Opdracht 17 In een bepaald jaar heeft een bedrijf 270.000 aan vaste kosten. De normale productie is 200.000. In het volgende jaar heeft het bedrijf uitgebreid en zijn er meer machines aangeschaft. Hierdoor zijn de vaste kosten gestegen tot 340.000. A B Bereken de constante kosten per product voor de uitbreiding. Hoe groot moet de normale productie in het tweede jaar zijn om de constante kosten per product gelijk te houden aan het eerste jaar? Opdracht 18 - Een winkel koopt 10 pizzaovens tegen de netto adviesprijs van 135,00. - De winkelier krijgt 35% korting op de netto adviesprijs. - De winkel verkoopt 9 van de pizzaovens voor de adviesprijs. - Eén pizzaoven wordt vanwege een beschadiging verkocht voor 100,00. U hoeft geen rekening te houden met btw. Bereken de behaalde brutowinst. BKC Toets 1 - Opdrachten 6

Opdracht 19 - Totale begrote constante fabricagekosten 45.000,00 - Totale begrote variabele fabricagekosten - 255.000,00 - Totale begrote constante verkoopkosten - 30.000,00 - Totale begrote variabele verkoopkosten - 90.000,00 - Normale productie 30.000 - Verwachte productie 32.000 - Normale afzet 28.000 - Verwachte afzet 31.500 - De opslag voor de winst bedraagt 40% van de verkoopprijs. - Rond de verkoopprijs af op 0,10 naar boven. Bereken de verkoopprijs exclusief btw. BKC Toets 1 - Opdrachten 7

Deel 3 - EXCEL Totaal te behalen punten: 16 Opdracht 20 (3 punten) 1. Met welke formule of functie wordt de opbrengst per jaar van een standaardkamer berekend? 2. Met welke formule of functie wordt het gemiddeld aantal boekingen in 2014 berekend? 3. 2 punten Met welke formule wordt het verschil van het gemiddeld aantal boekingen (in procenten) in 2014 ten opzichte van 2013 berekend in cel C18? 4. Met welke formule of functie wordt de opbrengst per jaar van een standaardkamer berekend? 5. Met welke formule of functie wordt het gemiddeld aantal boekingen in 2014 berekend? 6. Met welke formule wordt het verschil van het gemiddeld aantal boekingen (in procenten) in 2014 ten opzichte van 2013 berekend in cel C18? BKC Toets 1 - Opdrachten 8

Opdracht 21 (4 punten) 1. Met welke formule wordt de waarde van de uit de voorraad genomen SERVIES in verband met slijtage, breuk, enz. berekend? 2. Met welke formule wordt de afschrijving per jaar van de inventaris kamers berekend. 3. Met welke formule worden de intrestkosten per jaar van de auto berekend. BKC Toets 1 - Opdrachten 9

Opdracht 22 (3 punten) 1. Met welke formule wordt de schuld (60.000) aan het begin van het 3e jaar berekend? 2. Met welke formule wordt de rente in cel D10 berekend? Houd er rekening mee dat de formule wordt doorgetrokken. 3. Geef de formule of functie die is gebruikt in cel D15. BKC Toets 1 - Opdrachten 10

Opdracht 23 1. 2 punten Geef de formule die in cel D5 is gebruikt om de indexcijfers van de omzet 2009-2013 te berekenen. 2009 dient hierbij als basisjaar. Houd er rekening mee dat de formule wordt doorgetrokken naar cel D8. 2. 1 punt Het hotel verwacht in 2014 een omzetstijging van 12% tov 2013. Geef de formule waarmee u de omzet van 2014 berekent. 3. 2 punten Hoe verklaart u de scherpe stijging van de omzet en personeelskosten in 2012 en 2013? Einde toets BKC Toets 1 - Opdrachten 11