MEDEDELING AAN DE LEDEN

Vergelijkbare documenten
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

MEDEDELING AAN DE LEDEN

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

MEDEDELING AAN DE LEDEN

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 april 2000 *

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Europees Handvest inzake lokale autonomie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

TREE.1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0030 (COD) PE-CONS 55/19

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

*** ONTWERPAANBEVELING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

*** ONTWERPAANBEVELING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en)

MEDEDELING AAN DE LEDEN

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0232(COD) van de Commissie juridische zaken

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie juridische zaken. Rapporteur: Andrzej Duda A8-0145/2015

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...]

Voorstel voor een verordening (COM(2018)0373 C8-0228/ /0198(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2275(INI)

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2254(INL) van de Commissie constitutionele zaken

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 29.6.2012 MEDEDELING AAN DE LEDEN (70/2012) Betreft: Gemotiveerd advies van het Spaanse Congres van Afgevaardigden inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek (COM(2012)0167 C7-0101/2012 2012/0084(COD)) Overeenkomstig artikel 6 van Protocol Nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid kunnen nationale parlementen binnen een termijn van acht weken vanaf de datum van toezending van een ontwerp van wetgevingshandeling aan de voorzitters van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een gemotiveerd advies toezenden waarin wordt uiteengezet waarom het betrokken ontwerp huns inziens niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel. Volgens het Reglement van het Europees Parlement is de Commissie juridische zaken bevoegd voor de naleving van het subsidiariteitsbeginsel. Hierbij gaat ter informatie een gemotiveerd advies van het Spaanse Congres van Afgevaardigden inzake bovengenoemd voorstel. CM\907603.doc PE492.769v01-00 In verscheidenheid verenigd

BIJLAGE GEMOTIVEERD ADVIES NR. 5/2012 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE VOOR DE EUROPESE UNIE, VAN 12 JUNI 2012, OVER DE SCHENDING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL DOOR HET VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT WIJZIGING VAN VERORDENING (EG) NR. 223/2009 BETREFFENDE DE EUROPESE STATISTIEK (VOOR DE EER EN ZWITSERLAND RELEVANTE TEKST) [COM (2012) 167] [2012/0084 (COD)] VOORGESCHIEDENIS A. Het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, dat aan het Verdrag van Lissabon van 2007 is gehecht en sinds 2009 van kracht is, stelt een procedure in waarbij de nationale parlementen erop toezien dat Europese wetgevingsinitiatieven het subsidiariteitsbeginsel eerbiedigen. Dat protocol is in Spanje omgezet bij Wet 24/2009 van 22 december 2009 tot wijziging van Wet 8/1994 van 19 mei 1994. Het onderhavige advies berust met name op de volgende nieuwe artikelen van Wet 8/1994: artikel 3, letter j), en de artikelen 5 en 6. B. Het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek is door de Europese Commissie vastgesteld en toegezonden aan de nationale parlementen, die acht weken hebben om te controleren of het initiatief in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel. Deze termijn loopt op 13 juni 2012 af. C. Op 21 mei 2012 zijn het bureau en de woordvoerder van de Gemengde Commissie voor de Europese Unie overeengekomen om bovengenoemd Europees wetgevingsinitiatief te onderzoeken. Zij hebben de heer José López Garrido, afgevaardigde, aangewezen als rapporteur en hebben de Spaanse regering verzocht het verslag als bedoeld in artikel 3, punt j), van Wet 8/1994 in te dienen. D. De Gemengde Commissie heeft het verslag van de regering, alsook verslagen van de regionale parlementen van Aragón en Baskenland ontvangen. Het verslag van de regering stelt dat een aantal aspecten van het voorstel raken aan het subsidiariteitsbeginsel, en dat het voorstel indien het in zijn huidige vorm wordt goedgekeurd, een schending zou inhouden van artikel 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Met name artikel 5 van het voorstel, en deels ook artikel 5 bis, vormen een inbreuk op de organisatorische bevoegdheden van de lidstaten, die niet wordt gerechtvaardigd door de noodzaak om de kwaliteit van het Europees statistisch systeem te verbeteren. Het verslag komt tot de conclusie dat aangezien de besluitvorming over de interne organisatie van het nationale statistische systeem onder de bevoegdheid van de individuele lidstaten valt, de EU niet bevoegd is om met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de Europese statistieken op dit gebied wetgeving vast te stellen. E. Het verslag van het Baskische parlement stelt dat het voorstel niet in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel omdat niet is aangetoond dat de nationale statistische systemen niet in staat zijn de noodzakelijke onafhankelijkheid van de betrokken bureaus voor de statistiek, een doeltreffende coördinatie van deze bureaus, een correct gebruik en beheer van gegevens voor statistische doeleinden, en uiteindelijk dus de betrouwbaarheid van de statistieken te waarborgen. PE492.769v01-00 2/7 CM\907603.doc

F. De Gemengde Commissie voor de Europese Unie heeft tijdens haar vergadering van 12 juni 2012 haar goedkeuring gehecht aan onderstaand ADVIES 1. - Artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt dat de uitoefening van de bevoegdheden van de Unie "wordt beheerst door de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid", en preciseert voorts dat de Unie op de gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen "slechts optreedt indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt". Het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid dat aan het Verdrag van Lissabon van 2007 is gehecht, preciseert het voorwerp, de procedure en de gevolgen van het toezicht van de nationale parlementen van de lidstaten op de eerbiediging van het subsidiariteitsbeginsel (artikel 5, lid 3, en artikel 12, letter b), VEU). 2. - Wij erkennen dat er steeds vaker betrouwbare statistieken nodig zijn om beleidsmakers, bedrijven en burgers in staat te stellen goede op feiten gebaseerde beslissingen te nemen. Recente ontwikkelingen hebben ook aangetoond dat de geloofwaardigheid van de statistieken verder moet worden versterkt. De betrouwbaarheid van statistische gegevens met betrekking tot technische criteria inzake kwaliteitsbeoordeling is een eerste vereiste om het vertrouwen van de gebruikers te winnen. Maar de geloofwaardigheid van de instanties die de statistieken produceren is even belangrijk. De Commissie erkent deze feiten en wijst in haar mededeling "Naar een robuust kwaliteitsbeheer voor de Europese statistiek" op de noodzaak versterking van de governance van het Europees statistisch systeem (ESS) te bevorderen door ervoor te zorgen dat de professionele onafhankelijkheid van de nationale instituten voor de statistiek (NSI) een onaantastbaar principe wordt, door hun coördinerende rol in de nationale statistische systemen te verduidelijken en door vaker gebruik te maken van administratieve gegevens voor statistische doeleinden. Voorts wordt in de mededeling voorgesteld "vertrouwensverbintenissen voor de statistiek" ten uitvoer te leggen, om de nationale regeringen bewust te maken van hun rol en hun medeverantwoordelijkheid wanneer het erom gaat de geloofwaardigheid van de officiële statistieken door de eerbiediging van de onafhankelijkheid van de NSI te waarborgen. De diagnose in bovengenoemde mededeling en de voorgestelde verbeteringen hebben de steun gekregen van de Raad Ecofin. Het cruciale belang van het beginsel van professionele onafhankelijkheid van de NSI werd ook expliciet erkend door het Europees Parlement en de Raad in het "six-pack" aan wetgeving voor een sterker economisch bestuur, dat in december 2011 in werking is getreden. Hierin werd duidelijk gesteld dat de professionele onafhankelijkheid van de nationale statistische autoriteiten onder andere transparante aanwervings- en ontslagprocedures vereist die uitsluitend gebaseerd zijn op professionele criteria. Bovendien heeft het Europees Parlement op 13 maart 2012 een resolutie goedgekeurd waarin de Commissie werd opgeroepen om op korte termijn maatregelen te nemen om het kwaliteitsbeheer en de governance in de Europese statistiek te verbeteren. CM\907603.doc 3/7 PE492.769v01-00

De taskforce voor de herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009, die bestond uit vertegenwoordigers van 14 landen, besprak vier belangrijke onderwerpen uit de mededeling "Naar een robuust kwaliteitsbeheer voor de Europese statistiek" met betrekking tot de versterking van de governance van het Europees statistisch systeem: de onafhankelijkheid van de nationale instituten voor de statistiek, hun coördinerende rol in de nationale statistische systemen, het gebruik en beheer van administratieve gegevens en de vertrouwensverbintenissen voor de statistiek. Bovenstaande overwegingen, alsook de eindconclusies en aanbevelingen van de taskforce, hebben aanleiding gegeven tot het voorstel tot wijziging van de verordening waarover wij ons vandaag buigen. 3. - In het voorstel wordt opgeroepen tot een herziening van het huidige juridische basiskader voor de Europese statistiek, om dit aan te passen aan de behoeften van en uitdagingen voor het beleid als gevolg van de recente ontwikkelingen in de wereldeconomie. Het belangrijkste doel is de governance in het Europese statistische systeem verder te versterken, om de grote geloofwaardigheid ervan te behouden en op passende wijze tegemoet te komen aan de gegevensbehoeften die het gevolg zijn van de versterkte coördinatie van het economisch beleid in de Europese Unie. Het voorstel stelt dat de professionele onafhankelijkheid van de hoofden van de nationale instituten voor de statistiek van groot belang is. Daarom wordt het essentieel geacht dat de hoofden van de NSI de vrijheid hebben om te beslissen over processen, statistische methoden, normen en procedures en over inhoud en tijdstip van alle Europese statistieken. Krachtens het wijzigingsvoorstel mogen de hoofden geen aanwijzingen vragen of krijgen van regeringen of andere nationale instellingen. Bovendien krijgen zij aanzienlijke autonomie in de besluitvorming over het interne beheer van het bureau voor de statistiek en moet het hun worden toegestaan zich publiekelijk uit te spreken over de begroting die het nationale bureau voor de statistiek ter beschikking heeft om statistische taken uit te voeren. Bovendien geldt het beginsel van transparantie voor de benoeming, de overplaatsing en het ontslag van hoofden van de NSI, die uitsluitend gebaseerd mogen zijn op professionele criteria. Tegenover deze garantie van autonomie staat echter dat de hoofden ook verantwoording moeten afleggen over de resultaten van de nationale instituten voor de statistiek, zowel wat de statistische output als wat de uitvoering van de begroting betreft. Derhalve moeten zij ieder jaar een verslag indienen over de statistische werkzaamheden en de financiële situatie van hun instantie. De coördinerende rol van de NSI in de nationale statistische systemen wordt vastgelegd in het voorstel tot wijziging van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009. Er zijn expliciete verwijzingen toegevoegd naar instellingen en functies die moeten worden gecoördineerd. Een andere wijziging die de rol van de NSI verduidelijkt, is het nieuwe artikel 17 bis over de toegang tot en het gebruik en de integratie van administratieve bestanden, dat het huidige artikel 24 vervangt. Het belangrijkste doel is een wetgevingskader op te stellen voor een uitgebreider gebruik van administratieve gegevensbronnen voor de productie van Europese statistieken zonder dat de respondenten, de NSI en de andere nationale autoriteiten extra worden belast. Volgens het voorstel moeten de NSI, voor zover nodig, worden betrokken bij beslissingen over de opstelling, de ontwikkeling en de beëindiging van administratieve bestanden die kunnen worden gebruikt voor de opstelling van statistische gegevens. PE492.769v01-00 4/7 CM\907603.doc

Zij moeten tevens normalisatiewerkzaamheden ter zake coördineren en metagegevens over voor statistische doeleinden gebruikte administratieve gegevens ontvangen. De NSI, andere nationale instanties en Eurostat moeten gratis en tijdig toegang tot administratieve bestanden krijgen, maar alleen binnen hun respectieve bestuurssysteem en alleen voor zover dit noodzakelijk is voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken. De wijziging van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 223/2009 heeft betrekking op de noodzaak om de onafhankelijke positie van Eurostat op het niveau van de Unie op dezelfde wijze veilig te stellen als wordt voorgesteld voor de NSI op nationaal niveau. Het is van vitaal belang voor de geloofwaardigheid van het gehele Europees statistische systeem en werd in de voorafgaande raadpleging van belanghebbenden sterk benadrukt door de grote meerderheid van de lidstaten. Om de begrotingsplanning voor statistische activiteiten te vereenvoudigen en stabieler te maken, werd bovendien de programmeringsperiode van het Europees statistisch programma in overeenstemming gebracht met het meerjarige financiële kader van de Unie. 4. - Vanuit budgettair oogpunt zal het voorstel naar verwachting geen gevolgen hebben voor de middelen binnen het ESS. Het is juist bedoeld om de coördinatie en samenwerking binnen het systeem te vereenvoudigen en te verbeteren, hetgeen uiteindelijk moet leiden tot een efficiëntere productie van Europese statistieken en tot een vermindering van de enquêtedruk. In de benodigde personele middelen binnen de Commissie zal worden voorzien door middel van het personeel van het directoraat-generaal dat reeds voor het beheer van de desbetreffende rechtshandeling is toegewezen en/of binnen het directoraat-generaal is heringedeeld. 5. - Het subsidiariteitsbeginsel houdt in dat de Unie op de gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen, slechts bij wijze van uitzondering optreedt, namelijk indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt. Het is geen toeval dat het beginsel van subsidiariteit in de formulering van artikel 5 VEU wordt voorafgegaan door het beginsel van bevoegdheidstoedeling. Krachtens het beginsel van bevoegdheidstoedeling handelt de Unie enkel binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten in de Verdragen zijn toegedeeld om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken. Bevoegdheden die in de Verdragen niet aan de Unie zijn toegedeeld, behoren toe aan de lidstaten. Zo bepaalt de nieuwe tweede alinea van artikel 5 van de verordening dat de coördinerende taak van de NSI betrekking heeft op alle andere nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling, de productie en de verspreiding van Europese statistieken. Hoewel de doelstellingen die met de wijziging van verordening (EG) nr. 223/2009 worden nagestreefd in menig opzicht lovenswaardig zijn, vormen bepaalde aspecten van het voorstel in hun huidige formulering een inbreuk op de organisatorische bevoegdheden van de lidstaten, die niet wordt gerechtvaardigd door de noodzaak om de kwaliteit van het Europees statistisch systeem te verbeteren. Bovendien bepaalt het voorgestelde nieuwe artikel 5 bis dat de hoofden van de nationale CM\907603.doc 5/7 PE492.769v01-00

instituten voor de statistiek: - als enige de beslissingsbevoegdheid hebben ten aanzien van processen, statistische methoden, normen en procedures en over inhoud en tijdstip van alle Europese statistieken; - beslissen over alle kwesties met betrekking tot het interne beheer van de NSI; - belast zijn met (of bevoegd zijn voor) het coördineren van de statistische activiteiten van alle nationale instanties die bijdragen tot de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken. Spanje is evenwel een gedecentraliseerde staat, waarvan de territoriale organisatie is verankerd in de grondwet. Ook de bevoegdheidstoedeling is vastgesteld in de grondwet, en in andere bepalingen die gelden als organieke wet, zoals de verschillende autonomiestatuten. In al deze statuten wordt de bevoegdheid voor het beheer van het autonome statistische systeem toegewezen aan de autonome gemeenschappen. Hierbij verwijzen wij naar de autonomiestatuten van Andalusië (artikel 76.3), Aragón (artikel 71), Asturië (artikel 10.29), Canarische eilanden (artikel 30.23), Cantabrië (artikel 24.28), Castilië-La Mancha (artikel 31.24), Castilië en León (artikel 70:29), Catalonië (artikel 135), Balearen (artikel 30.32), Extremadura (artikel 9.1.9), Galicië (artikel 27.6), Madrid (artikel 26.1.31), Murcia (artikel 10.1.25), Navarra (artikel 44.21), Baskenland (artikel 10.37), La Rioja (artikel 8.1.33) en Valencia (artikel 49.1.32). Het is vanuit juridisch oogpunt onaanvaardbaar dat de wijziging van een Europese verordening verandering zou brengen in de beslissingsbevoegdheid over de manier waarop de nationale statistische systemen in de lidstaten van de Unie worden georganiseerd wat betreft de capaciteiten, verantwoordelijkheden, taken, zeggenschap en bevoegdheden van de verschillende instanties die de administratie uitmaken. Bovendien is niet aangetoond dat de nationale systemen alleen, met hun eigen organisatiestructuur, niet in staat zijn om de onafhankelijkheid van de bevoegde bureaus voor de statistiek op hun respectieve grondgebied, de doeltreffende coördinatie van deze bureaus en het correcte gebruik van administratieve gegevens voor statistische doeleinden te waarborgen, en aldus een betrouwbaar statistisch systeem te verzekeren. De voorgestelde wijziging van de verordening vormt dan ook een schending van het subsidiariteitsbeginsel. Ten aanzien van het beginsel van evenredigheid dient te worden gezegd dat de meeste doelstellingen van de voorgestelde wijziging, die ook zijn opgenomen in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad "Naar een robuust kwaliteitsbeheer voor de Europese statistiek", perfect kunnen worden gerealiseerd via de maatregelen die in punt 4.1.3. van deze mededeling uitdrukkelijk zijn vermeld, namelijk dat de lidstaten zich er op basis van de praktijkcode formeel toe verplichten alle maatregelen te treffen die nodig zijn om het vertrouwen in hun statistieken in stand te houden, en toezicht te houden op de toepassing van de praktijkcode (vertrouwensverbintenissen voor de statistiek). In de mededeling wordt zelfs de te volgen procedure uiteengezet: De Commissie zal "samen met de lidstaten een aantal in onderling overleg vastgestelde basisbeginselen voor die vertrouwensverbintenissen opstellen met de bedoeling dat die worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 223/2009". CONCLUSIE PE492.769v01-00 6/7 CM\907603.doc

Om de hierboven uiteengezette redenen is de Gemengde Commissie voor de Europese Unie van oordeel dat bepaalde aspecten van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek, hoewel de nagestreefde doelstellingen in menig opzicht lovenswaardig zijn, in hun huidige formulering een inbreuk vormen op de organisatorische bevoegdheden van de lidstaten, die niet wordt gerechtvaardigd door de noodzaak om de kwaliteit van het Europees statistisch systeem te verbeteren, en derhalve een schending is van de in het geldende Verdrag betreffende de Europese Unie vastgestelde beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Het onderhavige advies zal in het kader van de politieke dialoog tussen de nationale parlementen en de instellingen van de Europese Unie worden toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie. CM\907603.doc 7/7 PE492.769v01-00