VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999



Vergelijkbare documenten
VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999

ONTWERP VAN DECREET. houdende derde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2008

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar Stuk 71B (BZ 1988) - Nr.

VLAAMSE GEMEENSCHAP DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de financiën en de begrotingen

ONTWERP VAN DECREET. houdende derde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2008 AMENDEMENTEN

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering


ONTWERP VAN DECREET. houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 AMENDEMENTEN

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1993

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1992 AMENDEMENTEN

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Reglement voor de toekenning van renteloze leningen. aan erkende culturele verenigingen

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt

1. ESR-vorderingensaldo A. Resultaat 2010 verschil ESR-effect BGO 2010 BGC 2010 uitvoering 2010 uitvoering vs BC 10 onderbenutting ESR gecorrigeerde o

Brussel, 19 december Mijnheer de minister-president,

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Lijst 2: Kredietvorming 2007

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE

Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen. Advies 2017/6 betreffende het boeken van werkingstoelagen van 08/03/2017

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

VLAAMSE RAAD ZITTING OKTOBER 1995 ONTWERP VAN DECREET

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2015

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt:

Provincieraadsbesluit

VERSLAG OVER DE ALGEMENE REKENINGEN 2013 VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP. Presentatie in de Commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting

houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012

VR DOC.0986/1BIS

Begrotingsopmaak 2012 Philippe Muyters

1 Fonds : het Vlaams infrastructuurfonds voor persoonsgebonden aangelegenheden;

REKENHOF. Onderzoek van de begroting 2016 van de Vlaamse Gemeenschap

Brussel, 2 juli Geachte minister-president,

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen. Advies 2017/5 betreffende het boeken van subsidies in natura van 08/03/2017

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

PROGRAMMA HD SOCIAAL-CULTUREEL WERK

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

VR DOC.0161/1

Provincieraadsbesluit

VR DOC.1341/1TER

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

bijlage3_2008_uitvoeringlopendjaarngk_begrotingskenmerk2

Voorstel van resolutie

Provincieraadsbesluit

DE SCHEEPVAART NV Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget Uitvoering 2014 BA 2015 BO 2016

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

NV DE SCHEEPVAART Begrotingscontrole (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING EINDBUDGET UITVOERING BO 2011 BC 2011

Verslag aan de Provincieraad

Verslag. Waarborgbeheer nv: Controle van de rekeningen van het Rekenhof. 37-A (2009) Nr juli 2009 (2009) stuk ingediend op

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2012

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2013

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

Graag een jaarlijks overzicht per beleidsdomein (zowel ministeries als rechtspersonen).

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten

VR DOC.1456/1BIS

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang

DE SCHEEPVAART NV Begrotingsaanpassing (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget Uitvoering 2015 BO 2016 BA 2016

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN

DECREET. houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DE SCHEEPVAART NV Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget Uitvoering 2015 BA 2016 BO 2017

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR EEN CULTUURPROJECT EN CULTUURWERKING: Intergemeentelijke culturele samenwerking

(B.S. 07/06/2004) Gecoördineerd tot 4 december Artikel. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

Verslag aan de Provincieraad

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

Vlaamse begroting. Saskia Mahieu SBO van 8 juli 2015

Boekhoudplan. KLASSEN en ONDERKLASSEN

Ministerieel besluit van 8 juli 1966 (B.S. van ) houdende de interne regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven.

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.1379/1

Brus sel, 19 mei Mijn heer de mi nis ter-pre si dent,

Publicatie :

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Opdrachten

VERZOEKSCHRIFT. over het Antwerpse havengebied VERSLAG

1.1. Gewestbelastingen (+90,2 miljoen t.o.v. BA 2017; -2,9 miljoen t.o.v. februari)

VR DOC.1608/1BIS

Transcriptie:

Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1998-1999 30 april 1999 ONTWERP VAN DECREET houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999 ONTWERP VAN DECREET houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999 VERSLAG namens de Commissie voor Financiën en Begroting uitgebracht door de heer Marc De Laet DEEL 1 Stuk bestaande uit 2 delen 3331

Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 2 Samenstelling van de commissie : Voorzitter : de heer Norbert De Batselier. Vaste leden : de heren Leo Cannaerts, Johan De Roo, mevrouw Mia De Schamphelaere, de heren Peter Desmet, John Taylor ; de heren André Denys, Stefaan Platteau, Mandus Verlinden ; de heren Gilbert Bossuyt, Norbert De Batselier, Carlos Lisabeth ; de heren Herman De Reuse, Christian Verougstraete ; de heer Chris Vandenbroeke ; de heer Jos Geysels. Plaatsvervangers : de heren Carl Decaluwé, Leo Delcroix, Paul Deprez, Paul Dumez, Johan Weyts ; de heren Louis Bril, Leo Goovaerts, Didier Ramoudt ; de heren Marc De Laet, René Swinnen, Peter Vanvelthoven ; de heren Joris Van Hauthem, Frans Wymeersch ; de heer Jean-Marie Bogaert ; mevrouw Cecile Verwimp-Sillis. Zie : 18 (1998-1999) Nr. 1 : Ontwerp van decreet Nr. 2 : Amendementen Nr. 3 : Verslag 19 (1998-1999) Nr. 1 : Ontwerp van decreet Nr. 2 : Amendementen Nr. 3 : Verslag Zie ook : 13-A (1998-1999) Nr. 1 : Toelichtingen 21 (1998-1999) Nr. 1 : Verslag van het Rekenhof

3 Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 INHOUD Inleiding van de verslaggever.......................................................... 5 Werkwijze in de Commissie........................................................... 5 A. Toelichting door mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid...................................................... 5 B. Verslag van het Rekenhof van het onderzoek van de ontwerpen van decreet houdende aanpassing van de middelenbnegroting en van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999........................................... 6 B.1. Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999....................................... 6 B.1.a. Tabel.................................................................. 6 B.1.b. Inventaris schulden...................................................... 7 B.2. Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999............................... 7 B.2.a. Corpus van het ontwerp.................................................. 7 B.2.b. Krediettabel............................................................ 8 B.2.c. Begrotingen van de diensten met afzonderlijk beheer (DAB).................. 12 B.2.d. Begrotingen van de instellingen van openbaar nut (ION)..................... 13 C. Repliek van mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, op de in het onderzoeksverslag van het Rekenhof gemaakte opmerkingen....................................................................... 14 D. Repliek van de afgevaardigde van het Rekenhof op de amendementen en het antwoord van de Vaamse regering op het verslag van het Rekenhof................................... 21 E. Algemene bespreking : tussenkomsten van de leden en repliek van de minster............. 22 E.1. De tussenkomst van de heer Stefaan Platteau..................................... 22 E.2. De tussenkomst van de heer Chris Vandenbroeke................................. 22 E.3. De tussenkomst van de heer Gilbert Bossuyt..................................... 23 E.4. De tussenkomst van de heer John Taylor......................................... 23 E.5. De tussenkomst van mevrouw Mia De Schampelaere.............................. 24 E.6. De tussenkomst van de heer Herman De Reuse................................... 24 E.7. Antwoorden van mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid........................................... 24 Blz.

Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 4 F. Artikelsgewijze bespreking F.1. Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999............................... 26 F.1.1. Corpus van het decreet................................................... 26 F.1.2. Tabel.................................................................. 28 F.1.3. Eindstemming.......................................................... 29 F.2. Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999............................ 29 F.2.1. De begrotingstabel...................................................... 29 F.2.2. Afdeling III Diensten met afzonderlijk beheer (DAB's).................... 34 F.2.3. Afdeling V Vlaamse openbare instellingen............................... 36 F.2.4. Corpus van het decreet................................................... 40 F.2.5. Eindstemming.......................................................... 43 BIJLAGEN......................................................................... 45

5 Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 DAMES EN HEREN, Inleiding van de verslaggever Uw Commissie voor Financiën en Begroting onderzocht op 28 april 1999 het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999 (Parl. St. Vl. Parl. 1998-99, nr. 18/1) en het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999 (Parl. St. Vl. Parl. 1998-99, nr. 19/1). Wegens de nauwe band tussen de middelen- en de uitgavenbegroting werd één verslag betreffende de twee ontwerpen van decreet opgesteld. Werkwijze in de Commissie In afwijking van artikel 59 van het reglement van het Vlaams Parlement besliste het uitgebreid Bureau van het Vlaams Parlement op 26 april 1999 om beide ontwerpen van decreet enkel en alleen door de Commissie voor Financiën en Begroting te laten behandelen, dit met het oog op een snelle behandeling en een stemming van beide ontwerpen voor het einde van de legislatuur. A. TOELICHTING DOOR MEVROUW WIVI- NA DEMEESTER DE MEYER, VLAAMS MINISTER VAN FINANCIEN, BEGRO- TING EN GEZONDHEIDSBELEID In haar inleidende uiteenzetting die aan de hand van een aantal slides, die als bijlage I bij dit verslag worden gevoegd, wordt gebracht benadrukt mevrouw Wivina Demeester De Meyer enkele belangrijke aandachtspunten van de aanpassing van de begroting 1999. Deze aandachtspunten zijn : het gegeven van een bijkomend overschot van 1.119 miljoen frank t.o.v. de initiële begroting 1999 ; het feit dat de financiële situatie van de gezinnen gestaag blijft verbeteren ; de gunstige groeivooruitzichten voor het jaar 2000 en het gegeven dat het Belgisch overheidstekort verder zal dalen tot 1,0 % in 1999. Langs de inkomstenzijde is er een positieve verrassing : een correctie van het aantal leerlingen maakt dat dit jaar er 2,1 miljard frank aan éénmalige bijkomende middelen beschikbaar is. Over twee jaar (1999 en 2000) gaat het om een bedrag van 4,2 miljard frank aan bijkomende financiële inkomsten. Deze 4,2 miljard frank is éénmalig. De technische toelichting bij deze problematiek vindt men in de toelichting bij het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting. De minister benadrukt dat de Vlaamse Gemeenschap er tijdens deze legislatuur steeds in geslaagd is een zeer exacte middelenraming te doen : de afwijking tussen aangepaste en initiële raming was steeds minimaal. Zij vestigt de aandacht van de leden op de forse groei van de registratie- en successierechten. Terzake vermeldt de minister dat, wat de evolutie van de successierechten betreft, de meest recente cijfers voor de maand april 1999 resulteren in een maandontvangst van 1.500 miljoen frank in de grafiek. Wat de uitgaven betreft, wijst de minister op de verlaging van de provisies in de beleidskredieten ten gevolge van de vertraagde index-sprong. Bij de betalingskredieten werden de nutteloze vereffeningskredieten geschrapt en vervangen door aflossingen op de indirecte schulden. Deze ingreep gaat uiteraard gepaard met een toename van de latente schuld (encours). Aangezien echter deze vereffeningskredieten worden aangewend voor de afbouw van de indirecte schuld komen de meesternorm en de HRF-norm niet in het gedrang. Uit de evolutie van het aandeel van de bijkredieten van de vorige jaren tegenover de totale uitgaven, blijkt een daling. De minister verduidelijkt de éénmalige bijkomende middelen aangewend voor investeringen. Concreet gaat het over : + 2100 miljoen investeringen in schoolgebouwen bestemd voor basisonderwijs (800 miljoen), secundair onderwijs (600 miljoen) en HOBU (700 miljoen) waarbij voorrang moet verleend worden aan dossiers inzake veiligheids- en instandhoudingswerken. + 250 miljoen : diverse investeringen en maatregelen ter bevordering van de veiligheid in het kader van de samenlevingscontracten. + 350 miljoen aan het programma PC/KD + 600 miljoen aanvullende investeringen voor PR 64.6 Integraal Waterbeheer. Allerhande uitgaven voor het verhogen van de veiligheid met

Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 6 betrekking tot bevaarbare en onbevaarbare waterlopen + 290 miljoen aanvullend structureel onderhoud van de wegen ten gevolge van de winterschade + 750 miljoen sociale investeringen (VITA) 100 miljoen voor de kinderdagverblijven 200 miljoen bejaardenvoorzieningen 150 miljoen ziekenhuizen 250 miljoen informatica Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De minister benadrukt dat de regering met deze begroting de doelstelling opgelegd door de Hoge Raad voor Financiën bereikt heeft (HRF-norm). Zij vestigt de aandacht van de leden op het zeer recent rapport van MOODY s m.b.t. het begrotingsbeleid van de Vlaamse Gemeenschap. Ter vergadering ontvangen de leden dit rapport 1 alsmede de persmededeling van de minister m.b.t. de internationale waardering voor het begrotingsbeleid van de Vlaamse Gemeenschap 2. Beide documenten zijn toegevoegd als bijlage bij dit verslag. B. VERSLAG VAN HET REKENHOF VAN HET ONDERZOEK VAN DE ONTWER- PEN VAN DECREET HOUDENDE AAN- PASSING VAN DE MIDDELENBEGRO- TING EN VAN DE ALGEMENE UITGA- VENBEGROTING VAN DE VLAAMSE GE- MEENSCHAP VOOR HET BEGROTINGS- JAAR 1999 TOELICHTING DOOR ME- VROUW ANNIE DUROI-VANHELMONT, RAADSHEER B.1. Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999 B.1.a. Tabel OA 33, PR 10 (Hoger onderwijs buiten de universiteit), artikel 11.91 (Terugvordering personeel optie Kiné (56,6 miljoen BEF)) De ontvangsten geboekt op voormeld artikel moeten het Recuperatiefonds ten goede komen. Het artikel 195ter van het decreet van 13 juli 1994 be- 1 Moody s Investor Service, Flanders, The Community of (Belgium) April 1999. 2 Persmededeling van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Vlaams begrotingsbeleid krijgt (opnieuw) goede punten, 28 april 1999. treffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, ingevoerd bij artikel 6 van het decreet van 23 juni 1998, vormt de juridische basis voor dit fonds. OA 35, PR 50 (Aanwending van teruggevorderde wedden en weddetoelagen), artikel 11.02 (Terugbetaling van salarissen en salaristoelagen (toegewezen ontvangsten : 680,3 miljoen BEF)) Ondanks de belofte van de minister om ter gelegenheid van de begrotingscontrole 1999 de zich opdringende aanpassingen voor te leggen aan het Vlaams Parlement, wordt bij de raming van de ontvangsten bestemd voor het Fonds aanwending van terugbetaling van salarissen en salaristoelagen opnieuw geen rekening gehouden met de premies voor tewerkstelling van gesubsidieerde contractuelen afkomstig van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding en de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling die in de praktijk ook aan dit fonds worden toegewezen. In de begroting van de VDAB staat hiervoor op artikel 41.5 een bedrag ingeschreven van 800 miljoen BEF. De toewijzing van deze premies aan het fonds veronderstelt ook een aanpassing van artikel 21 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991. 0A 51, PR 10 (Algemeen Economisch beleid), artikel 06.02 (Storting door de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) van middelen (140 miljoen BEF)) In de begroting 1999 werd een bedrag van 140 miljoen BEF ingeschreven. Het werkelijk restant dat op 31 december 1998 nog op de subrekening Participaties van het Rollend Fonds van PMV stond dat betrekking heeft op bedragen ontvangen vóór 1996 en aldus kan worden aangerekend op artikel 06.02 bedraagt slechts 16.493.182 BEF. Bijgevolg dient de oorspronkelijk ingeschreven 140 miljoen BEF te worden verminderd met 123.506.818 BEF. 0A 51, PR 10 (Algemeen Economisch beleid), artikel 16.03 (Inkomsten t.g.v. opdrachten van de PMV uitgevoerd in naam en voor rekening van het Vlaams Gewest (Fonds aanwending courante ontvangsten, artikel 73 van het decreet van 22 december 1995 (25 miljoen BEF)) In de praktijk worden op de subrekening courante verrichtingen van het Rollend Fonds ontvangsten

7 Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 en uitgaven verrekend zonder dat deze doorstromen via de begroting (zie ook repliek van de minister op de opmerkingen van het Rekenhof bij de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap 1999, waarbij werd beloofd de wenselijkheid van het behoud van het begrotingsfonds te evalueren). B.2. Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999 B.2.a. Corpus van het ontwerp Algemeen Overzicht van de organieke fondsen a) In onderhavige tabel wordt geen melding gemaakt van de middelen voorkomend op het Fonds voor de Kunsten onder OA 45, PR 30 (Beeldende kunst en musea). Op dit fonds (onder de BA 74.90 Fonds roerend cultureel patrimonium) is er nog een beschikbaar saldo van 1.472.760 BEF. b) Ook komt geen ontvangstenartikel voor, bestemd voor heffingen ten bate van het Vernieuwingsfonds. Dit fonds werd opgericht bij decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en heeft tot doel de saneringswerkzaamheden financieel te ondersteunen. Het fonds wordt gespijsd met de opbrengsten van heffingen op verlaten en/of verwaarloosde bedrijfsruimten. B.1.b. Inventaris schulden In de tabel van de directe schuld van 31/12/1998 dient rekening te worden gehouden met de volgende opmerking. Volgens de resultaten van de audit door het Rekenhof op het schuldbeheer 3 dient de uitstaande directe schuld voor het consortiumkrediet op 31 december 1998 te worden bepaald op 20.323.914.401 BEF met een initieel kapitaal van 25.239.311.051 BEF. In het corpus van de begroting komen heel wat bepalingen voor onder meer de artikelen 26 tot 30 en de artikelen 32 tot 59 waarbij de bijgevoegde begrotingen van DAB s of VOI s worden goedgekeurd. Teneinde interpretatieproblemen te voorkomen is het aangewezen deze bepalingen telkens te laten beginnen met een passus waarbij de analoge bepalingen in de initiële begroting 1999 worden opgeheven. Als voorbeeld kan worden verwezen naar het eerste lid van de artikelen 12, 13 of 14 van het ontwerp. Voorstel van nieuw artikel Er dient een bepaling te worden opgenomen die artikel 143 van het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap 1999 aanvult met de verplichting een eventueel debetsaldo op de orderekening (nl. 87.42), naar aanleiding van de netting van de swapontvangsten- en uitgaven, op het einde van het begrotingsjaar aan te zuiveren via een aanrekening op de algemene uitgavenbegroting, PR 24.4 (Rechtstreekse schuld), BA 21.01 (Rente van leningen). Artikel 10, 2 De basisallocatie 33.07 (OA 12, PR 10 (Administratie Buitenlands Beleid)), bestemd voor het verlenen van facultatieve toelagen voor participatie in projecten in verband met humanitaire bijstand aan de slachtoffers van de gebeurtenissen in Kosovo, werd niet opgenomen in onderhavige decreetsbepaling. Artikel 10, 3 3 Vlaams Parlement, Stuk 28-D (1998-1999) - Nr. 1, 12 maart 1999, blz. 34. In zijn verslag van het begrotingsonderzoek 1999 stelde het Rekenhof voor in artikel 15 (huidig artikel 14) van de algemene uitgavenbegroting de volgende basisallocaties te schrappen, aangezien er een decretale basis voorhanden is : OA 61, PR 30 (Bos en Groen), BA 50.62 (Subsidies aan privéboseigenaars voor de uitvoering van boswerkzaamheden in bos- en groendomeinen en andere initiatieven in uitvoering van het bosdecreet) en OA 62,

Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 8 PR 10 (Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Grondbeleid), BA 51.05 (Subsidies voor de aanleg en de uitrusting van gronden voor industrie, ambachtswezen of diensten of andere ontvangstinfrastructuren voor investeerders). Deze schrapping is echter niet gebeurd. Eveneens wordt de schrapping uit artikel 15 (huidig artikel 14) van de basisallocaties met betrekking tot betaling van schadevergoeding aan derden, nl. OA 61, PR 20 (Natuur), BA 34.01 en OA 61, PR 30 (Bos en Groen), BA 33.02 voorgesteld. Artikel 26 Het artikel voorziet in een overdracht naar het begrotingsjaar 2000 van het saldo van de vastleggingskredieten op artikel 2.19 van de Minafondsbegroting. Het saldo wordt begroot op 1,420 miljard BEF. Daar ook de uitgaven voor het Mina-plan 2 in 1999 in mindering worden gebracht, zal het saldo dus minder bedragen. Deze bepaling gaat in tegen het principe van de annaliteit van de begroting, door in de begroting 1999 reeds een maatregel te voorzien die geldt voor de begroting 2000. Deze werkwijze impliceert tevens dat in de aanpassing van de begroting 1999 wordt bepaald dat de (initiële) begroting 1999 niet zal worden uitgevoerd. Vermits een gelijkaardige bepaling werd opgenomen in de aangepaste begroting 1998 (zie Verslag van het Rekenhof, Vlaams Parlement Stuk 21 (1997-1998) Nr. 1, p. 11) rijst de vraag wat het nut is van deze doorsluisoperaties. Artikel 31 In artikel 112, 10, van het decreet van 19 december 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap 1999 wordt de minister die bevoegd is voor openbare werken gemachtigd, binnen de perken van de ingeschreven kredieten op de basisallocatie 73.21 van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds", aan de havenbesturen voorschotten uit te keren op de door het Vlaamse Gewest verschuldigde bedragen ingevolge het sluiten van financieringsovereenkomsten tussen het Vlaamse Gewest en de havenbesturen. Aan die bepaling uit de initiële begroting wordt in onderhavig artikel het volgende toegevoegd : "Deze voorschotten worden verleend lastens hetzelfde begrotingsartikel waarop de subsidies worden verleend". De ESR-code voor de basisallocatie 73.21 heeft betrekking op investeringen door het Vlaamse Gewest in waterbouwkundige werken en niet op subsidies. Beter ware het de zin te vervangen door : "Deze voorschotten worden verleend lastens hetzelfde begrotingsartikel waarop de investeringsuitgaven worden aangerekend". Investeringssubsidies aan de door de lagere, openbare besturen en autonome gemeentelijke havenbedrijven beheerde havens horen thuis onder basisallocatie 63.21 van dezelfde organisatieafdeling en programma. Artikel 56 In weerwil van de beloften die de Vlaamse minister bevoegd voor financiën en begroting deed naar aanleiding van de controle van de rekeningen 1997 van het Limburgfonds, bevat onderhavige decreetsbepaling nog steeds geen toelating tot impliciete machtiging voor de verbintenissen aan te gaan ten belope van de door het fonds gerealiseerde ontvangsten ingevolge het decreet van 13 juli 1994 en die uiteindelijk als uitgaven op het begrotingsartikel 41.06 worden aangerekend. Dit maakt overschrijdingen van de bestaande vastleggingsmachtiging mogelijk. Artikel 62 De tekst laat niet toe exact te bepalen welke bedragen wel en niet zullen worden teruggevorderd. Omwille van de rechtszekerheid dient te worden vermeld welke gevallen en bedragen het betreft. Inzake formulering kan de zinsnede "blijven behouden" beter worden vervangen door de bepaling "wordt ertoe gemachtigd af te zien van de terugvordering". B.2.b. Krediettabel Voorstel van nieuwe basisallocatie In functie van de lease in lease out verrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap werden zowel het Graaf De Ferraris-gebouw als het Hendrik Conscience-gebouw in 1998 in eigendom verworven en werden de aankoopsommen aangerekend op de orderekening 80.01 waardoor een debetsaldo ontstond van 9.293.820.428 BEF. De decretale machtiging hiervoor is terug te vinden in artikel 12, 1, van het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998. Het bovenvermeld debetsaldo zal worden aangezuiverd via de eindrekening 1998. Alhoewel de aanzuivering in het rekendecreet impliceert dat uiteindelijk

9 Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 wel wordt aangerekend op de uitgavenbegroting (via een voorlopige ordonnancering zal dienen te worden aangerekend op een basisallocatie van de uitgavenbegroting wat zal leiden tot een overschrijding van kredieten die moeten worden geregulariseerd in het rekendecreet, de zogenaamde aanvullende kredieten), kan deze methode niet automatisch worden aanvaard. Op deze wijze wordt immers de waarde van de begroting, als voorafgaand machtigingsinstrument, ontkracht. Voorgesteld wordt in het interdepartementale programma 99.10 een basisallocatie op te nemen met bijkredieten vorige jaren ten belope van 9.293,9 miljoen BEF, zodat het debetsaldo op de orderekening kan worden aangezuiverd. OA 24, PR 10 (Algemene financiële logistiek), BA 70.10 (Allerhande investeringen ter bevordering van de veiligheid met inbegrip van uitgaven en investeringen op en rond de haltes van het gemeenschappelijk openbaar vervoer met inbegrip van omgeving en parkeerplaatsen (250 miljoen BEF)) Deze nieuwe basisallocatie hoort, gezien het om een provisioneel krediet gaat, niet thuis onder de OA 24 (Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management) PR 10 (Algemene financiële logistiek) maar wel onder OA 24, PR 60 (Provisionele kredieten). OA 24, PR 20 (Pensioenvoorzieningen), BA 41.01 (Dotatie aan het Zorgfonds (4.000 miljoen BEF)) Deze basisallocatie is bestemd voor een dotatie aan een paracommunautaire instelling met de bedoeling een zorgverzekeringsmechanisme in het leven te roepen, wat moeilijk onder de noemer "pensioenvoorzieningen" kan worden ondergebracht. Het hoort dan ook niet thuis onder het programma Pensioenvoorzieningen waaronder het thans staat. Het zou beter op een geëigend programma worden ingeschreven. OA 24, PR 40 (Rechtstreekse schuld), BA 41.01 (Dotatie aan het Vlaams Egalisatie Rente Fonds (300 miljoen BEF)) Via deze basisallocatie wordt een bijkomende dotatie van 300 miljoen BEF voorzien, bedoeld om sneller een "buffer" op te bouwen bij het VERF voor eventuele toekomstige rentebetalingen van de Vlaamse Gemeenschap. Dit werd als principe overeengekomen in het kader van een overeenkomst tussen het VERF en de Vlaamse Gemeenschap. Deze dotatie is evenwel in strijd met artikel 14, 4, van het decreet houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap van 16 december 1997 waarin de middelen van het fonds als volgt worden bepaald : 1 een dotatie, maximaal gelijk aan het niet opgebruikt saldo van de jaarlijkse vastgestelde kredieten tot dekking van de lasten van de directe en indirecte schuld ; 2 het saldo van het fonds op het einde van het voorgaande begrotingsjaar ; 3 alle intresten en opbrengsten, voorkomende uit de realisatie van meerwaarden. Deze dotatie stemt aldus niet overeen met de door het Vlaams Parlement goedgekeurd principe waarbij slechts op het einde van het begrotingsjaar eventuele overschotten op basisallocaties van de directe en indirecte schuld kunnen worden overgeheveld naar het VERF. Derhalve dient dergelijke afwijking als decreetsbepaling te worden opgenomen in het corpus. OA 62, PR 20 (Monumenten en landschappen), BA 12.21 en BA 35.41 (Specifieke uitgaven met betrekking tot monumenten en landschappen met inbegrip van externe contacten en internationale samenwerking (7,0 en 9,0 miljoen BEF)) Voor beide basisallocaties wordt dezelfde omschrijving gehanteerd, nl. specifieke uitgaven met betrekking tot monumenten en landschappen met inbegrip van externe contacten en internationale samenwerking. Gelet op het specialiteitsbeginsel van de begroting en op de betekenis van de gebruikte economische klassen 4 is het aangewezen de libellés anders te formuleren en scherper af te lijnen. OA 63, PR 20 (Gemeenschappelijk vervoer) De VVM heeft op 25 maart 1993 een overeenkomst van onroerende leasing gesloten met Gimo- Hold Noorderlaan (GHN). Volgens die overeenkomst zou GHN instaan voor de inrichting van de door de NV General Motors (Noorderlaan Antwerpen) verlaten bedrijfsruimten tot stel- en werk- 4 Volgens de ESR 95 wordt de economische klasse 12 gebruikt voor algemene werkingskosten, daar waar de klasse 35.4 wordt aangewend voor inkomensoverdrachten aan internationale organisaties.

Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 10 plaatsen. Voor de financiering werd op 15 oktober 1993 een kredietovereenkomst gesloten met de NMKN. De tijdens de inrichtingsfase ten laste van de kredietovereenkomst gedane uitgaven werden op 16 april 1997 (713.684.355 BEF) en op 30 juli 1997 (472.315.645 BEF) geconsolideerd om gedurende een periode van 15 jaar door middel van halfjaarlijkse aflossingen door de VVM te worden terugbetaald. De betalingen worden in de vorm van kapitaalsubsidies gedeeltelijk van het Vlaams Gewest gerecupereerd, overeenkomstig de beslissing van de Vlaamse regering van 4 november 1992. De leasingovereenkomst werd steeds beschouwd als een financiële leasing, waarbij voor de budgettaire aanrekening een onderscheid moet worden gemaakt tussen kapitaal en intresten. Ook de subsidiëring door het Vlaamse Gewest van de leasebetalingen door de VVM aan GHN moet op gelijkaardige wijze worden verwerkt in de begroting van de Vlaamse Gemeenschap. Sinds 1994 en vooral bij het onderzoek van de aanpassing van de begroting 1998 werd er bij de Vlaamse minister van Financiën en Begroting op aangedrongen dat het gedeelte "kapitaal" in de leasevergoeding zou worden aangerekend op een basisallocatie met ESR-code 5 of 6 5. De subsidies voor de intrestlasten daarentegen moeten worden aangerekend op een basisallocatie beginnende met ESR-code 3 of 4 6. In de krediettabel bij het ontwerp van begroting 1999 van de Vlaamse Gemeenschap werden twee nieuwe basisallocaties voorzien (pro memorie) met ESR-codes 21.5 en 91.7. In het verslag over het onderzoek van de begroting werd opgemerkt dat deze codes niet correct zijn gelet op het feit dat het gaat om subsidies aan de VVM en niet om rechtstreekse betalingen door het Vlaamse Gewest aan de leasinggever. Er werd aangedrongen op de correct gecodeerde basisallocaties. De basisallocaties 21.50 en 91.70 werden bij amendement geschrapt. In onderhavige krediettabel werd nog steeds geen gepaste opsplitsing van de kapitaalsubsidies in "kapitaal" en "intresten" gemaakt. De terugbetalingen door het Vlaamse Gewest aan de VVM zijn nog steeds integraal opgenomen onder basisallocatie 81.02 (in kapitaal omzetbare investeringsmiddelen VVM-De Lijn). Tot op heden werd het visum steeds verleend voor de terugbetalingen van de leasevergoedingen aan de VVM ten laste van basisallocatie 81.02. Niettemin dienen de aard en de bestemming van de subsidies voor de VVM correct te worden opgenomen en gecodeerd in de krediettabel. Het onderscheid tussen het kapitaal- en het intrestgedeelte van de leasebetalingen kan overigens zonder problemen worden gemaakt op basis van de beschikbare aflossingstabellen. Alsnog wordt gevraagd de basisallocaties met respectievelijk ESR-code 3 of 4 (gedeelte intrest) en ESR-code 5 of 6 (gedeelte kapitaal) in te voegen onder organisatieafdeling 63, programma 20 (Gemeenschappelijk vervoer) van de krediettabel. Dit laat toe de in het verleden uitgevoerde foutieve budgettaire aanrekeningen te regulariseren en de toekomstige tussenkomsten van het Vlaamse Gewest voor het project "Punt aan de Lijn" op de correcte basisallocaties aan te rekenen. OA 63, PR 30 (Regionale luchthavens en vliegvelden), BA 61.31 (Dotatie voor de aanleg, inrichting en uitrusting van verharde oppervlakten, wegen en gebouwen voor de exploitatie van de luchthavens, inclusief het buitengewoon onderhoud (GVK 205,7 miljoen BEF en GOK 205,9 miljoen BEF)) Er is geen overeenstemming tussen het bedrag aan GOK (nl. 205,9 miljoen BEF) en de bedragen die aan de ontvangstenzijde van de begroting van de DAB's Luchthaven Antwerpen en Luchthaven Oostende voorkomen, nl. 205,7 miljoen BEF (45 + 160,7). 5 Naargelang de VVM wordt beschouwd als behorende tot de sector bedrijven of tot de sector overheid moet respectievelijk code 5 of 6 worden gebruikt. Momenteel wordt ook de code 81.02 gebruikt (in kapitaal omzetbare investeringsmiddelen Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn). 6 Naargelang de VVM wordt beschouwd als behorende tot de sector bedrijven of tot de sector overheid moet respectievelijk code 3 of 4 worden gebruikt. In de algemene uitgavenbegroting is een bedrag van 205,7 miljoen BEF aan GVK voorzien, wat niet overeenstemt met de uitgavenzijde van de begrotingen van de DAB s Luchthaven Antwerpen en Luchthaven Oostende waar respectievelijk 41,2 en 164,7 miljoen BEF (samen 205,9 miljoen BEF) aan GVK staat vermeld voor de investeringen. Het bedrag van de algemene uitgavenbegroting wordt daardoor overschreden.

11 Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 OA 64, PR 10 (Waterwegen en binnenvaart), BA 31.03 (Dotatie bij wijze van bonus in het kader van een af te sluiten beheersovereenkomst met de NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen (0 BEF)) en BA 31.05 (Dotatie bij wijze van bonus aan de Dienst voor de Scheepvaart in het kader van de afgesloten beheersovereenkomst (O BEF)) Op 18 december 1998 is er een (voorlopige) beheersovereenkomst voor één jaar gesloten tussen de Dienst voor de Scheepvaart en het Vlaamse Gewest (basisallocatie 31.05). Daarnaast zal ook nog een beheersovereenkomst worden gesloten met de NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen (basisallocatie 31.03). Deze beheersovereenkomsten (wat betreft NV Zeekanaal en WGV wanneer deze wordt gesloten), dienen overeenkomstig de resolutie van 25 juni 1997 7, ter informatie te worden voorgelegd aan het Vlaams Parlement als bijlage bij de ontwerpbegroting. In een recente resolutie betreffende de beheersovereenkomst voor 1997-2001 met de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn (VVM), door het Vlaams Parlement aangenomen op 31 maart 1999, wordt gevraagd dat, wanneer in de beheersovereenkomst financiële verbintenissen worden aangegaan die het begrotingsjaar overstijgen, deze in het programmadecreet expliciet zouden worden bevestigd 8. Deze aanbeveling geldt eveneens voor de beheersovereenkomst van de Dienst voor de Scheepvaart en van de NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen. 7 Vlaams Parlement, Stuk 644 (1996-1997) Nr. 1 van 23 april 1997 en handelingen plenaire vergadering Nr. 48 van 24 juni 1997 en Nr. 50 van 25 juni 1997 inzake het voorstel van resolutie betreffende het juridisch kader, het financieel belang en de audit van het controlesysteem van de Vlaamse Openbare instellingen. 8 Vlaams Parlement, Stuk 1259 (1998-1999) Nr. 1 van 15 december 1998 en Nr. 2 van 15 maart 1999 en handelingen plenaire vergadering Nr. 47 van 31 maart 1999, voorstel van resolutie betreffende de beheersovereenkomst voor 1997-2001 met de Vlaamse Vervoermaatschappij. OA 64, PR 20 (Havens), BA 54.01 (Terugbetaling aan Nederland van de door deze Staat gedane investeringsuitgaven m.b.t. de Westerschelde en het Zeekanaal Gent-Terneuzen (GVK 471,1 miljoen BEF en GOK 460 miljoen BEF)) Op deze basisallocatie zijn er kredieten voorzien voor de terugbetaling aan Nederland van, onder meer, kosten van werken door deze Staat verricht in het kader van de verruiming van de Westerschelde. Volgens het verdrag van 17 januari 1995 moet het Vlaamse Gewest een vaste som bijdragen in de kosten van de natuurherstelwerken. Bovendien betaalt Vlaanderen alle kosten voor de Nederlandse wrakopruimingswerken en oeververdedigingswerken, voor zover deze de Nederlandse bijdrage van 54 miljoen NLG overstijgen. In 1999 moet het Vlaamse Gewest de laatste schijf van de afkoopsom voor natuurherstelwerken betalen. Deze laatste schijf bedraagt 14,6 miljoen NLG (267.259.549 BEF). In december 1998 is de Nederlandse bijdrage van 54 miljoen NLG voor wrakopruiming en oeververdedigingswerken bereikt. Uit de recente prognoses van Rijkswaterstaat kan worden afgeleid dat het Vlaamse Gewest in de loop van het jaar 1999 ongeveer 74,7 miljoen NLG (1.368 miljoen BEF) moet terugbetalen. Het betreft uitgaven die Rijkswaterstaat in 1998 en 1999 heeft gedaan (en nog zal doen) voor rekening van Vlaanderen. De verbintenissen die de Rijkswaterstaat tot op heden heeft aangegaan voor rekening van Vlaanderen (inbegrepen de laatste schijf van de afkoopsom voor natuurherstelwerken) bedragen ruim 621 miljoen BEF. Bovendien voorziet de Rijkswaterstaat in 1999 nog nieuwe verbintenissen aan te gaan voor minstens 1.089 miljoen BEF 9. Op onderhavige basisallocatie is echter in onvoldoende vastleggings- en ordonnanceringskrediet voorzien. Zonder rekening te houden met de andere verbintenissen en uitgaven die op deze kredieten moeten worden aangerekend, is voor de terugbetalingen aan Nederland in het kader van de verruiming van de Westerschelde voor het jaar 1999 een vastleggingskrediet van minstens 1.710 miljoen BEF en een ordonnanceringskrediet van minstens 1.368 miljoen BEF vereist. Rekening houdend met de decretaal toegestane overdracht van het saldo aan vastleggings- en ordonnanceringskrediet van 1998 10 naar 1999 zou het totale krediet voor 1999 9 Geraamde bedragen inclusief Nederlandse BTW aan 17,5 % en een opslag van 12 %, berekend op het bedrag exclusief BTW. 10 Artikel 11, 3, van het decreet van 19 december 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor 1999.

Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 12 na onderhavige begrotingsaanpassing respectievelijk 1.542 miljoen BEF aan vastleggingskrediet en 796,5 miljoen BEF aan ordonnanceringskrediet bedragen. B.2.c. Begrotingen van de diensten met afzonderlijk beheer (DAB) Vlaams Infrastructuurfonds Als tegenhanger voor de ontvangstenartikelen 08.20 van programma 69.00 en 66.11 van programma 69.20 en als sluitpost wordt langs de uitgavenzijde een nieuwe basisallocatie 01.01 (programma 69.00) gecreëerd : belast ordonnanceringskrediet bestemd voor de betaling op het encours, overdraagbaar naar de overige VIF-basisallocaties. Hierop worden analoog aan de ontvangsten voor 13.518,7 miljoen BEF gesplitste ordonnanceringskredieten voorzien. Met dit bedrag wordt een gedeelte van de openstaande verbintenissen gedekt 11. De inschrijving van dit ordonnanceringskrediet impliceert echter niet noodzakelijk dat met deze middelen tijdens het jaar 1999 ook effectief openstaande verbintenissen zullen worden betaald. De betaling zou ook na het begrotingsjaar 1999 kunnen gebeuren, zodat het betrokken ordonnanceringskrediet eerder een indicatieve functie heeft dan een betalingsmachtiging. Analoog aan een eerdere opmerking voor de DAB Minafonds 12 wordt opgemerkt dat het hier een oneigenlijk begrotingsartikel betreft dat niet bestemd is voor uitgaven en waarop geen van de begrotingsbeginselen (annaliteit, specialiteit, gesplitste kredieten) toepasbaar is. Los van de theoretische bezwaren die bij een dergelijk artikel rijzen, bestaat ook het potentieel gevaar van de aanwending van deze kredieten via een begrotingsherschikking. De ordonnanceringskredieten voor bepaalde artikelen kunnen immers in de loop van het begrotingsjaar drastisch worden verhoogd zonder specifieke machtiging van de decreetgever. Wanneer het de bedoeling is de genoemde middelen effectief in de loop van het begrotingsjaar 1999 aan te wenden om betalingen mee te doen, is het aangewezen deze middelen onmiddellijk in te schrijven onder de onderscheiden ordonnanceringskredieten waarvoor ze bestemd zijn. 11 Dit o.a. in uitvoering van art. 94, 4 van het begrotingsdecreet van 21 december 1994. De openstaande verbintenissen voor investeringen in de algemene uitgavenbegroting werden overgedragen naar het VIF. 12 Vlaams Parlement, Stuk 17 (1997-1998) - Nr. 1, blz. 27. Instituut voor het Archeologisch Patrimonium In de begroting van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium wordt geen melding gemaakt van het reservefonds waarover deze dienst beschikt. Eenzelfde opmerking werd reeds gemaakt naar aanleiding van het onderzoek van de begrotingsaanpassing 1998 (Vlaams Parlement, Stuk 21 (1997-1998) Nr. 1, van 12 mei 1998, blz. 18) en naar aanleiding van het onderzoek van de initiële begroting 1999 (Vlaams Parlement, Stuk 17 (1998-1999) Nr. 1, van 6 november 1998, blz. 26). In haar antwoord stelde de minister dat aan de DAB s zou worden gevraagd in de toekomst rekening te houden met dit element. Minafonds Er wordt verwezen naar de vroegere opmerkingen die werden gemaakt met betrekking tot de sluitpost van de Minafondsbegroting die gevormd wordt door artikel 3.17 (Belast ordonnanceringskrediet, bestemd voor de betaling van het encours, overdraagbaar naar de overige Minafondsposten) : Op artikel 3.17 van de kapitaaluitgaven worden 0 BEF GVK en 3.516,9 miljoen BEF GOK voorzien. Dit artikel vormt op de uitgavenzijde van de begroting de tegenhanger van de overdracht van het (bezwaarde) kassaldo aan de ontvangstenzijde. Op deze wijze wordt een fout bij de ontvangsten gecompenseerd met een fout bij de uitgaven. Het gaat hier om een oneigenlijk begrotingsartikel dat niet is bestemd voor uitgaven en waarop geen van de begrotingsbeginselen (annaliteit, specialiteit, gesplitste kredieten) toepasbaar is. Bovendien doorbreekt het het in de begroting gemaakte onderscheid tussen lopende en kapitaaluitgaven. Het artikel fungeert tevens als sluitpost van de begroting daar het cijfermatig (3.516,9 miljoen BEF GOK) niet in verhouding staat met het overgedragen kassaldo (6.015 miljoen BEF). Los van de theoretische bezwaren die bij dergelijk artikel rijzen, bestaat ook het potentieel gevaar van aanwending van deze kredieten via een begrotingsherschikking. De ordonnanceringskredieten voor bepaalde artikelen kunnen immers in de loop van het begrotingsjaar drastisch (ad 3.500 miljoen BEF) worden verhoogd zonder specifieke machtiging van de decreetgever (zie verslag van het Rekenhof, Stuk 17 (1997-1998) Nr. 1, p. 27 punt 4). Het artikel 1.7 van de aangepaste Minafondsbegroting vermeldt als saldo van het Minafonds per

13 Stuk 19 (1998-1999) Nr. 3 31.12.1998 16.111,6 miljoen BEF. Dit is evenwel enkel het saldo van de rekening van de centrale rekenplichtige op het einde van vorig jaar. Het "totale" saldo van deze Gewestdienst met Afzonderlijk Beheer bedroeg echter 16.431.048.262 BEF. Bovendien worden in dit totaal bedrag de fondsenbewegingen, derdengelden en wachtgelden meegerekend. Het bedrag dat op dit ontvangstartikel moet worden ingeschreven is 16.321.498.872 BEF in plaats van 16.111,6 miljoen BEF. Op artikel 3.1 van de aangepaste Minafondsbegroting kunnen "kapitaaluitgaven in het kader van een Natuurontwikkelingsplan : verenigingen en openbare besturen" worden aangerekend. Concreet worden er op dit artikel evenwel enkel kapitaalsubsidies aan milieuverenigingen (VZW Wielewaal, VZW Natuurreservaten, VZW Stichting Limburgs Landschap en VZW Durme) aangerekend voor het verwerven van natuurgebieden. Aldus worden de kredieten op artikel 3.1 volledig aangewend in toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de criteria die gelden voor de toekenning van een subsidie aan erkende verenigingen die terreinen verwerven die als natuurreservaat worden ingericht. Aangezien in artikel 1 en 2 van hetzelfde besluit is voorzien dat slechts VZW s aanspraak kunnen maken op subsidies, verdient het aanbeveling de libellé te beperken tot deze verenigingen. Hierdoor is de code 52.2 van de economische classificatie van de ESR meteen ook correct. B.2.d. Begrotingen van de instellingen van openbaar nut (ION) Algemeen De begroting van de Investeringsdienst voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams Brabant werd niet gevoegd bij het ontwerp houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting. Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn (VVM) De bijgevoegde begroting van de VVM biedt geen volledige verantwoording voor de middelen die ten laste van de begroting van het Vlaams Gewest aan de VVM worden verstrekt. Ze verantwoordt enkel de dotatie aan de VVM ten laste van basisallocatie 31.01 (Dotatie aan de VVM als bijdrage tot het evenwicht van haar exploitatierekening met inbegrip van de werkingskosten van de bijzondere studiediensten) en op zeer summiere wijze de investeringssubsidies ten laste van basisallocaties 51.01 (Tegemoetkoming van het Gewest in de investeringen van de VVM) en 81.02 (In kapitaal omzetbare investeringsmiddelen VVM) van organisatieafdeling 63 programma 20 (Gemeenschappelijk vervoer). De verantwoording voor andere middelen, zoals de subsidies in het kader van de mobiliteitsconvenanten (basisallocatie 31.07) (Allerhande uitgaven in verband met de voorbereiding, de planning, de studie en de uitvoering van mobiliteitsconvenanten met inbegrip van de dekking van de extra exploitatiekosten geleden door de VVM) en tussenkomsten in de kosten voor de inrichting van aangepast vervoer voor personen met een beperkte mobiliteit (basisallocatie 31.09) (Uitgaven met betrekking tot de betaling van het tussenkomstaandeel van het Vlaamse Gewest in de kosten voor de inrichting van aangepast vervoer voor personen met beperkte mobiliteit), dient eveneens als bijlage te worden gevoegd bij de begroting van het Vlaams Gewest. Ook worden de investeringssubsidies ten laste van basisallocatie 51.11 van OA 63, PR 00 van de DAB VIF slechts pro memorie vermeld in de begroting van de VVM.

Stuk 19 (1998-1999) - Nr. 3 0 14 C. REPLIEK VAN MEVROUW WIVINA DEMEESTER - DE MEYER, VLAAMS MINISTER VAN FINANCIEN, BEGROTING EN GEZONDHEIDSBELEID, OP DE IN HET ONDER- ZOEKSVERSLAG VAN HET REKENHOF GEMAAKTE OPMERKINGEN 1. MIDDELENDECREET 1.1. Tabel OA 33 PR 10 artikel 11.91 Er wordt een amendement voorgesteld dat voorziet in een nauwkeuriger verwijzing naar de rechtsgrond. OA 35 PR 50 artikel 11.02 De kredieten waarvan sprake zijn transitgelden die strikt genomen buiten de opdracht van het wedderecuperatiefonds vallen. In de toelichting bij de uitgavenbegroting wordt het financieringsmechanisme vermeld. In de begrotingscontrole die nu wordt ingeleid bij het Vlaams Parlement werd ernaar gestreefd om enkel de strikt noodzakelijke aanpassingen aan de begroting op te nemen om alzo de voorliggende aanpassing van de begroting 1999 beperkt te houden. Indien het Rekenhof van oordeel blijft dat deze kredieten toch in het globale krediet van het wedderecuperatiefonds moeten worden opgenomen(zowe1 in de middelen- als in de uitgavenbegroting), zal hierop worden ingegaan bij de begroting voor het jaar 2000. \Tegelijkertijd zal artikel 21 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991 worden aangepast. OA 51 PR 10 artikel 06.02 Desgevallend moet de machtiging FEERR-MG0 aangepast worden. OA 51 PR 10 artikel 16.03 Wat de 140 miljoen frank betreft, (machtiging FEERR-MGO) verklaart de minister dat er ondertussen 100 miljoen frank ontvangsten zijn aangerekend op de rekening. Als de geraamde 140 miljoen frank ontvangsten niet gworden gehaald, zal dit aangepast worden in de begroting 2000. Overzicht van de organieke fondsen 9 Met betrekking tot programma 45.30 kan vermeld worden dat het saldo eerder bij programma 45.50 thuishoort. Na consultatie van het inhoudelijk bevoegde bestuur kunnen eventueel het saldo en de uitstaande verbintenissen gehecht worden aan het programma 45.5. b) Met betrekking tot het vernieuwinsfonds worden bij amendement middelen en uitgaven ingeschreven ten belope van 10 mio BEF op PR 62.10.

El 1s Stuk 19 (1998-1999)- Nr. 3 1.2. Inventaris schulden Het Rekenhof heeft, volgens de minister, geen rekening gehouden met de specifieke modaliteiten van overname van een gedeelte van de lening door de NV LRM. In bijlage volgt het cijfer, zoals bepaald door de interne auditor bij de Vlaamse Gemeenschap 11. UITGAVENDECREET 11.1. Corpus van het ontwerp Algemeen In de toekomst zal rekening gehouden worden met deze opmerking vanwege het Rekenhof. Voorstel van nieuw artikel In wezen regelen swaps, zoals de Vlaamse Gemeenschap ze uitvoert, rentebetalingen. Het is dan ook logisch de betaling ervan strikt, conform met de algemene regeling inzake renteuitgaven te laten verlopen, niet meer maar ook niet minder. Artikel 10,$2 Wordt bij amendement ingevoegd. Artikel 10, $3 De basisallocaties 51.05 programma 62.10,34.01 programma 61.20 en 33.02 programma 61.30 werden reeds bij amendement op de initële begroting geschrapt. Met betrekking tot de basisallocatie 50.62 dient gesteld te worden dat in het Bosdecreet niet expliciet subsidiëring aan bod komt en er ook geen uitvoeringsbesluiten hierover bestaan. Zodoende wordt bedoelde basisallocatie behouden. Artikel 26 (ruiter post 2.19) : Het Mina 11-plan is een project gespreid over 4 jaren ; de extra-financiering werd gelijkelijk verdeeld over alle jaren, terwijl van bij het begin geweten was dat de uitgaven ongelijk zouden verdeeld zijn over de verschillende jaren van de projectduur. Daarom werd van bij het begin afgesproken dat de kredieten voor dit Mina 11-plan overdraagbaar zouden zijn, maar dat er geen overdracht zou zijn over het einde van de projectduur heen. In de begroting van 1998 werd daarom een ruiter voorzien die de overdracht van 1.014 mln toeliet, zijnde de 714 mln extra-financiering voorzien voor 1998 en het saldo van 300 mln dat aan het Mina-plan werd toegewezen. Bij de opmaak 1999 werd die ruiter nog niet opgenomen, omdat bij de begrotingscontrole het over te dragen bedrag nauwkeuriger zou kunnen geschat worden. Bij de begrotingscontrole werd geconstateerd dat in 1998 slechts 308 mln was vastgelegd, zodat (1.014-308) + 714 (nieuwe kredieten 1999) = 1.420 mln als maximaal over te dragen bedrag moet worden weerhouden, waarvan in realiteit dan natuurlijk nog de vastleggingen 1999 moeten worden afgetrokken. Vermits deze moeilijk geraamd kunnen worden, wordt er de voorkeur aan gegeven het totale bedrag in de ruiter te voorzien. Dergelijke werkwijze is gebruikelijk m.b.t. éénmalige impulsen cfr. VESOC-middelen. Artikel 31 Er wordt voorzien in een amendement

1 Stuk 19 (1998-1999) - Nr. 3 1 El 16 Artikel 56 Het Limburgfonds mag geen nieuwe verbintenissen aangaan behalve ten belope van de middelen die verkregen worden via recyclage. De inlassing van een decreetsbepaling bij het Limburgfonds als toelating tot impliciete machtiging voor de verbintenissen aan te gaan ten belope van de door het fonds gerealiseerde ontvangsten ingevolge het decreet van 13 juli 1994 en die uiteindelijk als uitgaven op het begrotingsartikel41.06 worden aangerekend is noodzakelijk en kan als dusdanig nog in het corpus worden opgenomen. Artikel 62 Dit artikel wordt via amendement ingetrokken. 11.2 Krediettabel Voorstel van nieuwe basisallocatie Zoals het Rekenhof aangeeft is de begroting een voorafgaand machtigingsinstrument. In dit geval werd de machtiging door het Vlaams Parlement gegeven op een specifieke manier nl. via artikel 12,91 van het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998. Het was immers volkomen onduidelijk op dat moment of de eigenaars zouden ingaan op een verkoop aan voldoende attractieve voorwaarden en in geval dit zo ware, wanneer de Vlaamse Gemeenschap het best de consolidatie van deze financiering zou doorvoeren. Aan de eerste voorwaarde werd voldaan, wat de tweede voorwaarde betreft blijkt, gezien de ruime kassituatie er geen consolidatie nodig meer nodig te zijn, Aangezien het rekeningdecreet 1998 op korte termijn zal worden goedgekeurd en aangezien het programmadecreet 1998 de machtiging bevatte tot deze operatie, lijkt mij de thans vooropgestelde werkwijze, d.w.z. de oplossing binnen het rekeningdecreet 1998, de meest aangewezen manier. Aldus hoort bij de machtiging ook de uitvoering. OA 24 PR 10 BA 70.10 Dit krediet hoort niet thuis onder de provisionele kredieten. Deze worden immers gekenmerkt door een onzekerheid welke in de toekomst ligt. Hier gaat het om de uitvoering van een beslissing van de regering welke inhoudt dat de vaste wil er is om deze middelen in 1999 daadwerkelijk te benutten, waarbij deze benutting niet afhankelijk is van een onzeker toekomstig feit waar de regering geen impact of beslissingsbevoegdheid over heeft.. OA 24 PR 20 BA 41.01 De opmerking van het Rekenhof is correct. Voorgesteld wordt om de titel van het programma te wijzigen in : Reservevorming voor toekomstige lasten. OA 24 PR 40 BA 41.01 De overeenkomst tussen het VERF en de Vlaamse Gemeenschap is thans gefinaliseerd en zal ter bekrachtiging worden voorgelegd aan het Vlaams Parlement. Vastgesteld werd dat rekening houdend met de volatiliteit van de rente uitgaven en met de schuldevolutie van de Vlaamse Gemeenschap, de buffer binnen het VERF minimaal 2,4 miljard BEF moet bedragen. De dotatie tracht dit te bewerkstelligen. De dotatie betreft in wezen een saldo op de rente en zal pas toegekend worden op het einde van dit jaar nadat gebleken is dat de

17 Stuk 19 (1998-1999) - Nr. 3 El ingeschreven kredieten voor interestlasten voldoende waren. In tegengesteld geval wordt de voorziene dotatie aan het VERF herschikt naar de rentelasten. OA 62 PR 20 BA 12.21 en 35.41 Dit is nog een gevolg van een vergissing die ontstaan is bij de initiële begrotingsopmaak. Er werd toen, door een opmerking van het Rekenhof een foute overheveling uitgevoerd. De libellé van de b.a. 3541 dient alleszins gewijzigd in Bijdrage van het Vlaams Gewest aan de UNESCO-conventie voor het Werelderfgoed (9 mio). Hiervoor is evenwel maar 1 mio nodig. Daarom zal bij een herverdeling van basisallocaties na 30 juni 1999 nog 8 mio overgeheveld worden naar de b.a. 1221. OA 63 PR 20 Gemeenschappelijk vervoer Er worden bij amendement twee bijkomende basisallocaties met ESR code 3 en 5 ingevoegd. Bij kredietherverdeling zullen de correcte bedragen toegewezen worden. OA 63 PR 30 BA 61.31 De opmerking van het Rekenhof is correct. Er wordt voorzien in een amendement. OA 64 PR 10 BA 31.03 en 31.05 De huidige beheersovereenkomst heeft, zoals het Rekenhof trouwens zelf vermeldt, enkel betrekking op het jaar 1999 zodat zij geen toekomstige begrotingen belast. Ik neem aan dat de inhoudelijk bevoegde minister de beheersovereenkomst zal voorleggen aan het Parlement. OA 64 PR 20 BA 54.01 Met betrekking tot de ordonnanceringskredieten kan, voor zover de prognoses van het Rekenhof correct zijn, bij herschikking vanuit het bufferkrediet LIN, programma 69.90, voorzien worden in bijkomende ordonnanceringskredieten. Met betrekking tot het vastleggingskrediet zullen - voor zover de prognoses correct zijn en gerealiseerd worden - bij kredietherschikking eventuele bijkomende vastleggingskredieten toegevoegd worden. 11.3 Begrotingen van diensten met afzonderlijk beheer Vlaams Infrastructuurfonds Het artikel dekt, in tegenstelling tot met wat het Rekenhof beweert, niet enkel het encours m.b.t. verlopen jaren maar ook het encours dat vermoed wordt aanwezig te zullen zijn eind dit jaar. In die zin is een herschikking geen probleem en correspondeert eerder met de afbouw van de encours. Uiteraard dient in het kader van een controle bij de begrotingsuitvoering erop toegezien te worden dat op de tegenpost op de middelen de corresponderende ontvangsten werden gerealiseerd. Instituut voor Archeologisch Patrimonium De betrokken DAB zal herinnerd worden aan de vraag. Minafonds 1) Post 3.17 : Het Rekenhof vergeet waar het bij deze post om gaat: tot voor enkele jaren mocht het Minafonds, op basis van een interpretatie van het Rekenhof zelf, ordonnanceringskredieten ten

Stuk 19 (1998-1999) - Nr. 3 El 18 belope van de vastleggingen overdragen. Dit geeft er aanleiding toe gegeven dat het Minafonds in een structureel onevenwicht dreigde te geraken. In het kader van de sanering van het Mina-fonds, werd deze ondoorzichtige werkwijze afgeschaft en werd besloten alle ordonnanceringsmogelijkheden op te nemen in de begroting, om in elk geval zeker te zijn dat het Mina-fonds aan zijn verplichtingen zou kunnen voldoen. Tegelijkertijd worden de ordonnanceringskredieten verdeeld over de posten zo correct mogelijk geraamd. De overdracht op post 3.17 bevat dus de betalingsmiddelen die het Mina-fonds ter beschikking heeft, maar waarvan bij de opstelling van de begroting niet wordt verwacht dat zij gedurende dit jaar zullen moeten worden aangewend. Uiteraard kunnen deze middelen herverdeeld worden indien in de loop van het jaar blijkt dat een groter deel van de vastleggingen uit het verleden moeten worden betaald dan oorspronkelijk geraamd. Dat is geen gevaar, maar de bestaansreden van het hele systeem ; deze ordonnanceringskredieten zijn ook gemachtigd door de decreetgever, vermits zij in de begroting werden opgenomen. Er moet trouwens op gewezen worden dat herverdelingen binnen het Mina-fonds reglementair toegestaan zijn. De overdracht staat ook niet in direct verband met het kassaldo, zoals het Rekenhof verkeerdelijk beweert, maar wel met het het verschil tussen het totaal aan ontvangsten en de voorziene ordonnanceringen. Waar het Rekenhof dan ook een fout in ontvangsten en uitgaven ziet stoelt m.i. op een verkeerde uitgangsbasis. 2) Bedrag van het kassaldo : Het Mina-fonds werkt op basis van het kassysteem en niet op basis van verworven rechten 3) Libellé post 3.1 : de libellé wordt aangepast.. 11.4 Begrotingen van de instellingen van openbaar nut (ION) Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn (VVM) De opmerking hoort eerder thuis bij de initële begroting. De VVM zal in kennis gesteld worden van de bemerkingen van het Rekenhof. 111. Lijst van materiële opmerkingen 111.1 Ontwerp decreet aanpassing middelenbegroting H.l.1 Inventaris van de schulden Werd inmiddels verbeterd op de drukproef.

19 ( (1998-1999) - Nr. 3 1 El 111.1.2. Tabel OA 24 PR 30 artikel 06.17 Vooreerst dient gesteld te worden dat in het ontwerpdecreet het bedrag van 55,8 voorkomt i.p.v. 638 zoals het Rekenhof stelt. Anderzijds kan vermeld worden dat dit bedrag van 558 conform is met de listing van het financieel systeem van 31-3-1999. 111.2. Ontwerp decreet aanpassing uitgavenbegroting 111.2.1 Corpus van het decreet Artikel 10, $4 Wordt bij amendement geschrapt. Artikel 22 In het verspreide drukwerk wordt inderdaad reeds verwezen naar artikel 22. In het officiële perkament staat echter nog steeds ten onrechte de verwijzing naar artikel 24. Hierdoor denk ik dat de voorziening opgenomen onder artikel 22 terecht is. 111.2.2. Krediettabel OA 52 PR 40 BA 01.05 De toelichting dient aangepast te worden met 0,l. 111.2.3. Begrotingen van de Diensten met Afzonderlijk beheer (DAB) Dotaties Er wordt voorzien in een globaal amendement Beheersdienst van het KMSKA Het totaal van de post 08.2 bedraagt inderdaad 21.074.133 BEF er wordt dan ook voorzien in de nodige correctie via amendement. Instituut voor Archeologisch Patrimonium Er wordt ingegaan op de vraag van het Rekenhof. 111.2.4. Begrotingen van de Instellingen van openbaar nut (ION) Dotaties Er wordt voorzien in een globaal amendement. IVAH De begroting van het IVAH opgenomen in het drukwerk werd reeds aangepast. VDAB Er wordt voorzien in een amendement.

Stuk 19 (1998-1999) - Nr. 3 0 20 Vlaams Landbouwinvesteringsfonds Er wordt voorzien in een amendement. VIZO Werd reeds verbeterd op de drukproef. Fonds Vlaanderen Azië Er wordt voorzien in een amendement. Vlaamse Vervoermaatschappij De lijn (VVM) Er wordt voorzien in een amendement. 111.3 Algemene toelichting Er wordt akte genomen van de opmerking van het Rekenhof.