Duiven Veiligheidsreglement vogelschieten Versie 2.0 7 februari 2016 Versiehistorie Versie Datum Omschrijving 1.0 14-10-2015 Frans Dieker, Reinhold Kelderman, Henk Verhaaf 1 e versie t.b.v. basiscertificering KNSA 1.9 27-1-2015 Frans Dieker Aanpassingen ten behoeve van het schieten met zwartkruit voorladers en naar voorbeeld van het veiligheidsreglement van de KNTS 2.0 7-2-2015 Frans Dieker Aanpassingen n.a.v. review verlofhouders Reglement 1 Toepasbaarheid Dit reglement betreft de veiligheid tijdens het vogelschieten met zwartkruit voorladers bij de volgende gelegenheden: Het koningschieten tijdens de jaarlijkse Duivense kermis. Het koning der koningen schieten tijdens de lustrumvieringen van de schutterij. Het jaarlijkse sub-koningschieten. Vogelschieten tijdens schutters- en gildedagen die onder verantwoordelijkheid van de schutterij wordt georganiseerd. Eventuele demonstraties waarbij het vogelschieten onder verantwoordelijkheid van de schutterij wordt georganiseerd. 2 Algemene bepalingen Het bestuur van de schutterij verplicht zich de veiligheid in en om de schietinrichting te allen tijde te waarborgen. Eventuele aanwijzingen van de politie dienen stipt te worden opgevolgd. Dit reglement mag niet strijdig zijn met de gemeentelijke vergunning welke voor het evenement is afgegeven. Daar waar dit reglement strijdig is met de vergunning gelden de bepalingen van de vergunning. Het gebruik van alcohol, en de aanwezigheid van alcoholhoudende dranken binnen de afzetting van het schietterrein is tijdens het schieten verboden. Veiligheidsreglement vogelschieten v2.0 7-2-2016-1
Gebruikers onder invloed van medicijnen en stoffen die de schietveiligheid kunnen beïnvloeden mogen niet aan het vogelschieten deelnemen. Een wapen dient altijd zodanig behandeld te worden alsof het geladen is. Wapens die niet in gebruik zijn, dienen veilig te zijn opgeborgen. Niet verpakte wapens zijn slechts toegestaan op het schietpunt en op de daartoe door de baancommandant aangegeven plaats. Men dient zich te onthouden van elke handeling die de veiligheid in gevaar kan brengen. Het richten van een wapen op personen is ten strengste verboden. Overtreding van één of meer punten uit dit reglement kan leiden tot ontzegging van de toegang tot het schietterrein. 3 Het doel De vogel waarop wordt geschoten is vervaardigd van zacht hout. De vogel is geplaatst in een kogelvanger zoals beschreven in artikel 5.3. De afmetingen en stevigheid van de vogel passen bij de wapens waarmee wordt geschoten. 4 Toezicht en verantwoordelijkheden 4.1 Functionarissen Bij het vogelschieten zijn de volgende functionarissen betrokken: Toezichthouder Baancommandant Schietmeester Lader Wedstrijdsecretaris BHV er of EHBO er 4.2 Toezichthouder Door het bestuur wordt voor elk evenement een bestuurslid aangesteld als toezichthouder op het gebied van veiligheid. De toezichthouder heeft geen uitvoerende taken tijdens de wedstrijd. De uitvoerende taken liggen bij de overige functionarissen. De toezichthouder is namens het bestuur verantwoordelijk voor het correct en veilig verlopen van het vogelschieten en neemt, indien nodig, de uiteindelijke beslissing. Alle functionarissen zijn aan hem/haar verantwoording verschuldigd. De toezichthouder is bekend met de CWM. De toezichthouder heeft kennis van de evenementenvergunning. De toezichthouder inspecteert samen met de baancommandant, de schietmeester(s) en de wedstrijdsecretaris voor aanvang van de wedstrijden de schietinrichting(en). Als de schietinrichting is gecontroleerd draagt de toezichthouder de verantwoordelijkheid over aan de baancommandant. 4.3 Baancommandant Veiligheidsreglement vogelschieten v2.0 7-2-2016-2
De baancommandant is belast met en verantwoordelijk voor de veiligheid en het naleven van het veiligheidsreglement. De baancommandant heeft kennis van de evenementenvergunning. Een kopie van deze vergunning wordt, zodra de vergunning is verleend, ter beschikking geteld aan de baancommandant. Tijdens het evenement is een kopie van de vergunning op het schietterrein aanwezig. De baancommandant dient vrij zicht te hebben op alle schietpunten. De baancommandant meldt onrechtmatigheden aan de toezichthouder en legt indien noodzakelijk de wedstrijd stil of staakt de wedstrijd. De overige functionarissen volgen de aanwijzingen van de baancommandant stipt op. De wedstrijd kan pas beginnen als de baancommandant daarvoor toestemming geeft. De baancommandant is ten alle tijden tijdens de wedstrijd aanwezig. De baancommandant dient te zorgen voor orde en discipline op de baan. Het betreden van het schietterrein is alleen toegestaan met toestemming van de baancommandant. Bij overtreding van de reglementen, corrigeert hij en heeft hij, indien nodig, de bevoegdheid om overtreders te laten verwijderen. De baancommandant is goed herkenbaar door kleding, pet, sjerp of armband met opschrift. Bij afwezigheid van de baancommandant mag er niet geschoten worden. Tijdens het opruimen van de schietbaan houdt de baancommandant toezicht op het naleven van de veiligheidsregels. De baancommandant verlaat als laatste de baan. 4.4 Schietmeester Alleen een verlofhouder kan de functie van schietmeester vervullen. De schietmeester heeft kennis van de evenementenvergunning. De schietmeester is verantwoordelijk voor alle handelingen met het vuurwapen. Alle instructies van de schietmeester, met betrekking tot omgang met het wapen, moeten worden opgevolgd. Een wapen mag slechts door een deelnemer worden aangeraakt onder direct toezicht van de schietmeester. 4.5 Lader Een lader assisteert bij het laden van zwartkruitwapens. Een lader staat onder direct toezicht van de schietmeester. Een lader assisteert bij het opruimen van de schietbaan. 4.6 Wedstrijdsecretaris De wedstrijdsecretaris verzorgt de registratie van de schutters. De wedstrijdsecretaris bepaalt de volgorde van de schutters. Veiligheidsreglement vogelschieten v2.0 7-2-2016-3
De wedstrijdsecretaris houdt de prijzen bij. De wedstrijdsecretaris bewaakt de voortgang van de wedstrijd (protocol, tijd). De wedstrijdsecretaris verzorgt, verzamelt en archiveert de benodigde formulieren conform de geldende CWM (Circulaire Wapens en munitie) waaronder het introducé register. 4.7 BHV er of EHBO er De BHV er dan wel EHBO er past eerste hulp toe wanneer dat nodig is. 5 Schietinrichting 5.1 Algemeen De inrichting van het schietterrein dient zodanig te worden opgesteld, gebruikt en beveiligd dat geen gevaar, hinder of schade voor deelnemers, functionarissen en toeschouwers kan ontstaan. 5.2 Terrein De plaats waar het schieten plaatsvindt, dient duidelijk en deugdelijk te worden afgezet met degelijk afzetmateriaal. Tijdens het schieten mogen zich geen personen binnen deze afzetting bevinden, uitgezonderd de baancommandant, de schietmeester, de lader(s) en de deelnemer(s). Buiten de afzetting van het schietterrein kan een plaats worden gecreëerd waar een fotograaf het evenement kan volgen. Het terrein moet voldoen aan de op de hieronder beschreven situatie: o De kogelvanger heeft een zodanige hoogte dat het doel (de vogel) zich op een hoogte tussen de 7 en 10 meter boven het maaiveld bevind. o Rondom de kogelvanger dient minimaal een veilige ruimte te zijn van de totale lengte/hoogte van de kogelvanger, vermeerderd met 5 meter. o de afstand kogelvanger-affuit is variabel (afhankelijk van de baan-as) en bedraagt ongeveer 9 meter. o de afstand affuit tot publieksafzetting dient minimaal 5 meter te zijn, rekening houdende met de afmeting lengte kogelvanger + 5 meter. o Situatieschets: Veiligheidsreglement vogelschieten v2.0 7-2-2016-4
5.3 Kogelvanger Achter het doel moet een van staalplaat vervaardigde deugdelijke kogelvanger zijn aangebracht, uitgevoerd als een bak met afmetingen van globaal 2x2 meter en een diepte van globaal 0.65 meter; de open kant moet zijn gericht naar de schutter, loodrecht op de baan-as, terwijl de baan-as door het hart van de kogelvanger gaat; de diepte van de kogelvanger moet, rekening houdend met de afmetingen van het doel, zodanig zijn dat het doel nagenoeg geheel in de kogelvanger kan worden geplaatst. In de bak van de kogelvanger moet een laag geperst glaswol of gelijksoortig materiaal of een combinatie van glaswol en geperste stroplaat zijn aangebracht met een dikte van ten minste 0,1 meter. Op deze bekleding moet een plaat van noestvrij vurenhout of multiplex zijn aangebracht. Indien de kogelvanger veelvuldig in korte tijd wordt aangeschoten, bijvoorbeeld tijdens een eenmalig schietfestijn, kan in verband met de duurzaamheid een zachte loden plaat of rubberplaat worden aangebracht op het vurenhout op de plaats waar veelvuldig inslagen zijn te verwachten. Eventuele stalen bevestigingsmiddelen voor het doel moeten een ronde doorsnede hebben en moeten zodanig zijn aangebracht dat projectielen of delen daarvan binnen de kogelvangbak terecht komen. De ophanging van de kogelvanger dient zodanig te worden beveiligd, dat deze door onbevoegden niet gewijzigd kan worden. 5.4 Affuit De affuit, in de vorm van een ronde koker waarin het wapen wordt geplaatst, moet zodanig zijn afgesteld, dat de schootslijn van het in de affuit geplaatste wapen altijd binnen het vlak van de stalen achterwand van de kogelvanger wordt begrensd. De baancommandant dient regelmatig de juiste instelling van de affuit te controleren. 6 Vallood, verharding en oude munitie Na elke schietactiviteit dient het vallood, dat zich onder de schietboom bevindt, te worden verwijderd. Om dit mogelijk te maken dient een vierkant met zijden van tenminste 5 meter zodanig te zijn verhard of te zijn bedekt met een kleed of voldoende dik (0,10 mm of dikker) plastic folie, dat verzamelen mogelijk is. Veiligheidsreglement vogelschieten v2.0 7-2-2016-5
Het verzamelde lood dient, zover niet opnieuw bruikbaar, via de gemeentelijke opslagplaats te worden afgevoerd. Hout waarin zich loden kogels bevinden dient te worden afgevoerd als gevaarlijk afval. 7 Gebruik van het wapen 7.1 Toegestane wapens Er mag uitsluitend geschoten worden met door de KNTS (Koepel Nederlandse traditionele schutters) erkende wapens. De.54 zwartkruit voorladers van schutterij Onderling Genoegen zijn door de KNTS erkend. Per schietpunt worden maximaal 3 wapens gebruikt. De gebruikte wapens per schietpunt zijn gelijkwaardig. 7.2 Toegestane munitie Uitsluitend munitie die passend is bij de door de KNTS erkende wapens mag worden gebruikt. 7.3 Gebruik van het wapen De wapens worden afwisselend gebruikt. Ieder schot verloopt volgens een vastgestelde cyclus van activiteiten, beginnend met een ongeladen wapen, met de loop omhoog geplaatst tegen de laad-tafel: o Het ongeladen wapen staat op een plaatst tegen de laadtafel welke herkenbaar is voor ongeladen wapens. o Het wapen wordt door de lader(s) geladen met een bij het wapen en de afstand passende kruithoeveelheid, een afdek-vilt, en een bij het wapen passende kogel. o Het aldus geladen wapen wordt geplaatst tegen de laadtafel op een plaats welke herkenbaar is voor geladen wapens. o De schietmeester verplaatst het geladen wapen naar de affuit en plaatst deze zodanig in de affuit dat ook bij onvoorzien afgaan van het wapen de kogel slechts in de kogelvanger kan terechtkomen. o Pas dan plaatst de schietmeester het slaghoedje (percussie cap) op het percussieslot. Het wapen is dan schietgereed. o Het wapen wordt nu overgenomen door de schutter waarbij deze onder permanent toezicht staat van de schietmeester. De schietmeester ziet er expliciet op te dat het wapen zodanig in de affuit geplaatst blijft dat de kogel niet buiten de kogelvanger terecht kan komen. o Na het lossen van het schot blijft het wapen in de affuit en wordt in die positie weer overgenomen door de schietmeester. o De schietmeester neemt het wapen uit de affuit en plaatst deze tegen de laadtafel, op een plaatst gekenmerkt voor ongeladen wapens. 7.4 Omgaan met storingen Veiligheidsreglement vogelschieten v2.0 7-2-2016-6
Bij een storing van het wapen blijft het wapen in de affuit en wordt direct door de schietmeester overgenomen van de schutter. De schietmeester wacht de voorgeschreven wachttijd van 1 minuut af voordat het wapen uit de affuit wordt genomen. Het wapen wordt verplaatst naar een locatie waar zonder gevaar voor schutters en toeschouwers de storing kan worden verholpen. Bij het verplaatsen wordt erop toegezien dat het wapen nimmer op personen is gericht. Bij een herhalende weigering van een geweer, wordt nadat deze met inachtneming van de minuut wachttijd uit de affuit is genomen, een kwartier gewacht alvorens deze leeg te boren. Al deze tijd wordt het wapen van publiek en schutters af gericht. Deze handeling geschied met twee personen 8 Onvoorzien In gevallen waarin dit veiligheidsreglement niet voorziet, beslist het bestuur van de schutterij nadat de toezichthouder en baancommandant zijn gehoord. Veiligheidsreglement vogelschieten v2.0 7-2-2016-7
Bijlage: Kogelvanger en maten: Maten van de bak: Maten in millimeters. Legenda: A) Triplex plaat van tenminste 5mm dik waarachter zich een geperste stroplaat,60 mm dik, en glaswol bevindt. Geheel bevestigd aan vurenhouten dwarsbalken die zich voor de pantserplaat bevinden. B) Pantserplaat, van 28 mm dik. Kogelvangerbak is ongeveer 30 jaar geleden gekeurd door defensie. Locatie van eventuele documentatie hierover is onbekend. C) De opening van de bak kan worden verkleind met triplex platen van tenminste 5 mm dik. Veiligheidsreglement vogelschieten v2.0 7-2-2016-8
Maten van de mast en affuit: Maten in meters. Alle maten zijn bij benadering en afhankelijk van de gelijkheid en toestand van het terrein. Veiligheidsreglement vogelschieten v2.0 7-2-2016-9