1. Inleiding. 2. Doelstelling treasuryfunctie

Vergelijkbare documenten
Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

Treasurystatuut. Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d.

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW)

Treasurystatuut van het SWV VO 2603

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB

Treasurystatuut Nordwin College

Treasurystatuut Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven

Treasurystatuut. Stichting Proloog

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

Nummer 0,2 Versie 1 Datum Besluitvormingscyclus 5 Proceseigenaar E. Leenders Evaluatiemoment Mei Treasury statuut.

Uitgangspunten Het treasurybeleid van de Stichting maakt deel uit van het financiële beleid van de Stichting.

Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs regio IJssel-Vecht

Postbus AC Elburg De Borchstee De Duif Het Octaaf De Petra De Regenboog - Wildemaetschool. Treasury Statuut

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen. Treasury Statuut Nvon

Vastgesteld in AB vergadering 29 oktober Treasury Statuut

Treasurystatuut - januari 2015

Stichting Katholiek Onderwijs Volendam. Treasury Statuut

Treasury Statu ut. Stichting R.K. Primair Onderwijs Culemborg

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT

Treasury Statuut. Stichting Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Zoetermeer 28-07

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16)

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april VPCPO De Akker Treasurystatuut 2

Treasurystatuut. Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Treasury Statuut. Status van het beleidsdeel: Hooilaan EM Breda TEL (076) IBAN NL65 RABO

TREASURYSTATUUT HOGESCHOOL ROTTERDAM

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

Aan Van Datum Onderwerp Beslispunten Inleiding

Treasurystatuut Versie 2017

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

Treasurystatuut Versie 2015

Het College van Bestuur van Stichting Carmelcollege besluit het Treasurystatuut vast te stellen.

Treasury statuut Hogeschool ipabo

Versie Wijzigingen Status

Treasury Statuut. VPCO De Oorsprong

Statuut belenen en beleggen

Treasurystatuut. HZ University of Applied Sciences. 19 juni 2018 Vastgesteld in de vergadering met de Raad van Toezicht

EAVeS 4.L Stichting voor primair onderwijs

Treasurystatuut 2016 Gemeenschappelijke Regeling Avri

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

TREASURYSTATUUT EER-landen (Europese Economische ruimte) Dit zijn de EU-lidstaten aangevuld met IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.

Versie TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

Treasurystatuut. Gemeente Westvoorne

RUD UTRECHT. Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht

Treasury reglement. 4 juni van 5

Treasurystatuut Treasurystatuut Veiligheidsregio Kennemerland Pagina 1

Uitvoeringsbeleid Treasury. Gemeente Emmen 2016

SKPO: Financiën / blad 1. Treasury Statuut. De algemeen directeur van de Stichting Katholiek en Protestants-Christelijk Onderwijs Eindhoven e.o.

Treasurystatuut 2010

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij

Treasurystatuut 2018

Treasurystatuut Gemeente Borsele 2015

TREASURY-STATUUT GEMEENTE GRAVE

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

Treasurystatuut Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

BEGROTING Paragraaf Financiering

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2014;

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;

Treasurystatuut 2018 gemeente Midden-Groningen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

Treasury Statuut Aloysius stichting

gelet op artikel 14 van de financiële verordening 2015 en de Wet financiering decentrale overheden;

Bekendmaking van het Treasurystatuut, door het dagelijks bestuur vastgesteld bij besluit van 18 december 2012, nr. 09

CVDR. Nr. CVDR402982_1. Artikel 1 Begrippenkader In dit statuut wordt verstaan onder:

Treasurystatuut Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek,

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

Presentatie Treasury FEO. 11 juli 2005

Vastgesteld door CvB: Goedgekeurd door RvT: TREASURYSTATUUT

BESLUIT: vast te stellen het navolgende: TREASURYSTATUUT VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STROOMOOPWAARTS MVS.

Besluit: - Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Inleiding Treasurybeleid... 2 Doelstellingen, Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

Treasurystatuut. Gemeente Nuth. Treasurystatuut van de gemeente Nuth Treasurystatuut pagina 1 van 11 Juni 2009 FIN/2009/9432

HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN

Treasurystatuut. Treasurystatuut

Verordening treasuryfunctie van de gemeente Druten

Treasurystatuut ISD Werkplein Hart van West-Brabant

Te besluiten om het treasurystatuut 2010 vast te stellen

Treasurystatuut. 1. Inleiding

BEHEERSDEEL. Stuknummer: bl Administratieve organisatie en interne beheersing. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

CVDR. Nr. CVDR96238_1. Treasurystatuut. Treasurystatuut

CVDR. Nr. CVDR77133_1. Treasurystatuut

INHOUDSOPGAVE. 1. Inleiding 3

Drs. Ing. G.B.J. Mensink, Drs. A.B.A.M. Damer, Mr. R.S. Cazemier. Treasurystatuut Openbaar Lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Treasurystatuut Hoge School van Amsterdam

Treasurystatuut Gemeente Den Helder. ieheersdeel

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij

Treasurystatuut Regio Twente 2016

TREASURYSTATUUT GEMEENTE RIDDERKERK 2017

Toelichting op het statuut

Treasurystatuut GGD GZ 2019 Colofon

Transcriptie:

TREASURYSTATUUT Vastgesteld door het College van Bestuur na goedkeuring door de Raad van Toezicht van Stichting voor Christelijk Praktijkonderwijs voor Hardenberg en omgeving (hierna: PrO Hardenberg) d.d. 8 februari 2017

Toelichting Onderwijsbesturen die worden gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moeten deze rijksvergoedingen inzetten voor het onderwijs. Door het realiseren van exploitatieresultaten en het verschil tussen het moment van ontvangst van de rijksvergoeding en het doen van uitgaven ontstaan er tijdelijk overtollige middelen of tijdelijke tekorten aan middelen. Het proces van beheer van deze geldstromen heet treasury. In de Regeling Beleggen, Lenen en Derivaten OCW 2016 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de regels vastgelegd rondom treasury van de door haar gefinancierde instellingen. In het verplichte treasurystatuut worden het treasuryproces en de geldende regels nader uitgewerkt. In dit treasurystatuut wordt verder de term beleggingen gebruikt voor het uitzetten van middelen. De term beleggingen is daarom breder, want ook het uitzetten van middelen op een spaarrekening of een depositorekening wordt hieronder verstaan. Voor de overige terminologie wordt verwezen naar definities van de Regeling Beleggen, Lenen en Derivaten OCW 2016. 2

Inhoud 1. Inleiding... 4 2. Doelstelling treasuryfunctie... 4 3. Richtlijnen en limieten... 6 3.1. Algemene richtlijnen... 6 3.2. Richtlijnen inzake beleggingen... 6 3.3. Richtlijnen inzake leningen... 6 3.4. Richtlijnen inzake financiële derivaten... 6 3.5. Richtlijnen privaat vermogen... 7 3.6. Treasury-instrumenten... 7 4. Organisatie van de treasuryfunctie... 7 4.1. Plaats in de organisatie... 7 4.2. Treasuryplan... 8 4.3. Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden... 8 5. Verantwoording... 9 6. Evaluatie... 9 7. Vaststelling... 9 3

1. Inleiding Onder treasury is te verstaan: het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële posities en stromen en de hieraan verbonden risico s. In het kader van dit statuut betreft treasury met name het beheer van het vermogen c.q. van de reserves en voorzieningen van PrO Hardenberg. In dit treasurystatuut wordt het beleid ten aanzien van het vermogensbeheer geformuleerd en worden de bevoegdheden en verantwoordelijkheden en de organisatie van de treasuryfunctie vastgelegd. In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico s, financieringsen beleggingsvraagstukken vastgelegd. Dit treasurystatuut is van toepassing op de publieke en private middelen van PrO Hardenberg. 2. Doelstelling treasuryfunctie Het treasurybeleid is ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling van PrO Hardenberg; namelijk het geven van onderwijs. De doelstelling van het financieel beleid die hiervan kan worden afgeleid is: het borgen van de financiële continuïteit van de organisatie. Deze doelstelling valt uiteen in het realiseren en borgen van: voldoende liquiditeit; lage financieringskosten; risicomijdende uitzettingen; kosteneffectief betalingsverkeer; beheersen en bewaken financiële risico s. a. Voldoende liquiditeit PrO Hardenberg zal ervan verzekerd moeten zijn te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen en zo nodig ook altijd middelen te kunnen aantrekken. Het aantrekken van middelen zal zowel op korte als op lange termijn verzekerd moeten zijn. Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn, is een goede informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het gaat dan met name om inzicht in de kasstromen die de bedrijfsprocessen met zich meebrengen. PrO Hardenberg zal een zodanige omvang aan liquide middelen c.q. kredietruimte aanhouden dat zij steeds aan haar korte termijn verplichtingen zal kunnen voldoen. Ter financiering van kortstondige liquiditeitsbehoefte (korter dan 1 jaar) zal er een totale kredietfaciliteit die voldoende is voor 1 tot 2 maanden. Wanneer bij de begroting blijkt dat er kredieten benodigd zijn, dienen de liquiditeiten op direct opvraagbare rekeningen te worden geparkeerd. Wordt hierbij gebruik gemaakt van korte termijn instrumenten (bijvoorbeeld kasgeldleningen) dan mogen deze het bedrag van de kredietfaciliteit niet te boven gaan. In het geval van tijdelijk overtollige middelen kan een deel van de beschikbare middelen zodanig worden uitgezet dat deze zonder al te veel kosten snel liquide te maken zijn. Om de liquiditeitspositie zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de liquiditeitsbehoefte, wordt er periodiek en minimaal eens per jaar, een liquiditeitsprognose opgesteld, die een periode van vijf jaar beslaat. b. Lage financieringskosten PrO Hardenberg wil binnen aanvaardbare risico's financiering aantrekken tegen zo laag mogelijke financieringskosten. Hiertoe zal PrO Hardenberg per geval onderzoeken of garantiestelling door rijks- of gemeentelijke overheid mogelijk is. Daarnaast zal PrO Hardenberg vaste afspraken maken met de huisbankier over een overeen te komen kredietlimiet. Het aantrekken van benodigde middelen vindt plaats op basis van een (actuele) liquiditeitsprognose. Bij het aantrekken van langlopende geldleningen worden offertes opgevraagd bij minimaal twee partijen. 4

c. Risicomijdende uitzettingen Middelen die niet direct noodzakelijk zijn om liquide aan te houden, kunnen worden uitgezet. Het College van Bestuur besluit welke treasury-instrumenten worden ingeschakeld. Desgewenst wordt de huisbankier verzocht om een beleggingsvoorstel. Uit de beleggingen mogen nooit nieuwe risico s ontstaan. Het beleggingsvoorstel omvat een kredietwaardigheidsbeoordeling van de instelling. De kredietwaardigheid wordt minimaal eens per jaar gecontroleerd door het College van Bestuur. Voordat een belegging wordt aangekocht, is aan de hand van een liquiditeitsprognose aangetoond dat de betreffende waardepapieren niet verkocht hoeven te worden voor het einde van de looptijd. Onder deze conditie is sprake van een hoofdsomgarantie (de periode van beleggen is eindig en de belegging wordt op een vooraf vastgestelde einddatum terugontvangen) en een belegging kan pas als risicomijdend worden aangemerkt, als er een dergelijke garantie van toepassing is. d. Kosteneffectief betalingsverkeer Gezien de omvang van het betalingsverkeer is het van belang dat de financiële logistiek optimaal is ingericht. Het betalingsverkeer van PrO Hardenberg is zo ingericht dat het kosteneffectief kan worden beheerd. De bankrelaties van PrO Hardenberg worden minimaal één keer per jaar geëvalueerd. e. Beheersen en bewaken van risico s Het treasurybeleid is gericht op het uitsluiten dan wel minimaliseren van het debiteurenrisico, het renterisico en het interne liquiditeitsrisico: Het debiteurenrisico is de kans dat belegde middelen niet worden terugontvangen van debiteuren. Dit risico wordt beperkt door te beleggen bij marktpartijen die voldoen aan de in de wet vermelde voorwaarden. Het renterisico wil zeggen het gevaar verbonden aan de veranderingen in de rentestructuur. Het renterisico dient te worden afgedekt door het opbouwen van een evenwichtige beleggingsportefeuille in relatie tot de geldende rentestructuur en de verwachtingen ten aanzien van de renteontwikkeling. Het interne liquiditeitsrisico is de kans dat opbrengsten worden gemist dan wel kosten worden gemaakt door wijzigingen in de geprognosticeerde financieringsbehoefte en investeringsplannen. Goede interne afspraken en een regelmatige actualisatie van de prognoses van de financieringsbehoefte zullen het liquiditeitsrisico beperken. Het treasurybeleid maakt deel uit van het financiële beleid van PrO Hardenberg. Het vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 juni 2016 met kenmerk WJZ/800938, houdende regels over het uitzetten van gelden, het aangaan van leningen en het aangaan van verbintenissen voor financiële derivaten (Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 RBLD 2016)). De regeling heeft betrekking op de publieke middelen van PrO Hardenberg. In de bedrijfsvoering wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke opbrengst van de (tijdelijk) overtollige middelen tegen een aanvaardbaar risico. Met het oog op het afdekken van financiële risico s en het financieren van geplande investeringen worden reserves en voorzieningen opgebouwd. In het treasurybeleid wordt uitvoering gegeven aan eigen verantwoordelijkheid van PrO Hardenberg om alle tot haar beschikking staande middelen risicomijdend uit te zetten. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen. 5

3. Richtlijnen en limieten 3.1. Algemene richtlijnen Het betreft hier richtlijnen voor het uitzetten van gelden en het aangaan van leningen, voor zover deze in de administratie niet zijn afgescheiden van de publieke middelen en voor zover het College van Bestuur hiervoor geen aparte richtlijnen heeft vastgesteld. De wettelijke kaders hiervoor zijn vastgelegd in de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 juni 2016 met kenmerk WJZ/800938. De regeling houdt in dat leningen of beleggingen worden alleen aangetrokken dan wel uitgezet bij financiële ondernemingen als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht en die: gevestigd zijn in een lidstaat (Een lidstaat is staat die lid is van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte); minstens een single A-rating hebben, afgegeven door ten minste twee van de drie ratingsbureaus Moody s, Standard & Poor s en Fitch. Beleggingen en leningen met publieke middelen worden alleen aangetrokken in euro s. PrO Hardenberg is een niet-professionele belegger en verzoekt financiële instellingen zich als zodanig aan te laten merken bij het aantrekken van leningen en het beleggen van tijdelijk overtollige middelen. De Regeling belenen en beleggen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010, zoals deze luidde op 30 juni 2016, blijft van toepassing op beleggingen, leningen en financiële derivaten die voor 1 juli 2016 zijn afgesloten. 3.2. Richtlijnen inzake beleggingen PrO Hardenberg kan middelen die tijdelijk overtollig zijn in beleggingen uitzetten. De periode van het beleggen is eindig en de belegging wordt op een vooraf vastgestelde einddatum terugontvangen. De hoofdsom van de belegging wordt door de financiële onderneming te allen tijde gegarandeerd. Belegd mag worden in staatsobligaties van EU-lidstaten, mits deze lidstaten aan de ratingeisen voldoen zoals opgenomen in artikel 4 eerste lid van de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016. Er wordt niet belegd in: a. achtergestelde spaarrekeningen en achtergestelde deposito s; b. aandelen of vergelijkbare producten, tenzij deze van toepassing zijn voor de uitvoering van de wettelijke taak van de organisatie. Beleggingen moeten vooraf door het College van Bestuur ter kennisname aan de Commissie Intern Toezicht worden gestuurd. 3.3. Richtlijnen inzake leningen PrO Hardenberg kan middels leningen additionele financiële middelen aantrekken. PrO Hardenberg geeft geen leningen uit aan derden, noch aan personeel, noch aan andere instellingen of organisaties, tenzij deze lening van toepassing is voor de uitvoering van de wettelijke taak van de organisatie en binnen het doel van PrO Hardenberg past. Bij het aangaan van leningen gaat PrO Hardenberg geen extra risico s aan die het voortbestaan van de organisatie of het geven van onderwijs kunnen bedreigen. PrO Hardenberg leent alleen bij financiële instellingen die voldoen aan de eisen zoals opgenomen in artikel 4 eerste lid van de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016. Leningen moeten vooraf door het College van Bestuur ter kennisname aan de Raad van Toezicht worden gestuurd. 3.4. Richtlijnen inzake financiële derivaten PrO Hardenberg zal geen nieuwe derivatenovereenkomsten afsluiten. Op de derivatenovereenkomsten die voor 1 juli 2016 zijn afgesloten blijft de Regeling belenen en beleggen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010 van toepassing. 6

3.5. Richtlijnen privaat vermogen Met betrekking tot de private middelen zijn de hiervoor opgenomen richtlijnen eveneens van toepassing, maar in voorkomende gevallen mag hiervan gemotiveerd worden afgeweken. Het is echter niet toegestaan dat met private middelen dermate grote risico s worden aangegaan, dat deze een negatief effect kunnen hebben op de publieke middelen. De private middelen zijn vastgelegd in de jaarrekening en de administratie van de PrO Hardenberg en hebben betrekking op de niet door OCW gefinancierde activiteiten. 3.6. Treasury-instrumenten Bij het voeren van treasurybeleid zijn de volgende instrumenten toegestaan: Rekening-courant met een kredietlimiet Kasgeldleningen Spaarrekeningen Deposito s Onderhandse geldleningen Als het College van Bestuur instrumenten wil inzetten die niet zijn aangegeven in het treasurystatuut, vraagt hij hiervoor de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht. 4. Organisatie van de treasuryfunctie 4.1. Plaats in de organisatie Zaken op het gebied van administratieve organisatie en interne controle op het gebied van treasury zullen worden opgenomen als een aparte paragraaf in het jaarverslag van PrO Hardenberg. Hierin gaat het met name over de uitvoering en delegatie van de treasurytaken. In dit hoofdstuk van het treasury statuut wordt een bondige AO-beschrijving gegeven van de treasuryfunctie binnen de PrO Hardenberg. In de bijlage bij dit statuut wordt jaarlijks aangegeven welke personen mogen handelen richting de bancaire instellingen en in welke mate zij bevoegd zijn. De plaats van treasury binnen de organisatie is als volgt: Het treasurystatuut wordt vastgesteld door de bestuurder en deze legt het ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht. De bestuurder is verantwoordelijk voor de uitvoering van het treasurybeleid en rapporteert daarover aan de Raad van Toezicht. De uitvoering van de treasuryfunctie wordt opgedragen aan het uitvoerend administratief orgaan; dit rapporteert geregeld aan de bestuurder tenminste 2 keer per jaar. Het uitvoerend administratief orgaan adviseert de bestuurder bij de uitvoering van het treasurybeleid. De bestuurder laat zich in treasury aangelegenheden bijstaan door het administratief orgaan. De bestuurder kan zich laten bijstaan door een professionele vermogensbeheerder. De bestuurder vergadert minimaal eenmaal per jaar met de Raad van Toezicht en tijdens deze vergaderingen worden in ieder geval de (eventuele) wijzigingen in de meerjarenontwikkeling en de marktomstandigheden besproken. In elk geval bij het opstellen van het eerste jaarplan zal de bestuurder beoordelen in welke mate bij de financieringsbehoefte sprake zal zijn van jaarlijks terugkerende, en dus structurele, elementen die van invloed kunnen zijn op de afweging tussen korte en lange financiering. Bij de besluitvorming over treasury aangelegenheden spelen de volgende zaken een rol: - Beleid: Voorstellen tot beleidswijzigingen zullen worden gedaan door de bestuurder en worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. 7

- Treasuryplan: Het treasuryplan maakt onderdeel uit van de begrotingsstukken en is daarbij onderdeel van beoordeling. De uitvoering van het treasuryplan vindt plaats onder mandaat van de bestuurder door het uitvoerend administratief orgaan, dat handelt volgens de afspraken in het plan. - Uitzonderingen: indien er wijzigingen in de rentestructuur ontstaan, zodanig dat als gevolg hiervan andere beslissingen genomen moeten worden dan in het treasuryplan zijn opgenomen of indien de bestuurder instrumenten in wil zetten die niet zijn aangegeven in het treasuryplan, dan maakt de bestuurder een uitzonderingsrapportage. De bestuurder legt deze uitzonderingsrapportage ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht; slechts na verkregen goedkeuring van de Raad van Toezicht mag actie worden ondernomen. 4.2. Treasuryplan Het College van Bestuur stelt een treasuryplan vast dat deel uitmaakt van de begrotingsstukken. In het plan komen de volgende onderwerpen aan de orde. De liquiditeitsprognose voor het begrotingsjaar en vier daarop volgende jaren (artikel 3 lid1c van de regeling als genoemd in paragraaf 3.1 van dit statuut). Deze prognose is gebaseerd op historische patronen, aangevuld met nadere gegevens omtrent zoals het vermoedelijke verloop van de bekostiging en de personeelskosten, investeringen en groot onderhoud. Uit de prognose blijkt of de omvang van de liquiditeiten gedurende het jaar optimaal is en of reeds ingenomen en eventuele nieuwe posities aangehouden kunnen worden tot het einde van de looptijd. De rentevisie van de bank, dit ter ondersteuning voor het opstellen van de begroting, m.n. de financiële baten en lasten. Renterisico (voor zover van toepassing): de samenstelling van de huidige leningenportefeuille wordt weergegeven, doorgerekend met enkele rentescenario s. Geld- en kapitaalmarktpartijen: hier wordt aangegeven waar de stichting haar middelen belegt of wellicht zal gaan beleggen in het komende begrotingsjaar. Uit het treasury plan volgt een voorstel met geplande acties. Per treasurytaak zal vooraf aangegeven moeten worden welke acties ondernomen zullen worden en bij welke renteniveaus de geanalyseerde risico's ingedekt worden en van welke instrumenten gebruik gemaakt mag worden. Indien de bestuurder een bepaald rente-instrument verwacht in te zetten zal het hiervan in het treasuryplan melding maken. Het zal hierbij vermelden onder welke omstandigheden het instrument ingezet zal worden. Financiële instrumenten waarvoor geen expliciete toestemming is verkregen via het treasuryplan of een uitzonderingsrapportage zijn uitgesloten. 4.3. Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het treasurybeleid. Het College van Bestuur is bevoegd tot het aangaan van externe verplichtingen binnen dit treasurybeleid. Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het: opstellen van kasstroomprognoses; bewaken van de werkelijke kasstroom ten opzichte van de prognose; beheren van de beleggingsportefeuille: opstellen van een risicoanalyse en het treffen beheersingsmaatregelen ten aanzien van de treasuryactiviteiten: doen van voorstellen aan het College van Bestuur voor wijzigingen in de beleggingsportefeuille; jaarlijks opstellen van een verantwoording over de treasury-activiteiten. 8

Het administratiekantoor is verantwoordelijk voor: De registratie van de transacties voortvloeiende uit de uitvoering van het treasurybeleid. De registratie en bewaking van de vorderingen en schulden. De voorbereiding van de betalingen. De registratie van de betalingen. De betalingen worden geautoriseerd zoals vastgelegd in de procuratieregeling van PrO Hardenberg. Met betrekking tot het kasverkeer is een procedure beschreven met daarin onder andere het maximum kassaldo. 5. Verantwoording PrO Hardenberg doet ieder jaar in het jaarverslag ten aanzien van de publieke middelen verslag van haar beleid ten aanzien van de beleggingen en leningen, de uitvoering van het beleid in de praktijk, de uitstaande beleggingen en leningen en de aangetrokken en afgesloten leningen. Hierbij wordt: a) een vergelijking gemaakt met de gegevens van het voorgaande jaar; b) van elke belegging jaarlijks gemeld op welk moment de belegging vrij valt; c) verantwoording afgelegd over het gebruik van derivaten, conform de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; d) een rapportage over het treasurystatuut opgenomen, waarin tenminste verslag gedaan over: 1. het beleid en de uitvoering ten aanzien van beleggen, lenen en derivaten; 2. de soorten en omvang van de beleggingen, leningen en derivaten; 3. de looptijden van de beleggingen, leningen en derivaten. 6. Evaluatie Eénmaal per jaar (of zoveel vaker als de marktsituatie daartoe aanleiding geeft) initieert het College van Bestuur een evaluatie in de vergadering van de Raad van Toezicht inzake de uitvoering van het treasurybeleid. Tijdens deze evaluatie komt aan de orde: overzicht en analyse van de huidige liquiditeits- en risicopositie, prognose van de ontwikkelingen op de financiële markten (rentevisie), resultaten ten opzichte van de begroting en het treasuryplan, de transacties die de afgelopen periode zijn aangegaan op de geld- of kapitaalmarkt. 7. Vaststelling Vastgesteld in de Vergadering Raad van Toezicht van 8 februari 2017. 9